Bloembollen blijven meestal goed totdat je ze plant, maar het is het beste om ze zo snel mogelijk na aankoop in de grond te zetten. Als je ze moet opslaan, houd ze op een koele, droge en donkere plaats. Zorg ervoor dat ze niet aan vocht worden blootgesteld, want dat kan leiden tot rot.
Bewaar bloembollen op een koele en goed geventileerde plek, bij voorkeur tussen de 10 en 15 graden Celsius. Zorg ervoor dat ze droog zijn en niet in direct zonlicht staan. Een zak van papier of een houten doos is ideaal voor de opslag, zodat lucht goed kan circuleren.
Bloembollen beginnen meestal te groeien wanneer de temperatuur gaat stijgen en de dagen langer worden. Dit gebeurt vaak in het voorjaar, afhankelijk van het soort bol en de weersomstandigheden. Over het algemeen kun je een paar weken na het planten beginnen met de eerste tekenen van groei.
Gezonde bloembollen zijn stevig en hebben geen vlekken of rot. De schil moet soepel zijn en er mogen geen uitgedroogde of verwelkte delen aan zitten. Kijk ook naar de grootte; grotere bollen zijn vaak sterker en bloeien beter dan kleinere.
Als bloembollen niet bloeien, kan dat aan verschillende factoren liggen. Controleer eerst of ze op de juiste plek zijn gepoot met voldoende zonlicht. Te veel of te weinig water kan ook invloed hebben op het bloeiproces. Het kan ook zijn dat ze nog tijd nodig hebben om te groeien, dus heb geduld.