Er zijn verschillende soorten banden voor auto’s, zoals zomerbanden, winterbanden, all season banden, en sportbanden. Zomerbanden bieden optimale prestatie bij hogere temperaturen, terwijl winterbanden speciaal zijn ontworpen voor koude en besneeuwde omstandigheden. All season banden zijn een compromis voor het hele jaar, en sportbanden zijn gericht op betere grip en prestaties tijdens het rijden.
Winterbanden hebben een speciaal profiel en zachtere rubbersamenstellingen die betere grip bieden op sneeuw en ijs. Ze blijven soepel bij lagere temperaturen, wat zorgt voor betere controle. Zomerbanden zijn daarentegen niet ontworpen voor koude weersomstandigheden en verliezen daardoor grip, wat kan leiden tot een langere remweg in de winter.
Het is aan te raden om je banden minstens één keer per maand te controleren op slijtage. Daarnaast is het belangrijk om ze vlak voor de seizoenswissel, bijvoorbeeld bij de overgang van winter naar zomer, grondig te inspecteren. Let op de profieldiepte, en vervang ze wanneer deze onder de wettelijke limiet van 1.6 mm komt.
Runflat banden zijn ontworpen om het risico van een klapband te verminderen. Ze kunnen een bepaalde afstand op een lege band rijden, meestal tot 80 km bij een snelheid van maximaal 80 km/u, dankzij de versterkte zijkanten. Dit geeft je de tijd om een veilige plek te vinden voor een vervangende band.
Om je seizoen banden goed te bewaren, zorg ervoor dat ze schoon en droog zijn voordat je ze opbergt. Bewaar ze in een koele, donkere ruimte, en gebruik indien mogelijk speciale bandenhoezen om ze tegen stof en vuil te beschermen. Zorg ervoor dat ze rechtop staan als ze niet op de velgen zitten, om vervorming te voorkomen.