Francis Bacon heeft verschillende filosofische bijdragen geleverd, vooral op het gebied van kennisverwerving en de methodologie van wetenschappelijk onderzoek. Hij benadrukte het belang van observatie en ervaring in tegenstelling tot puur spekulatieve filosofie. Dit leidde tot de ontwikkeling van de inductieve methode, waarbij algemene conclusies worden getrokken uit specifieke waarnemingen.
Bacon had een grote invloed op de wetenschappelijke methode door zijn pleidooi voor inductie. Hij stelde dat wetenschappers systematisch waarnemingen moesten doen en hypothesen moesten formuleren op basis van verzamelde data. Dit heeft de manier veranderd waarop onderzoek wordt gedaan en heeft bijgedragen aan de opkomst van de moderne wetenschap.
In zijn werken komen thema's zoals de relatie tussen wetenschap en religie, de waarde van empirische kennis en de rol van menselijke kennis in de wereld naar voren. Bacon was ook bezorgd over de gevolgen van kennis voor het welzijn van de mensheid, wat zichtbaar is in zijn pleidooi voor een praktische benadering van wetenschap.
Francis Bacon wordt vaak beschouwd als de grondlegger van het empirisme. Hij stelde dat kennis voortkomt uit ervaring en dat zintuiglijke waarneming de basis vormt voor wetenschappelijke kennis. Dit idee heeft invloed gehad op latere denkers zoals John Locke en David Hume, die zijn concepten verder ontwikkelden.
Francis Bacon is een belangrijke figuur in de geschiedenis van de filosofie omdat hij een brug heeft geslagen tussen middeleeuwse en moderne denkwijzen. Zijn ideeën hebben niet alleen invloed gehad op de filosofie, maar ook op de ontwikkeling van de natuurwetenschappen en de intellectuele cultuur van de westerse wereld.