Zee-egels leven meestal op de zeebodem, vaak in ondiepe wateren zoals koraalriffen of tussen stenen. Ze geven de voorkeur aan plekken met veel algen en zeegras, wat ook hun voedselbron is. Deze dieren zijn vaak te vinden op verschillende diepten, van enkele centimeters tot duizenden meters onder zeeoppervlak, afhankelijk van de soort.
Een zee-egel heeft een ronde of ovale vorm en is bedekt met een harde schaal die stekels of poten bevat om zich voort te bewegen. De kleur varieert van groene, paarse, tot gele tinten. De stekels kunnen soms scherp zijn, wat hen helpt te beschermen tegen roofdieren. Ze hebben ook een stel buisvoetjes dat helpt met bewegen en zich vast te houden aan oppervlakken.
Zee-egels voeden zich voornamelijk met algen, die ze van rotsen of de zeebodem schrapen met hun gespecialiseerde mondstructuur, die vaak lijkt op een tandwiel. Ze zijn herbivoren en spelen een belangrijke rol in het ecosysteem door te helpen de algenpopulaties in balans te houden.
Ja, je kunt zee-egels vinden op het strand, vooral na een storm wanneer ze door de golven zijn opgeworpen. Ze kunnen vaak worden gezien in de getijdenzone of net onder het wateroppervlak. Het is belangrijk om voorzichtig te zijn en ze niet te storen, omdat ze een belangrijke rol spelen in hun ecosystemen.
Zee-egels zijn over het algemeen niet schadelijk voor mensen, maar hun stekels kunnen pijnlijke steken veroorzaken als je erop trapt. Dit kan leiden tot zwellingen en ongemak. Het is altijd goed om voorzichtig te zijn en je weg te kijken waar je loopt in gebieden waar zee-egels kunnen zijn.