Bij het schuren van een auto kun je gebruik maken van diverse schuurmiddelen, zoals schuurpapier met verschillende korrelgroottes of schuurmachines. Voor fijnere afwerkingen gebruik je een hoge korrel, zoals 2000 of 3000, terwijl je voor agressiever schuren een lagere korrel kunt kiezen, zoals 400 of 600. Daarnaast zijn er ook speciale schuursponzen die flexibeler zijn en beter aansluiten op de contouren van je auto.
Voor het schuren van een auto is het belangrijk om de auto grondig te reinigen zodat er geen vuil of vet op de lak blijft zitten. Gebruik een hoogwaardige autoshampoo en zorg ervoor dat de auto goed droog is voordat je begint. Controleer de lak op oneffenheden en krassen; als er diepe krassen zijn, moet je mogelijk eerst schuren voordat je gaat polijsten.
Om een auto te schuren begin je met het kiezen van het juiste schuurmiddel en de korrelgrootte. Start met het schuren van grotere onregelmatigheden of krassen. Schuur altijd in een rechte lijn en vermijd cirkelvormige bewegingen om kringen te voorkomen. Als je klaar bent met schuren, maak de auto dan schoon met een vochtige doek zodat er geen schuurstof achterblijft.
Na het schuren kun je de afwerking inspecteren. De lak moet egaal en zonder onregelmatigheden zijn. Een goede test is om met je hand over het oppervlak te fijn; het moet glad aanvoelen. Als je nog steeds krassen of oneffenheden hebt, moet je mogelijk opnieuw schuren of polijsten.
Na het schuren is het belangrijk om de auto goed te wassen en eventuele schuurstof te verwijderen. Dan kun je overwegen om de auto te polijsten om de glans terug te brengen. Vergeet niet om een lakbescherming of wax aan te brengen om de freshly geschuurde lak te beschermen tegen externe invloeden.