Augustinus heeft verschillende belangrijke werken geschreven, waaronder 'De Stad van God' en 'Belijdenissen'. In 'Belijdenissen' deelt hij zijn persoonlijke ervaringen en zijn zoektocht naar waarheid, terwijl 'De Stad van God' een diepgaande analyse is van de relatie tussen de aardse stad en het koninkrijk van God.
Augustinus wordt vaak gezien als een van de grondleggers van de westerse filosofie. Zijn ideeën over het zelf, de tijd en de menselijke natuur hebben een blijvende impact gehad. Hij introduceerde ook het concept van de innerlijke blik, waar we door zelfreflectie tot kennis kunnen komen.
Augustinus speelde een cruciale rol in de formulering van de christelijke doctrine in de vroege kerk. Zijn beschouwingen over genade, zonde en de aard van God hielpen bij het vestigen van fundamenten voor de christelijke leer en de ontwikkeling van de kerkelijke hiërarchie.
Augustinus geloofde dat geloof en rede elkaar niet uitsluiten, maar elkaar aanvullen. Hij stelde dat rede ons helpt om het geloof beter te begrijpen, terwijl geloof ons de nodige inzichten biedt die verder gaan dan louter rationeel begrip. Deze balans heeft invloed op veel christelijke denkers gehad.
De theologie van Augustinus blijft een invloedrijke bron voor veel moderne theologen. Zijn ideeën over genade, predestinatie en de rol van de kerk zijn fundamenten geworden in verschillende christelijke tradities en discussies over het geloof en de moraal.