Om eieren uit te broeden, begin je met het selecteren van bevruchte eieren. Plaats deze in een broedmachine of onder een broedse hen. Zorg dat je de eieren op de juiste temperatuur houdt (ongeveer 37,5 graden Celsius) en draai ze regelmatig om de 1-2 dagen. Houd ook de luchtvochtigheid in de gaten, deze moet rond de 50-60% zijn voor de meeste eieren, en verhoog deze in de laatste dagen voor de uitkomst.
Voor een succesvol uitbroedproces heb je een goede broedmachine of een hen nodig, bevruchte eieren, een thermometer om de temperatuur te controleren, een hygrometer voor de luchtvochtigheid, en eventueel een eiweger om te controleren of je eieren het juiste gewicht hebben. Zorg ook voor een rustige en veilige omgeving voor de broedse hen of de machine.
Temperatuur en luchtvochtigheid zijn cruciaal voor het uitbroeden van eieren. De ideale temperatuur ligt meestal rond de 37,5 graden Celsius. De luchtvochtigheid helpt om de schaal van het ei zacht te maken, wat essentieel is voor het kuiken om te kunnen uitkomen. Tijdens de laatste drie dagen van het uitbroedproces moet je de luchtvochtigheid verhogen tot ongeveer 65-75%.
Om te controleren of je eieren bevrucht zijn, kun je ze 'inbellen' of 'oplichtingsonderzoek' doen. Dit houdt in dat je een fel licht achter het ei houdt in een donkere ruimte. Na ongeveer 7-10 dagen kun je hierachter komen. Als je aderen en een donkere schaduw ziet, zijn ze bevrucht. Als het ei helder blijft is het waarschijnlijk niet bevrucht.
Na het uitbroeden is het belangrijk om de kuikens goed te verzorgen. Zorg voor een warme en veilige omgeving, plaats ze in een verwarmd hok en bied voldoende water en speciaal kuikenvoer aan. Houd ze ook in de gaten voor eventuele gezondheidsproblemen en zorg dat ze goed kunnen socialiseren met de andere kuikens.