Het verboden boek 9789046707265 Ewoud Kieft€ 12,45
NIETS EN ZO ZIJ HET 9789035102361 O. Fallaci
€ 14,95
Verzenden
00sinds 12 apr. '25, 07:53
Kenmerken
AuteurO. Fallaci
ConditieGelezen
Productnummer (ISBN)9789035102361
Jaar (oorspr.)2001
Beschrijving
BoekenBalie maakt van tweedehands jouw eerste keuze. Met een Trustscore van 4,8 (excellent) en 30 dagen retour garantie maken we dat iedere dag waar.
Titel: NIETS EN ZO ZIJ HET
Auteur: O. Fallaci
ISBN: 9789035102361
Conditie: Beetje gebruikt
We staan oan de vooravond von de eerste maanlanding, en op aarde gaat men door elkaar af te slachten, net als duizend, tienduizend jaar geleden. Een vrouw,, een journaliste, vertrekt naar de oorlog. Ze wordt meteen geconfronteerd met een dramatische fusillade en daarna mat een bloedig gevecht in Dak To, een dorpje op de grens van Cambodja en Vietnam. Hier begint haar dagboek dat sen jaar uit hoor leven beslaat en antwoord probeert te geven op de vraag die een klein meisje haar stelde: ‘Wat is het leven eigenlijk?’ Dag in dag uit, met de dood steeds om hoor heen, gaat de vrouw op zoek naar hef bijna onmogelijke antwoord en noteert alles wat ze ziet of hoort, vermengd met haar angst, haar medelijden, haar woede. Er ontstaat een verhaal waarin zich bijna ongemerkt de contouren van een roman gaan aftekenen, een roman rond niet-verzonnen personages: het personage van Francois Pelou, haar Franse vriend die haar alseen goed geweten de weg wijst, het personage van Nguyen Ngoc Loan, de meedogenloze generaal die huilt in haar armen, het personage van Pip, de sergeant die in de strijd zijn geheugen verliest dat zij weer voor hem terugvindt door het weg te werpen, en tenslotte de Arerikaanse soldaten, de Vietcong, de volledig inhet absurde spektakel van de oorlog verwikkelde journalisten, het Tet-offensief, het beleg van Saigon, het verdriet dat losbarst in het gruwelijke gebed: ‘Geef ons heden ons dagelijks bloedbad, en verlos ons van wat je Zoon ons leerde, want het heeft toch nergenstoe gediend en dient tot niets, en zo zij het.” Het antwoord waarnaar de vrouw op zoek is, vindt ze pas als ze Vietnam heeft verlaten en naar Mexico gaat om een reportage te maken over een studentenopstand, Hier wordt ze, alsooggetuige van de slachting van 2 oktober, getroffen door een salvo vit een machinegeweer. De vrouw is Oriana Fallaci en het autobiografische boek is meer dan een historisch document, meer dan een uniek dagboek. De oorlog is in feite slechts een door Fallaci gekozen voorwendsel om de harten te peilen van mensen die naar de maan reizen en elkaar vervolgens afslachten, net als duizend, tienduizend jaar geleden. Dit wrede, wanhopige boek vol mensenliefde is een daad van moed: een helse veroordeling en een hartverscheurende smeekbede, gericht tot de mensen die, zoals Francois haar met een citaat van Pascal herinnert, noch engelen noch beesten zijn maor engelen én beesten. Het is tevens het belangrijkste boek van Oriana Fallaci, het nuttigste. Het zal jongeren boeien en ouderen wellicht irriteren, maar aan allen zal het datgene doorgeven wat Fallaci leerde door haar eigen leven in de weegschaal te stellen: het leven lief te hebben. 'Iedereen die het dorp binnenging wist dat hij ging doden. De opdracht was om in My Lai zelfs geen kip in leven te laten, om alles wat leefde uit te roeien. Maar voor ons was het geen burgerbevolking, het waren Vietcong - leden of -sympathisanten. Toen ik er aankwam zag ik een vrouw en een man en een kind die naar een hut vluchtten. Ik riep in hun taal dat ze moesten blijven staan, maar ze bleven niet staan en ik had opdracht om te schieten en ik schoot. ja, dat deed ik: ik schoot. Ik maakte ze af Ook de vrouw en het kind. Het kind zal zowat tweejaar oud geweest zijn.' (Uit de getuigenverklaring van soldaat Varnado Simpson van de Compagnie Charlic.) 'Er zat een oudje in een schuilplaats. Hij zat daar helemaal in elkaar gedoken. Een stokoud oudje. Sergeant David Mitchell schreeuwde: maak hem afl Daarom maakte iemand hem af. We brachten mannen vrouwen kinderen en baby's bijeen midden in het dorp, als een eilandje. Luitenant Calley stoof op ons af en zei: jullie weten watje te doen staat, hè? En ik zeija, en hij liep weg, maar na tien minuten kwam hij terug en zei: waarom hebben jullie ze nog niet afgemaakt? En ik zei tegen hem dat ik dacht dat hij alleen maar wilde dat wij ze bewaakten. En hij zei nee, nee, ik wil dat ze gedood worden. En hij begon op ze te schieten. En zei tegen mij dat ik ook op ze moest schieten. En ik laadde mijn M-16 geweer met vier patroonhouders voor in totaal achtenzestig schoten en die schoot ik op ben af en ik zal er misschien tien of vijftien hebben afgemaakt. En toen werden er nog meer mensen gevonden, en die werden in een hut gesmeten en in de hut werd een handgranaat geworpen. En toen brachten de jongens nog een stuk of zeventig, vijfenzeventig personen, daar voegden wij die van ons aan toe en luitenant Calley zei tegen me: Meadlo, we hebben nóg een karwei op te knappen. En hij ging naar die mensen toe en begon ze tegen elkaar aan te duwen, ze op elkaar te persen, op hen te schieten, en ook wij duwden en persten ze op elkaar en schoten tenslotte onze automatische wapens op hen leeg. De volgende dag trapte ik op een mijn. En verloor mijn voet. En dacht: God straft me voor gisteren.' (Uit de getuigenverklaring van soldaar Paul David Mcadlo van de Compagnie Charlie.)
Titel: NIETS EN ZO ZIJ HET
Auteur: O. Fallaci
ISBN: 9789035102361
Conditie: Beetje gebruikt
We staan oan de vooravond von de eerste maanlanding, en op aarde gaat men door elkaar af te slachten, net als duizend, tienduizend jaar geleden. Een vrouw,, een journaliste, vertrekt naar de oorlog. Ze wordt meteen geconfronteerd met een dramatische fusillade en daarna mat een bloedig gevecht in Dak To, een dorpje op de grens van Cambodja en Vietnam. Hier begint haar dagboek dat sen jaar uit hoor leven beslaat en antwoord probeert te geven op de vraag die een klein meisje haar stelde: ‘Wat is het leven eigenlijk?’ Dag in dag uit, met de dood steeds om hoor heen, gaat de vrouw op zoek naar hef bijna onmogelijke antwoord en noteert alles wat ze ziet of hoort, vermengd met haar angst, haar medelijden, haar woede. Er ontstaat een verhaal waarin zich bijna ongemerkt de contouren van een roman gaan aftekenen, een roman rond niet-verzonnen personages: het personage van Francois Pelou, haar Franse vriend die haar alseen goed geweten de weg wijst, het personage van Nguyen Ngoc Loan, de meedogenloze generaal die huilt in haar armen, het personage van Pip, de sergeant die in de strijd zijn geheugen verliest dat zij weer voor hem terugvindt door het weg te werpen, en tenslotte de Arerikaanse soldaten, de Vietcong, de volledig inhet absurde spektakel van de oorlog verwikkelde journalisten, het Tet-offensief, het beleg van Saigon, het verdriet dat losbarst in het gruwelijke gebed: ‘Geef ons heden ons dagelijks bloedbad, en verlos ons van wat je Zoon ons leerde, want het heeft toch nergenstoe gediend en dient tot niets, en zo zij het.” Het antwoord waarnaar de vrouw op zoek is, vindt ze pas als ze Vietnam heeft verlaten en naar Mexico gaat om een reportage te maken over een studentenopstand, Hier wordt ze, alsooggetuige van de slachting van 2 oktober, getroffen door een salvo vit een machinegeweer. De vrouw is Oriana Fallaci en het autobiografische boek is meer dan een historisch document, meer dan een uniek dagboek. De oorlog is in feite slechts een door Fallaci gekozen voorwendsel om de harten te peilen van mensen die naar de maan reizen en elkaar vervolgens afslachten, net als duizend, tienduizend jaar geleden. Dit wrede, wanhopige boek vol mensenliefde is een daad van moed: een helse veroordeling en een hartverscheurende smeekbede, gericht tot de mensen die, zoals Francois haar met een citaat van Pascal herinnert, noch engelen noch beesten zijn maor engelen én beesten. Het is tevens het belangrijkste boek van Oriana Fallaci, het nuttigste. Het zal jongeren boeien en ouderen wellicht irriteren, maar aan allen zal het datgene doorgeven wat Fallaci leerde door haar eigen leven in de weegschaal te stellen: het leven lief te hebben. 'Iedereen die het dorp binnenging wist dat hij ging doden. De opdracht was om in My Lai zelfs geen kip in leven te laten, om alles wat leefde uit te roeien. Maar voor ons was het geen burgerbevolking, het waren Vietcong - leden of -sympathisanten. Toen ik er aankwam zag ik een vrouw en een man en een kind die naar een hut vluchtten. Ik riep in hun taal dat ze moesten blijven staan, maar ze bleven niet staan en ik had opdracht om te schieten en ik schoot. ja, dat deed ik: ik schoot. Ik maakte ze af Ook de vrouw en het kind. Het kind zal zowat tweejaar oud geweest zijn.' (Uit de getuigenverklaring van soldaat Varnado Simpson van de Compagnie Charlic.) 'Er zat een oudje in een schuilplaats. Hij zat daar helemaal in elkaar gedoken. Een stokoud oudje. Sergeant David Mitchell schreeuwde: maak hem afl Daarom maakte iemand hem af. We brachten mannen vrouwen kinderen en baby's bijeen midden in het dorp, als een eilandje. Luitenant Calley stoof op ons af en zei: jullie weten watje te doen staat, hè? En ik zeija, en hij liep weg, maar na tien minuten kwam hij terug en zei: waarom hebben jullie ze nog niet afgemaakt? En ik zei tegen hem dat ik dacht dat hij alleen maar wilde dat wij ze bewaakten. En hij zei nee, nee, ik wil dat ze gedood worden. En hij begon op ze te schieten. En zei tegen mij dat ik ook op ze moest schieten. En ik laadde mijn M-16 geweer met vier patroonhouders voor in totaal achtenzestig schoten en die schoot ik op ben af en ik zal er misschien tien of vijftien hebben afgemaakt. En toen werden er nog meer mensen gevonden, en die werden in een hut gesmeten en in de hut werd een handgranaat geworpen. En toen brachten de jongens nog een stuk of zeventig, vijfenzeventig personen, daar voegden wij die van ons aan toe en luitenant Calley zei tegen me: Meadlo, we hebben nóg een karwei op te knappen. En hij ging naar die mensen toe en begon ze tegen elkaar aan te duwen, ze op elkaar te persen, op hen te schieten, en ook wij duwden en persten ze op elkaar en schoten tenslotte onze automatische wapens op hen leeg. De volgende dag trapte ik op een mijn. En verloor mijn voet. En dacht: God straft me voor gisteren.' (Uit de getuigenverklaring van soldaar Paul David Mcadlo van de Compagnie Charlie.)
Waarom je bij BoekenBalie moet zijn voor al je tweedehands boeken:
- Bestel je voor 15:00 uur? Dan vliegt het dezelfde dag nog jouw kant op!
- Meer dan 400.000 tweedehands boeken om uit te kiezen
- We checken alle boeken eigenhandig
- Vanaf 40 euro of bij 4 boeken is de verzending op onze rekening
- 30 dagen retourgarantie
Website
boekenbalie.nlZoekertjesnummer: a149064769
Populaire zoektermen
Romans Boekenfavoriet in Romansboeken romans in Romanslucinda riley in Romansbouquet in Romanstulp in Romanscandlelight historische romans in Romanszeven zussen in Romansnora roberts in Romansmaria jacques in Romansromannetjes in Romanscorina bomann in Romansbouquet reeks in Romansjohn kennedy in Romanskanun in Romansschandpaal in Romansstationsromans in Romansde zeven zussen in Romansanne jacobs in Romansopbergdozen in Overigetrekhaak mercedes b in Auto-onderdelenimac i7 in Computers en Softwarechrysler sebring in Auto'sstalen liggers