OP TE HALEN: Oosthoek's Encyclopedie 17dln|1947-1957 4e druk€ 1,00
De tijgerkat|Giuseppe Tomasi di Lampedusa
€ 29,00
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,74
300sinds 5 mar. '25, 10:47
Kenmerken
ConditieZo goed als nieuw
HerkomstEuropa overig
Jaar (oorspr.)1960
Auteurzie beschrijving
Beschrijving
||boek: De tijgerkat|Siciliaanse roman|vertaling: J.C. Romein-Hütschler|Van Loghum Slaterus
||door: Giuseppe Tomasi di Lampedusa
||taal: nl
||jaar: 1960
||druk: 5e druk
||pag.: 227p
||opm.: hardcover|zo goed als nieuw|zonder flap|linnen binding
||isbn: N/A
||code: 1:000302
--- Over het boek (foto 1): De tijgerkat ---
In 1860 landt Garibaldi bij Marsala om Sicilië in te lijven bij de nieuwe, liberale eenheidsstaat Italië. Het is gedaan met de Bourbons en met de feodaliteit: de platte, berekenende burgerij neemt de macht over. Don Fabrizio, prins van Salina, ziet deze ontwikkeling met lede ogen aan, maar voelt zich machteloos tegenover de geschiedenis en zoekt troost in zijn studie van sterren en planeten. Zijn pupil Tancredi weet zich wel aan te passen aan het nieuwe bestel. Hij kiest de kant van Garibaldi, trouwt met de dochter van een steenrijke dorpsburgemeester en zal een hoge positie bekleden in de nieuwe staat.
De tijgerkat schetst een bedwelmend beeld van Sicilië. Het landschap wordt in geuren en kleuren beschreven en de mensen komen werkelijk tot leven. De beschrijving van de dood van de prins is een van de mooiste sterfscènes van de wereldliteratuur.
De tijgerkat heeft in Italië inmiddels meer dan zeventig drukken beleefd en is in alle talen vertaald. Anthonie Kee leverde met zijn vertaling van deze klassieker een prestatie van topniveau.
[bron: https--www.bol.com]
Il Gattopardo, in het Nederlands vertaald als De tijgerkat (synoniem voor serval), is de enige roman van de Italiaanse schrijver Giuseppe Tomasi di Lampedusa (1896-1957). Het boek verscheen postuum, in 1958, een jaar na de dood van de auteur. De roman is in hoge mate (auto)biografisch: het is gebaseerd op het leven van zijn overgrootvader en op zijn eigen ervaringen.
De titel van het boek, De tijgerkat, komt van het familiewapen van de familie Tomasi (en de familie Salina), waarop een gaande tijgerkat is afgebeeld. De tijgerkat, ofwel de luipaard, wordt in het prinsdom overal aangetroffen op de huizen, paleizen en pachtboerderijen etc. en keert in het boek voortdurend terug. Ook noemen de Salina's zichzelf luipaarden en ze ontlenen innerlijk kracht en sluwheid aan dit dier, dat symbool staat voor hun heersende positie. In de Nederlandse heraldiek worden luipaarden zelden tot nooit aangetroffen, maar in de Zuid-Europese heraldiek komen ze wel vaker voor.
Het boek speelt zich af ten tijde van het Risorgimento, de wederopstanding van een Italiaanse staat, als Giuseppe Garibaldi Sicilië verovert op het koninkrijk der Beide Siciliën en beschrijft hoe dit door een Siciliaanse prins, loyaal aan de koning der beide Siciliën, wordt ervaren en hoe zijn loyaliteit langzaam en welbewust wordt omgebogen in trouw aan de nieuwe koning van Italië. Toen Tomasi di Lampedusa aan het boek begon, probeerde hij de stijl en structuur van James Joyce' Ulysses te imiteren, hetgeen hem niet goed lukte. Het eerste hoofdstuk is nog een restant van die poging.
Belangrijkste personages
Belangrijke motieven
Tijdens Tomasi di Lampedusa's leven lukte het niet om Il Gattopardo gepubliceerd te krijgen: alle aangezochte uitgeverijen weigerden het werk. In 1958, een jaar na zijn dood, werd het boek alsnog uitgegeven. Het jaar daarop won het de literatuurprijs Premio Strega. Sindsdien wordt het boek gezien als een van de hoogtepunten van de 20e-eeuwse Italiaanse literatuur.
In 1963 werd de roman onder de gelijknamige titel verfilmd door Luchino Visconti.
[bron: wikipedia]
Vergane glorie
'Dé klassieker van de moderne Italiaanse literatuur,' staat er op de flap van de door Athenaeum-Polak & Van Gennep verzorgde nieuwe uitgave van Giuseppe Tomasi di Lampedusa's roman De tijgerkat, en dat is waar. Iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in (Italiaanse) literatuur zal de titel ooit zijn tegengekomen, en anders is het verhaal wel bekend vanwege Visconti's beroemde gelijknamige verfilming (Il gattopardo) uit de jaren zestig. Schrijnend is dan ook dat het manuscript door een aantal uitgeverijen is geweigerd en pas in 1958, een jaar na de dood van de auteur, werd uitgegeven door toedoen van Giorgio Bassani, zelf een belangrijke Italiaanse auteur, die destijds uitgever van Feltrinelli was. Het won de Premio Strega, de belangrijkste Italiaanse literaire prijs, in het jaar daarop. Een klassieker is het dus, maar is het ook een goed boek? Absoluut. Maar de lezer zij gewaarschuwd, een makkelijk leesbaar boek is het zeer zeker niet, alleen al door de gecompliceerde politieke situatie, die een belangrijke rol speelt. De tijgerkat dwingt tot langzaam lezen en wellicht herlezen. Dat is geen straf, Tomasi's proza is als een exquise wijn; bij elke teug krijgt het nieuwe dimensies. Het boek is daardoor bijna aristocratisch te noemen, wat de opdracht van Stendhal bij Lucien Leuwen in herinnering brengt: 'To the happy few.' Niet verwonderlijk, Stendhal was Tomasi's favoriete auteur.
Tomasi wás ook van adellijke huize; in 1896 werd hij geboren als zoon van de hertog van Palma en kleinzoon van de prins van Lampedusa - vandaar de toevoeging di Lampedusa. Hij bleek de laatste telg van dit oude Siciliaanse geslacht, dat tot aan het hof van de Byzantijnse keizers was terug te voeren. 'Als een waar alchemist', zo schrijft vertaler Anthonie Kee in zijn zeer lezenswaardige nawoord, zou Tomasi het verval van de Siciliaanse aristocratie, als gevolg van de afschaffing van de feodaliteit, 'omzetten in een groots monument van literaire verbeelding.' De hoofdpersoon uit De tijgerkat, don Fabrizio Corbèra, de prins van Salina, is de personificatie van deze aristocratie. Hij wordt voorgesteld als een excentrieke en vrij melancholische man, als hobby heeft hij astronomie. Hoewel hij de ondergang van zijn stand en zijn vermogen ziet aankomen 'in een voortdurende onvrede', onderneemt hij niets, 'laat staan dat hij dat ook maar enigszins ambieerde.' Als hij rond 1860 - De tijgerkat is een historische roman - door een afgezant wordt gevraagd om een actieve rol te spelen als lid van de senaat in het nieuwe Italië, dat tot die tijd nog niet als één land bestond, weigert hij dan ook resoluut. In de repliek die hij dient, sijpelt een grote afkeer van de (politieke) praktijk door. Deze afkeer heeft een duistere, bijna morbide inslag. Alle Siciliaanse uitingen, zo verklaart de prins, zijn uitingen van een droomwereld:
"Onze sensualiteit is verlangen naar vergetelheid, onze schiet- en steekpartijen, verlangen naar de dood."
Sicilië wil slapen, voegt hij er even later aan toe. Lethargie: de nieuwe, wakkere tijd staat voor de deur, de prins, hoewel hij deze verafschuwt, doet rustig een galante stap opzij; naar de sterren kijken is boeiender.
De Tijgerkat
De tijgerkat, oftewel een luipaard, verwijst naar het wapen van de Salina's, maar die zal weldra worden vervangen door de jakhalzen, de hyena's, zo besluit de prins van Salina vlak voordat hij de afgezant de deur uit werkt. Echter niet zonder hem een wenk te hebben gegeven: don Calogero Sedàra, de burgemeester van het dorpje Donnafugata, waar een van de paleizen van de Salina's staat, dát is de man naar wie hij op zoek is. Deze overtreft hem reeds in rijkdom, hij is de nouveau riche, de antipode van de prins, wat zich niet alleen toont in zijn praktische - en gierige - manier van optreden, maar, zo laat Tomasi ons en detail zien, tot in de weinig verfijnde manier van kleden:
"De punten van zijn jaspanden verhieven zich stil smekend ten hemel, de brede kraag was vormloos en - hoe pijnlijk ook, het dient gezegd - aan zijn voeten droeg de burgemeester knooplaarsjes."
Knooplaarsjes, die kunnen natuurlijk écht niet...
Deze don Calogero heeft ondanks de 'monsterlijke snit' van zijn kostuum een razendknappe dochter: Angelica. Met volledige medewerking van de prins trouwt zij met diens neef Tancredi, en daarin weerspiegelen de veranderde tijden zich. In de eerste plaats omdat de prins deze Tancredi, ook nog eens een voorstander van de revolutie, liefheeft boven zijn eigen zoon, en in de tweede plaats omdat hij een huwelijk van zijn dochter Concetta, die hartstochtelijk verliefd is op de aantrekkelijke Tancredi, regelrecht dwarsboomt. Het lijkt alsof dit paar, Tancredi en Angelica, de laatsten zijn die de oude tover van de aristocratie in zijn volledigheid aanschouwen. In hun verkeringstijd rennen ze achter elkaar aan door het paleis, door verwaarloosde kamers waar niemand ooit een voet heeft gezet, ook de prins niet, 'overigens tot zijn niet geringe genoegen, want hij placht te zeggen dat een paleis waarvan men alle vertrekken kende het bewonen niet waard was.' De tijd is er stil blijven staan. Vergane glorie. Niemand na hen zal de vertrekken weer laten stralen. De teloorgang van de familie is compleet als in 1910 - de prins is inmiddels allang gestorven - de kerkelijke autoriteiten de huiskapel van de Salina's komen inspecteren of de relikwieën wel authentiek zijn. De belediging kon niet groter, de autoriteit van de Salina's niet kleiner.
De tijgerkat is naast een verfijnde, symbolische en historische roman over het verval van de aristocratie en de opkomst van de burgerlijke maatschappij - en op filosofisch niveau een boek over de vergankelijkheid van het bestaan - ook een sensueel portret van Sicilië, dat eiland dat door zoveel verschillende volken onder de voet is gelopen, maar waar de zon de 'eigenlijke soeverein' is:
"de onbeschaamde, gewelddadige zon, de verdovende zon ook, die de wil van de enkeling tenietdeed en die alles liet bestaan in een slaafse onbeweeglijkheid."
De uitstekende vertaling van Kee verscheen in 2000, en nu is deze aangevuld met een viertal mooie, korte verhalen van Tomasi, vertaald door Yond Boeke en Patty Krone. Complimenten aan Athenaeum-Polak & Van Gennep, want het is een voorbeeldige uitgave.
Johannes van der Sluis [bron: https--www.tzum.info/2015/03/recensie-giuseppe-tomasi-di-lampedusa-de-tijgerkat-en-herinneringen-aan-mijn-jeugd-en-andere-verhalen]
Een ondoorgrondelijke Siciliaanse ziel - Giuseppe Tomasi di Lampedusa, De tijgerkat
Ergens in dat onverwoestbare prachtboek De tijgerkat (Il gattopardo, 1958), een kroonjuweel uit de Italiaanse literatuur, laat Giuseppe Tomasi di Lampedusa zijn hoofdpersoon Don Fabrizio, prins van Salina, dit over de Sicilianen zeggen: «Wij zijn oud, stokoud. Al minstens vijfentwintig eeuwen lang torsen wij op onze schouders het gewicht van allerlei prachtige beschavingen, alle reeds compleet en vervolmaakt van elders gekomen, geen enkele waarop wij ons stempel hebben gedrukt (...), wij vormen sinds vijfentwintig eeuwen een kolonie.»
Inderdaad is er waarschijnlijk geen andere plek in Europa die zozeer de invloed van vreemde overheersingen heeft ondergaan als Sicilië. De geschiedenis van het eiland ís er een van invasie en bezetting, van een komen en gaan van achtereenvolgens Grieken, Romeinen, Arabieren, Noormannen, Byzantijnen, Barbaren, Spanjaard en en Fransen. Scherven uit al die culturen zijn nog overal op het eiland terug te vinden, en op de bewoners lieten al deze passanten van allerlei slag al evenzeer hun sporen na. Wie zoveel wisseling van de macht heeft meegemaakt, doorziet de mechanismen ervan ten slotte met gemak.
Nadat Garibaldi op 11 mei 1860 met zijn legertje vrijwilligers Marsala was binnengetrokken en de Sicilianen zich per referendum aansloten bij het jonge Italië, dat vanuit de hoofdstad Turijn politiek vorm zou krijgen, kwam er een eind aan dit onophoudelijke koloniseren. Sindsdien is Sicilië het spreekwoordelijke blok aan het been van de Italiaan se republiek, een staat in de staat waar wetteloosheid heerst en de maffia regeert. Leonardo Sciascia, de Siciliaanse auteur van enkele intrigerende romans waarin voor die maffia een hoofdrol is weggelegd, noemde zijn eiland daarom ooit «een metafoor voor de perversies van de macht».
Met de gevolgen van die eeuwenlange versmelting van overheersing, protectie, intriges, oligarchie, onafhankelijkheidsdrang, verzet en georganiseerde misdaad, dat broeierige mengsel van deugden en ondeugden, weten Siciliaanse auteurs over het algemeen wel raad. Luigi Pirandello bijvoorbeeld creëert er een wereld mee vol groteske maar niettemin hardvochtige geboden en verboden waarin zijn protagonisten zich op de been houden met list, bedrog en scepsis, die van Sciascia wordt geregeerd door hemeltergende machts machinaties en volstrekte redeloosheid, en voor Elio Vittorini staat Sicilië symbool voor mythe, verdriet, verlies en dood.
Ook in De tijgerkat zijn verlies en dood allesoverheersend aanwezig in al hun schakeringen van wat weemoedig maakt, voorbijgaat, onherroepelijk verdwijnt maar paradoxaal genoeg juist daardoor zich opnieuw opdringt en onvergankelijk blijft. Beide zijn bindmiddel in wat de sicilianità heet, een gemoedsgesteldheid van indolentie en hartstochtelijk fatalisme die Lampedusa liever als een toestand van «wellustig dagdromen» en «doodsverlangen» karakteriseert en met behulp van zijn belangrijkste protagonisten de prins van Salina en de jonge neef, tevens zijn oogappel, Tancredi verbluffend navoelbaar maakt in zijn magistrale roman. Daarin veronderstelt hij dat de Siciliaanse aard overigens minder een gevolg is van de historische omstandigheden dan van de klimatologische omstandigheden en het landschap omdat dat «geen midden kent tussen zinnelijke weekheid en helse hardheid; dat in geen enkel opzicht klein of banaal is, ontspannen of menselijk, zoals je zou mogen verwachten van een land dat bestemd is voor redelijke wezens».
Elk menselijk handelen wordt in de onbeweeglijkheid van de Siciliaanse ziel weerspiegeld als volstrekt ijdel streven. In het Italiaans is dat gemoed naar de titel van deze roman gattopardismo gaan heten. Al direct in het begin van de roman geeft Tancredi daar deze dubbelzinnige omschrijving van: «Als we willen dat alles blijft zoals het is, moeten we alles veranderen.
Giuseppe Tomasi, hertog van Palma en prins van Lampedusa werd in 1896 in Palermo geboren als telg van een vooraan staan de aristocratische dynastie. De familie bezat veel landgoederen, enkele kastelen en buitenverblijven. Maar dat alles raakte in verval na de eenwording van Italië in 1861, toen de opkomende burgerij haar machtsinvloed eindelijk kon gaan uitbreiden en het laatste woord niet langer van de adel kwam. Die verwording van bezittingen, het interieur en de verzameling snuisterijen en relikwieën is op diverse plaatsen in het boek minutieus in beeld gebracht.
De roman is het resultaat van Lampedusa's lang gekoesterde wens ooit nog eens te beschrijven hoe zijn overgrootvader de meidag waarop zijn eiland door Garibaldi onder de voet werd gelopen, onderging en verwerkte. Tot aan zijn dood in 1958 bleef hij aan deze hommage werken, schrijvend en herschrijvend, zo zal later blijken als de vele varianten uit zijn erfenis opduiken. Hij had het boek graag nog voor zijn dood gedrukt willen zien, maar bij uitgeverij Einaudi ziet directeur Elio Vittorini er niets in. De tijgerkat is naar zijn oordeel «te weinig constructief, te pessimistisch». Vittorini is op dat moment als auteur een van de invloedrijkste vertegenwoordigers van het neorealisme in Italië, een generatie schrijvers die met de ideeën van Antonio Gramsci in hun achterzak engagement in de literatuur bepleitten; boeken moesten een tendens van vooruitgang verbeelden.
Als Giorgio Basani het manuscript na Lampedusa's dood in handen krijgt, begrijpt hij - zo blijkt uit zijn nawoord dat de eerste uitgave begeleidt - onmiddellijk dat hij goud in handen heeft. Niet alleen schat hij de literaire merites van dit onsterfelijke werkstuk op waarde, het boek blijkt daarbij al snel een doorslaand succes binnen en buiten Italië.
De tijgerkat is de enige roman die Lampedusa naast enkele korte verhalen schreef. De roman bevat de wederwaardigheden van de Salina's, een familie die via eeuwenoude banden met het eiland is verbonden, en meer in het bijzonder die van Don Fabrizio. Het verhaal loopt vanaf de dag dat Garibaldi's leger Sicilië betrekt bij inspanningen voor de eenwording van Italië tot ver na Don Fabrizio's dood wanneer zijn dochters, inmiddels kwezelige bessen geworden, de laatste overblijfselen van wat ooit een glorierijk, dynastiek bolwerk was nog overeind proberen te houden
Hoewel de prins landgoederen en paleizen te verdedigen heeft, ondergaat hij de gebeurtenissen vanaf het eerste moment gelaten. Meer dan op de wanorde van de verwarde tijden richt hij zijn blik op de harmonie van de kosmos met daarin de enige soeverein die Sicilië wel klein heeft gekregen: «De onbeschaamde, weldadige zon, de verdovende zon ook, die de wil van de enkeling tenietdeed en die alles liet bestaan in een slaafse onbeweeglijkheid.»
Waar hij toeziet hoe de nieuwe rijken, hier in de persoon van burgemeester Calogero Sedara, de macht van de adel overnemen, kiest de al even cynische Tancredi voor het nieuwe elan en sluit zich uit zuiver opportunistische redenen aan bij het leger van Garibaldi. Zijn enige oogmerk is het behoud van de eigen positie. Vervolgens negeert hij de codes van de eigen stand en trouwt niet, zoals verwacht kon worden, Fabrizio's dochter Concetta maar de beeldschone, zinnenprikkelende burgemeestersdochter Angelica. Uiteraard omdat er liefde in het spel is, maar ook vanwege het geld en de zekerheid van een invloedrijke toekomst. Om zijn wendbaarheid bewondert zijn oom Fabrizio hem zeer terwijl de ingekeerde Concetta hem erom zal hebben geminacht.
Anders dan door de politieke gebeurtenissen die hij op afstand blijft volgen, wordt de prins wel degelijk geraakt door deze veranderingen in de persoonlijke sfeer, en het blijft intrigerend hoe. Hij lijkt de Siciliaanse ziel beter te doorgronden dan die van hemzelf, een van de redenen waarom het boek ook bij herhaalde lezing blijft boeien.
Je kunt De tijgerkat lezen als een historische roman, maar het is er wel een die geraffi neerd met het genre aan de haal gaat en op allerlei onverwachte momenten de illusie van een imaginair verleden amusant ver stoort. Zo maakt Lampedusa nu eens een vergelijking met een supersonische straaljager, haalt hij er dan weer Freud of Eisenstein bij, en wanneer de prins in het hoofdstuk van de beroemde balscène de goden op het plafond bekijkt, laat hij zijn verteller met gevoel voor ironie zeggen: «Zij meenden het eeuwige leven te hebben, maar een bom, gefabriceerd in Pittsburgh, Pennsylvania, zou hun in 1943 het tegendeel bewijzen.»
Met deze verwijzing naar een voltreffer die Lampedusa's eigen huis in Palermo zou verwoesten, verbindt hij lot en persoon uit de roman met dat van zichzelf, iets wat hij later nog eens deed in een brief die hij schreef vlak voor zijn dood: «De protagonist, Don Fabrizio, drukt volledig mijn ideeën uit, en Tancredi, zijn neef, is het evenbeeld van Giò (zijn stiefkind) wat betreft uiterlijk en gedragingen; maar wat de moraal betreft is Giò gelukkig veel beter dan hij.»
Dat is wat je lezende allang had vermoed: de verbeelding van het verleden is hier een em bleem voor het eigen leven en de eigen tijd. Lampedusa's roman, waarvan de vertaling door Anthonie Kee al evenzeer een meesterstuk is geworden, is misschien meer nog een zelfportret dan een portret van zijn grootvader. En daarbij een even lyrische als zinstrelende roman en een weergaloos testament.
Yves van Kempen [bron: https--www.groene.nl/artikel/een-ondoorgrondelijke-siciliaanse-ziel]
--- Over (foto 2): Giuseppe Tomasi di Lampedusa ---
De Italiaanse Giuseppe Tomasi di Lampedusa was Hertog van Palma en Prins van Lampedusa. De tijgerkat is zijn enige roman en het werd pas een jaar na zijn dood, in 1958, gepubliceerd. Het boek wordt nu beschouwd als een van de hoogtepunten in de 20e eeuwse Italiaanse literatuur. Daarnaast schreef Tomasi di Lampedusa ook enkele korte verhalen die in 1961 gebundeld verschenen.
[bron: https--www.hebban.nl]
Giuseppe Tomasi, de laatste prins van Lampedusa (1896-1957) kan met recht de schrijver van één boek genoemd worden. Zijn leven lang heeft hij niet veel meer gedaan dan lezen en reizen. Desondanks heeft dat leven een prachtige, compact geschreven roman opgeleverd, een visionair, poëtisch en geestig werk: De tijgerkat, dé klassieker van de moderne Italiaanse literatuur.
[bron: https--www.standaardboekhandel.be]
Giuseppe Tomasi di Lampedusa (Palermo, 23 december 1896 - Rome, 23 juli 1957), 12e hertog van Palma, 11e prins van Lampedusa, baron della Torretta, grande di Spagna (1934-1957). Hij is vooral bekend als schrijver van zijn enige roman, Il Gattopardo, postuum gepubliceerd in 1958. Il Gattopardo is in het Engels vertaald als The Leopard en in het Nederlands als De tijgerkat. De titel verwijst naar de luipaard die is afgebeeld op het wapenschild van de familie Salina, de familie die centraal staat in Il Gattopardo.
Tomasi di Lampedusa was een zwijgzame en solitaire man, die zijn tijd doorbracht met lezen, nadenken en reizen. Hij zei over zichzelf: "Ero un ragazzo cui piaceva la solitudine, cui piaceva di più stare con le cose che con le persone." ("Ik was een kind dat van de eenzaamheid hield, dat liever met voorwerpen omging dan met personen.")
Hij werd geboren als zoon van Giulio Maria Tomasi, prins van Lampedusa, en de eveneens adellijke Beatrice Mastrogiovanni Tasca di Cutò. Na de dood van zijn zus aan difterie groeide hij op als enig kind. Zijn vader was een koele persoonlijkheid. Dientengevolge had hij een sterkere band met zijn moeder. Hij kreeg in het familiepaleis in Palermo les van een privéleraar in literatuur en de Engelse taal; zijn moeder leerde hem Frans. Met een grootmoeder las hij de romans van Emilio Salgari. In het huistheater van het huis in Santa Margherita di Belice, waar hij lange vakanties doorbracht, zag hij voor het eerst een opvoering van Hamlet.
In 1911 ging hij naar het liceo classico in Rome en later in Palermo. In 1915 verhuisde hij opnieuw naar Rome, alwaar hij zich inschreef aan de faculteit der rechtsgeleerdheid. In dat jaar werd hij opgeroepen voor het vervullen van zijn militaire dienst. Hij vocht in 1917 tijdens de Slag bij Caporetto, waar Italië tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije een zware nederlaag leed. Tomasi di Lampedusa werd krijgsgevangene gemaakt en werd opgesloten in een Hongaars krijgsgevangenenkamp. Hij wist echter te ontsnappen en keerde te voet terug naar Italië. Hij verliet het Italiaanse leger in de rang van luitenant. Zijn studie rechten pakte hij echter niet meer op. Hij keerde terug naar Sicilië, waar hij buitenlandse literatuur bestudeerde, tussen de vele reizen door die hij samen met zijn moeder ondernam.
In 1932 trouwde Lampedusa met barones Alexandra Wolff Stomersee (roepnaam "Licy"), een studente psychoanalyse uit Letland die hij op een van zijn reizen in Londen had ontmoet. Zij woonden enige tijd in Palermo samen met Tomasi di Lampedusa's moeder, maar uiteindelijk dreef de incompatibilité d'humeurs tussen de twee vrouwen Licy terug naar Letland.
In 1934 stierf Lampedusa's vader en erfde hij diens prinselijke titel.
In 1940 werd hij opnieuw voor korte tijd onder de wapenen geroepen, maar omdat hij aan het hoofd van een erfelijke apanage stond, werd hij al gauw naar huis gestuurd om zijn landgoed te besturen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven Lampedusa en zijn moeder in Capo d'Orlando, waar hij zich weer met Licy verenigde. In 1943 werd het familiepaleis te Palermo door een Amerikaans bombardement volledig verwoest, een gebeurtenis die Lampedusa bijzonder aangreep.
Na de dood van zijn moeder in 1946 keerde Tomasi met zijn vrouw terug naar Palermo. In 1953 begon hij tijd door te brengen met een groepje jonge intellectuelen, onder wie Gioacchino Lanza, met wie hij zo'n sterke band opbouwde dat hij Lanza in 1954 adopteerde.
Het schrijven van De tijgerkat
Lampedusa was vaak te gast bij zijn neef, de dichter Lucio Piccolo, met wie hij in 1954 naar San Pellegrino Terme reisde om een literaire prijsuitreiking bij te wonen. Aldaar ontmoette hij onder anderen Eugenio Montale en Maria Bellonci. Men neemt aan dat hij na terugkeer uit San Pellegrino Terme aan Il Gattopardo begon te schrijven.
Hij wilde een boek schrijven in de stijl van Ulysses van James Joyce. Dit gaf hij al gauw op, want zoals hij in een brief schreef: "Ulysses lukt me niet". Sporen van deze poging zijn met name terug te vinden in het eerste hoofdstuk. In 1956 was het manuscript af. Tijdens zijn leven werd het geweigerd door alle uitgevers aan wie hij het aanbood. Hierover raakte hij zeer verbitterd.
In 1957 werd bij Lampedusa longkanker vastgesteld. Hij overleed datzelfde jaar op 60-jarige leeftijd en werd begraven op het kerkhof van de kapucijnen in Palermo.
Een jaar na zijn dood werd Il Gattopardo toch gepubliceerd en in 1959 won de roman de Premio Strega. Sindsdien geldt deze roman als een van de grootste werken van de 20e-eeuwse Italiaanse literatuur en als het onbetwiste hoogtepunt van de Siciliaanse literatuur. In 1963 werd Il Gattopardo verfilmd door regisseur Luchino Visconti.
Andere werken
In 2006 werd onder de titel Viaggio in Europa een bundel brieven uitgegeven die Lampedusa aan zijn neven Casimiro en Lucio Piccolo schreef tijdens zijn reizen naar Londen en andere delen van Europa in de periode 1925-1930.
[bron: wikipedia]
Giuseppe Tomasi, 12e duc de Palma, 11e prince de Lampedusa, baron de Montechiaro et de la Torretta, Grand d'Espagne de première classe (né le 23 décembre 1896 à Palerme en Sicile - mort le 23 juillet 1957 à Rome) est un aristocrate sicilien et un écrivain italien, auteur du roman Le Guépard.
S'il se passionna très tôt pour la littérature, il ne vint que tardivement à l'écriture. Personne très taciturne et solitaire, il passa une grande partie de sa vie à lire énormément. Se souvenant de sa propre enfance, il écrivit :
"J'étais un garçon à qui plaisait la solitude, à qui ce qui plaisait le plus était d'être avec les choses que d'être avec les personnes."
Giuseppe Tomasi di Lampedusa est le fils de Giulio Maria Tomasi et de Beatrice Mastrogiovanni Tasca di Cutò. Resté enfant unique après la mort de sa soeur Stefania, Giuseppe est très attaché à sa mère, femme de forte personnalité qui eut une grande influence sur l'écrivain, contrairement à son père, un homme de nature froide et distante. Pendant son enfance, sa mère lui enseigne le français et sa vie se déroule entre le palais de Palerme et celui de Santa Margherita di Belice, où il passe de longues vacances. A partir de 1911, il fréquente un lycée à Rome puis à Palerme. En 1915, il s'inscrit à la faculté de droit de Rome.
Cependant, il ne termine pas ses études car il est appelé sous les drapeaux et sert dans l'artillerie comme officier. A la défaite de Caporetto, il est fait prisonnier par les Autrichiens mais s'évade, rejoignant à pied Trieste occupé par l'armée italienne. Après sa démission de l'armée avec le grade de lieutenant en 1920, il retourne en Sicile alternant villégiature, voyages (toujours en compagnie de sa mère) et études sur la littérature.
Il se marie à Riga en 1932, avec Alexandra Wolff von Stomersee, fille d'un aristocrate letton d'origine allemande et d'une cantatrice. Ils vivent à Palerme avec sa mère, mais bientôt l'incompatibilité de caractère entre les deux femmes pousse Alexandra à retourner en Lettonie. En 1934, son père meurt et Giuseppe Tomasi hérite du titre. En 1940, à la tête des exploitations agricoles familiales et seul fils de la famille, il est exempté de service.
Il se réfugie avec sa mère à Capo d'Orlando, où Alexandra les rejoint (les pays baltes viennent d'être envahis par l'URSS). La guerre détruit ses palais, faisant naître en lui la profonde nostalgie et le détachement ironique des biens matériels qui baignent son roman. A la mort de sa mère en 1946, Tomasi di Lampedusa retourne vivre avec sa femme à Palerme.
En 1953, il commence à fréquenter un groupe de jeunes intellectuels, dont Gioacchino Lanza pour lequel il se prend d'affection et qu'il adopte quelques années plus tard. Tomasi di Lampedusa, souvent invité par son cousin, le poète Lucio Piccolo, se rend en 1954 à San Pellegrino Terme pour assister à une conférence littéraire.
C'est au retour de ce voyage qu'il aurait commencé à écrire Le Guépard, qu'il termine deux ans plus tard, en 1956. Le roman est d'abord refusé par les maisons d'édition, ce qui le remplit d'amertume. En 1957, on lui diagnostique un cancer du poumon, et il meurt le 23 juillet chez sa belle-soeur Olga Wolff von Stomersee, qui a épousé le diplomate Augusto Biancheri Chiappori, à piazza Indipendenza à Rome, comme son personnage, le prince Salina, qui meurt aussi en juillet et loin de sa maison.
Lampedusa est enterré avec son épouse dans le cimetière des capucins de Palerme.
Le roman est publié à titre posthume en 1958, lorsqu'on envoie le manuscrit à Giorgio Bassani Directeur Éditorial des éditions Feltrinelli, qui le publie, rattrapant ainsi les erreurs de jugement des éditeurs précédents. En 1959, le roman remporte le prix Strega.
Giuseppe Tomasi di Lampedusa est l'auteur d'un seul roman, Le Guépard, paru après sa mort en 1958, d'un recueil de nouvelles, Le Professeur et la Sirène et d'essais sur des auteurs comme Shakespeare, Gustave Flaubert ou Stendhal, ou consacrés à la littérature française du XVIe siècle et à la littérature anglaise - toutes études qui sont en fait l'édition de ses conférences littéraires qu'il donnait bénévolement aux étudiants, le plus souvent dans son appartement de Palerme (et dont il n'était pas prévu à l'origine qu'elles soient publiées).
Dans Le Guépard, Lampedusa se montre un observateur avisé de la haute société sicilienne, de ses rituels sociaux et de la façon dont ses membres essaient de suivre l'évolution sociale et politique. Ses personnages sont directement issus de sa famille et de son entourage (le personnage du prince Salina est inspiré de l'aïeul de l'auteur et Tancredi Falconeri de son fils adoptif, Gioacchino Lanza ; par un clin d'oeil, Luchino Visconti fait apparaître un personnage de ce nom dans son film au début de la scène du bal) et son regard ironique est également empreint de mélancolie devant le spectacle d'un monde qui finit.
En 1963, le roman, dont la parution en Italie fut un véritable événement littéraire, est l'objet d'un film, réalisé par Luchino Visconti avec, notamment, Burt Lancaster, Alain Delon et Claudia Cardinale, qui reçut la Palme d'or au festival de Cannes 1963. Le roman avait connu un très grand succès en librairie, mais son adaptation au cinéma par un grand maître du 7e art le fit accéder au rang d'oeuvre mythique.
En 2007, les éditions du Seuil publient en France une nouvelle traduction - due à Jean-Paul Manganaro - de ce roman qui fait désormais figure de classique. Le traducteur a travaillé sur le texte établi en 1969 par Carlo Muscetta, considéré comme le plus fidèle au projet de Lampedusa. Cette édition est caractérisée par l'ajout d'un chapitre inédit.
[source: https--www.jesuismort.com/tombe/giuseppe-tomasi-di-lampedusa#biographie]
||door: Giuseppe Tomasi di Lampedusa
||taal: nl
||jaar: 1960
||druk: 5e druk
||pag.: 227p
||opm.: hardcover|zo goed als nieuw|zonder flap|linnen binding
||isbn: N/A
||code: 1:000302
--- Over het boek (foto 1): De tijgerkat ---
In 1860 landt Garibaldi bij Marsala om Sicilië in te lijven bij de nieuwe, liberale eenheidsstaat Italië. Het is gedaan met de Bourbons en met de feodaliteit: de platte, berekenende burgerij neemt de macht over. Don Fabrizio, prins van Salina, ziet deze ontwikkeling met lede ogen aan, maar voelt zich machteloos tegenover de geschiedenis en zoekt troost in zijn studie van sterren en planeten. Zijn pupil Tancredi weet zich wel aan te passen aan het nieuwe bestel. Hij kiest de kant van Garibaldi, trouwt met de dochter van een steenrijke dorpsburgemeester en zal een hoge positie bekleden in de nieuwe staat.
De tijgerkat schetst een bedwelmend beeld van Sicilië. Het landschap wordt in geuren en kleuren beschreven en de mensen komen werkelijk tot leven. De beschrijving van de dood van de prins is een van de mooiste sterfscènes van de wereldliteratuur.
De tijgerkat heeft in Italië inmiddels meer dan zeventig drukken beleefd en is in alle talen vertaald. Anthonie Kee leverde met zijn vertaling van deze klassieker een prestatie van topniveau.
[bron: https--www.bol.com]
Il Gattopardo, in het Nederlands vertaald als De tijgerkat (synoniem voor serval), is de enige roman van de Italiaanse schrijver Giuseppe Tomasi di Lampedusa (1896-1957). Het boek verscheen postuum, in 1958, een jaar na de dood van de auteur. De roman is in hoge mate (auto)biografisch: het is gebaseerd op het leven van zijn overgrootvader en op zijn eigen ervaringen.
De titel van het boek, De tijgerkat, komt van het familiewapen van de familie Tomasi (en de familie Salina), waarop een gaande tijgerkat is afgebeeld. De tijgerkat, ofwel de luipaard, wordt in het prinsdom overal aangetroffen op de huizen, paleizen en pachtboerderijen etc. en keert in het boek voortdurend terug. Ook noemen de Salina's zichzelf luipaarden en ze ontlenen innerlijk kracht en sluwheid aan dit dier, dat symbool staat voor hun heersende positie. In de Nederlandse heraldiek worden luipaarden zelden tot nooit aangetroffen, maar in de Zuid-Europese heraldiek komen ze wel vaker voor.
Het boek speelt zich af ten tijde van het Risorgimento, de wederopstanding van een Italiaanse staat, als Giuseppe Garibaldi Sicilië verovert op het koninkrijk der Beide Siciliën en beschrijft hoe dit door een Siciliaanse prins, loyaal aan de koning der beide Siciliën, wordt ervaren en hoe zijn loyaliteit langzaam en welbewust wordt omgebogen in trouw aan de nieuwe koning van Italië. Toen Tomasi di Lampedusa aan het boek begon, probeerde hij de stijl en structuur van James Joyce' Ulysses te imiteren, hetgeen hem niet goed lukte. Het eerste hoofdstuk is nog een restant van die poging.
Belangrijkste personages
- Don Fabrizio Corbera, prins van Salina
- Tancredi, Prins van Falconeri, neef van don Fabrizio
- Angelica Sedàra (barones del Biscotto), verloofde van Tancredi
- padre Perroni, familiepriester van de familie Corbera
- Prinses Concetta Corbera, oudste dochter van don Fabrizio
- Don Calogero Sedàra (baron del Biscotto), burgemeester van Donnafugata, vader van Angelica
Belangrijke motieven
- overgang: van de Beide Siciliën naar het nieuwe Italië, van edelman naar zakenman
- teloorgang: de ondergang van de Beide Siciliën, de verwoesting van het paleis, de achteruitgang van de positie van de adel; de ondergang van don Fabrizio's familie
- corruptie: de kerk, de Bourbons, de maffia, de plebiscieten
- raison d'être: van het Koninkrijk der Beide Siciliën, de adel en van Don Fabrizio zelf
Tijdens Tomasi di Lampedusa's leven lukte het niet om Il Gattopardo gepubliceerd te krijgen: alle aangezochte uitgeverijen weigerden het werk. In 1958, een jaar na zijn dood, werd het boek alsnog uitgegeven. Het jaar daarop won het de literatuurprijs Premio Strega. Sindsdien wordt het boek gezien als een van de hoogtepunten van de 20e-eeuwse Italiaanse literatuur.
In 1963 werd de roman onder de gelijknamige titel verfilmd door Luchino Visconti.
[bron: wikipedia]
Vergane glorie
'Dé klassieker van de moderne Italiaanse literatuur,' staat er op de flap van de door Athenaeum-Polak & Van Gennep verzorgde nieuwe uitgave van Giuseppe Tomasi di Lampedusa's roman De tijgerkat, en dat is waar. Iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in (Italiaanse) literatuur zal de titel ooit zijn tegengekomen, en anders is het verhaal wel bekend vanwege Visconti's beroemde gelijknamige verfilming (Il gattopardo) uit de jaren zestig. Schrijnend is dan ook dat het manuscript door een aantal uitgeverijen is geweigerd en pas in 1958, een jaar na de dood van de auteur, werd uitgegeven door toedoen van Giorgio Bassani, zelf een belangrijke Italiaanse auteur, die destijds uitgever van Feltrinelli was. Het won de Premio Strega, de belangrijkste Italiaanse literaire prijs, in het jaar daarop. Een klassieker is het dus, maar is het ook een goed boek? Absoluut. Maar de lezer zij gewaarschuwd, een makkelijk leesbaar boek is het zeer zeker niet, alleen al door de gecompliceerde politieke situatie, die een belangrijke rol speelt. De tijgerkat dwingt tot langzaam lezen en wellicht herlezen. Dat is geen straf, Tomasi's proza is als een exquise wijn; bij elke teug krijgt het nieuwe dimensies. Het boek is daardoor bijna aristocratisch te noemen, wat de opdracht van Stendhal bij Lucien Leuwen in herinnering brengt: 'To the happy few.' Niet verwonderlijk, Stendhal was Tomasi's favoriete auteur.
Tomasi wás ook van adellijke huize; in 1896 werd hij geboren als zoon van de hertog van Palma en kleinzoon van de prins van Lampedusa - vandaar de toevoeging di Lampedusa. Hij bleek de laatste telg van dit oude Siciliaanse geslacht, dat tot aan het hof van de Byzantijnse keizers was terug te voeren. 'Als een waar alchemist', zo schrijft vertaler Anthonie Kee in zijn zeer lezenswaardige nawoord, zou Tomasi het verval van de Siciliaanse aristocratie, als gevolg van de afschaffing van de feodaliteit, 'omzetten in een groots monument van literaire verbeelding.' De hoofdpersoon uit De tijgerkat, don Fabrizio Corbèra, de prins van Salina, is de personificatie van deze aristocratie. Hij wordt voorgesteld als een excentrieke en vrij melancholische man, als hobby heeft hij astronomie. Hoewel hij de ondergang van zijn stand en zijn vermogen ziet aankomen 'in een voortdurende onvrede', onderneemt hij niets, 'laat staan dat hij dat ook maar enigszins ambieerde.' Als hij rond 1860 - De tijgerkat is een historische roman - door een afgezant wordt gevraagd om een actieve rol te spelen als lid van de senaat in het nieuwe Italië, dat tot die tijd nog niet als één land bestond, weigert hij dan ook resoluut. In de repliek die hij dient, sijpelt een grote afkeer van de (politieke) praktijk door. Deze afkeer heeft een duistere, bijna morbide inslag. Alle Siciliaanse uitingen, zo verklaart de prins, zijn uitingen van een droomwereld:
"Onze sensualiteit is verlangen naar vergetelheid, onze schiet- en steekpartijen, verlangen naar de dood."
Sicilië wil slapen, voegt hij er even later aan toe. Lethargie: de nieuwe, wakkere tijd staat voor de deur, de prins, hoewel hij deze verafschuwt, doet rustig een galante stap opzij; naar de sterren kijken is boeiender.
De Tijgerkat
De tijgerkat, oftewel een luipaard, verwijst naar het wapen van de Salina's, maar die zal weldra worden vervangen door de jakhalzen, de hyena's, zo besluit de prins van Salina vlak voordat hij de afgezant de deur uit werkt. Echter niet zonder hem een wenk te hebben gegeven: don Calogero Sedàra, de burgemeester van het dorpje Donnafugata, waar een van de paleizen van de Salina's staat, dát is de man naar wie hij op zoek is. Deze overtreft hem reeds in rijkdom, hij is de nouveau riche, de antipode van de prins, wat zich niet alleen toont in zijn praktische - en gierige - manier van optreden, maar, zo laat Tomasi ons en detail zien, tot in de weinig verfijnde manier van kleden:
"De punten van zijn jaspanden verhieven zich stil smekend ten hemel, de brede kraag was vormloos en - hoe pijnlijk ook, het dient gezegd - aan zijn voeten droeg de burgemeester knooplaarsjes."
Knooplaarsjes, die kunnen natuurlijk écht niet...
Deze don Calogero heeft ondanks de 'monsterlijke snit' van zijn kostuum een razendknappe dochter: Angelica. Met volledige medewerking van de prins trouwt zij met diens neef Tancredi, en daarin weerspiegelen de veranderde tijden zich. In de eerste plaats omdat de prins deze Tancredi, ook nog eens een voorstander van de revolutie, liefheeft boven zijn eigen zoon, en in de tweede plaats omdat hij een huwelijk van zijn dochter Concetta, die hartstochtelijk verliefd is op de aantrekkelijke Tancredi, regelrecht dwarsboomt. Het lijkt alsof dit paar, Tancredi en Angelica, de laatsten zijn die de oude tover van de aristocratie in zijn volledigheid aanschouwen. In hun verkeringstijd rennen ze achter elkaar aan door het paleis, door verwaarloosde kamers waar niemand ooit een voet heeft gezet, ook de prins niet, 'overigens tot zijn niet geringe genoegen, want hij placht te zeggen dat een paleis waarvan men alle vertrekken kende het bewonen niet waard was.' De tijd is er stil blijven staan. Vergane glorie. Niemand na hen zal de vertrekken weer laten stralen. De teloorgang van de familie is compleet als in 1910 - de prins is inmiddels allang gestorven - de kerkelijke autoriteiten de huiskapel van de Salina's komen inspecteren of de relikwieën wel authentiek zijn. De belediging kon niet groter, de autoriteit van de Salina's niet kleiner.
De tijgerkat is naast een verfijnde, symbolische en historische roman over het verval van de aristocratie en de opkomst van de burgerlijke maatschappij - en op filosofisch niveau een boek over de vergankelijkheid van het bestaan - ook een sensueel portret van Sicilië, dat eiland dat door zoveel verschillende volken onder de voet is gelopen, maar waar de zon de 'eigenlijke soeverein' is:
"de onbeschaamde, gewelddadige zon, de verdovende zon ook, die de wil van de enkeling tenietdeed en die alles liet bestaan in een slaafse onbeweeglijkheid."
De uitstekende vertaling van Kee verscheen in 2000, en nu is deze aangevuld met een viertal mooie, korte verhalen van Tomasi, vertaald door Yond Boeke en Patty Krone. Complimenten aan Athenaeum-Polak & Van Gennep, want het is een voorbeeldige uitgave.
Johannes van der Sluis [bron: https--www.tzum.info/2015/03/recensie-giuseppe-tomasi-di-lampedusa-de-tijgerkat-en-herinneringen-aan-mijn-jeugd-en-andere-verhalen]
Een ondoorgrondelijke Siciliaanse ziel - Giuseppe Tomasi di Lampedusa, De tijgerkat
Ergens in dat onverwoestbare prachtboek De tijgerkat (Il gattopardo, 1958), een kroonjuweel uit de Italiaanse literatuur, laat Giuseppe Tomasi di Lampedusa zijn hoofdpersoon Don Fabrizio, prins van Salina, dit over de Sicilianen zeggen: «Wij zijn oud, stokoud. Al minstens vijfentwintig eeuwen lang torsen wij op onze schouders het gewicht van allerlei prachtige beschavingen, alle reeds compleet en vervolmaakt van elders gekomen, geen enkele waarop wij ons stempel hebben gedrukt (...), wij vormen sinds vijfentwintig eeuwen een kolonie.»
Inderdaad is er waarschijnlijk geen andere plek in Europa die zozeer de invloed van vreemde overheersingen heeft ondergaan als Sicilië. De geschiedenis van het eiland ís er een van invasie en bezetting, van een komen en gaan van achtereenvolgens Grieken, Romeinen, Arabieren, Noormannen, Byzantijnen, Barbaren, Spanjaard en en Fransen. Scherven uit al die culturen zijn nog overal op het eiland terug te vinden, en op de bewoners lieten al deze passanten van allerlei slag al evenzeer hun sporen na. Wie zoveel wisseling van de macht heeft meegemaakt, doorziet de mechanismen ervan ten slotte met gemak.
Nadat Garibaldi op 11 mei 1860 met zijn legertje vrijwilligers Marsala was binnengetrokken en de Sicilianen zich per referendum aansloten bij het jonge Italië, dat vanuit de hoofdstad Turijn politiek vorm zou krijgen, kwam er een eind aan dit onophoudelijke koloniseren. Sindsdien is Sicilië het spreekwoordelijke blok aan het been van de Italiaan se republiek, een staat in de staat waar wetteloosheid heerst en de maffia regeert. Leonardo Sciascia, de Siciliaanse auteur van enkele intrigerende romans waarin voor die maffia een hoofdrol is weggelegd, noemde zijn eiland daarom ooit «een metafoor voor de perversies van de macht».
Met de gevolgen van die eeuwenlange versmelting van overheersing, protectie, intriges, oligarchie, onafhankelijkheidsdrang, verzet en georganiseerde misdaad, dat broeierige mengsel van deugden en ondeugden, weten Siciliaanse auteurs over het algemeen wel raad. Luigi Pirandello bijvoorbeeld creëert er een wereld mee vol groteske maar niettemin hardvochtige geboden en verboden waarin zijn protagonisten zich op de been houden met list, bedrog en scepsis, die van Sciascia wordt geregeerd door hemeltergende machts machinaties en volstrekte redeloosheid, en voor Elio Vittorini staat Sicilië symbool voor mythe, verdriet, verlies en dood.
Ook in De tijgerkat zijn verlies en dood allesoverheersend aanwezig in al hun schakeringen van wat weemoedig maakt, voorbijgaat, onherroepelijk verdwijnt maar paradoxaal genoeg juist daardoor zich opnieuw opdringt en onvergankelijk blijft. Beide zijn bindmiddel in wat de sicilianità heet, een gemoedsgesteldheid van indolentie en hartstochtelijk fatalisme die Lampedusa liever als een toestand van «wellustig dagdromen» en «doodsverlangen» karakteriseert en met behulp van zijn belangrijkste protagonisten de prins van Salina en de jonge neef, tevens zijn oogappel, Tancredi verbluffend navoelbaar maakt in zijn magistrale roman. Daarin veronderstelt hij dat de Siciliaanse aard overigens minder een gevolg is van de historische omstandigheden dan van de klimatologische omstandigheden en het landschap omdat dat «geen midden kent tussen zinnelijke weekheid en helse hardheid; dat in geen enkel opzicht klein of banaal is, ontspannen of menselijk, zoals je zou mogen verwachten van een land dat bestemd is voor redelijke wezens».
Elk menselijk handelen wordt in de onbeweeglijkheid van de Siciliaanse ziel weerspiegeld als volstrekt ijdel streven. In het Italiaans is dat gemoed naar de titel van deze roman gattopardismo gaan heten. Al direct in het begin van de roman geeft Tancredi daar deze dubbelzinnige omschrijving van: «Als we willen dat alles blijft zoals het is, moeten we alles veranderen.
Giuseppe Tomasi, hertog van Palma en prins van Lampedusa werd in 1896 in Palermo geboren als telg van een vooraan staan de aristocratische dynastie. De familie bezat veel landgoederen, enkele kastelen en buitenverblijven. Maar dat alles raakte in verval na de eenwording van Italië in 1861, toen de opkomende burgerij haar machtsinvloed eindelijk kon gaan uitbreiden en het laatste woord niet langer van de adel kwam. Die verwording van bezittingen, het interieur en de verzameling snuisterijen en relikwieën is op diverse plaatsen in het boek minutieus in beeld gebracht.
De roman is het resultaat van Lampedusa's lang gekoesterde wens ooit nog eens te beschrijven hoe zijn overgrootvader de meidag waarop zijn eiland door Garibaldi onder de voet werd gelopen, onderging en verwerkte. Tot aan zijn dood in 1958 bleef hij aan deze hommage werken, schrijvend en herschrijvend, zo zal later blijken als de vele varianten uit zijn erfenis opduiken. Hij had het boek graag nog voor zijn dood gedrukt willen zien, maar bij uitgeverij Einaudi ziet directeur Elio Vittorini er niets in. De tijgerkat is naar zijn oordeel «te weinig constructief, te pessimistisch». Vittorini is op dat moment als auteur een van de invloedrijkste vertegenwoordigers van het neorealisme in Italië, een generatie schrijvers die met de ideeën van Antonio Gramsci in hun achterzak engagement in de literatuur bepleitten; boeken moesten een tendens van vooruitgang verbeelden.
Als Giorgio Basani het manuscript na Lampedusa's dood in handen krijgt, begrijpt hij - zo blijkt uit zijn nawoord dat de eerste uitgave begeleidt - onmiddellijk dat hij goud in handen heeft. Niet alleen schat hij de literaire merites van dit onsterfelijke werkstuk op waarde, het boek blijkt daarbij al snel een doorslaand succes binnen en buiten Italië.
De tijgerkat is de enige roman die Lampedusa naast enkele korte verhalen schreef. De roman bevat de wederwaardigheden van de Salina's, een familie die via eeuwenoude banden met het eiland is verbonden, en meer in het bijzonder die van Don Fabrizio. Het verhaal loopt vanaf de dag dat Garibaldi's leger Sicilië betrekt bij inspanningen voor de eenwording van Italië tot ver na Don Fabrizio's dood wanneer zijn dochters, inmiddels kwezelige bessen geworden, de laatste overblijfselen van wat ooit een glorierijk, dynastiek bolwerk was nog overeind proberen te houden
Hoewel de prins landgoederen en paleizen te verdedigen heeft, ondergaat hij de gebeurtenissen vanaf het eerste moment gelaten. Meer dan op de wanorde van de verwarde tijden richt hij zijn blik op de harmonie van de kosmos met daarin de enige soeverein die Sicilië wel klein heeft gekregen: «De onbeschaamde, weldadige zon, de verdovende zon ook, die de wil van de enkeling tenietdeed en die alles liet bestaan in een slaafse onbeweeglijkheid.»
Waar hij toeziet hoe de nieuwe rijken, hier in de persoon van burgemeester Calogero Sedara, de macht van de adel overnemen, kiest de al even cynische Tancredi voor het nieuwe elan en sluit zich uit zuiver opportunistische redenen aan bij het leger van Garibaldi. Zijn enige oogmerk is het behoud van de eigen positie. Vervolgens negeert hij de codes van de eigen stand en trouwt niet, zoals verwacht kon worden, Fabrizio's dochter Concetta maar de beeldschone, zinnenprikkelende burgemeestersdochter Angelica. Uiteraard omdat er liefde in het spel is, maar ook vanwege het geld en de zekerheid van een invloedrijke toekomst. Om zijn wendbaarheid bewondert zijn oom Fabrizio hem zeer terwijl de ingekeerde Concetta hem erom zal hebben geminacht.
Anders dan door de politieke gebeurtenissen die hij op afstand blijft volgen, wordt de prins wel degelijk geraakt door deze veranderingen in de persoonlijke sfeer, en het blijft intrigerend hoe. Hij lijkt de Siciliaanse ziel beter te doorgronden dan die van hemzelf, een van de redenen waarom het boek ook bij herhaalde lezing blijft boeien.
Je kunt De tijgerkat lezen als een historische roman, maar het is er wel een die geraffi neerd met het genre aan de haal gaat en op allerlei onverwachte momenten de illusie van een imaginair verleden amusant ver stoort. Zo maakt Lampedusa nu eens een vergelijking met een supersonische straaljager, haalt hij er dan weer Freud of Eisenstein bij, en wanneer de prins in het hoofdstuk van de beroemde balscène de goden op het plafond bekijkt, laat hij zijn verteller met gevoel voor ironie zeggen: «Zij meenden het eeuwige leven te hebben, maar een bom, gefabriceerd in Pittsburgh, Pennsylvania, zou hun in 1943 het tegendeel bewijzen.»
Met deze verwijzing naar een voltreffer die Lampedusa's eigen huis in Palermo zou verwoesten, verbindt hij lot en persoon uit de roman met dat van zichzelf, iets wat hij later nog eens deed in een brief die hij schreef vlak voor zijn dood: «De protagonist, Don Fabrizio, drukt volledig mijn ideeën uit, en Tancredi, zijn neef, is het evenbeeld van Giò (zijn stiefkind) wat betreft uiterlijk en gedragingen; maar wat de moraal betreft is Giò gelukkig veel beter dan hij.»
Dat is wat je lezende allang had vermoed: de verbeelding van het verleden is hier een em bleem voor het eigen leven en de eigen tijd. Lampedusa's roman, waarvan de vertaling door Anthonie Kee al evenzeer een meesterstuk is geworden, is misschien meer nog een zelfportret dan een portret van zijn grootvader. En daarbij een even lyrische als zinstrelende roman en een weergaloos testament.
Yves van Kempen [bron: https--www.groene.nl/artikel/een-ondoorgrondelijke-siciliaanse-ziel]
--- Over (foto 2): Giuseppe Tomasi di Lampedusa ---
De Italiaanse Giuseppe Tomasi di Lampedusa was Hertog van Palma en Prins van Lampedusa. De tijgerkat is zijn enige roman en het werd pas een jaar na zijn dood, in 1958, gepubliceerd. Het boek wordt nu beschouwd als een van de hoogtepunten in de 20e eeuwse Italiaanse literatuur. Daarnaast schreef Tomasi di Lampedusa ook enkele korte verhalen die in 1961 gebundeld verschenen.
[bron: https--www.hebban.nl]
Giuseppe Tomasi, de laatste prins van Lampedusa (1896-1957) kan met recht de schrijver van één boek genoemd worden. Zijn leven lang heeft hij niet veel meer gedaan dan lezen en reizen. Desondanks heeft dat leven een prachtige, compact geschreven roman opgeleverd, een visionair, poëtisch en geestig werk: De tijgerkat, dé klassieker van de moderne Italiaanse literatuur.
[bron: https--www.standaardboekhandel.be]
Giuseppe Tomasi di Lampedusa (Palermo, 23 december 1896 - Rome, 23 juli 1957), 12e hertog van Palma, 11e prins van Lampedusa, baron della Torretta, grande di Spagna (1934-1957). Hij is vooral bekend als schrijver van zijn enige roman, Il Gattopardo, postuum gepubliceerd in 1958. Il Gattopardo is in het Engels vertaald als The Leopard en in het Nederlands als De tijgerkat. De titel verwijst naar de luipaard die is afgebeeld op het wapenschild van de familie Salina, de familie die centraal staat in Il Gattopardo.
Tomasi di Lampedusa was een zwijgzame en solitaire man, die zijn tijd doorbracht met lezen, nadenken en reizen. Hij zei over zichzelf: "Ero un ragazzo cui piaceva la solitudine, cui piaceva di più stare con le cose che con le persone." ("Ik was een kind dat van de eenzaamheid hield, dat liever met voorwerpen omging dan met personen.")
Hij werd geboren als zoon van Giulio Maria Tomasi, prins van Lampedusa, en de eveneens adellijke Beatrice Mastrogiovanni Tasca di Cutò. Na de dood van zijn zus aan difterie groeide hij op als enig kind. Zijn vader was een koele persoonlijkheid. Dientengevolge had hij een sterkere band met zijn moeder. Hij kreeg in het familiepaleis in Palermo les van een privéleraar in literatuur en de Engelse taal; zijn moeder leerde hem Frans. Met een grootmoeder las hij de romans van Emilio Salgari. In het huistheater van het huis in Santa Margherita di Belice, waar hij lange vakanties doorbracht, zag hij voor het eerst een opvoering van Hamlet.
In 1911 ging hij naar het liceo classico in Rome en later in Palermo. In 1915 verhuisde hij opnieuw naar Rome, alwaar hij zich inschreef aan de faculteit der rechtsgeleerdheid. In dat jaar werd hij opgeroepen voor het vervullen van zijn militaire dienst. Hij vocht in 1917 tijdens de Slag bij Caporetto, waar Italië tegen Duitsland en Oostenrijk-Hongarije een zware nederlaag leed. Tomasi di Lampedusa werd krijgsgevangene gemaakt en werd opgesloten in een Hongaars krijgsgevangenenkamp. Hij wist echter te ontsnappen en keerde te voet terug naar Italië. Hij verliet het Italiaanse leger in de rang van luitenant. Zijn studie rechten pakte hij echter niet meer op. Hij keerde terug naar Sicilië, waar hij buitenlandse literatuur bestudeerde, tussen de vele reizen door die hij samen met zijn moeder ondernam.
In 1932 trouwde Lampedusa met barones Alexandra Wolff Stomersee (roepnaam "Licy"), een studente psychoanalyse uit Letland die hij op een van zijn reizen in Londen had ontmoet. Zij woonden enige tijd in Palermo samen met Tomasi di Lampedusa's moeder, maar uiteindelijk dreef de incompatibilité d'humeurs tussen de twee vrouwen Licy terug naar Letland.
In 1934 stierf Lampedusa's vader en erfde hij diens prinselijke titel.
In 1940 werd hij opnieuw voor korte tijd onder de wapenen geroepen, maar omdat hij aan het hoofd van een erfelijke apanage stond, werd hij al gauw naar huis gestuurd om zijn landgoed te besturen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verbleven Lampedusa en zijn moeder in Capo d'Orlando, waar hij zich weer met Licy verenigde. In 1943 werd het familiepaleis te Palermo door een Amerikaans bombardement volledig verwoest, een gebeurtenis die Lampedusa bijzonder aangreep.
Na de dood van zijn moeder in 1946 keerde Tomasi met zijn vrouw terug naar Palermo. In 1953 begon hij tijd door te brengen met een groepje jonge intellectuelen, onder wie Gioacchino Lanza, met wie hij zo'n sterke band opbouwde dat hij Lanza in 1954 adopteerde.
Het schrijven van De tijgerkat
Lampedusa was vaak te gast bij zijn neef, de dichter Lucio Piccolo, met wie hij in 1954 naar San Pellegrino Terme reisde om een literaire prijsuitreiking bij te wonen. Aldaar ontmoette hij onder anderen Eugenio Montale en Maria Bellonci. Men neemt aan dat hij na terugkeer uit San Pellegrino Terme aan Il Gattopardo begon te schrijven.
Hij wilde een boek schrijven in de stijl van Ulysses van James Joyce. Dit gaf hij al gauw op, want zoals hij in een brief schreef: "Ulysses lukt me niet". Sporen van deze poging zijn met name terug te vinden in het eerste hoofdstuk. In 1956 was het manuscript af. Tijdens zijn leven werd het geweigerd door alle uitgevers aan wie hij het aanbood. Hierover raakte hij zeer verbitterd.
In 1957 werd bij Lampedusa longkanker vastgesteld. Hij overleed datzelfde jaar op 60-jarige leeftijd en werd begraven op het kerkhof van de kapucijnen in Palermo.
Een jaar na zijn dood werd Il Gattopardo toch gepubliceerd en in 1959 won de roman de Premio Strega. Sindsdien geldt deze roman als een van de grootste werken van de 20e-eeuwse Italiaanse literatuur en als het onbetwiste hoogtepunt van de Siciliaanse literatuur. In 1963 werd Il Gattopardo verfilmd door regisseur Luchino Visconti.
Andere werken
- I racconti (Verhalen), 1961;
- Le lezioni su Stendhal (Lessen over Stendhal), 1959, gepubliceerd in boekvorm in 1977;
- Invito alle lettere francesi del Cinquecento (Inleiding in de 16e-eeuwse Franse literatuur), 1970;
- enkele essays.
In 2006 werd onder de titel Viaggio in Europa een bundel brieven uitgegeven die Lampedusa aan zijn neven Casimiro en Lucio Piccolo schreef tijdens zijn reizen naar Londen en andere delen van Europa in de periode 1925-1930.
[bron: wikipedia]
Giuseppe Tomasi, 12e duc de Palma, 11e prince de Lampedusa, baron de Montechiaro et de la Torretta, Grand d'Espagne de première classe (né le 23 décembre 1896 à Palerme en Sicile - mort le 23 juillet 1957 à Rome) est un aristocrate sicilien et un écrivain italien, auteur du roman Le Guépard.
S'il se passionna très tôt pour la littérature, il ne vint que tardivement à l'écriture. Personne très taciturne et solitaire, il passa une grande partie de sa vie à lire énormément. Se souvenant de sa propre enfance, il écrivit :
"J'étais un garçon à qui plaisait la solitude, à qui ce qui plaisait le plus était d'être avec les choses que d'être avec les personnes."
Giuseppe Tomasi di Lampedusa est le fils de Giulio Maria Tomasi et de Beatrice Mastrogiovanni Tasca di Cutò. Resté enfant unique après la mort de sa soeur Stefania, Giuseppe est très attaché à sa mère, femme de forte personnalité qui eut une grande influence sur l'écrivain, contrairement à son père, un homme de nature froide et distante. Pendant son enfance, sa mère lui enseigne le français et sa vie se déroule entre le palais de Palerme et celui de Santa Margherita di Belice, où il passe de longues vacances. A partir de 1911, il fréquente un lycée à Rome puis à Palerme. En 1915, il s'inscrit à la faculté de droit de Rome.
Cependant, il ne termine pas ses études car il est appelé sous les drapeaux et sert dans l'artillerie comme officier. A la défaite de Caporetto, il est fait prisonnier par les Autrichiens mais s'évade, rejoignant à pied Trieste occupé par l'armée italienne. Après sa démission de l'armée avec le grade de lieutenant en 1920, il retourne en Sicile alternant villégiature, voyages (toujours en compagnie de sa mère) et études sur la littérature.
Il se marie à Riga en 1932, avec Alexandra Wolff von Stomersee, fille d'un aristocrate letton d'origine allemande et d'une cantatrice. Ils vivent à Palerme avec sa mère, mais bientôt l'incompatibilité de caractère entre les deux femmes pousse Alexandra à retourner en Lettonie. En 1934, son père meurt et Giuseppe Tomasi hérite du titre. En 1940, à la tête des exploitations agricoles familiales et seul fils de la famille, il est exempté de service.
Il se réfugie avec sa mère à Capo d'Orlando, où Alexandra les rejoint (les pays baltes viennent d'être envahis par l'URSS). La guerre détruit ses palais, faisant naître en lui la profonde nostalgie et le détachement ironique des biens matériels qui baignent son roman. A la mort de sa mère en 1946, Tomasi di Lampedusa retourne vivre avec sa femme à Palerme.
En 1953, il commence à fréquenter un groupe de jeunes intellectuels, dont Gioacchino Lanza pour lequel il se prend d'affection et qu'il adopte quelques années plus tard. Tomasi di Lampedusa, souvent invité par son cousin, le poète Lucio Piccolo, se rend en 1954 à San Pellegrino Terme pour assister à une conférence littéraire.
C'est au retour de ce voyage qu'il aurait commencé à écrire Le Guépard, qu'il termine deux ans plus tard, en 1956. Le roman est d'abord refusé par les maisons d'édition, ce qui le remplit d'amertume. En 1957, on lui diagnostique un cancer du poumon, et il meurt le 23 juillet chez sa belle-soeur Olga Wolff von Stomersee, qui a épousé le diplomate Augusto Biancheri Chiappori, à piazza Indipendenza à Rome, comme son personnage, le prince Salina, qui meurt aussi en juillet et loin de sa maison.
Lampedusa est enterré avec son épouse dans le cimetière des capucins de Palerme.
Le roman est publié à titre posthume en 1958, lorsqu'on envoie le manuscrit à Giorgio Bassani Directeur Éditorial des éditions Feltrinelli, qui le publie, rattrapant ainsi les erreurs de jugement des éditeurs précédents. En 1959, le roman remporte le prix Strega.
Giuseppe Tomasi di Lampedusa est l'auteur d'un seul roman, Le Guépard, paru après sa mort en 1958, d'un recueil de nouvelles, Le Professeur et la Sirène et d'essais sur des auteurs comme Shakespeare, Gustave Flaubert ou Stendhal, ou consacrés à la littérature française du XVIe siècle et à la littérature anglaise - toutes études qui sont en fait l'édition de ses conférences littéraires qu'il donnait bénévolement aux étudiants, le plus souvent dans son appartement de Palerme (et dont il n'était pas prévu à l'origine qu'elles soient publiées).
Dans Le Guépard, Lampedusa se montre un observateur avisé de la haute société sicilienne, de ses rituels sociaux et de la façon dont ses membres essaient de suivre l'évolution sociale et politique. Ses personnages sont directement issus de sa famille et de son entourage (le personnage du prince Salina est inspiré de l'aïeul de l'auteur et Tancredi Falconeri de son fils adoptif, Gioacchino Lanza ; par un clin d'oeil, Luchino Visconti fait apparaître un personnage de ce nom dans son film au début de la scène du bal) et son regard ironique est également empreint de mélancolie devant le spectacle d'un monde qui finit.
En 1963, le roman, dont la parution en Italie fut un véritable événement littéraire, est l'objet d'un film, réalisé par Luchino Visconti avec, notamment, Burt Lancaster, Alain Delon et Claudia Cardinale, qui reçut la Palme d'or au festival de Cannes 1963. Le roman avait connu un très grand succès en librairie, mais son adaptation au cinéma par un grand maître du 7e art le fit accéder au rang d'oeuvre mythique.
En 2007, les éditions du Seuil publient en France une nouvelle traduction - due à Jean-Paul Manganaro - de ce roman qui fait désormais figure de classique. Le traducteur a travaillé sur le texte établi en 1969 par Carlo Muscetta, considéré comme le plus fidèle au projet de Lampedusa. Cette édition est caractérisée par l'ajout d'un chapitre inédit.
[source: https--www.jesuismort.com/tombe/giuseppe-tomasi-di-lampedusa#biographie]
Zoekertjesnummer: m2242101376
Populaire zoektermen
Romans Boekenfavoriet in Romansboeken romans in Romanslucinda riley in Romansbouquet in Romanstulp in Romanscandlelight historische romans in Romanszeven zussen in Romansnora roberts in Romansmaria jacques in Romansromannetjes in Romanscorina bomann in Romansbouquet reeks in Romansjohn kennedy in Romanskanun in Romansschandpaal in Romansstationsromans in Romansde zeven zussen in Romansanne jacobs in Romansvelgen ducato 16 in Auto-onderdeleneksel in Auto'ste koop landen in Fietsen en Brommershouten planken in Dieren en Toebehorenrecord in Racefietsen