"De verloving van Mr. Hire" Simenon (1960)

"De conciërge hoestte voordat kloppen, gelede, kijkend naar de catalogus van La Belle-Jardinière die ze in haar hand hield:" Het is een brief voor u, meneer Hire "En ze omhelsde haar sjaal om haar borst We verhuisden achter... de bruine deur. het was soms links, soms rechts, soms voetstappen, soms een zacht geritsel van stof of een botsing van aardewerk, en grijze ogen de conciërge leek, door het paneel, om het spoor te volgen. de onzichtbare geluid . Deze eindelijk benaderde. de sleutel omgedraaid. een rechthoek van licht verscheen, een tapijt met gele bloemen, het marmer van een wastafel. een man stak zijn hand uit, maar de conciërge zag hem niet, of hem. zaag slecht, in in ieder geval lette er niet op, want zijn snuffelende blik was op een ander voorwerp blijven steken: een in bloed gedrenkte handdoek, waarvan het donkerrode afstak tegen de kou van het marmer...'