CPI-producten kunnen verschillende toepassingen hebben, variërend van economische analyses tot beleidsvorming. Het helpt bijvoorbeeld overheden en bedrijven bij het begrijpen van prijsveranderingen en het aanpassen van hun strategieën. De toepassing van CPI-rekeningen gaat verder dan alleen consumentenproducten, omdat ze ook invloed hebben op huurprijzen en loonsverhogingen.
De CPI wordt berekend door de prijsveranderingen van een geselecteerde mand met goederen en diensten te volgen over de tijd. Dit geeft een idee van de inflatie en hoe de kosten van levensonderhoud zich ontwikkelen. Voor consumenten betekent dit dat ze beter kunnen inschatten hoe hun koopkracht verandert en welke producten misschien duurder kunnen worden.
CPI meet voornamelijk de prijsverandering van consumptiegoederen en diensten, terwijl andere indicatoren zoals PIB (Product Binnenlands Bruto) de totale waarde van goederen en diensten in een economie meten. Het verschil is belangrijk, omdat CPI meer gericht is op de prijs- en koopkrachtaspecten vanuit het perspectief van huishoudens, terwijl PIB een breder economisch overzicht biedt.
Het volgen van de CPI is belangrijk omdat het consumenten helpt om inzicht te krijgen in de trends van prijsveranderingen. Dit kan hen helpen betere financiële beslissingen te nemen, zoals budgetteren en sparen. Daarnaast gebruiken bedrijven en overheden deze informatie om beleidsbeslissingen te maken en economische strategieën te ontwikkelen.
Een stijgende CPI kan verschillende gevolgen hebben voor de economie. Het kan leiden tot hogere rentevoeten, omdat centrale banken proberen inflatie te bestrijden. Ook kunnen bedrijven hun prijzen verhogen, wat kan resulteren in een aangepaste koopkracht van consumenten. Dit kan op zijn beurt de algehele economische groei beïnvloeden.