Een kris is een traditionele dolk met een gekartelde en golvende blad, vaak versierd met unieke patronen. Het wordt gebruikt als een wapen, maar daarnaast ook als een ritueel voorwerpen in verschillende culturele ceremonies. In veel gevallen wordt het ook gedragen als een symbool van status en erfgoed.
De kris is vooral belangrijk in culturen in Zuidoost-Azië, met name in Indonesië en Maleisië. Hier wordt het niet alleen als een wapen beschouwd, maar ook als een spiritueel object dat krachtige spirituele en culturele betekenissen met zich meebrengt. In Javaanse tradities bijvoorbeeld, wordt de kris als een heilig voorwerp gezien dat met speciale ceremonies wordt gewijd.
Traditioneel wordt een kris met veel vakmanschap gemaakt. Het proces omvat het smeden van verschillende lagen staal om de karakteristieke golvende vorm te verkrijgen. Vaak worden er ook speciale materialen, zoals edelmetalen of hout met symbolische waarden, gebruikt in het handvat. Het maken van een kris is een kunstvorm die van generatie op generatie wordt doorgegeven.
Er zijn verschillende soorten krissen, waaronder de Javaanse kris, Balinese kris en de Sumatraanse kris. Elke soort heeft zijn eigen unieke kenmerken en ontwerpen, vaak aangepast aan regionale gebruiken en tradities. Sommige krissen zijn ook versierd met speciale gravures die de afkomst en de heiligheid van het voorwerp benadrukken.
In de moderne tijd heeft de kris nog steeds een belangrijke culturele en historische betekenis, hoewel het minder vaak als wapen wordt gebruikt. Veel mensen beschouwen het nu als een verzamelobject of kunstwerk. Het blijft ook een symbool van persoonlijke en culturele identiteit voor velen, waardoor het een betekenisvolle plaats heeft in de hedendaagse cultuur.