Dat vreemde in mijn hoofd|Orhan Pamuk 9789023494157

€ 20,00
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,74
340sinds 6 mar. '25, 12:12
Deel via
of

Kenmerken

ConditieZo goed als nieuw
HerkomstEuropa overig
Jaar (oorspr.)2016
Auteurzie beschrijving

Beschrijving

||boek: Dat vreemde in mijn hoofd|vertaling: Hanneke van der Heijden|Margreet Dorleijn|De Bezige Bij

||door: Orhan Pamuk

||taal: nl
||jaar: 2016
||druk: ?
||pag.: 640p
||opm.: hardcover|zo goed als nieuw|gekaft

||isbn: 978-90-234-9415-7
||code: 1:001745

--- Over het boek (foto 1): Dat vreemde in mijn hoofd ---

Het leven, de avonturen en dromen van bozaventer Mevlut Karatas en het verhaal van zijn vrienden alsmede een beeld van Istanbul tussen 1969 en 2012 gezien door de ogen van tal van personen

[bron: ondertitel]

Wat is belangrijker in de liefde: wat we wensen of wat het lot ons heeft toebedeeld? Bepalen onze keuzes of we gelukkig worden, of gebeurt dat door krachten die we niet onder controle hebben? Dat vreemde in mijn hoofd draait om deze vragen en portretteert tegelijkertijd de spanning tussen het stadsleven en het gezinsleven.

Mevlut Karatas is een straatverkoper die in boza handelt, een traditioneel Turks drankje. In Dat vreemde in mijn hoofd wordt niet alleen het liefdesverhaal beschreven van Mevlut en zijn vriendin Rayiha, aan wie hij brieven schrijft, maar ook zijn leven in de straten van Istanbul in een periode die vier decennia omspant, van 1969 tot 2012. In deze tijd heeft Mevlut overdag diverse baantjes, naast het verkopen van drank tijdens de kille nachten. Hij is getuige van de veranderingen die de stad en zijn bewoners ondergaan en vraagt zich vaak af wat de bron van de gekte in zijn hoofd is, een gekte die hem anders maakt dan alle anderen.

Dat vreemde in mijn hoofd wordt verteld vanuit het perspectief van een groot aantal personages en is een modern epos over het leven in een metropool. Een nieuwe triomf in het rijke oeuvre van de meesterverteller Orhan Pamuk.

[bron: https--www.bol.com]

indringend en fantastisch beeld van het leven in Istanbul [2016-10-24]

orhan pamuk een rasverteller, die een schitterend portret heeft getekend van Istanbul. de vertaalsters verdienen een compliment voor hun voortreffelijke nederlands. heb het boek, een heuse pil, in een paar dagen tijdens mijn vakantie uitgelezen.

peter76jaar [bron: https--www.bol.com]

40 jaar Istanbul, vanaf de onderkant [2017-03-13]

Prachtig boek, ik heb het net uit. De eenvoudige, tamelijk eerlijke Mevlut komt pas een beetje tot rust als hij 's avonds met zijn juk op de schouders "boza" loopt te verkopen. Door straten in Istanbul die steeds veranderen. Zijn familie ziet hem als een naïeve sjlemiel, maar ik vind hem sympathiek.

Het boek wisselt voortdurend van verteller: Mevlut zelf of de schrijver zelf, maar ook zijn neven en de (sterke) vrouwen van de families en anderen. Daardoor wordt het heel levendig. Grote gebeurtenissen, zoals staatsgrepen of anti-christelijke progroms, worden haast achteloos vermeld - maar ook dat hoort bij Istanbul.

RNurks [bron: https--www.bol.com]

Klein en toch groots [2016-08-01]

Aan de hand van het verhaal van Bozaverkoper Mezlut wordt je meegenomen door de geschiedenis van Istanbul. Een zeer actueel boek, en toch ook weer niet. Je leeft met hem mee, maar soms wil je hem een schop onder zijn kont geven. En de stijl van Pamuk is grandioos. Eén van de beste boeken die ik de afgelopen paar jaar gelezen heb.

olafsimonse [bron: https--www.bol.com]

'Pamuk laat je kennismaken met een paar heel sterke karakters. Daarnaast geeft hij interessante observaties over liefde en moderniteit, en ook nog een schilderachtig beeld van het Istanbul van nu.' --Christelijk Weekblad

[bron: https--www.debezigebij.nl]

Recensie: Orhan Pamuk - Dat vreemde in mijn hoofd [2016-10-19]

Net als in de meeste boeken van Pamuk is er in Dat vreemde in mijn hoofd een belangrijke rol weggelegd voor Istanbul, de stad waar de schrijver is geboren en waar hij al zijn hele leven woont. Het verhaal van deze roman beslaat de periode van 1968 tot 2012, waarin het inwonertal van Istanbul een spectaculaire groei doormaakte van drie naar dertien miljoen geregistreerde inwoners. Wat dat teweegbracht aan de oevers van de Bosporus heeft Pamuk op een fantastische manier weten te vangen.

PHPamuks hoofdpersonage in deze roman is anders dan de hoofdpersonages die in de eerdere romans werden opgevoerd. Ditmaal geen telg uit een rijk geslacht, een dichter, schrijver of kunstenaar, maar iemand uit de onderste lagen van de samenleving, een loser in de ogen van de meeste geboren en getogen Istanbulers. Zijn naam is Mevlut. Als hij nog jong is, neemt zijn vader hem mee vanuit het dorpje in Anatolië waar hij geboren is naar de grote stad, om de armoede te ontvluchten. Net zoals de meeste Anatoliërs belanden ze daar aanvankelijk van de regen in de drup. Ze komen terecht aan de rand van de metropool waar omvangrijke krottenwijken ontstaan doordat de nieuwe stadsbewoners er in razend tempo de zogenaamde gecekondus uit de grond stampen, provisorische onderkomens op illegaal geclaimde stukjes grond. Mevluts vader verdient de kost met het verkopen van yoghurt op straat. Mevlut gaat overdag naar het Atatürklyceum voor jongens, maar moet 's avonds zijn vader helpen. Uiteindelijk verlaat hij de school. Hij komt in het leger terecht waar hij te maken krijgt met de harde knoet van de Turkse dienstplicht.

Na te zijn afgezwaaid, besluit hij om als straatventer boza te gaan verkopen. Boza is een traditionele Turkse drank die vooral in de winter gedronken wordt. Er zit een tikkeltje alcohol in, iets wat in het verleden door orthodox-religieuze bozaliefhebbers fanatiek werd tegengesproken. Hoewel bozaverkopers in Istanbul bijzonder weinig status genieten, vervult Mevlut zijn taak met trots. In zijn optiek houdt hij een belangrijke oude traditie in stand die bij Istanbul hoort als de Hagia Sophia, de Leandertoren en de Galatabrug. Als bozaverkoper wordt hij regelmatig binnengeroepen bij de welgestelden. Er zijn mensen die hem nog wel met enige egards behandelen, maar over het algemeen wordt hij geminacht of zelfs voor gek gezet. Mevlut laat zich er niet door uit het veld slaan. Af en toe kijkt hij zijn ogen uit als hij ziet hoe de seculiere Istanbulers in weelde leven. Hij wordt ook regelmatig uitgenodigd naar boven te komen door de leider van een religieuze sekte die bijeenkomsten organiseert. Mevlut noemt hem de Hoogverhevene en voert gesprekken met hem die zijn kijk op het leven een wending geven.

Als hij net uit het leger is teruggekeerd, schaakt Mevlut een meisje dat hij enkele jaren eerder heeft gezien op de trouwerij van een van zijn neven. Hoewel ze al gauw iemand anders blijkt te zijn dan hij had gedacht, wordt ze toch de liefde van zijn leven. Hij trouwt met haar zo gauw dat mogelijk is en ze krijgen twee kinderen. Omdat hij altijd in geldnood zit, regelen vrienden en familieleden een aantal malen baantjes voor hem. Het loopt telkens op een fiasco uit, vaak zonder dat Mevlut daar zelf verantwoordelijk voor kan worden gesteld. Bij alle baantjes die hem in de loop der jaren worden aangeboden, blijft hij 's avonds de straat opgaan als bozaverkoper. Hij houdt dit vol, zelfs als hij begint te merken dat er voor zijn traditionele drankje steeds minder belangstelling begint te ontstaan. Het is zijn kleine gevecht tegen de vergankelijkheid dat op Pamukiaanse wijze uiteindelijk resulteert in weemoed en gelatenheid. 'De straten, waar hij nu negenentwintig jaar doorheen struinde en die hij daarmee tot een deel van zijn ziel had gemaakt, waren in hoog tempo aan het veranderen. Veel te veel reclameteksten, veel te veel mensen, veel te veel lawaai. Mevlut merkte dat men steeds meer naar vroeger verlangde, maar hij voelde ook wel aan dat de bozaverkoop daar niet van zou profiteren. In de straten was een hardere, bozere generatie venters actief geworden. Mensen die je meteen wilden afzetten, schreeuwerige types die constant onder elkaars prijzen gingen zitten... Die mensen waren agressief maar onhandig. De oude ventersklasse ging ten onder in de chaos van de stad...'

Pamuk kiest onder meer voor een manier van vertellen die hij eerder, zij het een stuk rechtlijniger, toepaste in zijn fenomenale roman Ik heet Karmozijn. In die roman gaf hij de hoofdstukken titels mee die aangaven wie er aan het woord was. In Dat vreemde in mijn hoofd gebeurt dat opnieuw in paragrafen, die hier echter worden afgewisseld met passages waarin er een alwetende verteller aan het woord is. Door de keuze voor verschillende vertelwijzen, krijgt de lezer een heel gevarieerd inkijkje in de denkwerelden van Mevlut en van de mensen die om hem heen cirkelen. Mevluts persoonlijke geschiedenis is bovendien helemaal verweven met de geschiedenis van de stad waarin hij zich bevindt. De relatie tussen Istanbul en de hoofdpersoon wordt zo hecht dat deze ten slotte uitmondt in een sterke behoefte om haar te bekrachtigen met een statement. Mevlut denkt er lange tijd over na wat hij tegen de stad zal gaan zeggen. Uiteindelijk komt hij met een uitspraak. Die vormt de laatste zin van het boek en zal menig lezer kippenvel bezorgen.

Orhan Pamuk heeft in 2006 de 103de Nobelprijs voor literatuur toegekend gekregen. Zijn oeuvre kende toen al hoogtepunten als Ik heet Karmozijn en Sneeuw. Met Dat vreemde in mijn hoofd heeft hij zijn eerdere prestaties op weergaloze wijze weten te overtreffen.

Ronald Ohlsen [bron: https--www.tzum.info/2016/10/recensie-orhan-pamuk-vreemde-hoofd]

Vertaald proza - Orhan Pamuk: Dat vreemde in mijn hoofd [2016-05-00]

Istanbul is meer dan eens de ware hoofdpersoon in de werken van de Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk. Ook Dat vreemde in mijn hoofd is een ode aan de stad, maar waar in Cevdet Bey en zijn zonen en Het zwarte boek Istanbul wordt beschreven vanuit de ogen van de liberale, hogere klasse staat in zijn nieuwe roman de conservatieve onderklasse centraal. Over een periode van zo'n veertig jaar, van 1969 tot 2012, waar de ene na de andere staatsgreep plaatsvindt en politiek geweld aan de orde van de dag is, worden het familieverhaal van Mevlut Karatas en de langzame opkomst van het islamisme met elkaar verweven. Pamuk is een politieke schrijver zonder dat zijn werken een politiek pamflet worden, daarvoor is hij veel te subtiel. Hij beschrijft en laat zien.

In deze roman gaat Pamuk weer terug naar de traditionele vertelvorm. Wie eerder misschien afhaakte bij zijn boeken omdat die door sommigen als te cerebraal ervaren werden, zou heel goed voor dit boek kunnen vallen. Het is een warm boek. Met veel sympathie en waardigheid zet hij de mensen neer die als migrant vanuit het platteland naar Istanbul zijn getrokken in de hoop op een beter bestaan.

Zo ook de uit een dorp uit Konya afkomstige en ongeletterde vader Karatas, die zijn zoon Mevlut op zijn twaalfde naar de stad laat overkomen om hem te helpen met het straatventen. Eerst geloven ze nog dat de kleine Mevlut zijn school zal afmaken en een betere toekomst dan zijn vader zal hebben, maar het blijkt toch erg lastig om en naar school te gaan en 's avonds nog op straat spullen te verkopen om de broodnodige extra centen te verdienen. Mevlut verlaat de school en volgt in de voetsporen van zijn vader: overdag verkoopt hij yoghurt en 's avonds trekt hij er op uit om boza te verkopen. Boza is een traditioneel drankje bereidt uit gefermenteerde gierst waar zo weinig alcohol in zit dat moslims er zonder schuldgevoel van kunnen drinken. Officieel zit er volgens de verkoper geen alcohol in, maar zoals vaker in Turkije kunnen de officiële opvatting en de persoonlijke uit elkaar liggen.

Wanneer Mevlut op de bruiloft van zijn neef oog in oog met een meisje komt te staan, wordt hij verliefd. Zijn andere neef Süleyman, die ook een oogje op haar heeft, misleidt hem en geeft hem de naam van haar oudere zus. Hij schrijft jarenlang brieven naar haar om haar vervolgens te schaken, maar dan wacht hem dus een verrassing. Het meisje dat met hem wil vluchten is niet het meisje aan wie hij de brieven dacht te schrijven, maar haar -- minder mooie -- zus Rayiha. Hij accepteert zijn lot, trouwt Rayiha en dat pakt niet eens verkeerd uit. Hij houdt van zijn vrouw met wie hij twee dochters krijgt.

Dat vreemde in mijn hoofd is niet enkel het verhaal van Mevlut, er is een veelheid aan stemmen die elkaar aanvullen. Het zijn de mensen om Mevlut heen, zijn familie en vrienden. Ze wonen allen in de gecekondu-wijken, de barakkensteden in Istanbul, zoals de wijk Kasimpasa waar ook de Turkse president Erdogan vandaan komt. Maar de mensen die beschreven worden dienen niet enkel ter illustratie van het sociaal-maatschappelijke verhaal. Orhan Pamuk:

'Tot nu toe heb ik steeds verteld over de mensen die in Istanbul zijn geboren. Toen ik geboren werd telde de stad een miljoen inwoners. Nu zijn dat er vijftien miljoen. Ik wilde die veertien miljoen beschrijven. In slecht geconstrueerde sociale romans is het meestal de middenklasse, zijn het de mensen met een goede opleiding en een culturele bagage, de rijken die een individu zijn. De anderen zijn op zijn hoogst een aandoenlijk, kleurig detail. Waar ik het hardst aan heb gewerkt is het tot uitdrukking brengen van de individualiteit van mijn armoedige hoofdpersoon, ik wilde hem kunnen beschrijven als iemand die ook door dat vreemde in zijn hoofd anders is dan alle anderen, ik wilde hem kunnen beschrijven als Hamlet.'

We maken Mevluts volwassenwording mee en voelen zijn nostalgie en melancholie terwijl de stad om hem heen steeds sneller verandert. De oude ventersklasse moet het afleggen tegen de modernisering en oude huizen en barakken maken plaats voor woontorens. 'De stad groeide en verwijderde zich van hem.'

Wat mij betreft is Pamuk geslaagd in zijn opzet. Dat vreemde in mijn hoofd is een echte aanrader.

Hamide Dogan [bron: https--mappalibri.be/?navigatieid=61&recensieid=6273&via_navigatieid=80]

Een nostalgicus tussen de flats [2021-11-05]

Een man bemint een vrouw, maar trouwt door een misverstand met haar zus. In zijn nieuwe roman vervlecht Nobelprijswinnaar Pamuk een familiegeschiedenis met die van Istanbul.

[Recensie] De nieuwe roman Dat vreemde in mijn hoofd van Orhan Pamuk, de Turkse Nobelprijswinnaar voor literatuur (2006), begint op een bijbels-sprookjesachtige manier. De jonge straatventer Mevlut Karatas schaakt het meisje dat hij drie jaar lang met minnebrieven heeft bestookt. Maar op hun ontmoetingspunt wacht een onaangename verrassing. Het meisje dat met hem vluchten wil is niet zijn beminde maar haar oudere, veel minder knappe zus. Mevlut had beiden alleen maar ooit van een afstand op een bruiloft gezien en hun namen verward. Al die tijd kwamen zijn brieven aan bij de verkeerde geliefde.

Mevlut is niet de bijbelse Jakob en gaat niet alsnog achter de ware aan. Met zijn nieuwe vrouw vertrekt hij vanuit Anatolië naar Istanbul en leert gaandeweg met haar gelukkig te worden. Overdag vent hij zelfgemaakte yoghurt uit, 's avonds en 's nachts de traditionele boza-drank, bereid uit gefermenteerde gierst en zo laag van alcoholgehalte dat generaties moslims er vrolijk van konden worden zonder in eigen (en vooral andermans) ogen de geboden van de islam te overtreden.

Dat vreemde in mijn hoofd vertelt het levensverhaal van Mevlut en diens familie en schoonfamilie: een ingewikkeld labyrint, want er wordt nogal wat onderling getrouwd. Maar in die familiegeschiedenis weerspiegelt zich ook de historie van Turkije van de afgelopen halve eeuw en vooral die van Istanbul. Staatsgrepen vinden plaats, linkse en rechtse extremisten vliegen elkaar in de haren, langzaam komt het islamisme op. Mevlut ziet het allemaal van enige afstand aan.

Ons Amsterdam

Kleine krabbelaar

Als kleine krabbelaar die zich in Istanbul net weet te handhaven, wordt hij veel directer geraakt door de veranderingen die zich afspelen. Krottenwijken maken plaats voor woontorens, het oude centrum wordt doorsneden door vierbaanswegen, Koerden stromen de stad in, christenen zie je steeds minder. Drugs, bouwfraude, bendevorming: de stad verhardt onmiskenbaar en Mevlut voelt zich er steeds minder thuis. Daarmee lijkt iets van Pamuk zelf in hem te zijn geslopen. De nostalgie waarvan de schrijver getuigde in Istanbul: herinneringen en de stad krijgt ook in Dat vreemde in mijn hoofd ruim baan. De boza die Mevlut uitvent is daarvan het symbool. Steeds minder mensen drinken het, en áls ze het doen geven ze de voorkeur aan een fabrieksproduct in hygiënische flessen. Met al die torenflats gaat het met de verkoop ook steeds minder.

Pamuk heeft als romancier altijd een kroniekschrijver van de Turkse geschiedenis willen zijn. Of misschien beter: een vorser naar de wortels van de Turkse moderniteit, of die nu een half millennium geleden ( in Ik heet karmozijn) of in de recentste decennia moeten worden gezocht. Dat vreemde in mijn hoofd is in dat opzicht misschien wel zijn meest ambitieuze roman tot nu toe. Aan het boek is een chronologisch overzicht van echte gebeurtenissen uit de laatste halve eeuw én van fictieve gebeurtenissen uit het door hem geweven verhaal opgenomen, maar ook een uitgebreid namenregister zoals in studie- en geschiedenisboeken.

Helemaal nieuw is dat niet. Ook in Het museum van de onschuld (2009) was dat al zo - en ook dát boek liet zich lezen als een verkapte studie naar de recente Turkse geschiedenis. Belichtte Pamuk deze toen vanuit de hogere, verwesterde klasse, in Dat vreemde in mijn hoofd doet hij dat vanuit de onderkant: de traditioneel ingestelde plattelandsbevolking die de afgelopen halve eeuw massaal Istanbul binnenstroomde. Beide boeken (van ná de Nobelprijs) laten zich lezen als een tweeluik.

Literair is dat Pamuks werk niet ten goede gekomen. In De heer Cevdet en zonen (1982), waarmee hij debuteerde en die hij lang verloochend heeft.

Toegegeven: ook in Dat vreemde in mijn hoofd speelt Pamuk nog met een veelheid aan vertellende stemmen die elkaar aanvullen en soms tegenspreken. Hij begint zijn roman in het midden van het verhaal. En heel even knipoogt hij naar Het zwarte boek, wanneer hij de stadschroniqueur Celâl Salik, die daarin een belangrijke rol speelt, een paar keer terloops laat opdagen. Maar dat zijn inmiddels standaard kunstgrepen in de literatuur. Van vormvernieuwer is Pamuk een echte verteller geworden. Dat vreemde in mijn hoofd laat zich lezen als een soort Pamuk-light. En dat pakt niet altijd goed uit in deze te dikke roman. Zó interessant is Mevlut tenslotte niet; zelfs zijn liefdesgeschiedenis met de twee zusters krijgt uiteindelijk een nogal banale ontknoping. Mevluts wederwaardigheden vormen een lange aaneenschakeling van dezelfde mislukkingen. Met de originaliteit van zijn observaties heb je het halverwege wel gehad. Alleen Istanbul blijft een onuitputtelijke bron van fascinatie.

Ger Groot [bron: https--bazarow.com/recensie/dat-vreemde-in-mijn-hoofd]

--- Over (foto 2): Orhan Pamuk ---

Ferit Orhan Pamuk (Istanboel, 7 juni 1952) is een Turkse schrijver.

Hij geniet internationaal aanzien als een van de grootste Turkse schrijvers van het moment en van deze eeuw. Belangrijkste thema's in zijn werk zijn de conflicten en de tegenstellingen tussen Oost en West, islam en christendom, traditie en moderniteit. Deze thema's worden behandeld in een schrijfstijl die "een mengsel is van oosterse verteltraditie en stijlelementen van de westerse moderniteit" (bron: Juryrapport Vredesprijs). Zijn boeken zijn vertaald in dertig talen. In 2006 is aan Pamuk de Nobelprijs voor Literatuur toegekend. Hij is hiermee de eerste Turk die deze prijs ten deel is gevallen.

De roman Sneeuw (2003; oorspronkelijk Turkse titel: Kar, 2002) wordt algemeen beschouwd als een van Pamuks belangrijkste werken. Het boek speelt zich af in de oostelijke Turkse grensplaats Kars, plaats van ontmoeting van verschillende culturen en religies, van Koerden, Russen, Armeniërs en Turken, van radicalen en gematigden. De dichter Ka, die als balling in Frankfurt woont, komt er een onderzoek instellen naar het verschijnsel dat meisjes met hoofddoeken zelfmoord plegen. Gedurende de dagen dat hij in de besneeuwde en daardoor van de rest van Turkije geïsoleerde stad doorbrengt, maakt hij het optreden mee van de kemalistische steracteur Sunay Zaim en zijn licht hysterische vrouw Funda Eser. Tijdens de eerste voorstelling vindt er een couppoging plaats. Maar doordat voorstelling en werkelijkheid door elkaar lopen is het aanvankelijk onduidelijk wat er gebeurt. Tegelijkertijd ontwikkelt Ka een hevige verliefdheid op de prachtige Ipek, een liefde die ook beantwoord wordt, al blijkt uiteindelijk dat zij op de extremistische moslim Indigo verliefd is. Ipek en haar sluierdragende zusje Kadife zijn twee manifestaties van verschillend religieus bewustzijn, maar bij Pamuk is bijna niets wat het lijkt. Zijn uiteenzetting over religiositeit versus secularisme, moslimextremisme tegenover militaire macht is eerst en vooral een uiteenzetting over de onkenbaarheid en verwisselbaarheid van de dingen. Pamuk voert ook zichzelf op, als de schrijver die vier jaar na alle gebeurtenissen Kars bezoekt, omdat hij na de moord op Ka (vermoedelijk door extremistische moslims in Duitsland) een roman over alle gebeurtenissen wil schrijven aan de hand van de aantekenboekjes van Ka, en omdat hij benieuwd is waar toch de dichtbundel is gebleven die Ka in Kars heeft geschreven.

Sneeuw heeft absurdistische kenmerken (zo worden de berichten in de lokale krant van Kars al geschreven voordat de beschreven feiten gebeurd zijn. Als Ka gemarteld is door de politie zitten allen rustig naar een soap op de televisie te kijken), maar de beschreven wereld vol geweld, politie- en militaire terreur, spionage en paranoia neemt vaak Kafkaiaanse trekken aan. Het boek is doordrenkt van ironie, praktisch alles wat wordt beschreven wordt zo voorgesteld dat het nauwelijks serieus te nemen is, en dat eigenlijk niets zeker blijkt. Daarin ligt voor de schrijver ook de mogelijkheid om de absurditeit van het bestaan te laten zien, en vooral ook de absurditeit van ideologische, mensonwaardige tegenstellingen. Het besneeuwde decor van het verhaal lijkt te betekenen dat de gehele stad bedekt wordt als met een wollen deken, die isoleert en het haar tegelijkertijd, zoals de sneeuw op een verstoord televisiebeeld, onmogelijk maakt om wat dan ook scherp te zien.

Pamuk beschrijft in deze roman het levensgevoel van zijn stadsgenoten. Met het woord "hüzün" is alles gezegd. Dit Arabische leenwoord betekent wanhoop, verdriet en hopeloosheid. Uit het dagelijks leven is de zwartgalligheid niet weg te denken. Opvallend genoeg gaat het niet over de droevigheid van het individu, maar over die van de bewoners. Hüzün wordt beschreven als een besmettelijke ziekte.

De hardnekkigheid van het virus is te wijten aan de ondergang van de Ottomaanse glansperiode. Grote moskeeën en trotse historische gebouwen staan in schril contrast tot het algehele verval van de stad. Je ziet het ook aan de muisgrijze kleding van de mensen op de Galatabrug. Wanneer het 's winters wekenlang miezert, ligt het zwart-witgevoel voor het grijpen.

Om de ondergang van de metropool te voorkomen, zou men zich sterker op Europa moeten focussen.

Expliciete uitspraken over de Armeense Genocide en het gewapende conflict met de Koerden hebben hem, samen met zijn status als intellectueel, in Turkije al sinds enige tijd tot een controversieel persoon gemaakt. Afhankelijk aan wie het gevraagd wordt is hij of een groot schrijver of een landverrader. Onderdeel van deze controverse was de aanklacht tegen hem in oktober 2005 wegens belastering van de Turkse identiteit (Artikelen 301 en 305 van de Turkse strafwet). Deze aanklacht berustte op uitspraken die hij deed tijdens een interview over de genocide op de Armeniërs. Hij zei: "In Turkije werden een miljoen Armeniërs en 30.000 Koerden vermoord. Daarover spreekt niemand en zij haten mij omdat ik erover spreek..."

De Nobelprijswinnaars Günter Grass, José Saramago en Gabriel García Márquez en de EU drongen bij Turkije aan op seponering van de aanklacht.

Bij de eerste zitting op 16 december 2005 werd het proces verdaagd tot februari 2006. Op 22 januari 2006 werd bekend dat de Turkse justitie de aanklacht tegen Pamuk introk, omdat de betrokken wet ten tijde van het gewraakte interview nog niet van kracht was.

In oktober 2005 werd aan hem op de Frankfurter Buchmesse de Vredesprijs van de Duitse Boekhandel uitgereikt.

Op 12 oktober 2006 werd aan Pamuk ook de Nobelprijs voor Literatuur toegekend. De Zweedse Academie motiveerde die toekenning onder meer als volgt: "In zijn zoektocht naar de melancholieke ziel van zijn geboortestad heeft Pamuk nieuwe symbolen voor de botsing en interactie van culturen ontdekt" (dit betreft een vertaling). Aan deze prijs is een geldbedrag van 1,1 miljoen euro verbonden.

In 2012 kreeg hij de Deense Sonningprisen toegekend voor 'zijn uitmuntende bijdragen aan de Europese cultuur'.

Bibliografie

1982 Cevdet Bey ve Ogullari (Nederlands: Meneer Cevdet en zijn zonen, ISBN 978-90-295-6465-6)
1983 Sessiz Ev (Nederlands: Het huis van de stilte, ISBN 90-295-3684-5, ISBN 978-90-295-3684-4)
1985 Beyaz Kale (Nederlands: De witte vesting, ISBN 90-295-3648-9, ISBN 978-90-295-3648-6)
1990 Kara Kitap (Nederlands: Het zwarte boek, ISBN 90-417-0599-6, ISBN 978-90-417-0599-0)
1992 Gizli Yüz (filmscenario) (Nederlands: Het verborgen gezicht)
1995 Yeni Hayat (Nederlands: Het nieuwe leven, ISBN 90-295-6422-9, ISBN 978-90-295-6422-9)
1998 Benim Adim Kirmizi (Nederlands: Ik heet Karmozijn, ISBN 90-295-3660-8, ISBN 978-90-295-3660-8)
1999 Oteki Renkler (Nederlands: De andere kleuren)
2002 Kar (Nederlands: Sneeuw), ISBN 90-295-6278-1, ISBN 978-90-295-6278-2
2003 Istanbul: Hatiralar ve Sehir (Nederlands: Istanbul: herinneringen en de stad, ISBN 90-295-6314-1, ISBN 978-90-295-6314-7)
2009 Masumiyet Müzesi (Nederlands: Het museum van de onschuld, ISBN 978-90-295-7144-9)
2012 Seylerin Masumiyeti (Nederlands: De onschuld der voorwerpen, ISBN 978-94-613-0068-3)
2014 Kafamda Bir Tuhaflik (Nederlands: Dat vreemde in mijn hoofd, ISBN 978-90-234-9415-7)
2017 Kirmizi Saçli Kadin (Nederlands: De vrouw met het rode haar, ISBN 978-90-234-6711-3)

[bron: wikipedia]
Zoekertjesnummer: m2242479696