Het verhaal gaat... 1-?|Nico ter Linden 905018491X

€ 10,50
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,94
240sinds 5 sep. '23, 14:15
Deel via
of

Kenmerken

ConditieZo goed als nieuw
Jaar (oorspr.)2003
Auteurzie beschrijving

Beschrijving

||boek: Het verhaal gaat...|1 De verhalen van de Thora|Balans

||door: Nico ter Linden

||taal: nl
||jaar: 2003
||druk: 19e druk
||pag.: 312p
||opm.: paperback|zo goed als nieuw

||isbn: 90-5018-491-X
||code: 2:000241

--- Over het boek (foto 1): Het verhaal gaat... ---

Het verhaal gaat... Deel 1. De verhalen van De Thora. Nico ter Linden is de uitdaging aangegaan om de schat aan bijbelse verhalen te hervertellen en als gids de moeilijke materie der bijbelverhalen te verhelderen. Dit resulteerde in de zesdelige boekenserie Het verhaal gaat...

[bron: https--www.bol.com]

het verhaal gaat / de aartsvaders van Nico ter Linden [2007-09-01]

Verassend moderne interpretatie van de aloude verhalen. Levendige beschrijvingen van het huiselijk leven en de reizen van Abraham, Jacob en Jozef. Ik heb al diverse keren genoten van deze "bijbel (OT) met een glimlach" Het wachten is nu op volgende delen van deze prettige verteller. Minpunt ... De muziekjes tussen de hoofdstukken vind ik een beetje te lang en als je het "boek" herleest, zelfs storend.

nijmegen [bron: https--www.bol.com]

De kwintessens van [2000-04-20]

U bent calvinistisch opgevoed en hebt geleerd dat alles wat in de bijbel staat waar is en letterlijk opgevat dient te worden. Dan leest u de bijbeluitlegging van Nico ter Linden en dan komt u waarschijnlijk tot de conclusie dat alle 'waarheden' in de bijbel anders geinterpreteerd moeten worden. Over de beruchte geschiedenis van 'Abrahams offer' zegt Ter Linden: 'Had hij (de verteller) dezelfde gedachte niet anders kunnen verwoorden, in toegankelijker beelden en minder gruwelijk? Wat een onheil heeft hij met dit verhaal niet gesticht! Eeuwenlang heeft hij mensen met het beeld van een sadistische God opgezadeld. Daarmee heeft hij masochistische gelovigen gekweekt, vrome lieden die gingen denken dat je in de godsdienst je denken en je gevoel moet uitschakelen, godgeleerden die een hemelse Vader ontwierpen die zijn eigen zoon aan het kruis liet nagelen.' Als u, na dit gelezen te hebben, zondags naar de kerk gaat, aan het avondmaal deelneemt en het credo uitspreekt, dan krijgt dit toch een andere betekenis, het moet anders geinterpreteerd worden. Men krijgt hierbij echter geen pastorale hulp, hetgeen het anders interpreteren moeilijk maakt. Nico ter Linden heeft door middel van zijn boeken een waardevolle bijdrage geleverd aan een duidelijker en menselijker uitleg van de bijbel. Hij heeft met zijn gezonde verstand de bijbel dichter bij ons gebracht. Zijn boeken zijn makkelijk te lezen en zeker niet saai. Hij heeft ons een nieuwe impuls gegeven om de bijbel eens anders te lezen.

Jan Dijkhuis [bron: https--www.bol.com]

Het verhaal gaat...
Nico Ter Linden
Compleet - 7 delen

Omschrijving

Deel 1: De verhalen van de Thora.
Deel 2: Het verhaal van Marcus en het verhaal van Mattheüs. .
Deel 3: De verhalen van Richters en Koningen.
Deel 4: Het getuigenis van Israëls profeten.
Deel 5: De Geschriften.
Deel 6: De verhalen van Lucas en Johannes.
Deel 7: Wie, wat, waar. Register op alle delen.

[bron: https--www.deslegte.com]

Nico ter Linden, jarenlang predikant van de Westerkerk in Amsterdam, heeft de uitdaging aangenomen om de schat aan bijbelse verhalen te hervertellen en als een gids de moeilijke materie der bijbelverhalen te verhelderen. Deze hervertellingen, gebundeld in een serie van zes boeken met als titel Het verhaal gaat', worden al sinds december 1996 uitgezonden door IKON-radio. Elke zondag tussen 10.02 en 10.12 uur is een verhaal te beluisteren in het radioprogramma Verhalen Vooraf.

Nico ter Linden (1936) studeerde theologie in Utrecht, Nijmegen en in de Verenigde Staten. Daarna werkte hij als predikant in diverse gemeenten. In 1995 werd hij in staat gesteld om de bijbel te hervertellen, wat resulteerde in de serie Het verhaal gaat- uitgegeven door Uitgeverij Balans. Op 2 februari 2002 zegende hij het huwelijk van Prins Willem-Alexander en Prinses Máxima in.

[bron: https--www.standaardboekhandel.be]

Het verhaal gaat (deel 1) - Nico ter Linden

DE BIJBEL is een bibliotheek op zichzelf en bevat een bonte verzameling boeken, 66 in totaal, ontstaan in een periode van duizend jaar (van 900 voor Chr. tot 130 na Chr.). De teksten hebben een lange ontwikkeling doorgemaakt en zijn het resultaat van een eeuwenoud groeiproces.

Het verhaalkarakter van de bijbel ontgaat velen. Onbekendheid met de symbolenwereld van Oude en Nieuwe Testament maakt het boek dat onze cultuur zo diepgaand heeft beïnvloed tot een steeds ontoegankelijker document.

Nico ter Linden, jarenlang predikant van de Westerkerk in Amsterdam, heeft de uitdaging aangenomen een schat aan bijbelse verhalen te hervertellen en als een gids uitleg te geven en te verhelderen.

Het werk zal uit vijf delen bestaan, drie delen gewijd aan het Oude Testament, twee delen aan het Nieuwe Testament. Deel I. bevat de verhalen van de joodse Thora: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. In deel 2 een keuze uit de evangelieverhalen van Marcus en Mattheus. In deel 3 een keuze uit Jozua, Richteren, Samuël en Koningen, uit de grote profeten Jesaja, Jeremia en Ezechiël, en uit de twaalf kleine profeten, onder anderen Amos en Jona. In deel 4 een keuze uit de twee boeken van Lucas (het evangelie én Handelingen), uit het evangelie van Johannes en uit Openbaring. In deel 5 een keuze uit onder meer Job, Psalmen, Ezra, Nehemia en Daniël, en uit de feestrollen Ruth, Hooglied, Prediker, Klaagliederen en Esther.

[bron: https--boekenschaap.nl/product/het-verhaal-gaat-deel-1]

Eerste deel uit een vijfdelige serie waarin de bekende predikant de bijbel herverteld om de honderden verhalen opnieuw uit te leggen en te verhelderen. Het eerste deel bevat de verhalen van Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. De delen 2 t/m 5 zullen in de periode 1997-2000 verschijnen. Bij dit boek hoort een 12-delige televisieserie onder dezelfde titel. Naar uitgeversinformatie i.v.m. televisieserie en bekendheid auteur.

[bron: nbd biblion]

--- Over (foto 2): Nico ter Linden ---

Nico ter Linden (1936) was jarenlang predikant van de Westerkerk in Amsterdam. Hij schreef de zesdelige hervertellingen van de bijbelse verhalen Het verhaal gaat... en een kinderbijbel. Op bol.com vind je alle boeken van Nico ter Linden, waaronder het nieuwste boek van Nico ter Linden.

[bron: https--www.bol.com]

Nico Marius Adriaan ter Linden (Amersfoort, 26 juli 1936 - Amsterdam, 28 januari 2018) was een Nederlandse predikant en auteur.

Hij studeerde theologie in Utrecht, Nijmegen en de Verenigde Staten. Ter Linden stond als predikant in Stompetoren, Alkmaar, Nijmegen en van 1977 tot 1995 in de Westerkerk te Amsterdam. Vanuit deze kerk bracht hij een eigen programma op de NCRV-televisie: 'Op verhaal komen in de Wester.' Hij heeft onder andere in 1998 het huwelijk van prins Maurits van Oranje-Nassau, van Vollenhoven en Marilène van den Broek bevestigd en hun kinderen gedoopt.

Als auteur werd Ter Linden vooral bekend door de verhalenserie Het verhaal gaat, waarin hij in de traditie van de Amsterdamse School, doch op eigen wijze, de Bijbel hervertelt. Het zesde en laatste deel kwam vlak voor zijn emeritaat eind 2003 uit. Ook was hij columnist van dagblad Trouw.

Hij was de jongere broer van Carel ter Linden, voormalig predikant van de Kloosterkerk in Den Haag. Hij stierf in 2018 op 81-jarige leeftijd. Hij was voor zijn overlijden geruime tijd ziek.

Bibliografie (een selectie)

  • Lieve landgenoten. Stukjes over stukjes zielzorg (1979)
  • Namastë, een retourtje Nepal (1993)
  • Korte verhalen (1997)
  • Het verhaal gaat (1996-2003) 1: De Thora. 2: Het verhaal van Marcus en het verhaal van Mattheüs. 3: De verhalen van Richters en Koningen. 4: Het getuigenis van Israëls profeten. 5: De Geschriften. 6: De verhalen van Lucas en Johannes. 7: Register op alle delen.
  • Kostgangers (2001)
  • De dag zal komen, Janus (2003)
  • Koning op een ezel. Verhalen uit het Nieuwe Testament (2005)
  • Het land onder de regenboog. Verhalen uit het Oude Testament, deel 1 (2006)
  • De profeet in de vis. Verhalen uit het Oude Testament, deel 2 (2006)
  • Alleen maar vrije tijd. Een dominee over zijn vak (2010)
  • Moet je horen. De verhalen uit het Oude Testament en het Nieuwe Testament in één band. (2011)
  • Mijn vader (2011)
  • Een zoekende ziel. Over Willem Elsschot (2011)
  • Een goed kind regeert z'n eigen (2012)
  • De geboorte van J.C. en andere kerstverhalen (2012)
  • En dan nog dit: wandelen met God (2016) ISBN 978-9460031021

Over Ter Linden

  • Pieter Lootsma: 'Levensbericht Nico Marius Adriaan ter Linden'. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, 2019-2020, p.115-121

[bron: wikipedia]

Amsterdamse predikant Nico ter Linden overleden [2018-01-30]

De vrijzinnige Amsterdamse predikant Nico ter Linden is afgelopen weekend overleden. De 81-jarige Ter Linden was al geruime tijd ziek. Hij was vanaf halverwege jaren 70 bijna twintig jaar de voorganger van de protestantse Westerkerk in Amsterdam.

Behalve predikant was hij columnist bij dagblad Trouw en schrijver. Ter Linden schreef onder meer de zesdelige serie Het verhaal gaat..., een hervertelling van de bijbel. waarvan meer dan een half miljoen exemplaren werden verkocht. Voor kinderen maakte hij de bijbelse hervertelling Koning op een ezel. Ook maakte hij het televisieprogramma Op verhaal komen in de Wester voor de NCRV.

Net als zijn oudere broer Carel, de hofpredikant van het Koninklijk Huis, had hij goede banden met de Oranjes. Hij zegende in 1998 het huwelijk in van prins Maurits en Marilène van den Broek en doopte hun kinderen.

Majesteit, nu ik u toch spreek

De Ter Lindes kwamen uit een elitair, hervormd patriciërsmilieu. Hun beide opa's waren predikant en hun grootvader van moeders zijde, dominee Ledeboer, kwam bij koningin Wilhelmina over de vloer. Aan het Historisch Nieuwsblad vertelde Nico dat Ledeboer een actieve rol speelde in de drankbestrijding. Op een gegeven moment "werd hij ontboden" bij koningin Wilhelmina. Volgens Nico ter Linden deed hij toen het voorstel ('Majesteit, nu ik u toch spreek...") om het hele paleis droog te leggen om zo het goede voorbeeld te geven.

De oude Ledeboer speelde ook nog een rol bij de opvoeding van de jongens. Hij nam ze bijvoorbeeld mee naar een restaurant, waar hij hen 'ingewikkeld' leerde eten en hen verbeterde als ze woorden gebruikten die in de betere kringen ongewenst waren, zoals op vakantie of smakelijk eten. En hij leerde je dat je je mond moest afvegen voordat je een slok wijn nam, want anders kreeg je vlekken op het glas. "Niet dat we bij die gelegenheden wijn dronken natuurlijk, want hij was nog altijd geheelonthouder."

Vader is verdrietig

Ter Lindes vader was jurist en was van 1945 tot zijn pensioen als secretaris van de bouwcommissie van de Nederlandse Hervormde Kerk verantwoordelijk voor de bouw, het onderhoud en het herstel van kerkgebouwen. Hij was volgens Nico niet overdreven vroom, maar was wel verdrietig toen Nico op zondag ging voetballen en maakte ook duidelijk dat het niet de bedoeling was dat de jongens met een katholiek meisje thuis zouden komen.

Nico, die gebukt ging onder de hoge verwachtingen van zijn ouders, deed negen jaar over het gymnasium en ontdekte in militaire dienst tot zijn verrassing dat hij predikant wilde worden. Omdat hij zich in die "vreselijke, stupide soldatenwereld" als keurige Haagse jongen ontheemd voelde, zocht hij steun bij een legerpredikant. Ter Linden vond dat hij wel hetzelfde talent had als die predikant: "Je moest origineel zijn, je moest kunnen voordragen, het leuk vinden om te schrijven, van mensen houden."

Studentikoos isolement

In zijn studententijd in Utrecht leefde Ter Linden in het studentikoze isolement van de corpswereld. Maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de zwarte burgerrechtenbeweging van Martin Luther King in de VS, gingen aan hem voorbij. Hij speelde toneel met prinses Irene, die ook in Utrecht studeerde, en leerde koningin Juliana kennen.

Toen Ter Linden al predikant was, ging hij godsdienstpsychologie studeren. Pas in die tijd gingen zijn ogen voor de wereld open. Hij ontwikkelde een vrijzinnig geloof. De hemel bestond volgens Ter Linden alleen in de fantasie en dat Jezus Gods zoon was en uit de dood was opgestaan, moest alleen als metafoor gezien worden.

Dit beeld gebruikte hij ook in zijn boeken. Het hervormde kerkvolk morde en vond dat hij het geloof verkwanselde. Maar in de Westerkerk in Amsterdam was hij populair. Hij trok vooral Amsterdammers uit de betere kringen, die het geloof van huis uit hadden meegekregen, maar net als hun voorganger aan alles waren gaan twijfelen.

Godsbeelden zijn persoonlijke projecties

In een interview in 2006 in Trouw over de tien geboden, legde hij uit wat het christelijke geloof voor hem betekende. Op de vraag of hij een beeld van God heeft, antwoordde Ter Linden: "Ik weet heus wel dat God geen herder, rechter of vader is, maar ik houd nu eenmaal van die beelden. Anders dan in plaatjes kan ik mij niks verbeelden."

Hij erkende dat zijn godsbeelden persoonlijke projecties zijn, beelden ook die elkaar relativeren. "Hij wreekt en Hij vergeeft. Hij is streng en Hij is mild."

Nico ter Linden vond dat er in de eredienst "nog maar weinig huiver was voor God", onder meer doordat gebeden min of meer uit de losse pols werden uitgesproken, zonder dat de woorden waren gewogen. "En dan die schriftlezingen. Je hoort ze hun tekstje zeggen alsof het de krant is. Ik durf te wedden dat dan iedere kerkganger denkt dat Jezus water in wijn heeft veranderd. Niemand die doorheeft dat die voorganger bezig is een prachtige mythe - met oeroude wijsheid erin - te vertellen."

Volgens Ter Linden maakt een voorganger die zo te werk gaat misbruik van Gods naam door plat te vertellen.

Ketter en antichrist

In het interview met Trouw zei Ter Linden verder dat hij "voorbeeldig in de wereld is gezet en toch te kampen heeft met een ziel waarin het kolkt en draait en wentelt en chaotisch is". "Ieder mens draagt een ontzagwekkende grandeur en een even fascinerende, nederig-, walgelijk makende misère in zich."

Om zijn uitleg van de bijbel is hij uitgemaakt voor een ketter en de antichrist, "en dat was niet altijd even lollig". Maar Ter Linden erkende dat predikanten de hand in eigen boezem moeten steken.

"Wat we theologisch al ruim een eeuw weten, komt nog steeds niet, of gebrekkig, op de kansels door." Hij vond zichzelf geen revolutionair die het het oude, vertrouwde geloof bij het vuil zet. "Mijn theologie is mainstream-theologie en ik doe een bescheiden poging de stagnerende geloofsoverdracht - tot op zekere hoogte een taalkwestie - uit het slop te halen."

[bron: https--nos.nl/artikel/2214432-amsterdamse-predikant-nico-ter-linden-overleden]

'Wat is dit allemaal?' - Een herverteller leest de nieuwe vertaling

"Er is vooraf al veel gejuicht over de Nieuwe Bijbelvertaling. Ook Nico ter Linden, predikant, bekend van zijn veelverkochte hervertelling Het verhaal gaat..., keek ernaar uit. Maar toen hij de zestien bijbelboeken las die al beschikbaar zijn, raakte hij al snel ontgoocheld. 'Er ligt een schat aan vertalingen op de plank, waarom daar niet dankbaar gebruik van gemaakt? Waarom iets wat beter is door iets wat minder is vervangen?'"

Ik zat mij er al jaren op te verheugen: er was een nieuwe bijbelvertaling in aantocht. Zondag aan zondag moest ik vanaf de kansel vertellen: 'Gemeente, er staat dat en dat, maar eigenlijk staat er dat en dat, en dat is natuurlijk veel mooier want...' Maar weldra zou dat niet meer hoeven, nooit eerder lag er, her en der verspreid, in ons taalgebied zo veel mooi vertaalwerk op tafel, nooit eerder hadden wij zo veel inzicht in de beeldende verhaaltaal van de bijbel, wat een voorrecht om al die inzichten, al die schatten, bijeen te brengen in een splinternieuw boek dat gedegen theologische en literaire inzichten zou paren aan poëtische zeggingskracht. Het heeft de Here God nu eenmaal behaagd zich in literatuur te openbaren (zoals Willem Barnard het ooit formuleerde) - welnu, na het taalmonument van de aloude Statenvertaling was er nu een nieuw taalmonument in aantocht, wat een feest.

Onderschatting

Niet dus. Over het gehanteerde vertaalprincipe hoeven wij geen ruzie te maken: brontekstgetrouw en doeltaalgericht, precies zoals het hoort. Dus niet vooral brontaalgericht, een vertaling in het Nederbreeuws die alleen voor ingewijden interessant is, en ook niet vooral doeltaalgericht, iets plats in omgangstaal wat makkelijk weghapt, nee, een subtiel evenwicht tussen het literaire meesterwerk van twee-, drieduizend jaar geleden en de taal van nu. Zo heb ook ik geprobeerd het te doen in mijn hervertelling (met uitleg) van de bijbelse verhalen Het verhaal gaat... Ik ben gevangenispredikant geweest en ik stond jarenlang met mijn waar op de (Wester)markt, en steeds heb ik voor ogen gehad dat ook iemand die nauwelijks kan lezen en schrijven de tekst moet kunnen volgen. Maar de Nieuwe Bijbelvertaling onderschat het volk en zij onderschat haar eigen taalsturend vermogen.

Zeker, in de voorpublicatie van een aantal bijbelboeken vallen mooie taalvondsten te ontdekken, sommige psalmen zijn welluidend vertaald (al staan er ook een stel onbegrijpelijke en lelijke missers in), maar het algemeen oordeel moet toch zijn: dit deugt niet.

Wat voorbeelden: Genesis 23:1, vertaling Huub Oosterhuis en Alex van Heusden (HO): 'Het leven van Sara was [wat nu volgt is ongebruikelijk Hebreeuws en HO maakt er dan ook ongebruikelijk Nederlands van] honderd jaar en twintig jaar en zeven jaren, de levensjaren van Sara.' (HO drukt deze drie verzen - en het hele bijbelboek - 'colometrisch' af, op ademeenheden; het is immers poëtisch proza. Jammer dat de NBV dat niet ook doet.)

In de NBV werd het: 'Sara leefde honderdzevenentwintig jaar.' Ze hebben het even voor ons opgeteld! Prachtige gedragen tekst vers voor vers naar de knoppen.

Weggelaten

Genesis 23:2, HO: 'En Sara stierf in Kirjat Arba, in het land Kanaän.'

NBV: 'Ze stierf in Kirjat-Arba, het huidige Hebron, in Kanaän.' 'Land' is weggelaten. Waarom? En denk niet dat dat een kleinigheid is: het graf dat Abraham zich nu gaat verwerven is het eerste stukje van het beloofde land dat hij zijn eigendom mag noemen. En waarom niet 'Sara stierf'? En waarom 'ze' in plaats van 'zij'? Ik leg op deze slak zout omdat de NBV voortdurend voor het platte ze kiest, in plaats van dat ze en zij subtiel worden afgewisseld, afhankelijk van spreek- of schrijftaal en de melodie van de zin.

Genesis 23:3 (nadat Abraham zijn vrouw beweend heeft), HO: 'En Abraham stond op van het aangezicht van zijn dode.' (Hij gaat een graf kopen bij de Hethieten).

NBV: 'Nadat Abraham bij haar gerouwd had en haar had beweend, stond hij op, verliet de tent waarin zijn overleden vrouw lag.' Moet dat 'aangezicht' nu echt worden wegvertaald? Ik zou die klassieke woorden zo in de gevangenis voorlezen, ook analfabeten hebben het op hun netvlies zitten, het afscheid van het aangezicht van een van hun doden. En dan die tent! Helemaal zelf verzonnen!

Genesis 23:6 (de Hethieten bieden een graf aan), HO: 'Begraaf uw dode in ons mooiste graf.'

In de vertaling van Martin Buber (1878-1965): 'Im erlesensten unsrer Gräber begrab deinen Toten.' NBV: 'Begraaf uw vrouw [!] in het beste [!] graf dat we [!] hebben.' Je maag draait om. En dan te bedenken dat tientallen ogen die tekst hebben bekeken en goed bevonden.

Genesis 38:16 (Juda ziet een hoer aan de kant van de weg zitten, hij weet niet dat het zijn schoondochter Tamar is, die zich heeft vermomd). De Statenvertaling: 'Juda: "Kom toch, laat mij tot u ingaan." Tamar: "Wat zult gij mij geven, dat gij tot mij ingaat?"' Buber: 'Juda: "Lasz mich doch, bitte, zu dir eingehn." Tamar: "Was gibst du mir, wenn du zu mir eingehn darfst?"'

NBV: 'Juda: "Ik wil van je diensten gebruik maken." Tamar: "Wat staat daar van uw kant tegenover?"'

Eigentijds, hè? Het dialoogje is niet brontekstgetrouw, maar wel doeltaalgericht - zo hoor ik het dagelijks op de Wallen. En dat tutoyeren en vousvoyeren wordt ook zo subtiel afgewisseld tussen de hoer en koning klant. De misplaatste woordherhaling van de oude verteller wordt door de NBV gelukkig even rechtgezet.

Fijnzinnig patroon

De bijbelschrijvers willen ons meenemen in een theologische lijn die is opgehangen aan een grammaticale structuur en aan een fijnzinnig patroon van grond- en sleutelwoorden. Wil je die vertellers recht doen en hun lijn volgen, dan dien je waar mogelijk in de vertaling die structuur en dat patroon te respecteren en recht te doen.

Voorbeeld: tweemaal komt in het boek Genesis op twee bijzondere momenten de bijzondere uitdrukking lekh lekhá voor, die betekent: 'Ga jíj...', met de nadruk op jij. Abram (later heet hij Abraham) moet gaan, en niemand anders. De eerste maal (Genesis 12:1) moet Abram zijn land verlaten, de tweede maal (Genesis 22:2) zijn zoon Isaak offeren. Twee cruciale teksten zijn het. Huub Oosterhuis in 12: 'JHWH sprak tot Abram: Ga, jij, uitje land (...)', en in 22: 'En ga, jij, naar (...)'. Buber in 12: 'Geh vor dich hin, aus deinem Land (...)' en in 22: 'und geh vor dich hin in (...)'. De NBV negeert deze herhaling (en voegt ten onrechte in 22 toe: 'en ga met hem'). Hebben de vertalers dit verband niet gezien of hebben zij er geen boodschap aan? Het laatste, want ik weet dat zij na een voorpublicatie op deze passage gewezen zijn. Ik vind dat onbegrijpelijk en hoogmoedig; het getuigt van weinig respect voor de intentie van de schrijver van weleer en vertaaltechnisch leverde deze significante woordherhaling geen enkel probleem op.

Het droge

Een ander voorbeeld: Jona, de weerspannige profeet, in nood op zee, belijdt dat hij een dienaar is van de God die de zee en het droge gemaakt heeft. Straks zal hij door een grote vis worden opgeslokt en vervolgens op het droge worden afgeleverd. Dat 'het droge' is cruciaal, want cruciaal in Israëls geloof is de bevrijding uit Egypte, het uur dat Israël op het droge door de Rietzee trok. In de NBV gaat dit volstrekt onnodig verloren: tweemaal werd het 'het land'.

Nog een verwijzing naar het verhaal van de Rietzee verzuipt: Jona bidt in de buik van de grote vis, oftewel uit de schoot van het dodenrijk. (De NBV: 'uit het rijk van de dood'. Ik vind dat een onnodige verarming.) Jona's gebed hangt van psalmcitaten aan elkaar, alleen de middelste drie verzen zijn van hemzelf. Om die drie verzen draait het hele gebed, en in het bijzonder om de middelste van die drie regels. Bij een dichter die zo subtiel componeert (voor en na die passage vind je in het Hebreeuws ook krek hetzelfde aantal woorden!) is het dus opletten geblazen. Eén blik op de typografie van de tekst laat al zien dat de vertellers zitten te rommelen. Maar goed, wat staat er in de NBV: 'zeewier om mijn hoofd verstikt mij'. Fout is dat niet, maar er staat 'riet'. Want weer speelt de verteller met het verhaal dat Israël op het droge door de Rietzee trok, achter Mozes aan, die als kind uit het riet werd gered. Dat is immers het hart van Israëls geloof, en daarom staat het zo in het hart van Jona's belijdenis. In mijn hervertelling maakte ik ervan: 'met wier was mijn hoofd omwonden, met het riet van de zee'.

Waarom neemt de NBV dat niet gewoon over? Voor Het verhaal gaat... heb ik vrijelijk geput uit vele vertalingen. Er ligt een schat aan vertalingen op de plank, waarom daar niet dankbaar gebruik van gemaakt? Waarom iets wat beter is door iets wat minder is vervangen? Het gaat er toch om dat wij ('we', om met de NBV te spreken) samen het mooiste van het mooiste maken?

Omschrijving

Niet gehinderd door enige bescheidenheid heb ik nog een vertaalvondst van mijzelf in de aanbieding. In Hooglied 7 bezingt de jongen het meisje: zij heeft prachtige ogen, prachtige borsten, mooi haar. De NBG-vertaling uit 1951: 'Je navel is een welgerend bekken, waaraan geen gemengde wijn ontbreke.' Willibrordvertaling: 'Je navel is een ronde kom, waarin de gekruide wijn niet ontbreekt.' Een navel met geurige wijn, wat moeten wij ons daarbij voorstellen? Welnu, in deze vrijmoedige liefdespoëzie wordt alles genoemd, zij het niet direct maar omschreven. Voor de hoorders van toen was het duidelijk dat met de navel het vrouwelijk geslachtsdeel wordt aangeduid, bij ons heeft de navel die associatie niet, dus dat woord is ten onzent niet te gebruiken. Maar de NBV doet het wel. Buber vertaalt: 'Dein Schosz ist eine Rundschale.' Mimi Deckers-Dijs: 'Je vulva (is) een ronde bokaal', maar dat is geen liefdespoëzie, dat is gynaecologentaal, en het is bovendien, anders dan het origineel, geen omschrijving. Voor Het verhaal gaat... bedacht ik: 'Je lendenen omsluiten een ronde kelk, een bron van geurige wijn.' Dat is ook letterlijk een 'omschrijving', maar als iemand iets beters weet, neem ik het graag over.

En het geschiedde...

In de NBG-vertaling begint Lucas zijn geboorteverhaal van Jezus zo: 'En het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging vanwege keizer Augustus (...)'. In de NBV is dat: 'In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af (...)'. 'En het geschiedde' is gesneuveld. Is dat erg? Ik zou die klassieke woorden niet graag loslaten, ik heb ze in Het verhaal gaat... ook rustig laten staan, maar goed, als je ze te archaïsch vindt, dan verzin je wat anders. Maar dan moet je ook inderdaad wat anders verzinnen, want Lucas heeft zijn geboorteverhaal zorgvuldig in drieën ingedeeld, en hij laat die structuur zien door driemaal 'En het geschiedde' te schrijven: in verband met achtereenvolgens Augustus, Jozef en Maria, en de herders die het gaan rondbazuinen. Maak er voor mijn part driemaal 'En het gebeurde' van, als je die drieslag van Lucas er maar niet eigenmachtig uit knikkert.

'En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou, en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem neer in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.' Hou je vast. NBV: 'Terwijl ze [!] daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen nergens plaats was.'

Voor Lucas is de geboorte van Jezus de 'vervulling' van de tijd, de thora en de profeten worden 'vervuld'. Ik geef toe: dat is ingewikkeld vertalen, maar ik zou als NBV de brontekst toch niet zo ver achter me laten in een bijbel die een halve eeuw op de kansel en in bijbelstudie gebruikt moet worden. Het welluidende tweemaal 'baren' wordt weggewerkt, het mooie woord 'kribbe' mag ineens niet meer (dat maakt veel kerstliederen straks ontoegankelijk). En waar is de herberg gebleven? Dat er nergens plaats was, staat er niet, nondeju, er was geen plaats bij de ménsen. Er was wel plaats bij de dieren.

Vrouwonvriendelijk?

In Prediker staat het beroemde 'Alles heeft zijn tijd': er is een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken, een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, enzovoort. Prediker 3:2 in de NBV: 'Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven.' Je kunt het Hebreeuws zo vertalen, maar omdat 'baren' en 'sterven' geen tegenstellingen zijn, is dít een betere mogelijkheid: 'Er is een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven.'

Nu we het toch over Prediker hebben: in 7:23-29 staat een beruchte vrouwonvriendelijke passage. NBV: 'En wat ik vind is altijd weer een vrouw die bitterder dan de dood is, die een valstrik is. Haar hart is een klapnet en haar handen zijn ketenen. (...) Onder duizend mensen vond ik er maar één die werkelijk een mens was, maar het was geen vrouw. Alles wat ik vond is dit: de mens is een eenvoudig schepsel.'

"En waar is de herberg gebleven? Dat er nergens plaats was, staat er niet, nondeju, er was geen plaats bij de ménsen. Er was wel plaats bij de dieren."

Ja, zo kun je het vertalen, al blijft het vreemd dat de wijze Prediker, die zich elders zo positief over de vrouw uitlaat, hier ineens zulke vreemde praat uitslaat. Gelukkig leert een gedegen studie van de Vlaamse oudtestamenticus Schoors dat Prediker hier de traditionele kijk op vrouwen van zijn tijd noemt, maar die juist kritisch op de korrel neemt. Omdat Prediker nu eenmaal geen gebruik van aanhalingstekens maakt, moeten wij zelf uitknobbelen waar hij citeert en waar hij van het geciteerde afstand neemt. In Het verhaal gaat... gaf ik een parafraserende vertaling: 'Ze [niet: "zij"!] zeggen dat de vrouw bitterder is dan de dood, dat zij een valstrik is. Ze zeggen dat haar hart een fuik is en dat haar handen boeien zijn. (...) Ze zeggen ook dat je op duizend mensen hooguit één betrouwbaar iemand vindt, maar dat dat nooit een vrouw is. Ik heb al die beweringen grondig onderzocht, maar ik zag ze nergens bevestigd.'

Camera

Nog één voorbeeld, en dan houd ik op. Het begin van het boek Jona luidt in de Statenvertaling: 'Het woord van de Heer geschiedde tot Jona: Sta op (...)'. De NBV houdt niet van dat 'geschiedde', vooruit, dan maken we er dit van: 'Het woord van de Heer kwam tot Jona (...)'. Hoe geheimzinnig het komen van het woord van de Heer ook moge zijn, dit is heldere taal, een kind kan het begrijpen.

De NBV maakt ervan: 'Eens [!] richtte de Heer zich tot Jona.' Het verlammende is dat je moet gaan uitleggen dat dat ontaal is. Als tien vertalers en meelezers dat niet voelen, wat zal jij dan nog? Mijnheer de voorzitter, ik richt mij tot u... En waarom eigenwijs en eigenmachtig de camera boven geplaatst terwijl de verteller die beneden neerzet, bij de man die een woord uit den hoge opvangt? Het voorbeeld stemt mij daarom ook zo droevig, omdat velen na de voorpublicatie van Jona dit burgermansproza al aan de kaak stelden, maar de NBV, doof en blind voor wat toch zo klaar als een klontje is, zo'n gruwelijke openingszin gewoon handhaafde. Het ís dus niet uit te leggen.

Marcus vertelt aan het begin van zijn evangelie (1:27) welk een enorme indruk de woorden van Jezus maakten op de mannen en vrouwen in de synagoge van Kafarnaüm: 'Wat is dit? Een nieuwe leer met gezag!' (NBG). Om die oude evangelist wat toegankelijker te maken, voegt de NBV twee woordjes toe. Moet kunnen, als de moderne mens en de doeltaal erom vragen: 'Wat is dit allemaal? Een nieuwe leer met groot gezag!'

Nee, onze taal en onze kerkelijke praxis wordt met deze NBV geen dienst bewezen. Wij moeten hopen dat de synode beseft dat dit allemaal niet kan en dat deze NBV niet tot kanselbijbel mag worden gepromoveerd. En we moeten maar gauw iets mooiers maken. Hebben we weer iets om ons op te verheugen.

Nico ter Linden [bron: https--www.dbnl.org/tekst/_taa014200401_01/_taa014200401_01_0189.php]

Nico ter Linden was meer dan een halve eeuw predikant, zielzorger in ziekenhuizen en gevangenissen, voorganger op het platteland en in de Westerkerk te Amsterdam. Hij schreef meeslepend en ontroerend over zijn vele pastorale ontmoetingen. In zijn zesdelige bestseller Het verhaal gaat... hervertelde hij de bijbel. Voor kinderen deed hij dat nogmaals in het prachtige geïllustreerde Moet je horen.

Maar hoe staat het eigenlijk met zijn eigen verhaal? Hoe ontwikkelt zich een geloof in al die jaren, door al die ontmoetingen? Waar heeft hij afscheid van genomen, wat ging onderweg verloren en wat werd verworven? Werd zijn geloof wel eens aangevochten, werd hij ooit overmand door de gedachte dat de beelden die wij op het wolkendek projecteren een illusie zijn, dat het daar achter die wolken een lege boel is?

Twijfel en ongeloof, zeker, Ter Linden kende het. Maar hij schrijft ook: 'Theologen die gedesillusioneerd hun geloof aan de wilgen hangen en daar in woord en geschrift verslag van doen, raken mij niet erg, ik zeg het maar eerlijk.'

En dan nog dit is een zeer persoonlijk, aanstekelijk en waardevol boek, een kleinood voor wie nadenkt over de rol van het geloof in zijn leven.

[bron: https--www.uitgeverijbalans.nl/boeken/en-dan-nog-dit]
Zoekertjesnummer: m2019320678