Barbeel gedijt het best bij watertemperaturen tussen de 15 en 22 graden Celsius. In deze temperatuur range zijn ze actiever en kunnen ze gemakkelijker worden gevangen. In de koudere maanden, met watertemperaturen onder de 10 graden, zijn ze minder actief en vaak moeilijker te vangen.
Om succesvol op barbeel te vissen, heb je een sterke hengel en een stevige molen nodig, evenals een goede lijn van ten minste 0,20 mm. Een stevige haak is cruciaal, en vergeet niet om voerkorven en karperspecifiek aas mee te nemen. Zorg er ook voor dat je geschikt materiaal hebt om te vissen vanaf de oever of vanuit een boot.
Barbelen zijn vaak te herkennen aan hun zwemmende gedrag en het oppervlaktegedrag. Vaak zie je ze springen of plonzen wanneer ze zich voeden, en je kunt ook zien dat ze bij de bodem blijven. Ze bewegen zich doorgaans vrij snel en kunnen schuilen in zanderige of stenige plekken, wat hun gedrag uitdagend maakt voor vissers.
Barbeel heeft een langgerekt, slank lichaam met een dorsaalvin die ver naar achteren reikt. Hun kleur varieert van groenachtig bruin tot goudachtig aan de zijkanten met een lichtere buik. De kieuwen hebben een typische grijze tint en hun lippen zijn zacht met een duidelijke kleur. Deze kenmerken zijn belangrijk bij het identificeren van de soort.
Barbeel is populair onder vissers vanwege zijn strijdlustige karakter en de uitdaging die het biedt om ze te vangen. Het is een sterke vis die aanzienlijke schokdemping kan geven wanneer hij aan de haak zit, wat het vismoment spannend maakt. Bovendien zijn barbelen ongebruikelijk in hun gedrag, wat ze een interessante soort maakt om na te jagen.