In cartografie zijn er verschillende materialen van belang, zoals papiersoorten, inkt, en digitale software. Traditionele kaarten zijn vaak gedrukt op speciaal kaartpapier dat duurzaam en bestand tegen slijtage is, terwijl digitale kaarten gebruik maken van pixels en beeldschermen. Daarnaast zijn er speciale gereedschappen zoals linialen, schalen en schrijfmateriaal van belang voor handmatig tekenen.
Digitale kaarten worden gemaakt met behulp van geavanceerde software waarin geografische gegevens worden ingevoerd en verwerkt. Cartografen gebruiken technieken zoals GIS (Geografisch Informatie Systeem) om data te analyseren en visualiseren. De voordelen van digitale kaarten omvatten interactiviteit, makkelijker delen op verschillende platforms en de mogelijkheid om voortdurend de gegevens bij te werken zonder dat er nieuwe fysieke kaarten gedrukt hoeven te worden.
Thematische kaarten focussen op specifieke thema's of onderwerpen, zoals het weer, bevolkingsdichtheid of verkeerspatronen, terwijl topografische kaarten meer algemeen zijn en fysische kenmerken van het landschap weergeven, zoals bergen, rivieren en wegen. Het doel van thematische kaarten is om inzicht te geven in een bepaald aspect van het gebied, terwijl topografische kaarten een breder overzicht bieden.
Veelgebruikte software door cartografen zijn programma's zoals ArcGIS en QGIS. Deze software biedt tools om gegevens te analyseren, kaarten te ontwerpen en presentaties verder te ontwikkelen. Met deze software kunnen cartografen gegevens efficiënt beheren en complexe kaarten creëren die eenvoudig aan te passen zijn.
De technologie heeft cartografie enorm veranderd, vooral door de introductie van digitale tools en online kaarten. Tegenwoordig kunnen mensen hun eigen kaarten maken met gebruik van apps en software, en GPS-technologie maakt het mogelijk om kaarten in realtime bij te werken. Dit heeft geleid tot een grotere toegankelijkheid en gebruiksgemak van kaarten voor het grote publiek.