Het skelet heeft verschillende belangrijke functies. Het biedt vooral ondersteuning aan het lichaam, wat cruciaal is voor een goede houding en stabiliteit. Daarnaast beschermt het belangrijke organen zoals het hart en de longen, en speelt het een belangrijke rol bij de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg en het opslaan van mineralen zoals calcium en fosfor.
Een volwassen menselijk skelet bestaat uit ongeveer 206 botten. Dit aantal kan variëren door anatomische verschillen zoals extra botjes of een afwijking, maar gemiddeld hebben de meeste volwassenen dit aantal. Bij baby's zijn er zelfs meer dan 270 botten, maar deze botten fuseren terwijl ze opgroeien.
Hoewel de termen 'skelet' en 'geroemte' vaak door elkaar worden gebruikt, hebben ze verschillende connotaties. Het skelet betreft specifiek de botstructuur van het lichaam, terwijl 'geraamte' vaak wordt gebruikt om te verwijzen naar de complete botstructuur inclusief de spanning en de wijze waarop het aan elkaar verbonden is. Eerst wordt echter de benaming skelet gebruikt in de anatomie, en de andere term komt meer voor in de populaire cultuur.
Het skelet beschermt vitale organen door een stevige structuur eromheen te bieden. Bijvoorbeeld, de ribben beschermen de hart en longen, terwijl de schedel de hersenen beschermt tegen schade van buitenaf. Hierdoor kunnen de organen goed functioneren zonder direct blootgesteld te worden aan beschadigingen.
Het skelet speelt een cruciale rol bij beweging en lichaamshouding. Botten functioneren als hefboomarmen in samenwerking met spieren om beweging mogelijk te maken. Gewrichten, waar de botten samenkomen, maken verschillende bewegingen mogelijk, zoals buigen, strekken en draaien, wat essentieel is voor lichamelijke activiteiten zoals lopen, rennen en springen.