Een koffiemaker is meestal ontworpen om filterkoffie te zetten, terwijl een espressoapparaat speciaal is voor het maken van espresso. Het grootste verschil zit in de zetmethode: een koffiemaker gebruikt veelal gemalen koffie en heet water dat langzaam door de koffie filtert, terwijl een espressoapparaat onder hoge druk heet water door fijn gemalen koffie perst, wat resulteert in een geconcentreerdere en aromatische koffie.
Om het beste uit je koffiezetapparaat te halen, zorg je ervoor dat je versgemalen koffiebonen gebruikt en het apparaat regelmatig schoonmaakt. Het is ook belangrijk om de juiste watertemperatuur te gebruiken, idealiter tussen de 90 en 96 graden Celsius. Daarnaast kan je experimenteren met de koffie-waterverhouding om je ideale smaak te vinden.
Een koffiemaker met een ingebouwde molen maalt verse koffiebonen vlak voor het zetten, wat resulteert in een rijkere en aromatische koffie. Dit komt doordat gemalen koffie snel zijn smaak verliest, dus verse maling betekent meer smaak. Bovendien heb je met dit type machine minder apparatuur nodig, wat handig is voor in de keuken.
Ja, naast koffie kun je met sommige koffiemakers ook andere dranken bereiden, zoals thee of zelfs warme chocolademelk, afhankelijk van het model. Bij gebruik van een hybridemodel kan je bijvoorbeeld ook melk verwarmen, waardoor je een breder scala aan warme dranken kunt maken voor jezelf of gasten.
Het onderhoud van je koffiemaker is essentieel voor de kwaliteit van de koffie. Maak regelmatig het filter en de glazen karaf schoon met warm water en afwasmiddel. Gebruik ook eens per maand ontkalkingsmiddel om kalkaanslag te voorkomen, vooral als je hard water hebt. Dit zorgt ervoor dat je koffiemaker in topvorm blijft, wat leidt tot een betere smaak.