Een hoogoven bestaat uit verschillende belangrijke onderdelen: de oven zelf, voederinstallaties voor de grondstoffen, een systeem voor het aanvoeren van lucht en een gasafvoersysteem. De oven is ontworpen om hoge temperaturen te weerstaan en de grondstoffen te smelten en om te zetten in ruwijzer.
Bij het smeltproces in een hoogoven worden ijzererts, cokes en kalksteen in lagen in de oven aangevoerd. Door het verhitten met hete lucht smelt het ijzererts en komt het ruwijzer in de bodem van de oven. De cokes verbrandt en produceert de benodigde warmte en de kalksteen helpt bij het verwijderen van onzuiverheden.
Met behulp van een hoogoven worden voornamelijk ruwijzer en verschillende soorten gietijzer geproduceerd. Deze producten zijn essentieel voor de staalindustrie en worden gebruikt voor het maken van auto's, constructiematerialen en tal van andere industriële toepassingen.
De belangrijkste materialen die in een hoogoven worden gebruikt zijn ijzererts, cokes en kalksteen. Ijzererts is de bron van ijzer, cokes dient als brandstof en om de hoge temperaturen te bereiken, terwijl kalksteen helpt bij de vorming van slak die onzuiverheden verwijdert tijdens het smeltproces.
De milieueffecten van hoogovens kunnen aanzienlijk zijn, vooral door de uitstoot van CO2 en andere stoffen tijdens het productieproces. Het is belangrijk dat moderne hoogovens gebruikmaken van verbeterde technologieën en schoonmaaksystemen om de impact op het milieu te minimaliseren.