Wang Lungs derde zoon komt volgens gewoonte naar de begrafenis van zijn vader en verlangt ernaar terug te keren naar het noorden nu hij, dankzij zijn erfenis, over de middelen beschikt om een lang gerijpt doel te verwezenlijken: krijgsheer worden. Met de mannen die hij onder zijn vlag zal rekruteren, zal hij zich vestigen in een vruchtbare streek waarvan de boeren hem eerbetoon zullen brengen zodat hij hen tegen dieven zal beschermen. Dat is al sinds mensenheugenis de traditie in China, en dat zal ook het leven van Wang de Tijger zijn. De nederlaag van de Luipaard markeert de eerste fase van de triomf van de Tijger, maar het lot heeft voor deze zwijgzame man een bittere toekomst in petto. Na een leven, heel anders dan dat leidde, op hun binnenplaatsen vol kinderen, Wang de Landheer en Wang de Koopman, zijn broers - de andere zonen van Wang Lung. Zo wordt in dit deel (het tweede deel van de trilogie ‘Het Chinese land’) regel voor regel het getrouwe beeld gevormd van een samenleving waarvoor de 20e eeuw binnenkort de doodsklok zal luiden.