Reizen zonder John|Geert Mak 9789045027555

€ 16,00
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,94
241sinds 28 apr. '24, 18:05
Deel via
of

Kenmerken

ConditieZo goed als nieuw
OnderwerpMaatschappij en Samenleving
Jaar (oorspr.)2016
Auteurzie beschrijving

Beschrijving

||boek: Reizen zonder John|Op Zoek naar Amerika|Atlas Contact

||door: Geert Mak

||taal: nl
||jaar: 2016
||druk: 22e druk
||pag.: 575p
||opm.: paperback|zo goed als nieuw

||isbn: 978-90-450-2755-5
||code: 1:000135

--- Over het boek (foto 1): Reizen zonder John ---

Op 23 september 1960 vertrok de legendarische schrijver John Steinbeck met zijn poedel Charley voor een expeditie dwars door het Amerikaanse continent. Hij wilde zijn land en zijn landgenoten opnieuw leren kennen. Precies vijftig jaar later, op het uur af, stond Geert Mak opnieuw voor het oude huis van Steinbeck. Het was het begin van een hernieuwde inspectietocht, in het voetspoor van Charley en John, maar nu met de ogen van 2010. Wat is er de afgelopen halve eeuw in de Amerikaanse steden en dorpen veranderd? Waar is Mainstraat USA gebleven? Met welke dromen joegen de Amerikanen al die eeuwen hun idealen na? Wat is ervan terecht gekomen? Wat rest er nog van die 'stad op de heuvel', het Beloofde Land waarnaar ooit de hele wereld opkeek? En bovenal: wat hebben we nog samen, Amerika en Europa, in de 21e eeuw?

Geert Mak vermeed, net als John Steinbeck, de gebaande paden. Hij reed duizenden mijlen door de aardappelvelden van Maine en de eindeloosheid van het Midwesten, zat dag na dag aan tafel met boeren, arbeiders, vissers en schoolmeesters, stuitte op glanzende voorsteden en dichtgetimmerde dorpswinkels, zocht, telkens opnieuw, naar de verhalen van dit land waarover niemand ooit raakt uitgepraat.

En dan was er John Steinbeck zelf. Het boek dat hij over zijn reis schreef, Reizen met Charley, werd een Amerikaanse klassieker: zo zagen de Amerikanen zichzelf graag. Maar wat dreef hem werkelijk, in dat historische najaar van 1960?

De pers over Reizen zonder John

'...een monumentaal boek met prachtige passages en een schat aan informatie. (...) In dit boek heeft Mak minstens zoveel goede momenten als zijn illustere voorganger. En qua betrouwerbaarheid wint hij het met gemak.' --Paul Brill in de Volkskrant

'Een prachtig geschreven boek over de geschiedenis van een Amerika dat in de eindtijd verkeert.' --Hans Renders in Het Parool

'Reizen zonder John is allesomvattend, razend goed verteld en volkomen meeslepend. (...) Maks eruditie is andermaal verbulffend. Bovendien zijn de anekdotes bij hem nimmer vrijblijvend. (...) Mak heeft de zeldzame gave over ieder onderwerp razend boeiend te zijn.' --Steven de Foer van De Standaard

'Reizen zonder John is een zeer gevarieerd boek. De hedendaagse economische en maatschappelijke situatie in de Verenigde Staten, de geschiedenis en Maks persoonlijke reiservaringen zijn op een soepele wijze met elkaar verbonden. (...) een zeer onderhoudend en alarmerend portret van de Verenigde Staten.' --Historiek.nl

'Hij is er in zijn pendant van het 'aanstekelijke' boek van Steinbeck in geslaagd samenhang aan te brengen tussen het historische en het hedendaagse Amerika, een land dat niet altijd even goed wordt begrepen door 'de neven en nichten' in Europa. En omdat het nog steeds het machtigste land is en zo'n enorme invloed heeft op Europa, is de weerslag van zijn lange reis door staten als Maine, Illinois, Montana, Oregon, Californië, Arizona, Texas en Louisiana een aanrader, zeker voor de reislustigen onder ons. (...) Zijn boek is doorspekt van rake observaties, fraaie dialogen, historische verwijzingen en typisch 'makkiaanse' beschrijvingen.' --Wio Joustra - Leeuwarder Courant

Geert Mak op radio en TV - Een fragment:

'Niemand kon vertellen wanneer het grote feesten precies was losgebarsten. Er waren mensen die beweerden dat het al direct na de oorlog losging, onmiddellijk na vj-Day op 14 augustus 1945, toen iedereen danste op straat en een gevluchte Duitse jood, Alfred Eisenstaedt van Life, op Times Square de plaat van zijn leven schoot: een matroos die, uitzinnig van vreugde, een kus drukt op de lippen van een verpleegster.

Het waren de maanden waarin uit alle hoeken van de wereld de gi's terugkwamen, de jaren waarin iedereen plotseling zakken vol geld had, want ook in Amerika was alle luxe jarenlang schaars geweest, en op rantsoen. Nu kon je opeens weer wasmachines kopen, en radio's, en de nieuwste Chevrolet. General Electric overspoelde het land met luxe uitvindingen: keukenmachines, broodroosters, elektrische vloerwrijvers, fm-radio's, elektrische dekens en ga zo maar door. Ze werden aangeprezen door de tv-verkoper bij uitstek, Ronald Reagan - een geliefd acteur die met dit werk gaandeweg leerde ook zichzelf te verkopen. Oude idealen werden opgeschort, 'selling out' werd een begrip - je ging werk doen waarin je geen zin had, maar waarbij je wel prima verdiende. Het waren de maanden en jaren waarin de Britse Vera Lynn de Amerikanen in het hart raakte: 'A kiss won't mean "goodbye" but "Hello to love"'. Ja, toen begon het, met die kus op Times Square.

Een ander begin van die glorieuze tijden, een oudere Amerikaan vertelde me dat ooit: de auto's. Voor hem begon het allemaal met de auto's. Of, beter, de kleuren van de auto's. Volgens hem was het de herfst van 1954. In dat najaar zag hij opeens drommen mensen voor de showrooms van de plaatselijke autodealers.

De aardse kleuren van voorheen waren vervangen door pastellen, roze en lichtblauw. De nieuwe modellen hadden ronde, panoramische voorruiten, en, bij de Cadillac, een vreemde achterkant, met staartvinnen als van een jachtvliegtuig. De verkopen vlogen omhoog, alleen al tussen 1954 en 1955 met 37 procent.

Nu braken er werkelijk andere tijden aan, zo'n gevoel gaven die auto's. En dat klopte: ergens in dat decennium veranderde de Amerikaanse maatschappij abrupt in toon en mentaliteit, van een overlevingssamenleving in een consumptiesamenleving, van een wereld van zwoegers in een wereld van genieters. De interieurs stonden nog vol spullen uit de jaren dertig en veertig, maar tussen die bruinige meubels en gehaakte kleedjes groeide een nieuwe levensstijl, met alle elementen van de oude soberheid, en tegelijk met een soort vrolijke verbazing. 'In welk sprookjesland zijn we nu terecht gekomen?', dat was de algemene stemming.

Natuurlijk, ook in Europa nam de welvaart tijdens de jaren vijftig toe. Maar als er in het toenmalige Europa werd gesproken over 'belangrijke aankopen', dan ging dat om een winterjas, een leunstoel, een stofzuiger. In Amerika dacht men aan een nieuwe auto, een televisietoestel, een afwasmachine. Bijna zestig procent van de Amerikaanse gezinnen bezat een eigen huis - dat was nooit eerder vertoond. Op de 'happiness-question' antwoordde rond 1957 meer dan de helft van de Amerikanen: 'Very happy'. Nooit was het meetbare geluk zo groot geweest, nooit zou het ook meer zo groot worden.

Wie nog eens teruggeslingerd wil worden naar het toenmalige Amerika moet op YouTube eens kijken naar het familiefilmpje Disneyland Dream, gedraaid in de zomer van 1956 door de enthousiaste amateurfilmer Robbins Barstow. Barstow legde jaar na jaar de belevenissen van zijn gezin vast, en hij deed dat zo leuk en origineel dat zijn filmpjes langzamerhand klassiekers zijn geworden.

In Disneyland Dream neemt het gezin - vader, moeder, drie kinderen van vier tot elf - deel aan een wedstrijd van het nieuwe Scotch-plakband. Voor de winnaars ligt een reisje in het verschiet - met een vliegtuig! - naar Anaheim, Californië, naar het toen net geopende Disneyland. En warempel, de jongste zoon, Danny, wint de hoofdprijs met de ijzersterke slogan: 'Ik houd van Scotch cellofaan-plakband omdat, als dingen scheuren, ik het prima kan gebruiken.'

Opwinding alom, en alle buren van de Barstows - iedereen wordt bij naam genoemd, de vrouwen in losse bloemetjesjurken, de mannen in slobberbroeken en werkhemden - komen uit hun voortuinen om de familie uit te zwaaien. Vervolgens is er de spannende vliegreis van negen uur naar Californië, aan boord van een twa-Super Constellation, met ruimte voor welgeteld 64 passagiers. Dan de simpele kermis van het beginnende Disneyland. In het hotel juicht Barstow over het feit dat het chique zwembad nu ook voor hen toegankelijk is, ja, de dagen zijn voorbij dat deze luxe alleen aan een elegante elite was voorbehouden. Het gezin lost het budgetprobleem op door niet in restaurants te eten, maar buiten te picknicken.

Cynisme of twijfel is nergens te bekennen, iedere minuut van het filmpje is vol zon, onschuld en een onophoudelijk enthousiasme. Inderdaad, zo besluit Barstow zijn film, Walt Disney heeft gelijk, Disneyland is 'the happiest place on earth'. En het hele gezin is voor deze ervaring 'voor altijd dankbaar jegens Scotch-cellofaan-plakband'.

Het slotkoraal van deze lieflijke Amerika-cantate: vanaf nu horen we allemaal bij elkaar, en iedereen kan het maken in deze nieuwe tijden.

Wij, Europeanen, hoorden die klanken vanuit de verte. Voor ons, kinderen in de provincie, was Amerika een droomland, met een losse levensstijl waarvan een enkele keer een flard over de oceaan kwam zeilen. Kort na de val van de Berlijnse Muur logeerde ik bij een familie in Armenië: jarenlang hadden de meisjes er lege parfumflesjes van Chanel en Lancôme verzameld, de hele badkamer stond er vol mee, ergens diep in de flacons hing nog het aroma van het rijke Westen.

Op dezelfde manier beleefden wij, Europese kinderen van de jaren vijftig, Amerika: via een paar glimmende tijdschriften, via een speelgoedauto van zacht en taai plastic - alleen al het vliegwiel was van verbluffende kwaliteit -, via een gratis Donald Duck die op een herfstdag opeens in de bus viel, en waarbij duizend horloges - omgerekend in de huidige jeugdeconomie: duizend iPads - werden verloot. En dan de inhoud van het nummer: 'Donald Duck als schoolmeester', de neefjes wagen het zelfs om een ijsje op het hoofd van hun vermoeide oom uit te drukken! Zomaar een ijsje kapotduwen!

Uit dat Amerika komen op een gegeven moment pakjes groen-witte poeder waaruit een huisvrouw zomaar een pan soep kan toveren: California heet het spul. California fluisteren we, California. In de provinciestad waar ik opgroei sjouwen we vanaf onze moestuin met zelfgeteelde kool, sla en aardappels langs een paar nieuwe fabriekjes over de Marshallweg, genoemd naar een generaal die, zo begrijp ik, al die bedrijfjes schijnt te hebben betaald: Amerika! Wij kopen van ons zakgeld platte pakjes kauwgom, mooi ingepakt, met een los plaatje van een filmster - die sparen we -, en alles ruikt vreemd en rozig: Amerika! Lionel Hampton komt naar Nederland, in september 1953, de saxofonist speelt liggend op zijn rug, Hampton zelf verlaat zijn vibrafoon om een potje te gaan drummen en een dansje te maken op de tekst: 'Hey Ba Be Re Bop'. Het commentaar van het dagblad De Gelderlander: 'Mateloos moet die leegheid des harten zijn waarin de hang naar hogere waarden dan die van negergekreun zoek is.' Maar het publiek, niets gewend, is door het dolle heen. Amerika!'

EN WIE WAS JOHN?

John Steinbeck was in 1960 58 jaar oud. Hij was getrouwd met Elaine Anderson, een keurige Texaanse dame die een zekere gelijkenis vertoonde met Lady Bird Johnson, de vrouw van de invloedrijke senator en latere president. Ze woonden de meeste tijd in Sag Harbor, een oud vissersstadje aan de Oostkust, tussen de krokodillenkaken van Long Island, twee uur oostwaarts vanaf New York. Hij had er een klein huis, met in de tuin een schrijfkoepeltje waarin hij de meeste tijd doorbracht.

Het is begrijpelijk dat Steinbeck vanaf het eerste moment viel voor Sag Harbor. Hij was een kind van de andere oceaan, van de Westkust, uit Californië. Hij was afkomstig uit Salinas, het centrum van een welvarend boerengebied in het midden van Californië, zo'n twee uur ten zuiden van San Francisco.

Daarna zou hij jaren doorbrengen aan de oceaan in Pacific Grove, een half uurtje vanaf Salinas, vlakbij de stinkende sardine-industrie op de pieren van Monterey.

In die jaren begon hij met een reeks novellen die over de hele wereld bekend zouden worden: Tortilla Flat (1935), The Red Pony (1938), Of Mice and Men (1937), Cannery Row (1945) - met zijn vriend Ed Ricketts in de romantische rol van 'Doc' - en The Pearl (1947). De verhalen speelden zich meestal af in Californië, en altijd gingen ze over eenvoudige levens, over moeizaam verworven geluk, over het noodlot, over de taaiheid van de overlevers.

Hij had een enorm gevoel voor titels. The Grapes of Wrath (1939)- over het ellendige lot van degenen die in de jaren dertig door de grote droogte in de Midwest van hun land waren verdreven - en East of Eden (1952)- een bijna bijbels drama over een worsteling tussen twee broers, min of meer gebaseerd op zijn eigen familiegeschiedenis in Salinas, werden klassiekers.

Naar roem en onsterfelijkheid streefde hij niet - al kwam dat allemaal wel op zijn pad. In zijn hart was hij een teruggetrokken ambachtsman, een timmerman met woorden. Toch groeide hij uit tot een van de bekendste Amerikaanse schrijvers. Rond zijn veertigste was zijn status onaantastbaar, ieder nieuw boek van zijn hand was een gebeurtenis.

Steinbeck zelf twijfelde in zijn latere leven steeds meer over de kwaliteit van zijn werk. Hij vroeg zich bijvoorbeeld af hoe het kwam dat de meest auteurs, na een bestseller, nooit meer met iets goeds kwamen. Pas later, zou hij ooit vertellen, begreep hij het. 'Je wordt je bewust van jezelf, en dat is het einde van je schrijven.'

Zelf had hij in de jaren vijftig een indrukwekkend oeuvre op zijn naam staan, maar hij vond al dat succes maar dubieus: 'Ben ik dit wel waard?' 'Beteken ik eigenlijk wel iets? Hij schreef over het 'rusteloze Amerika', maar hij was er zelf een toonbeeld van, altijd zoekend, altijd worstelend met zichzelf. En dat kon hij dan weer overschreeuwen met een zekere blufferigheid.

Hij werd ziek, kreeg zelfs een lichte attaque. 'We naderen de leeftijd waarin we flink wat nieuws vinden in de pagina's met overlijdensberichten,' schreef hij zijn vriend Toby Street.

Daarna volgde er, zoals dat vaker gaat met oudere mannen die hun krachten voelen verminderen, opeens een explosie van activiteiten. Op de ochtend van Pasen 1960 ging hij in zijn schrijfkoepel zitten en schreef de eerste regels van een nieuwe roman, Winter of Discontent. En hij pakte nog een plan bij de kop. Terwijl hij ondergedompeld was in Winter had hij al een speciale truck besteld voor een grote rondreis door Amerika. Zijn hond zou meegaan, als enig gezelschap. In diezelfde brief aan Toby Street schreef hij: 'Ik heb een vrachtwagen met daarop een huisje, als de kajuit van een kleine boot. Waar ik ook stop, ik zal er thuis zijn. Het heeft een kachel, een bank, een tafel en een ijskast. Onze poedel Charley gaat met me mee. Dit is absoluut noodzakelijk voor mij. Ik moet zien hoe het land eruit ziet en ruikt en klinkt.'

Het moest, kortom, de klassieke reis worden van de eenzame held, met Charley als Sancho Panza, de schildknaap, al bleef diens nuchtere commentaar beperkt tot het lichten van zijn poot, door heel Amerika heen, tegen duizend en één bomen.

Zo stond het ervoor met John Steinbeck en Charley toen ze samen op pad gingen, op de heldere vrijdagochtend van 23 september 1960, met het geelbruin van het herfst al in de lucht.

Hun reisverslag zou twee jaar later verschijnen onder de titel Travels with Charley. Het werd een van de populairste beschrijvingen van Amerika aller tijden. Maar het boek had ook een andere ondertoon, een stemming die pas gaandeweg voelbaar wordt voor wie John en Charley mijl na mijl nareist ...

[bron: http--www.geertmak.nl]

Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika is het reisverhaal van Geert Mak dat hij opschreef als navolger van de reis van Nobelprijswinnaar John Steinbeck.

In zijn camper Rocinante vertrok Steinbeck op 23 september 1960 vanuit zijn woonplaats Sag Harbor op Long Island voor een rondreis door de Verenigde Staten. Via zijn geboorteplaats Salinas aan de westkust stopt het reisverslag in New Orleans. 40 Staten zijn dan doorkruist. Zijn Franse poedel Charley gaat mee en is de naamgever van het boek dat in 1962 verscheen: Travels with Charley. Geert Mak laat de lezers weten aan de hand van gevonden dagboekaantekeningen dat zijn vrouw Elaine de helft van de tijd ook meereed.

Mak reisde in 2010 in een Jeep Liberty Steinbeck achterna. Hij werd vergezeld door zijn echtgenote. Onderweg schrok de auteur van de vele onmogelijkheden, die Travels with Charley bevat. Het boek leek meer op een roman dan op een correct reisverslag. Volgens zijn zoon John had vader John het hele boek dan ook uit zijn duim gezogen.

Mak geeft commentaar op de teksten van zijn voorganger 50 jaar eerder. Daarbij komt zijn eigen sociale, historische en politieke visie op het land aan bod: de Verenigde Staten. Over de opkomst en het verval van Main Street, de hoofdstraat van elk Amerikaans stadje waar er zaken werden gedaan. John Steinbeck maakte de trip destijds om zijn omgeving te bewijzen dat hij nog steeds een man was. Geert Mak ging hem vanaf zijn woonhuis in Sag Harbor achterna om het verhaal te kunnen schrijven, dat hij graag wilde schrijven.

[bron: wikipedia]

Geert Mak, gevierd en geliefd chroniqueur van Amsterdam, Nederland en Europa, deelt in Reizen zonder John zijn liefde voor en kennis over Amerika. Hij volgt het spoor van John Steinbeck. In 1960 maakte deze legendarische schrijver met zijn poedel Charley een ontdekkingsreis dwars door Amerika, die hij beschreef in de klassieker Reizen met Charley. Precies vijftig jaar later maakt Geert Mak diezelfde reis.

Net als in In Europa combineert Geert Mak in Reizen zonder John een reis door het continent met een reis door de tijd. Tegelijkertijd onderzoekt hij hoe Amerika de afgelopen halve eeuw veranderd is. Zijn de dromen van toen nog de dromen van nu? Is Amerika nog `het beloofde land'? En wat bindt Amerika en Europa nog?

[bron: https--www.standaardboekhandel.be]

--- Over (foto 2): Geert Mak ---

Geert Ludzer Mak werd geboren te Vlaardingen op 4 december 1946 als jongste kind van de gereformeerd predikant Catrinus Mak en zijn vrouw Geertje van der Molen. Hij groeide op in Leeuwarden en Hurdegaryp en doorliep in Leeuwarden het Gereformeerd Gymnasium.

Over het gezin waaruit hij komt heeft hij veel geschreven in De Eeuw van Mijn Vader.

Vanaf 1965 studeerde hij rechten en sociologie aan de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Daarnaast werkte hij, tussen 1970 en 1972, ook als fractiemedewerker van de Pacifistisch Socialistische Partij in de Tweede Kamer.

Van 1972 tot 1975 doceerde hij staatsrecht en vreemdelingenrecht aan de Universiteit van Utrecht. Van 1975 tot 1985 was hij redacteur van het weekblad De Groene Amsterdammer, waarbij hij zich vooral bezighield met stedelijke en immigratieproblematiek.

Vanaf 1985 was hij onder meer medewerker en stadsredacteur van NRC Handelsblad en buitenlandredacteur van de VPRO-radio. Voor deze omroep maakte hij een groot aantal reisreportages, met name uit de Verenigde Staten, Azië, Oost-Europa en de onttakelende Sovjet-Unie.

In 1985 schreef Mak zijn eerste boek, The Amsterdam Dream, over 'het probleem Amsterdam', drie jaar later gevolgd door Aangeschoten wild, een boek over de bestuurlijke cultuur van Nederland, dat hij samen met de bestuursfilosoof Paul Kuypers schreef. In die periode schreef hij tal van artikelen en essays over bestuurlijke en stedelijke kwesties.

Tegelijk was hij actief binnen de groep journalisten en auteurs die de zogenaamde literaire non-fictie nieuw leven wilden inblazen. In 1990 hoorde hij tot de medeoprichters van het Fonds voor Bijzondere Journalistieke Projecten en van het literaire non-fictie tijdschrift Atlas. Ook bundelde hij journalistieke en historische ooggetuigenverslagen in Reportages uit Nederland (1991, later herdrukt als Ooggetuigen van de vaderlandse geschiedenis) en, samen met René van Stipriaan, in Ooggetuigen van de Wereldgeschiedenis (1999).

In 1992 verscheen De Engel van Amsterdam, een anatomische les over de Nederlandse hoofdstad en tegelijk een serie portretten van zijn bewoners. De bundel werd drie jaar later gevolgd door Een kleine geschiedenis van Amsterdam. Deze populaire geschiedenis van de stad werd in 1996 genomineerd voor de Gouden Uil en vertaald in het Duits, Tsjechisch, Hongaars en Engels. Bij een breed publiek werd Mak bekend met zijn Hoe God verdween uit Jorwerd (1996), een zo langzamerhand klassieke beschrijving van de snelle teloorgang van de Europese boerencultuur. Het boek won in 1999 de Henriëtte Roland Holstprijs en beleefde vertalingen in Duits, Frans en Engels.

In 1997 volgde de monografie Het Stadspaleis, een geschiedenis van het Paleis op de Amsterdamse Dam en in 1998 verscheen als Boekenweek essay Het Ontsnapte Land, een historisch en tegelijk actueel reisverslag door het hedendaagse Hollandse landschap. In de zomer van 2000 wandelde hij voor de RVU-televisie door Nederland, in de voetsporen van twee studenten uit 1823, Jacob van Lennep en Dirk van Hogendorp, die daarvan een levendig verslag hadden nagelaten. Tegelijk werd een door Marita Mathijsen hertaalde versie van Van Lenneps verslag gepubliceerd.

Maks meest populaire boek verscheen in 1999: De Eeuw van Mijn Vader, een geschiedenis van Nederland in de twintigste eeuw, nauw verweven met de geschiedenis van zijn eigen familie, die hij aan de hand van bewaarde brieven, ansichtkaarten, interviews en ander materiaal reconstrueerde. Van De eeuw werden inmiddels meer dan een half miljoen exemplaren verkocht, er verschenen vertalingen in het Duits, Hongaars, Deens en Indonesisch. Na een stemming onder het Nederlandse publiek verwierf het boek de Trouw Publieksprijs voor het Nederlandse Boek.

In datzelfde jaar 1999, het laatste jaar van het millennium, reisde hij voor NRC Handelsblad twaalf maanden kriskras door Europa en publiceerde iedere dag een notitie op de voorpagina van de krant. Het werd een reisverslag door het continent en tegelijk door de tijd: dag na dag werd tegelijk het Europese geschiedenisverhaal van de twintigste eeuw verteld, voorzien van talloze lokale observaties en gesprekken met ooggetuigen. In 2004 verscheen het boek In Europa. Ook dat was een enorm succes: er werden meer dan 350.000 exemplaren verkocht. Het verscheen - of zal verschijnen - in het Duits, Hongaars, Italiaans, Spaans, Frans, Engels, Pools, Noors, Japans, Oekraïns, Turks en Grieks. In Europa werd door Roel van Broekhoven verfilmd tot een 35-delige TV serie, die door Geert Mak werd gepresenteerd en door de VPRO werd uitgezonden in het seizoen 2007/2008 en 2008/2009. En net als De eeuw van mijn vader won Mak met In Europa de NS Publieksprijs voor het Nederlandse Boek.

In 2004 publiceerde hij, na de moord op Theo van Gogh, een tweetal pamfletten: Gedoemd tot kwetsbaarheid en, als reactie op zijn critici, Nagekomen flessenpost. Hij haalde daarin fel uit tegen, wat hij noemde, 'de handelaren in angst'. Hij zag de crisis in de Nederlandse samenleving niet enkel als een probleem tussen gevestigden en nieuwkomers, maar als een gecompliceerder vraagstuk en spoorde aan tot voorzichtigheid en matiging. Tegelijk hield hij een vurig pleidooi voor het behoud van klassieke Nederlandse waarden als vrijheid, openheid en tolerantie. Dit standpunt werd hem, althans op dat moment, niet overal in dank afgenomen.

In het voorjaar van 2007 verscheen van Mak het Boekenweekgeschenk De Brug. Het is een reisverslag over nog geen vijfhonderd meter: de Galatabrug die het traditionele en het meer moderne deel van Istanbul met elkaar verbindt. Mak bivakkeerde wekenlang op de brug, en deelde lief en leed met de - vaak straatarme - passanten en straatverkopers. Met De Brug waren twee bijzondere dingen aan de hand. Ten eerste is Mak sinds 1983 de eerste auteur van het Boekenweekgeschenk die niet zijn sporen verdiend heeft met het schrijven van romans, maar met zogenoemde literaire non-fictie. En ten tweede was het boekje al gedurende de Boekenweek ook in een Turkse versie beschikbaar. Inmiddels zijn ook een Duitse, Engelse en Griekse vertaling verschenen van De Brug. In datzelfde voorjaar leidde hij een drietal discussierondes in over de toekomst van Europa op paleis Noordeinde, met onder andere Krysztof Pomian, Robert Cooper en Bronislaw Geremek - de neerslag verscheen onder de titel Paleis Europa. Samen met de historici Piet de Rooy, Jan Bank, René van Stipriaan en Gijsbert van Es werkte hij in diezelfde periode aan het project Verleden van Nederland, dat in 2008 onder meer uitmondde in een eigentijds, ontnuchterend en vaak ook verrassend 'nationaal' geschiedenisboek. Voor zijn Duitse lezers schreef hij een beknopt en persoonlijk portret van zijn vaderland: Niederlande.

Tussen 2000 en 2003 bekleedde Geert Mak namens de stad Amsterdam het ambt van bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam in de grootstedelijke problematiek, de zogenaamde Wibautleerstoel. In dat kader hield hij tal van lezingen over de stad, onder andere bij de introductie van prinses Maximá in de hoofdstad. In 2001 verscheen zijn oratie over het ideale stadsbeeld van de Amsterdammers door de eeuwen heen, De Goede Stad. Het is ook de titel van een bundeling van verspreide geschriften die in 2007 verscheen.

Wegens zijn verdiensten voor de stad Amsterdam kreeg Geert Mak in 2002 de IJ-prijs. Twee maal werd hij gekozen tot historicus van het jaar. In 2004 kreeg hij een eredoctoraat van de Open Universiteit in Heerlen voor zijn verdiensten op het gebied van geschiedschrijving. Voor zijn boek In Europa ontving hij de prestigieuze Leipziger Buchpreis zur Europaïsche Verständigung (2008) en de Otto von der Gablentzpreis (2009). De Franse regering benoemde hem tot Ridder in het Légion d'Honneur.

In augustus 2012 verscheen Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika. Hij volgt daarin het spoor van de legendarische schrijver John Steinbeck, die in het najaar van 1960 met zijn poedel Charley een ontdekkingsreis maakte dwars door het toenmalige Amerika. Zijn tocht beschreef hij in de klassieker Reizen met Charley. Geert Mak maakte diezelfde reis in 2010, precies vijftig jaar later.

In december 2014 ontving hij een eredoctoraat van de Westfälische Wilhelmsuniversität in Münster.

Hij ontving daarnaast de Comeniusprijs voor zijn baanbrekende, creatieve en toegankelijke geschiedschrijving. In 2015 kreeg hij bovendien de Gouden Ganzenveer voor zijn zeldzame betrokkenheid bij de nationale en internationale geschiedenis en actualiteit.

Geert Mak is gehuwd met Mietsie Ruiters en woont deels in Amsterdam, deels in Friesland.

Zijn boeken verschijnen - op de twee delen Ooggetuigen na - bij uitgeverij Atlas.

Edwin Krijgsman [bron: https--www.geertmak.nl]

Geert Ludzer Mak (Vlaardingen, 4 december 1946) is een Nederlands jurist, journalist en auteur.

Mak werd geboren als nakomertje van de gereformeerde dominee Catrinus Mak en Geertje van der Molen, in een gezin dat toen reeds zeven zielen telde. Hij groeide op in Hardegarijp, en volgde het Gereformeerd Gymnasium te Leeuwarden. In 1966 begon hij aan een studie staatsrecht en sociologie van het recht aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, om in 1967 over te stappen naar de Universiteit van Amsterdam. In zijn studententijd werkte hij als fractiemedewerker bij de Pacifistisch Socialistische Partij. Ook was hij redacteur van een studentenblad. Een publicatie in dat blad in 1968 onder de kop "Johnson oorlogsmisdadiger" leverde hem en de redactie een boete op voor belediging van een buitenlands staatshoofd.

Na het behalen van zijn bul in 1972, werd hij in 1973 docent staats- en vreemdelingenrecht aan de Universiteit Utrecht. Vanaf 1975 tot 1985 was hij redacteur van De Groene Amsterdammer, daarna was hij verbonden aan NRC Handelsblad en de buitenlandredactie van VPRO-radio. In de jaren negentig werd hij fulltime schrijver. In 2000 werd hij voor een periode van vijf jaar benoemd bij de Wibautleerstoel aan de Universiteit van Amsterdam, maar hij bekleedde deze slechts tot 2003, toen hij op eigen verzoek terugtrad om zich geheel aan zijn schrijverschap te wijden.

Hoewel Mak geen opleiding tot historicus heeft gevolgd, werd hij twee keer door het Historisch Nieuwsblad uitgeroepen tot historicus van het jaar en kreeg hij in 2004 een eredoctoraat van de Open Universiteit "voor zijn belangrijke en originele bijdrage aan de geschiedschrijving".

In het kader van de festiviteiten rond het 25-jarig bestaan van het Zentrum für Niederlande-Studien van de Westfälische Wilhelms-Universität (WWU) Münster werd aan Geert Mak op 11 december 2014 door de vakgroep Geschiedenis/Filosofie van de WWU Münster een eredoctoraat uitgereikt. In de toelichting bij het te verlenen eredoctoraat wordt erop gewezen dat Mak "als begenadigde geschiedverteller in staat [is] vakwetenschap, popularisering, originaliteit en engagement met elkaar te verbinden".

Mak is getrouwd.

Boeken

Mak brak in 1992 bij het grote publiek door met het boek De engel van Amsterdam. In zijn boek Hoe God verdween uit Jorwerd (1996; Henriette Roland Holst-prijs 1999) behandelt hij de veranderingen in het dorpsleven in de 20e eeuw, met het Friese dorp Jorwerd als voorbeeld. In zijn boek De eeuw van mijn vader (1999) schetst Mak de geschiedenis van Nederland in de 20e eeuw. Hiermee won hij de Trouw Publieksprijs. In 2000 werd De eeuw van mijn vader gekozen tot 'Boek van het jaar'. Andere boeken van Mak zijn Een kleine geschiedenis van Amsterdam (1995), Het Stadspaleis (1997), Het ontsnapte land (Boekenweek essay 1998) en De zomer van 1823 (2000) - met Marita Mathijsen.

In 2004 verscheen In Europa, een combinatie van een reisverslag door het continent en een reisverslag door de 20e eeuw. Mak besteedt in dit boek van 1223 pagina's vooral veel aandacht aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Voor het boek won Mak de NS Publieksprijs voor het Nederlandse Boek 2004. In Europa was daarmee 'Boek van het jaar'. In Europa was in 2004 in Nederland het best verkochte boek van een Nederlandse auteur. Ook buiten Nederland, met name in Duitsland, Engeland en Frankrijk, was In Europa een groot succes. Het boek is inmiddels vertaald in veertien talen.

In het publieke debat manifesteert Geert Mak zich als een vurig pleitbezorger van het multiculturalisme. In 2005 schreef hij een controversieel essay, Gedoemd tot kwetsbaarheid, naar aanleiding van de dood van Theo van Gogh en de angstcultuur die, volgens hem, in Nederland was ontstaan. Dit essay veroorzaakte de nodige ophef, mede omdat Mak de methode van de film Submission vergeleek met de propagandatechnieken van Joseph Goebbels.

In 2007 schreef Mak het boekenweekgeschenk, De Brug. Dit boekje werd, omdat het zich in Turkije afspeelt, ook in een beperkte oplage in het Turks uitgegeven.

Reizen zonder John. Op zoek naar Amerika kan gezien worden als een remake van de reis die John Steinbeck 50 jaar geleden ondernam en beschreef in diens Travels with Charley: In Search of America.

Mak tracht in zijn boeken de grote lijn van de geschiedenis te verbinden met de leefwereld van gewone burgers en verwerkt in zijn boeken allerlei opmerkelijke details. Zijn werk wordt in het buitenland over het algemeen uitstekend ontvangen. Sommige historici vinden hem te oppervlakkig, maar zijn boeken worden veel verkocht.

Televisie

Op initiatief van de producent René Mendel werd een reisverslag van de 19e-eeuwse auteur Jacob van Lennep, samengevat door diens kleinzoon en in 1942 uitgegeven onder de titel 'Nederland in den goeden ouden tijd", hertaald door de Neerlandica Marita Mathijssen ten behoeve van de negendelige RVU-televisieserie "De Zomer van 1823", waarin Geert Mak met cineast Theo Uittenbogaard, in de zomer van 2000, 'in het voetspoor' van Jacob van Lennep diens wandeling met zijn studiegenoot Dirk van Hogendorp door het Nederland van 1823 naloopt.

Het succes van deze eerste televisie-serie was de reden dat de VPRO het in 2007 aandurfde een 35-delige verfilming van het boek In Europa te beginnen. De reeks gaat over de geschiedenis van Europa in de 20e eeuw. Hierin worden belangrijke locaties in die geschiedenis in beeld gebracht zoals ze er toen en nu uitzien. De 35 afleveringen werden uitgezonden over twee seizoenen.

Samen met de publicatie van zijn vervolg op In Europa, Grote Verwachtingen in 2019, volgde er ook een nieuwe televisie-serie getiteld In Europa, de geschiedenis op heterdaad betrapt. Deze serie werd net als de voorgaande serie uitgezonden door de VPRO. Het boek en de serie beschrijven de geschiedenis van de eerste twintig jaar van de eenentwintigste eeuw. Mak publiceerde in juni 2020 ook nog een epiloog over de coronacrisis die aan zijn werk Grote Verwachtingen werd toegevoegd.

Prijzen

1999 Roland Holst-prijs voor Hoe God verdween uit Jorwerd
2000 Groeneveldprijs
2000 Bol.com Literatuur-prijs voor De eeuw van mijn vader
2000 Trouw Publieksprijs voor het Nederlandse Boek voor De eeuw van mijn vader
2002 IJ-prijs van de gemeente Amsterdam
2004 NS Publieksprijs voor het Nederlandse Boek voor In Europa
2004 eredoctoraat aan Westfälischen Wilhelms-Universität Münster
2008 Leipziger Buchpreis zur Europäischer Verständigung voor In Europa
2009 De Nederlandse Otto Von der Gablentzprijs
2015 Gouden Ganzenveer
2015 Comeniusprijs
2017 oeuvreprijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds

Publicaties

1992 De engel van Amsterdam
1995 Een kleine geschiedenis van Amsterdam
1996 Hoe God verdween uit Jorwerd
1997 Het stadspaleis
1998 Het ontsnapte land (Boekenweek-essay)
1999 De eeuw van mijn vader
1999 Ooggetuigen van de wereldgeschiedenis in meer dan honderd reportages (ingeleid en samengesteld door Geert Mak en René van Stipriaan)
2000 De zomer van 1823 / Lopen met Van Lennep (met Marita Mathijsen)uitg Waanders, Zwolle ISBN 90-400-9513-2
2001 De goede stad (oratie) (ISBN 9056291564)
2002 Ogen op Nederland. Kleine observaties van het vaderland (samen met René van Stipriaan) (ISBN 9044601636)
2002 De nachtmerrie van Steiner (samen met Felix Rottenberg) (ISBN 9072374061)
2004 In Europa. (De Duitse vertaling van Gregor Seferens is bekroond met de James Brockwayprijs 2007)
2004 In de ban van de krekel, in de ban van de mier. Over oude verhalen in een nieuw Europa (tekst van de rede bij aanvaarding van het eredoctoraat aan Westfälischen Wilhelms-Universität Münster (ISBN 9789462251397)
2005 Gedoemd tot kwetsbaarheid (ISBN 9045013827)
2005 Nagekomen flessenpost (ISBN 9045015536)
2006 Het eiland (ISBN 9085160693)
2007 De Brug (Boekenweekgeschenk) (ISBN 9789059650466)
2007 De goede stad (ISBN 9789045000251)
2008 Verleden van Nederland (met Jan Bank, Gijsbert van Es, Piet de Rooy en René van Stipriaan)
2012 De hond van Tisma
2012 Reizen zonder John
2012 Mijn land. Een minigeschiedenis voor beginners
2015 De brug, ISBN 978-90-450-2953-5
2016 De levens van Jan Six. Een familiegeschiedenis, ISBN 978-90-450-2776-0
2019 Grote Verwachtingen. In Europa 1999-2019, ISBN 978-90-450-3891-9
2020 Epiloog bij Grote Verwachtingen, ISBN 978-90-450-4291-6

[bron: wikipedia]

Geert Mak (1946) is de auteur van onder meer Een kleine geschiedenis van Amsterdam, De eeuw van mijn vader en In Europa. Hoewel Mak geen historicus is, staat hij in Nederland te boek als een belangrijke historicus en werd hij door het Historisch Nieuwsblad zelfs twee keer uitgeroepen tot historicus van het jaar. In 2004 kreeg hij een eredoctoraat van de Open Universiteit "voor zijn belangrijke en originele bijdrage aan de geschiedschrijvingwerk".

[bron: https--uitgeverijprometheus.nl]
Zoekertjesnummer: m2109180724