De verovering vd Zuidpool 1910-12|Roald Amundsen 906410008X

250sinds 18 jul. '24, 12:07
€ 15,50
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,94
Deel via
of

Kenmerken

ConditieZo goed als nieuw
Jaar (oorspr.)1989
Auteurzie beschrijving

Beschrijving

||boek: De verovering van de Zuidpool 1910-1912|vertaling: J.M.A.G. Hendriks|Hollandia

||door: Roald Amundsen

||taal: nl
||jaar: 1989
||druk: ?
||pag.: 173p
||opm.: paperback|zo goed als nieuw|p1 aantekening

||isbn: 90-6410-008-X
||code: 1:000178

--- Over het boek (foto 1): De verovering van de Zuidpool 1910-1912 ---

Alle spannende, avontuurlijke en fatale gebeurtenissen uit het tijdperk van de ontdekkingsreizigers vallen in het niet bij de dramatiek en de menselijke tragiek van de exploratie van Antarctica: de ongeëvenaarde wedloop tussen de Noor Roald Amundsen en de Engelsman Robert F. Scott naar de zuidpool.

Amundsen wilde oorspronkelijk met de Fram van Fridtjof Nansen een ontdekkingsreis naar de noordelijke IJszee ondernemen, die zijn hoogtepunt moest bereiken in de 'verovering' van de noordpool. Toen de Amerikaan Robert F. Peary hem in 1909 vóór was, gaf hij het plan op. Om alsnog roem te vergaren besluit hij nu in het geheim naar de zuidpool te varen, een ontdekkingsreis die Scott sinds enkele jaren voorbereidt. Scott, wiens schip op 15 juni 1910 vanuit Cardiff in zee steekt, is niet op de hoogte van het feit dat Amundsen zijn plannen heeft gewijzigd en maakt daarom geen haast. Op 9 augustus verlaat de Fram de haven van Kristiansand in het zuiden van Noorwegen en zet koers naar de Atlantische Oceaan. De wedloop is begonnen. Als Amundsen onderweg is, informeert hij zijn geldschieters en ook Scott over zijn werkelijke doel. Scott zet op 5 januari 1911 bij de vulkaan Erebus voet op antarctisch grondgebied. Negen dagen later gaat Amundsen aan land in de Walvisbaai, ongeveer 65 km van Scott verwijderd en slaat er zijn winterkamp 'Framheim' op. Beide expedities treffen tijdens de overwintering de noodzakelijke voorbereidingen en wachten op de lente. Ongeduldig vertrekt Amundsen op 8 september, maar moet korte tijd later terugkeren - het is nog te vroeg. Op 20 oktober begint hij definitief met vier metgezellen, vier sleden en 42 honden aan de 1500 km lange tocht over sneeuw en ijs naar de zuidpool. Scott vertrekt op 1 november.

Op 14 december bereikt Amundsen de zuidpool, ongeveer een maand eerder dan Scott. De Engelsman komt pas op 17 januari 1912 bij de zuidpool aan. En terwijl deze moedeloos en uitgeput het basiskamp probeert te bereiken, komen Amundsen en zijn mannen op 26 januari behouden in Framheim aan. Vier dagen later zijn zij weer aan boord van de Fram en onderweg naar Tasmanië, waar zij op 7 maart de haven van Hobart binnenlopen en de wereld in kennis stellen van hun overwinning. Op 20 maart wordt de thuisreis voortgezet.

Intussen bezegelt in Antarctica een verschrikkelijke sneeuwstorm die negen dagen voortduurt, de ondergang van Scott en zijn laatste metgezellen. Pas in februari 1913 verneemt de wereld het tragische lot van de Engelsen.

Op dat tijdstip is Amundsens verslag van de expeditie reeds in verschillende talen verkrijgbaar. De Duitse editie is in 1912 in twee delen verschenen. In dit boek zijn de meest interessante hoofdstukken opgenomen: het voorwoord van Fridtjof Nansen, een kort overzicht van Amundsen over de geschiedenis van de exploratie van Antarctica en de aangrijpende beschrijving van zijn tocht naar de zuidpool en terug.

[bron: http--www.hetlaatstecontinent.be/boeken/amundsen_verovering_zuidpool.html]

De heldhaftige dood van Roald Amundsen [2011-10-14]

De secretaris verhaalde eerder over de edelmoedige dood begin 1912 van de Engelse ontdekkingsreiziger Robert Falcon Scott, na zijn verloren wedkamp om de Zuidpool tegen de Noor Roald Amundsen. Deze laatste zou jaren later minstens even heldhaftig aan zijn einde komen.

Amundsen had na het grote succes van het bereiken van de Zuidpool op zijn lauweren kunnen gaan rusten, maar kennelijk stroomde er nog genoeg avonturiersbloed door zijn aderen. In 1918 probeerde hij de Noordoostelijke Zeeweg te bevaren, maar respectievelijk een splinterbreuk in de schouder, een aanval van een nijdige ijsberin en een bijna fatale koolmonoxidevergitiging wierpen hem ver terug.

In 1926 vergezelde hij de Italiaanse ingenieur Umberto Nobile in het luchtschip de Norge, waarmee ze vanuit Spitsbergen de Noordpool overstaken naar Alaska. Het lukte de bemanning om op circa 200 meter boven het ijs te komen, zodat ze de Italiaanse en Noorse vlag met precisie konden laten vallen. Zijn geboorteland vond dat Nobile te weinig eer van dit werk had gekregen. Twee jaar later besloot de in aeronautische techniek bekwaamde Nobile nog eens te gaan, ditmaal met als doelstelling vooral wetenschappelijk onderzoek.

De Italia.

Vanaf de pool werd Nobiles luchtschip Italia evenwel geteisterd door sterke zijwinden en sneeuwstormen. Zes bemanningsleden kwamen om toen het wrak, nadat ze neer waren gestort en bekneld waren geraakt, door een wind werd meegesleurd. Nobile zelf had een gebroken been en arm. Voor hem en de andere overlevenden was er voorlopig nog voldoende proviand, maar hulp moest natuurlijk niet te lang uitblijven. Op SOS-meldingen werd in eerste instantie niet gereageerd. Uiteindelijk lukte een Zweeds toestel het om dichtbij te komen, maar het had slechts plaats voor 1 passagier: dat werd, mede vanwege zijn beperkte gewicht, Nobile. Uiteindelijk slaagde de Russische ijsbreker Krassin de overige mannen te bereiken. Nobile kreeg bij thuiskomst een storm van kritiek over zich heen, omdat hij zijn eigen mensen had achtergelaten.

Het ongeluk met de Italia veroorzaakte hiernaast indirect een beroemd slachtoffer. Onder de vele reddingsploegen bevond zich ook Roald Amundsen. De Noor besloot, ondanks zijn matige band met Nobile, ook een poging te doen om het pakijs te bereiken. Hij stortte echter met zijn watervliegtuig neer in de Barentsz Zee. Zijn vliegtuig werd nooit meer teruggevonden. In februari 2009 startte een Noorse marine een zoektocht naar Amundsen. Helaas werd zijn lichaam niet aangetroffen. De Noor stierf op 55-jarige leeftijd in het harnas, tijdens een van de vele avontuurlijke en gevaarlijke tochten waar hij zijn hele leven aan had gewijd.

De secretaris verhaalde onlangs van de verovering van de Zuidpool door Amundsen in de wedloop met Scott. Terwijl Amundsen glorieus de terugreis aanvaardde, was Scott nog onderweg met de hoop de eerste mens te worden die deze legendarische plek zou bereiken. Hij besloot begin 1912 om een vijfde man toe te voegen aan de selecte groep die de laatste etappe moest gaan afleggen. Dit bleek een kolossale misrekening, want zowel het geprepareerde voedsel als uitrusting was afgestemd op vier personen. Oates, Bowers, Wilson, Evans en Scott, die dus zelf de sleden moesten trekken nadat de ponies gestorven waren, kregen bovendien te kampen met talrijke sneeuwstormen.

Zeer vermoeid bereikten Scott en zijn mannen op 17 januari de Zuidpool, maar tot hun grote teleurstelling zagen ze de Noorse vlag en Amundsens tent: "Mijn God, dit is een afschuwelijke plek..." schreef Scott in zijn logboek. "Nu snel terug. Het wordt een wanhopige strijd. Ik vraag me af of we het halen". Scotts jarenlange droom was een nachtmerrie geworden. Op de terugtocht werd het vijftal geteisterd door gezondheidsproblemen: scheurbuik, bevriezing en uitputting. Op 7 februari bereikten ze Beardmore Gletsjer en daar verzamelden ze, ondanks hun aangetaste moreel en lichamelijke toestand, stenen voor geologisch onderzoek.

Tijdens de afdaling van de gletsjer verdwaalden de vijf herhaaldelijk. Evans stortte in, werd duizelig en begon onsamenhangend te praten. Enkele dagen later kon de zeeman het tempo niet meer bijhouden: ernstig bevroren en met een wilde blik in zijn ogen viel hij op zijn knieën. In de daaropvolgende nacht stierf hij. Oates was de tweede die verzwakte. De legerofficier smeekte de anderen hem achter te laten om te sterven, maar zij weigerden. Toen ze in de tent waren, bedacht hij een smoesje om enkele minuten naar buiten te kunnen. Hij strompelde een sneeuwstorm in en werd nooit meer teruggezien.

Tot overmaat van ramp raakte de kook- en verwarmingsvloeistof op, onmisbaar om in leven te blijven. Op 21 maart, slechts 11 mijl verwijderd van hun laatste voedseldepot, stak een nieuwe hevige sneeuwstorm op die de drie overgebleven mannen noopte om in hun tent te blijven. Er was geen redding meer mogelijk. Toen Scott zich realiseerde dat ze zouden sterven, schreef hij met zijn laatste krachten enkele ontroerende brieven. Aan Wilsons vrouw: "Ik kan niets meer voor je doen dan te vertellen dat hij stierf zoals hij leefde, als een dapper en eerlijk mens - de beste kameraad en de trouwste vriend. Mij hele hart gaat naar je uit. Het spijt me. R. Scott".

Ongeveer een week later maakte de Engelse ontdekkingsreiziger zijn laatste aantekening: "Het is jammer, maar ik denk niet dat ik nog meer kan schrijven. In hemelsnaam zorg voor onze mensen". Acht maanden later werden hun lijken gevonden. Scotts slaapzak was open en zijn ene arm lag over Wilson, waarschijnlijk de beste vriend in dit gezelschap. In een zak naast de lichamen zaten de 15 kilo Beardmorestenen die ze tot het eind met zich mee gesleept hadden.

Goed het is een paar maanden voorbarig, maar dit jaar is het 100 jaar geleden dat de Zuidpool werd ontdekt. Iedereen weet hopelijk, behalve diegenen die wel heel erg hebben zitten suffen op school, dat deze eeuwige roem te beurt is gevallen aan de Noorse ontdekkingsreiziger Roald Amundsen. Een bijzonder knappe prestatie die extra tot de verbeelding sprak, doordat Amundsen in een felle en heoïsche strijd was verwikkeld met de Engelsman Robert Falcon Scott, die hij uiteindelijk 35 dagen voorbleef.

Scott was een temperamentvolle en harde avonturier die na in het najaar van 1910 aangekomen te zijn in Nieuw-Zeeland, verrast werd door een telegram van Amundsen. De gestructureerde en socialere Noor had zijn zinnen op de Zuidpool gezet, toen hij vernam dat Robert Peary als eerste ter wereld zijn voet op de geografische Noordpool had geplaatst, een feit dat overigens tot op de dag van vandaag wordt betwist. Amundsen meldde: 'Berichten u dat wij opstomen naar Antartica': de race naar de Zuidpool was begonnen.

Scott was in zijn keuzes voor kleding en dieren ongelukkiger dan Amundsen. Waar de Noor veel profijt had van zijn in uitstekende conditie verkerende Siberische honden, kampte de Engelsman met problemen: zijn zware Siberische ponies leden erg onder kou en hadden last van de fijne sneeuw die door hun ruige vacht drong. De ervaren Amundsen had qua kleding veel geleerd van de eskimo's: zijn loszittende bontpakken waren warm en een stuk lichter dan de zware, lang nat blijvende pakken van Scott en zijn metgezellen.

Bij Amundsen liep het evenwel ook niet helemaal op rolletjes. In tegenstelling tot zijn concurrent kon hij geen brede gletsjer vinden. Bovendien was de sneeuw zo los dat de honden moeilijk hun voedsel konden opsporen. Desalniettemin bleef hij een voorsprong houden op Scott, wiens mannen inmiddels zelf hun sleden moesten trekken, hetgeen een flinke aanslag was op hun lichamen. Op 7 december 1911 bereikten Amundsen en zijn companen de 88 23'Z.B., verder dan de befaamde Shackleton was geweest in 1909.

Amundsen besefte nu dat de glorie dichtbij was: 'De tranen stonden in mijn ogen: ik kon ze met geen mogelijkheid onderdrukken. Gelukkig was ik iets voor op de anderen, zodat ik tijd had weer wat bij te komen en mijn gevoelens meester te worden, voordat ze me bereikten'. De nacht voor de 14e december sliep de Noor zeer licht: gelijk een kleine jongen voor zijn verjaardag verlangde hij naar de volgende dag. Om 3 uur 's middags werd de Noorse vlag geplant op 90 Z.B. de 'bodem' van de wereld!

De terugreis verliep relatief soepel. Met ruimschoots voedsel en de verlichting van de triomf, bereikten de helden op 25 januari het basiskamp. Hoe anders ging het ondertussen met Scott en zijn mannen...

[bron: https--nutblog.wordpress.com/tag/roald-amundsen]

--- Over (foto 2): Roald Amundsen ---

Roald Engelbregt Gravning Amundsen (Borge, 16 juli 1872 - Noordelijke IJszee, rond 18 juni 1928) was een Noorse ontdekkingsreiziger in de poolgebieden. Hij was de eerste mens die de Zuidpool bereikte.

Amundsen werd geboren in Borge, (tegenwoordig deel van Fredrikstad, provincie Ostfold) even buiten Sarpsborg in het zuidoosten van Noorwegen, in een familie van Noorse scheepseigenaars en kapiteins. Nadat hij onder de indruk raakte van Fridtjof Nansens oversteek van Groenland in 1888 besloot hij om ook ontdekkingsreiziger te worden.

Eerste expedities

De Belgische Antarctische expeditie (1897-1899)

Hij voegde zich als tweede stuurman bij de expeditie (1897-1899), geleid door Adrien de Gerlache. Hun schip, de Belgica, werd het eerste schip dat overwinterde in Antarctica nadat het vastgevroren raakte in het pakijs van de toen nog niet in kaart gebrachte Bellingshausenzee. Aan boord was ook de Amerikaanse dokter en poolreiziger, Frederick Cook. Cook redde waarschijnlijk de bemanning van scheurbuik door ze te verplichten vers zeehondenvlees te eten in plaats van het ingeblikte voedsel dat aan boord was: een belangrijke les voor Amundsens toekomstige expedities. Nog steeds aan boord van de ingesloten Belgica nam Amundsen formeel ontslag als expeditielid omdat hij te weten kwam dat het schip volgens een geheime overeenkomst tussen de Gerlache en zijn opdrachtgevers steeds onder een Belgische gezagvoerder diende te varen. Dat betekende dat hij gepasseerd zou worden door derde stuurman Melaerts. Amundsen, die voor de expeditie afgezien had van enig loon, vatte dit op als een aantasting van zijn eer, en liet in een brief aan de Gerlache weten dat hij zijn rol voortaan beperkt zag tot die van een zeeman aan boord van een vastgevroren schip die zijn lotgenoten als mens behulpzaam diende te zijn.

De Noordwestelijke Doorvaart (1903-1906)

In 1903 vertrok Amundsen als expeditieleider aan boord van de Gjoa om als eerste de volledige noordwestelijke doorvaart te maken. Ze reisden via de Baffinbaai tot bij de noordelijke kust van Alaska waar het schip twee overwinteringen doorstond. Tijdens deze periode bestudeerde hij de noordelijke volkeren. Hij nam al snel hun kledingstijl over en leerde van hen het sleerijden met honden. Het schip verliet de Arctische Archipel op 17 augustus 1905, en op 26 augustus was er een ontmoeting met de Charles Hanson uit San Francisco. De Gjoa raakte echter opnieuw ingevroren, en om het nieuws van de geslaagde doorvaart bekend te maken, reisde Amundsen skiënd en per hondenslee naar de dichtstbijzijnde telegraafpost, zowat 800 kilometer verderop. Een jaar later bereikte zijn schip uiteindelijk de Beringstraat.

Vervolgens besloot Amundsen om naar de Noordpool te gaan. Nadat begin september 1909 bekend werd dat Frederick Cook, en enkele dagen later Robert Peary beweerden de Noordpool bereikt te hebben, besefte Amundsen dat de expeditie naar de Noordpool die hij aan het voorbereiden was, zijn belangrijkste reden van bestaan kwijt was. Nog diezelfde maand veranderde hij zijn plannen radicaal en besloot hij naar Antarctica te gaan en een poging te wagen om de Zuidpool te bereiken. Deze koerswijziging hield hij echter geheim, behalve voor enkele ingewijden. Pas na zijn vertrek met de Fram in augustus 1910 maakte hij van een tussenstop in Funchal gebruik om zijn expeditieleden op de hoogte te brengen. Hoewel totaal verrast door de mededeling gingen alle expeditieleden akkoord met zijn plan, ook al bood Amundsen hen de mogelijkheid hun contract te verbreken. Zijn broer Leon maakte het nieuws openbaar tijdens een persconferentie in Oslo op 1 oktober, en via een telegram werd ook Robert Falcon Scott verwittigd. De leider van de Britse Zuidpoolexpeditie ontving het nieuws toen hij op 12 oktober aanmeerde in Melbourne, op weg naar Antarctica in een poging om zelf de pool te bereiken. Hij kon aanvankelijk maar moeilijk vatten wat Amundsen precies bedoelde met zijn korte bericht "Beg leave to inform you Fram proceeding Antarctic Amundsen", en het zou nog enige tijd duren voordat hem duidelijk werd dat de tocht naar de pool een wedstrijd zou worden.

De Fram voer op 3 januari 1911 het pakijs in en kwam drie dagen later weer in het open water van de Rosszee. Op 11 januari kwam het Ross-ijsplateau in zicht en op 14 januari werd aangemeerd in de Bay of Whales. Amundsen besloot hier zijn uitvalsbasis Framheim te bouwen omdat hij ervan overtuigd was dat het ijs hier op begane grond lag en er dus geen risico op afdrijven bestond. Zijn basis lag op 78°28' ZB, zowat 90 km dichter bij de pool dan de basis van Scott op Kaap Evans in McMurdo Sound, maar deze kon voortbouwen op de bekende route van Ernest Shackleton die in 1909 tot op 150 km van de pool gekomen was. Amundsen zou zijn eigen weg moeten vinden door het Transantarctisch Gebergte.

Eind januari was de basis volledig klaar en startte de voorbereiding van de pooltocht, die gepland was na de winter. In de ochtend van 4 februari kwam er onverwacht bezoek: de Terra Nova, het expeditieschip van Scott, die ondertussen zelf op zijn basis aan de slag was, deed de baai aan in de hoop er onder leiding van Victor Campbell aan land te gaan om het nog onbekende King Edward VII Land te kunnen verkennen. Het zicht van de Fram en de Noorse expeditie sloeg de Britten met verbazing: zij hadden tot dan toe geen idee gehad van Amundsens precieze plannen, en zagen nu hoe hun directe concurrent zich een uitstekende uitgangspositie had verworven. Na wederzijdse bezoeken aan boord en een bezoek aan Framheim, voer de Terra Nova terug naar McMurdo Sound om Scott op de hoogte te brengen.

Tijdens de resterende twee zomermaanden werden vanaf de basis drie voedseldepots aangelegd op 80, 81 en 82° zuiderbreedte. Zowel de route tot 82° als de depots zelf werden volgens een precies systeem bewegwijzerd, zodat ze ook bij slechte zichtbaarheid makkelijk terug te vinden zouden zijn.

De overwintering in de hut werd gebruikt om de uitrusting systematisch aan te passen in functie van de ervaringen opgedaan tijdens de depottochten. Oscar Wisting maakte nieuwe, lichtere tenten met ingenaaid grondzeil en een enkele centrale tentstok, om het opzetten bij sterke wind mogelijk te maken. De oorspronkelijk witte stof werd zwart gekleurd om de zichtbaarheid te vergroten, de ogen rust te gunnen en de zonnewarmte beter vast te houden. Het gewicht van de standaardsleden werd van 50 kg tot 35 kg teruggebracht en drie extra lichte sleden van 24 kg werden ter plekke gemaakt door Olav Bjaaland. Van vijftig sledekisten werd per stuk 3 kg afgeschaafd en voorzien van een opening bovenaan, zodat proviand en materiaal direct bereikbaar werden en de tijd en energie nodig om de kisten te lossen en laden onderweg uitgespaard werden. De skibindingen werden demonteerbaar gemaakt opdat de honden de hielriemen niet zouden opeten.

Amundsen begon zijn tocht naar de Pool op 8 september 1911 samen met zijn zeven expeditieleden. Al snel na de start daalde de temperatuur tot onder -50 °C en zag hij zich gedwongen terug te keren om beter weer af te wachten. De te vroege en mislukte start gaf op de basis opnieuw aanleiding tot openlijke kritiek op Amundsen door Hjalmar Johansen en Kristian Prestrud die zich op de overhaaste terugreis aan hun lot overgelaten hadden gevoeld. Amundsen besliste daarop die twee niet langer mee te nemen naar de Pool en eiste van alle anderen apart en in het geheim een eed van trouw aan hem. Het was nu wachten op beter weer voor een nieuwe poging.

Op 19 oktober vertrok hij met vier teamleden, Olav Bjaaland, Helmer Hanssen, Sverre Hassel en Oscar Wisting. Elk van zijn teamleden had een slede getrokken door 13 honden. De route liep pal zuid over het Ross-ijsplateau. Al na vier dagen bereikten ze, ondanks slecht zicht en moeilijk terrein, het depot op 80°. Daar werden de sleden volgeladen en werd twee dagen rust gehouden. Op 3 november werd het laatste vooraf aangelegde depot op 82° gehaald en op 15 november stonden ze op 85° ZB aan de voet van het Transantarctisch Gebergte. Terwijl Amundsen voor de tocht over het Ross-ijsplateau kon teren op de ervaringen van eerdere expedities en zijn eigen depottochten, stond hij nu voor volledig onbekend terrein. Hij koos voor een route over de gletsjer die vrijwel vlak voor hen lag op de directe route naar de Pool, die hij naar een van zijn belangrijkste sponsors de Axel Heiberggletsjer noemde. In vier dagen klaarden ze de klus en op 21 november bereikten ze het Antarctisch Plateau. Boven gekomen werden, zoals vooraf gepland, in het kamp 24 honden gedood om de overblijvende dieren voedsel te verschaffen. Op 25 november begon de tocht over de hoogvlakte, maar sneeuwstormen en bijzonder slecht terrein vertraagden de voortgang. Op 7 december sneuvelde het record van 88°23' ZB dat Ernest Shackleton in 1909 had neergezet, waarna op 14 december met de zestien overblijvende honden de Pool zelf bereikt werd.

Om zeker te zijn van zijn zaak nam Amundsen drie dagen de tijd om de nodige astronomische metingen te doen om de precieze plaats te bepalen. Bovendien liet hij zijn metgezellen extra tochten maken om de poolzone verder af te bakenen. Bij zijn vertrek, drie dagen later, liet hij in een reservetent, samen met enige uitrusting, een bericht achter voor Scott met de vraag een in de tent achtergelaten brief gericht aan koning Haakon VII mee te nemen. Dit deed hij uit voorzorg voor het geval dat zijn terugtocht fataal zou aflopen. De brief werd later gevonden bij het lichaam van de overleden Scott. De terugtocht, nu meestal met rugwind en over een goed bebakende route, werd voltooid in 42 dagen (tegen 56 voor de heenreis) en leverde geen noemenswaardige problemen op. Op het Ross-ijsplateau werd soms tot 34 zeemijl per dag afgelegd. Om 4 uur 's morgens op 25 januari was het gezelschap terug in Framheim.

De Fram was op 8 januari teruggekeerd naar de Bay of Whales na maandenlang oceanografisch onderzoek. Op 30 januari werd koers gezet naar Hobart Australië dat op 7 maart bereikt werd. Pas toen werd Admundsens succes bekendgemaakt.

Zijn reis beschreef hij in een boek dat in 1913 in Engelse vertaling verscheen: The South Pole: An Account of the Norwegian Antarctic Expedition in the "Fram", 1910-1912. Een Nederlandse vertaling, Aan de Zuidpool, kwam in hetzelfde jaar uit.

In het Amsterdamse Concertgebouw heeft hij in 1912 uitvoerig gesproken over zijn reis naar de Zuidpool.

In 1918 begon Amundsen een expeditie met een nieuw schip, de Maud (medegefinancierd door het Noorse parlement), om de Noordoostelijke Doorvaart te bevaren. Op 16 juni vertrok het schip uit Tromso. Bijna meteen kreeg het schip echter te kampen met verrassend krachtig drijfijs. Amundsen besloot daarop op 18 september om te overwinteren aan de noordkust van Siberië bij Kaap Tsjeljoeskin. De problemen stapelden zich echter op: eind september liep Amundsen een splinterbreuk op aan zijn linkerschouder bij een zware val. De wonden waren nog maar net geheeld of hij werd op 8 november aangevallen door een ijsberin, die hem vier diepe rugwonden toebracht. Op 10 december liep hij een koolstofmonoxidevergiftiging op tijdens zijn wetenschappelijke werkzaamheden. Volgens hemzelf was hij na enkele uren weer de oude, maar scheepsarts Oscar Wister zag dit toch anders: "Dat was een kwade geschiedenis, en zijn hart heeft zich er niet meer van hersteld".

Van een planmatige expeditie kon toen geen sprake meer zijn. Pas op 18 januari 1919 kon het schip weer uitbreken uit het ijs. Maar ook in de daaropvolgende maanden kwam het schip slechts langzaam vooruit. Op 23 september van dat jaar was Amundsen gedwongen opnieuw te overwinteren aan de kust van Siberië, ditmaal bij het eiland Ajon. Plannen om de noordpool per sleden te bereiken werden opgegeven. Amundsen besloot tijdens de tweede overwintering om alleen nog naar Alaska te varen met zijn schip en zich niet meer mee te laten voeren door het pakijs. Een aantal bemanningsleden bezochten en onderzochten de lokale bevolking van de Noord-Siberische kust en Amundsen verleende twee mannen toestemming om naar Dikson te reizen, maar zij kwamen onderweg om het leven. Pas begin maart 1920 wist de Maud weer aan het ijs te ontsnappen. Tegen die tijd was de motivatie bij alle teamleden gedaald tot een dieptepunt. Op 20 juli 1920 bereikte het schip uiteindelijk, na twee jaar, de haven van Nome in Alaska. Amundsen vloog vandaaruit naar Seattle, en de rest van de reis van de Maud verliep daarop zonder hem.

In 1925 vloog hij met Lincoln Ellsworth en vier anderen naar 87° 44' noordelijk in twee vliegtuigen. Het was de noordelijkste breedtegraad die ooit bereikt was met vliegtuigen. Het volgende jaar staken Amundsen, Ellsworth en de Italiaanse aeronautische ingenieur Umberto Nobile als eersten in het luchtschip Norge de Noordpool over. Ze verlieten Spitsbergen op 11 mei 1926, en landden twee dagen later in Alaska.

Amundsen verdween in 1928 bij een vliegtuigcrash in de Noordelijke IJszee, tijdens een reddingsmissie voor Nobile, die tijdens zijn tweede poolreis met de Italia gestrand was. Zijn vliegtuig werd nooit teruggevonden. In februari 2009 startte de Noorse Koninklijke Marine een nieuwe zoektocht naar het lichaam van Amundsen. Op 5 september 2009 werd bekend dat de marine niet in haar missie geslaagd was. Het lichaam van Amundsen is dus tot op heden niet gevonden.

In de loop van de twintigste eeuw is er steeds meer twijfel gerezen over de geldigheid van de beweringen van Cook en Peary. Van Cook wordt algemeen aangenomen dat hij de Noordpool nooit bereikt heeft, en over Peary bestaan ook zekere twijfels. Ook wordt betwijfeld of Byrds vliegtuigvlucht op 9 mei 1926 werkelijk de Pool bereikt heeft. Het is dan ook heel goed mogelijk dat Amundsen op 12 mei 1926, zonder het te weten, ook degene was die als eerste mens de Noordpool bereikte.

Bibliografie

  • Roald Amundsen mijn Noordpoolvlucht, 1925, W. de Haan
  • Roald Amundsen en Lincoln Ellsworth de eerste vlucht over de Noordpool, 1926, H.J.W.Becht
  • Roald Amundsen mijn leven als ontdekkingsreiziger, 1931, A.W. Sijthoff
  • Hugo Decleir (red.) Roald Amundsens Belgica-Dagboek, 1998, ISBN 90 5240 571 9
  • Roald Amundsen The Roald Amundsen diaries, the South Pole expedition 1910-12, 2010, Fram Museum
  • Johan Lambrechts Antarctica. Het verhaal van de Belgen op de pool (Antwerpen 2007), tweede herziene editie Antarctica. De Belgen op de pool (2011)
  • De laatste Viking, Stephen Bown, ISBN 9789061006749

[bron: wikipedia]

Noorse ontdekkingsreiziger die in 1911 als eerste mens de geografische zuidpool bereikte. Opvallend aan deze tocht was vooral dat op datzelfde moment ook een team van de Britse ontdekkingsreiziger Robert Falcon Scott probeerde de zuidelijke pool te bereiken. Amundsen arriveerde 35 dagen voordat Scott de zuidpool bereikte.

Roald Amundsen wordt op 16 juli 1872 geboren in Borge, een plaats in het zuidoosten van Noorwegen. Dit in een familie van scheepseigenaren en kapiteins. Als Amundsen op jonge leeftijd hoort over de reis die zijn landgenoot Fridtjof Nansen in 1888 naar Groenland maakt, raakt hij geïnspireerd en besluit hij óók ontdekkingsreiziger te worden.

In 1897 neemt hij deel aan een tweejarige Belgische Antarctische Expeditie die geleid wordt door Adrien de Gerlache. Het schip waarop de expeditieleden zich bevinden, de Belgica, is het eerst schip dat overwintert in Antarctica.
Noordwestelijke Doorvaart

Enkele jaren na deze expeditie (1903) leidt Amundsen een expeditie die als doel heeft de Noordwestelijke Doorvaart, de route van de Atlantische Oceaan naar de Grote Oceaan door de poolarchipel van Canada, over te steken. De expeditie verloopt aanvankelijk niet succesvol. De expeditieleden komen met hun schip vast te zitten in het ijs en moeten wachter op het einde van de winter. Een jaar later bereikten ze eindelijk hun doel.

Na deze barre tocht bereidt Roald Amundsen in 1909 een expeditie voor om als eerste de geografische noordpool te bereiken. September dat jaar verneemt hij echter dat de Amerikaanse ontdekkingsreiziger Robert Peary hem voor is geweest. Amundsen besluit hierop zijn plannen te veranderen. De zuidpool wordt zijn doel. Tot op dat moment is er nog nooit een mens in geslaagd het zuidelijkste puntje van de aarde te bereiken.

De Noor vertrekt in 1910 en overwintert samen met zijn team in de buurt van het Ross-ijsplateau in de Walvisbaai. Op dat zelfde moment is ook de Britse ontdekkingsreiziger Robert Falcon Scott bezig met een missie naar de zuidpool. Amundsen heeft echter een voorsprong. Hij bevindt zich 90 kilometer dichter in de buurt van de zuidpool dan zijn concurrent, maar deze heeft echter een snellere route naar de pool. Amundsen moet, om bij de zuidpool te komen, een weg vinden door Trans-Antarctische bergen.

De echte tocht van Amundsen naar de geografische zuidpool begint op 20 oktober 1911. Hij reist samen met Olav Bjaaland, Helmer Hanssen, Sverre Hassel en Oscar Wisting en bereikt de zuidpool op 14 december 1911. Robert Falcon Scott bereikt de zuidpool 35 dagen later en vindt op de zuidpool de tent van Amundsen en een aan hem gerichte brief. Het vergaat de Brit en zijn teamleden hierna slecht. Allen overlijden als ze op de terugweg zijn naar hun kamp.

Amundsen laat pas op 7 maart 1912 aan de wereld weten dat hij en zijn expeditieleden de zuidpool hebben bereikt.

Met de Norge naar de noordpool

In 1925 probeert Amundsen per luchtschip de geografische noordpool te bereiken. Hij wordt gesteund door de vermogende James Ellsworth. De eerste poging slaagt niet. In 1925 volgt een tweede poging. Met aan boord onder andere Lincoln Ellsworth, de Italiaan Umberto Nobile en piloot Hjalmar Riiser-Larsen stijgt het luchtschip genaamd de Norge op 11 mei 1926 op vanaf Svalbard. Zestien uur later bereikt het schip de geografische noordpool. De bemanning gooit hierop Noorse, Italiaanse en Amerikaanse vlaggen naar beneden.

Het is mogelijk dat Amundsen de eerste was die ook de geografische noordpool bereikte. Aan de rechtmatigheid van eerdere claims van ontdekkingsreizigers als Frederick Cook en Robert Peary wordt namelijk getwijfeld.

De avontuurlijke Noor sterft in 1928 tijdens een vliegtuigcrash in de Noordelijke IJszee. Dit tijdens een reddingsmissie. Het neergestorte vliegtuig en het lichaam van Amundsen zijn nooit teruggevonden.

[bron: https--historiek.net/roald-amundsen-1872-1928/736]
Zoekertjesnummer: m2137871957