Parijs, 1966. Drie meisjes van de middelbare school groeien samen op, vast tussen hun fantasie van eeuwige vriendschap, hun dromen van emancipatie en ouders die nog steeds getekend zijn door de oorlogsjaren. Mina werd geboren in een communistische familie, maar weet niets over haar afkomst, tot de dag dat haar moeder zichzelf opsluit in haar kamer om nooit meer uit een zorgwekkende depressie te komen. Perle is opgegroeid uit angst voor een dreigend drama en woont bij ouders die altijd op hun hoede zijn. Twintig jaar na de Shoah komt de tragedie opnieuw ter sprake. Lili, een zelfbewuste, arrogante en eenzame jongen, wordt achtervolgd door het idee om Perle's plaats in Mina's hart in te nemen. Als kleine bastaard van een huishoudster bedenkt ze een ideaal gezin voor zichzelf en doet ze zich voor als een rijke jongen.