Cantecleer Kunst-Reisgidsen COMPLETE SERIE€ 500,00
Kenmerken
Conditie
Gelezen
Herkomst
Wereld overig
Jaar (oorspr.)
2004
Auteur
Zie beschrijving
Beschrijving
||boek: De reizen van Gulliver||HLN - De Gouden Jeugdcollectie
||door: Jonathan Swift
||taal: nl
||jaar: 2004
||druk: ?
||pag.: 509p
||opm.: hardcover|ex-bibliotheek|gekaft
||isbn: N/A
||code: 1:000020
--- Over het boek (foto 1): De reizen van Gulliver ---
Lemuel Gulliver is het liefst onderweg. Hij reist naar de merkwaardigste landen. Overal is het leven anders dan hij gewend is. Hij leert nieuwe talen en maakt kennis met vreemde gewoontes. De avonturen van Gulliver zetten je aan het denken. Wat voor de één normaal is, vindt de ander juist vreemd. Maar al die verschillen zijn bijzonder én o zo leerzaam!
[bron: https--www.paagman.nl]
'Ik had na de schipbreuk zo'n eind gezwommen, dat ik volledig uitgeput was. Ik ging in het gras liggen, dat heel kort en zacht was, en sliep vaster dan ooit in mijn leven. Toen ik wakker werd, probeerde ik op te staan, maar kon geen vin verroeren: mijn armen en benen waren stevig aan de grond vastgemaakt en mijn lange, dikke haar bleek op dezelfde manier vastgebonden. Toen ik zover als ik kon naar beneden keek, ontdekte ik dat een menselijk wezen van nog geen zes duim, gewapend met een pijl en boog, op mijn borst stond!' Lemuel Gulliver bevond zich dan ook in de dwergstaat van de Lilliputters, en zou na zijn spannende avonturen aldaar verzeild raken op het eiland van de reuzen: Brobdingnag!
[bron: https--www.bol.com]
De Ierse satiricus en schrijver Jonathan Swift (1667-1745) liet een indrukwekkend oeuvre achter, maar blijft bij liefhebbers toch vooral bekend vanwege het bijtende A Modest Proposal (1729), A Tale Of Tub (1704) en uiteraard Gulliver's Travels, dat mede dankzij de gelijknamige animatiefilm uit 1939 (het antwoord van Fleischer op Disney's Snow White And The Seven Dwarves uit 1937) bekendheid verwierf als een kindvriendelijk werk. De reden hiervoor is uiteraard dat de film zich losjes baseerde op het eerste deel van het boek, waarbij de scheepsdokter Gulliver schipbreuk lijdt in het land van de Lilliputters en daarbij de scherpe maatschappijkritiek inruilde voor een romantisch verhaaltje.
Ook bij volgende adaptaties bleef het vaak beperkt tot dit eerste luik, waarbij Swifts werk gereduceerd werd tot een spannend verhaaltje met kleine mensjes. Maar hoe aardig sommige van deze verfilmingen ook zijn (in het bijzonder de versie uit '39 heeft iets charmants), gaan ze wel volledig voorbij aan de complexiteit en het doel van Swifts roman, die zich als een vlijmscherpe maar vaak ook humoristische commentaar op Groot-Britannië en bij uitbreiding de maatschappij en mensdom laat lezen. Geboren in het 17e eeuwse Dublin, verhuisde Swift op 21-jarige leeftijd naar Engeland waar hij in dienst trad van de oud-diplomaat Sir William Temple. Na diens dood trok hij, mede doordat hij in onmin was geraakt met Temples zuster, Lady Giffard, en koningin Anna, die aanstoot nam aan zijn werk, voorgoed terug naar Ierland. Daar engageerde hij zich steeds meer voor zijn geboorteland.
De Anglicaanse predikant Swift was gedurende zijn tijd in Engeland ook politiek actief, waarbij hij eerst aansluiting vond bij de Whigs, maar later toch naar de Tories overstapte. Zijn ervaringen in Engeland gedurende deze periode zouden in belangrijke mate zijn geschriften vormen en vonden mee hun neerslag in Gulliver's Travels. Oorspronkelijk werd het werk anoniem gepubliceerd in 1726 onder de titel Travels into Several Remote Nations of the World, in Four Parts, by Lemuel Gulliver, first a surgeon, and then a captain of several ships, en kende het meteen een groot succes met verschillende herdrukken en piraatkopijen in de daaropvolgende jaren. De manier waarop Swift zich in het werk kenbaar maakte als een meestersatiricus en observator van niet alleen het politieke machtsspel maar ook de menselijke natuur, speelde daarbij een niet onbelangrijke rol. Daarnaast wist hij zijn verhaal zo te schrijven dat ook wie niet vertrouwd was of is met de politieke gebeurtenissen die hij bekritiseert, nog steeds de spiegel herkent die hij de lezer voorhoudt.
Opgedeeld in vier delen verhaalt het boek hoe Gulliver tijdens verschillende reizen steevast in wonderbaarlijke en onbekende landen en werelddelen terechtkomt. Daar leert hij over de tradities en gebruiken van het land zelf, maar wijdt hij zijn gastheren en -vrouwen ook in in de Britse gewoontes en tradities, die er niet noodzakelijk fraai uitkomen. In het eerste deel laat Swift zich nog niet direct in de kaarten kijken door zich voornamelijk te richten op de staats- en maatschappij-inrichting van Lilliput en haar rivaliteit met het naburige eiland Blefescu. Zijn hoofdpersonage Gulliver, die landde in Lilliput, kiest aanvankelijk de kant van de eerste en kaapt de vloot van Blefescu. Wanneer hij zich door enkele kuiperijen aan het hof genoodzaakt ziet te vluchten naar Blefescu, alwaar hem, ondanks de eis van Lilliput uitgeleverd te worden, asiel verleend wordt. Wantrouwig geworden ten overstaan van elk koninklijk hof besluit Gulliver echter terug huiswaarts te keren en zich niet langer met de interne politiek van beide eilanden te bemoeien.
Is het eerste reisverslag sterk politiek geïnspireerd, waarbij Lilliput en Blefescu staan voor Groot-Brittannië en Frankrijk, met een duidelijk satirische schets van het Britse hof en de Britse politiek, dan verschuift Swifts aandacht vanaf het tweede deel naar een bredere maatschappijkritische blik. Dat tweede deel start met een nieuwe reis die opnieuw tragisch lijkt af te lopen en waarbij Gulliver wordt achtergelaten op Brobdingnag. Swift opteert hier voor een nieuwe reflectie die op een aantal punten volledig verschilt van Gullivers eerste reis. Niet alleen wordt dit land bewoont door reuzen, maar zij blijken ook op velerlei vlakken een vredevoller bestaan te kennen dan het toenmalige Europa. Na verschillende zeden en gewoontes geparodieerd te hebben (in het bijzonder modeverschijnselen en hoe mannen interesse in zaken verliezen eens vrouwen er aandacht voor krijgen), richt Swift zijn aandacht op het Britse bestel waarbij hij Gulliver geregeld in dialoog laat gaan met de koning van Brobdingnag. Die laatste is meer dan eens verbaasd en geshockeerd door de manier waarop het land bestuurd wordt, waarbij Gulliver halfslachtige pogingen onderneemt zijn vaderland te verdedigen. Een toevallige gebeurtenis tijdens een uitstap (hij wordt gegrepen door een adelaar) zorgt ervoor dat Gulliver opnieuw op zee belandt, waarna hij, dankzij een voorbijvarend schip, veilig thuiskomt.
Bestonden de twee vorige delen uit een enkele reis, dan zal Gulliver in het derde deel verschillende staten aandoen, nadat hij na eerder schipbreuk geleden te hebben en achtergelaten te zijn, ditmaal in de handen van piraten valt. Meer nog dan bij zijn vorige twee beschrijvingen bekijkt Swift hier de menselijke natuur, waarbij hij zich tijdens Gullivers bezoek aan het zwevende eiland Laputa vrolijk maakt over wetenschappers die zich verliezen in theorieën en plannen, maar nooit tot concrete toepassingen komen. Hoewel de inwoners van Laputa eminente geleerden zijn met een grote interesse in onder meer astrologie en wiskunde, vertaalt dit zich nergens in een werkzame praktijk: zo zijn de huizen krakkemikkig en wordt de rebellie van het onder Laputa's bestuur vallende maar op de aarde gelegen Balnibari bestreden door onder meer met stenen te gooien. Het arme Balnibari zucht onder de vele beloftes en plannen van Laputa die nooit tot wasdom komen, en lijkt in die zin op meer dan een manier op Ierland, dat onder het Britse bewind viel.
Daarna volgen er bezoeken aan Glubbdubdrib, bevolkt door magiërs, en Luggnagg, waar de onsterfelijke struldbruggs leven. Via de magiërs die geesten kunnen oproepen om hen te dienen, weet Gulliver verschillende grote namen uit de geschiedenis te ondervragen. Hoewel hij nauwelijks ingaat op de gesprekken zelf, aarzelt hij niet te vermelden hoezeer hij teleurgesteld en verbaasd is over de recentere heersers en machthebbers die zich allemaal lijken voor te laten staan op hun corruptie en totale gebrek aan staatsmanschap. Ook in Luggnagg wacht hem een bittere teleurstelling wanneer hij, na zelf het lof over een onsterfelijk leven bezongen te hebben, kennismaakt met het miserabele leven van de onsterfelijke struldbruggs. Hoewel onsterfelijk blijven ze immers niet eeuwig jong en worden ze na hun tachtigste levensjaar door de rest van de maatschappij dan ook op een zijspoor gezet. Hoe wreed dit ook mag klinken, toch weten de andere inwoners van Luggnagg dit te rechtvaardigen door te wijzen op de starheid, het egoïsme en de ermee gepaard gaande boosaardigheid van hun onfortuinlijke landgenoten, die zo blijkt gelukkig klein in aantal zijn.
Lezen de reizen uit dit derde deel al redelijk misantropisch, dan spaart Swift zijn bitterste gal voor zijn laatste deel. Na werk gevonden te hebben als scheepsarts, wordt Gulliver ditmaal door een muitende bemanning overboord gezet, waarna hij strandt in het land van de Yahoos en Houyhnhnm. In dit land zijn het niet mensen maar paardachtige wezens (Houyhnhnms) die de dienst uitmaken en zich in alles laten leiden door de rede, terwijl de aapachtige Yahoos omschreven worden als brute, irrationele en vaak wrede wezens.
Tot zijn grote afschuw wordt Gulliver als een Yahoo beschouwt, hoewel hij zelf in alle toonaarden ontkent iets met deze wezens te maken te hebben. Toch valt het hem steeds zwaarder het verschil tussen hem en de Yahoos te zien, terwijl de Houyhnhnm hem welwillend maar ook afstandelijk behandelen. Hoewel Swift Gulliver een grote sympathie voor deze wezens laat opvatten, is hij zelf veel ambiguer door niet na te laten te benadrukken hoezeer de maatschappij door een kille rede geregeerd wordt, waarbij elke vorm van liefde, begrip of empathie verbannen is. Wanneer Gulliver gedwongen wordt het land te verlaten en opgepikt wordt door een Portugese zeeman die zich zowel verstandig en rationeel alsook empathisch betoont, laat Swift het aan de lezer over zelf zijn of haar conclusies te trekken.
De manier waarop Swift in De reizen van Gulliver maatschappijkritiek en satire koppelt aan een parodie op de reisverhalen (hij geeft van elk land een beschrijving en geografische locatie), maakt het werk op zich al relevant. Door daarenboven in de roman ook de nodige spanning en verhaal te brengen (het is geen wonder dat het boek ook als een kinderverhaal zo goed werkt), tilt hij het boven de vorm uit en wordt het meer dan zomaar een satire of meerlagige utopie. Met recht en rede is 'Swiftiaans' een begrip geworden, want zoals onder meer uit deze roman blijkt, is de Ier als geen ander een meester in het beschrijven van de menselijke natuur op een vaak harde, maar ook begripvolle manier.
[bron: https--www.enola.be/2019/07/11/jonathan-swift-de-reizen-van-gulliver]
Boekverslag Gullivers reizen
Auteur: Jonathan Swift
Originele naam: Gulliver's Travels
Verschenen in: 1726, Engeland
Aantal blz.: 360 (afhankelijk van het exemplaar)
Waarom ik dit boek gekozen heb: Ik was aan het zoeken in de boekenlijst welke boeken gelezen mochten worden, zodat ik wist wat ik kon gaan lezen. Onder het zoeken zag ik ineens Gulliver's Travels staan. Onmiddellijk sprong ik overeind en keek in mijn boekenkast. Daar stond het boek op een plank te wachten tot het gelezen zou worden. Doordat ik het boek vroeger wel eens gelezen had vond ik het een prima idee om het te lezen vooral omdat ik me kon herinneren dat het een hartstikke leuk boek was en is.
Samenvatting
Het boek is in vier delen gesplitst, vandaar dat ik de samenvatting ook in vieren splits. Elk van de delen is een verhaal op zich zelf en vooral de eerste twee zijn bekend. Dit komt doordat deze twee verhalen de leukste verhalen van de vier zijn. Deze zijn vooral in sprookjesboeken gezet omdat het perfect is om kinderen te vermaken.
Deel 1: Een reis naar Lilliput
Gulliver is een jonge, net getrouwde man die een dokterspraktijk opent. Met zijn dokterspraktijk gaat het in het begin heel erg goed, maar dan sterft de dokter waar hij stage heeft gelopen. Vanaf dat moment gaat het niet goed meer, het gaat alleen maar slechter, op een gegeven moment gaat het zelfs zo slecht dat hij het moet sluiten en zichzelf als scheepsarts gaat verhuren.
Als scheepsarts op het schip de "Antelope" gaat alles goed en voorspoedig. Helaas voor Gulliver kan het niet goed blijven gaan, het schip komt in een storm terecht en breekt, doordat het op een rif komt, dwars doormidden. Gulliver weet te ontkomen samen met vier andere bemanningsleden in een sloep, maar het ongeluk blijft hem achtervolgen. Er slaat een hoge golf over hun heen en de sloep slaat om. Gulliver weet boven water te komen, maar ziet de andere bemanningsleden nergens. Doordat hij niet weet wat hij nu moet doen, zo moederziel alleen op de grote oceaan, zwemt hij maar een willekeurige richting uit. Wanneer hij zo moet is dat hij niet verder kan zwemmen en zich wil laten zinken naar de bodem voelt hij opeens grond aan zijn voeten. Uitgeput loopt hij nu toch verder, na ongeveer één kilometer is hij uit het water. Hij loopt door totdat het zand weg is en hij zich op een grasveld bevind. Hij laat zich moe op het gras zakken en valt onmiddellijk in slaap.
Gulliver wordt wakker en merkt verschrikt dat hij zich niet kan bewegen, hij hoort wel allemaal stemmetjes. Hij komt erachter dat hij gevangen is genomen door mensjes van slechts vijftien centimeter hoog. De mensjes vertellen hem dat hij op het eiland Lilliput is en dat zij de bevolking van het eiland zijn. De koning, van Lilliput, wil onmiddellijk kennis maken met deze vreemde reus. Echter is er een probleem, ze spreken dezelfde taal niet. Hierdoor kunnen ze elkaar niet verstaan, ondanks dit feit maakt Gulliver de koning wel duidelijk dat hij honger en dorst heeft.
De bevolking geeft hem te eten en te drinken. Het eten is echter zo klein dat hij wel drie broden tegelijkertijd op kan eten. Ze komen ook aan met vaten wijn. Die zijn zo klein dat hij zo'n vat in één slok leeg drinkt.
Opeens wordt hij heel erg moe, en hij komt erachter dat ze een slaapmiddel in zijn drankje hebben gedaan. Heel snel valt hij nu in slaap.
Terwijl hij slaapt wordt hij door de bewoners van Lilliput naar de hoofdstad van hun rijk. Hier wordt hij in een tempel vastgezet zodat hij de bewoners niet zou kunnen pletten. De Lilliputters verzorgen hem goed en ze leren hem hun taal zodat ze met elkaar kunnen gaan spreken. Na een tijdje gevangen gezeten te hebben krijgt hij, wegens goed gedrag, zijn vrijheid terug. Nu mag hij over het eiland rond gaan lopen zolang hij de Lilliputters maar waarschuwt waar hij rond loopt vanwege het pletgevaar wat er nog altijd was.
Op het eiland zijn er over bepaalde feiten vreemde opvattingen dan dat Gulliver heeft. Zo wordt bedrog strenger gestraft dan diefstal, omdat je tegen bedrog jezelf niet kan verweren. In het land is er ook een ruzie met twee partijen de low-heels en de high-heels. De ruzie gaat slechts over de hoogte van de hakken van de schoenen van de bewoners. De low-heels zijn in de minderheid maar de koning is wel een low-heler. Daardoor zouden de low-heels weer in het voordeel zijn maar daar zijn de low-heels het weer niet mee eens. Zo ging het maar door en door. Gulliver begreep er niets van en vond het eigenlijk ook wel onzin.
Helaas was de ruzie in het land niet het enige probleem, ze hadden oorlog met het andere koninkrijk, het tegenoverliggende eiland Blefuscu. Deze oorlog ging om het feit hoe je eieren moest breken. Dat kan namelijk op twee manieren; aan de brede kant of aan de puntige kant. In Lilliput moest je het ei met de puntige kant breken omdat de grootvader van de koning zijn vinger had bezeerd met het ei breken via de brede kant. Hierdoor kwam op de brede kant breken een verbod. Grote aantallen van Lilliput vluchtten naar Blefuscu en kregen de koning van Blefuscu zover om een oorlog te beginnen met Lilliput.
In Blefuscu rustten ze een vloot uit waarmee ze een grote bedreiging voor Lilliput vormden. De koning van Lilliput vroeg aan Gulliver of hij de vloot kon stoppen. Gulliver dacht dit wel te kunnen, hij sleepte de hele vloot van Blefuscu mee naar Lilliput en zo besloot de koning van Blefuscu dat het slim was om vrede te sluiten met Lilliput. Doordat de koning van Lilliput eigenlijk geen vrede wil sluiten maar de Blefuscuanen wil vernietigen en Gulliver dit niet wil doen voor de koning valt hij in zijn ongenade. Gulliver wordt door een Lilliputters gewaarschuwd dat er een complot tegen hem wordt opgezet. Door dit nieuws besluit hij naar Blefuscu te vluchtten omdat de twee landen nu toch vrede hadden gesloten. Hij wordt daar hartelijk onthaald en blijft daar ook een poos totdat hij plotseling een boot op zee ziet drijven. De boot is van het formaat waar hij in past, hij vermoet dat het de sloep is die in de storm omgeslagen was. Hij gaat de boot halen samen met de Blefuscuanen. Hij krijgt van de koning van Blefuscu voeding voor een paar dagen en Gulliver neemt ook een aantal levende dieren mee om te showen wanneer hij weer thuis komt. Na een paar dagen dobberen op zee komt hij een schip tegen die hem voor twee van zijn mini schapen weer terug naar Engeland wil brengen. Zo komt hij na een lange poos weer eindelijk thuis bij zijn familie.
Deel 2: Een reis naar Brobdingnag
Gulliver heeft door het tentoonstellen van de mini - dieren van de Blefuscuanen heel wat geld gekregen. Hierdoor kan zijn gezin het weer even uithouden. Zelf houdt hij het niet meer uit in Londen want na slechts twee maanden bij zijn gezin krijgt hij weer de reiskoorts, hij wil weer zo snel mogelijk op reis gaan. Ditmaal is hij scheeparts op het schip "Adventure". Helaas heeft Gulliver niet zoveel geluk met zeereizen, het schip komt weer in een storm terecht. Gelukkig blijft het schip heel en overleeft de gehele bemanning het. Ze zijn wel enorm uit koers geraakt en aangezien ze niet zo veel drinkwater meer hebben moeten een aantal bemanningsleden naar water gaan zoeken bij de eilanden die ze in het vizier hebben gekregen. Gulliver meldt zich aan als vrijwilliger en hij mag mee. Hij dwaalt van de groep af, wanneer hij terug keert naar het strand ziet hij de bemanningsleden zo hard als ze kunnen naar de boten vluchtten en zo snel als ze kunnen weg roeien. Helemaal verontwaardigd wil hij ze seinen dat hij nog op het eiland is, maar dan ziet hij het. De dingen waar voor ze aan het vluchtten waren, reuzen. Gulliver wil niet in de handen van de mannen vallen en vlucht de andere kant op. Helaas rent hij precies in een reuzenkorenveld die precies die dag gemaaid wordt. Plotseling ziet hij het een reuzenzeis, en gilt en schreeuwt zo hard als hij kan. Nu wordt hij, natuurlijk, ontdekt. De boer die hem vind neemt hem mee naar huis omdat hij het zo'n raar verschijnsel vind. De boer merkt dat hij veel geld aan Gulliver kan verdienen en doet dit ook. De dochter van de boer, Glumdalclitch, wil Gulliver beschermen en bied daarom aan haar vader aan om op Gulliver te passen en hem de taal te leren zo dat hij nog meer geld kon verdienen. De boer, die erg gierig was en graag geld wilde verdienen, nam dit aanbod van zijn dochter gelijk aan. De boer, zijn dochter Glumdalclitch en Gulliver gingen op weg door het hele land. De boer verdient erg veel geld aan Gulliver omdat Gulliver de taal beheerst en met de reuzen kan spreken en zo nog meer bekijks trekt. De boer, zijn dochter Glumdalclitch en Gulliver bereiken de hoofdstad. In het hele land hebben mensen al over het wonderlijke kereltje gehoord, de roddels waren ook bij het paleis aangekomen en de koningin verzocht ze om bij haar te komen, nadat een aantal hofdames van haar Gulliver hadden gezien. Gulliver is zo erg vermagert en verzwakt dat de boer hem wil verkopen. De koningin wil hem heel graag hebben en beloont de boer graag. Glumdalclitch mag bij Gulliver blijven, waar hij heel blij mee is. Bij de koningin heeft Gulliver het heel erg naar zijn zin, dit komt vaak vooral door Glumdalclitch, maar hij moet nog altijd oppassen voor alle grote insecten en de 'dwerg' van de koningin. De hofdwerg kan het niet hebben dat Gulliver nu het lievelingetje van de koningin is en haalt allemaal levensgevaarlijke grappen uit met Gulliver.
Gulliver komt ook wel eens bij de koning om met hem te praten. Gulliver wil aan koning Brobdingnag leren hoe je buskruid moet maken. De koning is verontwaardigd dat Gulliver hem wil leren hoe je buskruid maakt.
De inwoners van Brobdingnag hebben vreemde gebruiken als het gaat om wetten maken, elk wetsbesluit mocht nooit langer zijn dan tweeëntwintig woorden. Het leger in Brobdingnag heeft geen echte functie, maar ze zijn wel goed getraind om de binnenlandse veiligheid te garanderen. Wanneer de koning en koningin naar het buitenland reizen met Glumdalclitch en Gulliver vraagt Gulliver of hij naar de zee mag gaan kijken. Gulliver zit rustig in zijn speciale huisje naar de zee te kijken als hij opeens wordt opgepakt door een reuzenarend. Plotseling valt hij naar beneden recht in de zee. Daar dobbert hij rond totdat hij plotseling wordt gered door een schip van mensen met zijn eigen grote, de normale mensen. De kapitein van dit schip is zo aardig om hem mee te nemen naar Engeland. Hierdoor is hij na een lange periode weer bij zijn gezin aangekomen.
Deel 3: Een reis naar Laputa, Balnibarbi, Glubdubdribb, Luggnagg en Japan
Weer na twee maanden gaat Gulliver weer op reis, hij is gewoon een persoon die niet zonder reizen kan. Het noodlot blijft Gulliver achtervolgen als hij op zee is, dit keer wordt het schip door zeerovers gekaapt. Hij wordt in een sloep overboord gezet omdat hij nu de belangrijkste persoon op het schip was want de kapitein was om het leven gekomen in de kaping. Na een tijdje dobberen op zee komt hij bij een aantal rotsachtige eilandjes aan, Gulliver hijst zich hier aan land want op zee kan hij niets beginnen. Na een aantal dagen op het eiland ziet hij iets boven hem zweven. Het leek wel een zwevend eiland, en omdat hij zijn enige voedselbron zat was probeerde hij de aandacht van het zwevende eiland te trekken. Het lukte hem de aandacht te trekken en ze gooiden wat naar beneden zodat hij omhoog kon komen. Eenmaal boven aangekomen zag hij dat de bewoners mensen waren maar toch net iets anders. Ze hadden een kromme nek omdat ze altijd één oog op de hemel gericht hadden. De bewoners van het eiland zijn allemaal geleerde mensen die zich alleen maar druk maken over het voortbestaan van de aarde. Doordat ze zo verstrooid zijn hebben ze jongens bij hun die ze vertellen wanneer ze moeten luisteren naar een andere geleerde en wanneer ze iets moeten vertellen aan een andere geleerde.
Gulliver krijgt de eer om de koning van het eiland te leren kennen en hij probeert de taal van het eiland te leren, wat hem lukt. Het enige wat ze echt heel belangrijk vinden is wiskunde en muziek. Doordat Gulliver met een niet al te geleerde man over het eiland mag wandelen, komt hij erachter hoe het eiland in de lucht kan blijven. Het eiland kan in de lucht blijven doordat er een enorme magneet in zit, hierdoor kan de koning een enorm land besturen omdat hij overal heel snel kan zijn.
De koning had ook 'slimme' straffen bedacht als zijn onderdanen op het vaste land niet naar hem wilden luisteren. De eerste straf was volgens hem heel mild. Met het eiland boven het desbetreffende dorp gaan hangen zodat ze geen water en zon meer kregen. Werkte dit niet ging hij ze bekogelen met stenen zodat de huizen van de ontrouwe onderdanen vernietigd werden. Dit vond de koning eigenlijk wel streng genoeg maar soms luisterden de onderdanen dan nog niet. De koning was dan gedwongen een hele extreme maatregel te nemen. Hij ging met het eiland omlaag om het dorp te pletten, maar het gevaar hierbij is dat het eiland zelf beschadigd kan worden. Dus deze maatregel gebruikt de koning veel liever niet.
Gulliver vraagt toestemming om het vasteland van Laputa te bezoeken. Hij krijgt toestemming van de koning en samen met meneer Munodi bekijkt hij de hoofdstad van Laputa. Overal ziet het land Laputa er triest uit, de gebouwen zijn allemaal scheef en staan op het punt van instorten. Het land is dood of overwoekerd, er is gewoon niets meer mee te beginnen. Meneer Munodi vertelt Gulliver dat dit komt doordat de mensen zo erg bezig zijn met uitvinden dat ze alles laten liggen. Bovendien zijn ze te trots om toe te geven dat ze maar wat aan het aanrommelen zijn en eigenlijk helemaal niet goed kunnen uitvinden. Het enige land wat Gulliver zag wat mooi was, was het land van meneer Munodi. Zijn huis was ook nog recht en sterk, dit kwam allemaal doordat meneer Munodi nogal ouderwets was.
Op het eiland was ook een academie, waar de geleerden verschillende experimenten deden. Je kon het zo gek niet verzinnen of ze waren er wel mee bezig, zo probeerde er een zijde uit spinnenwebben te halen en een ander zonlicht uit vruchten. Deze experimenten werden door amateurs gedaan. Er was voor de grote denkers ook een aparte afdeling. Deze grote denkers zeiden volgens Gulliver de grootste onzin en hij wilde ook weer zo snel mogelijk weg uit de academie.
Gulliver vroeg aan de koning toestemming om uit het land te gaan en dit wordt hem toegestaan. Hij reist door naar Balnibarbi, want Balnibarbi heeft handelsconnecties met Japan en via Japan kan hij weer naar huis toe komen.
Het schip naar Japan gaat pas over een lange tijd weg. Daardoor laat Gulliver zich overhalen om naar een ander eiland te gaan, het eiland Glubdubdribb. Op het eiland zouden tovenaars moeten wonen. Gulliver vindt dit niet zo'n prettig idee, maar hij gaat wel op bezoek bij het hoofd der tovenaars. Deze tovenaar laat Gulliver met overleden personen spreken. Zo komt Gulliver dat de geschiedenisboeken niet waar zijn, dat het meeste anders is gegaan dan dat er staat.
Hij gaat nog door naar Luggnagg, hier wordt hij gevangen genomen, en naar de koning van Luggnagg gebracht. Hier wonen mensen die nooit sterven en daarom worden ze de Struldbruggs genoemd. Het is vinden ze soms een voordeel om nooit te sterven, soms een nadeel. Gulliver mag weer van de koning weg en is zo nog net op tijd voor zijn schip naar Japan. In Japan vindt hij weer een boot hoe hij thuis kan komen en zo is hij weer bij zijn gezin. Hij moet zijn vrouw beloven dat hij nooit meer weggaat maar kan dit niet. De trek naar zee blijft voor hem te groot.
Deel 4: Een reis naar het land van de Hounyhnhnhms
Bij Gulliver komt telkens een man op bezoek en zijn vrouw vreest dat Gulliver weer weg gaat. Dit vrezen is terecht, na twee maanden van aankomst krijgt Gulliver een betrekking als kapitein aangeboden op een koopvaardijschip en hij neemt het aanbod aan. De reis verloopt redelijk voorspoedig, alleen een redelijk groot deel van de bemanning is overleden aan zeeziektes. Hij moet op het vaste land nieuwe bemanning aannemen. Wat Gulliver niet weet is dat het grootste deel uit muiters bestaat. Na een paar dagen breekt er muiterij uit. Na een tijd als gevangene op zijn eigen schip wordt hij op een onbekende kust gezet. Hier komt hij paarden tegen, alleen deze paarden zijn slimmer dan andere paarden. Ze leken wel te spreken en na een tijd kwam hij er achter dat ze de Hounyhnhnhms heten. Zij zijn nog beter dan de mensen ontwikkeld en ze denken goed na. De mensachtige op het eiland zijn hun slaven. Gulliver leert de paardentaal en kan hierdoor met hun spreken. Hij is geen slaaf van ze omdat hij gekleed was en net anders dan de andere mensen de Yahoes. Gulliver komt in huis bij een vooraanstaand paard, hij spreekt ook veel met dit paard en noemt hem zelfs meester. Ze praten over vele dingen, alleen de Hounyhnhnhms kennen geen slechte dingen van het menselijke leven zoals; afgunst, kwaad, leugens, ziektes en ga zo maar door. Gulliver komt hierdoor tot de conclusie dat het bij de Hounyhnhnhms veel beter is om te leven dan met de mensen samen te leven, als het mogelijk is zou hij voor altijd bij hun willen blijven.
De Hounyhnhnhms vinden dat de Yahoes weg moeten en daarom mogen de Yahoes zich niet meer voortplanten. Gulliver die ook als een van de Yahoes wordt beschouwd moet hierdoor ook weg. Hij gaat met tegenzin weg in een boot die hij zelf maakt. Hij komt op een zo te zien onbewoond eiland terecht. Helaas wordt hij door Portugezen gezien en meegenomen. De kapitein van het schip laat Gulliver zien dat er wel goed is bij de mensen en laat hem weer naar huis gaan. Daar aangekomen is hij blij dat hij zijn gezin weer terug ziet. Hij is namelijk zestien lange jaren weggeweest. Hij wil nu alleen nog maar met zijn vrouw oud worden en zijn kinderen leren wat hij heeft geleerd bij de Hounyhnhnhms.
Ten slotte verteld Gulliver dat alles wat hij heeft meegemaakt echt is. Dat hij dit naar de waarheid heeft opgeschreven en dat hij het niet zou willen missen. Dat hij heeft geleerd om altijd eerlijk te zijn en nooit meer oneerlijk zou willen zijn. Hij vindt het belangrijk dat iedereen voortaan alleen echt gebeurde verhalen zou moeten opschrijven, zodat je weet wat er echt is gebeurd en dat niet alles verzonnen zou zijn wat je leest. En dit is het einde van het boek.
Personages
Gulliver:
Is de hoofdpersoon en ook de enige persoon die overal terug komt. Zijn familie komt ook in elk deel terug maar dan op de manier van; hij is bij ze, ziet ze en vertrekt weer, vaak al na twee maanden.
Gulliver is een arts die op het vaste land niet aan werk kan komen. Hierdoor verhuurt hij zichzelf als scheepsarts en gaat op vele zeereizen mee. Helaas gaat er wel eens wat mis waardoor hij zo'n bijzonder avontuur beleeft. Wanneer hij op zijn laatste reis gaat is hij zelfs kapitein van het schip.
Gulliver is een persoon die graag bij zijn familie wil zijn maar het water en de roep naar avontuur trekt hem te veel. Hierdoor gaat hij telkens weer op reis. Na zijn laatste reis haat hij het mensenras maar toch wil hij wel weer snel bij zijn familie zijn en samen met zijn vrouw oud worden en van zijn kinderen genieten.
[bron: https--www.scholieren.com]
--- Over (foto 2): Jonathan Swift ---
Jonathan Swift was born in Dublin on 30 November 1667, some months after his father's death. He was sent to Kilkenny Grammar School when he was six and later attended Trinity College, Dublin, where he received his BA degree in 1686. He is considered the foremost prose satirist in the English language, which stemmed from his criticism of Britain's repressive colonial policies in Ireland. Among Swift's best known works is his ironic masterpiece, 'A Modest Proposal' (1729), and his novel, Gulliver's Travels (1726). Swift died on 19 October 1745.
[source: https--www.bol.com]
Het bekendste werk van Jonathan Swift (1667-1745) is Gullivers reizen, een satirisch boek op de Engelse en Europese samenleving, dat Swift schreef tussen 1720 en 1725. Ook kan het gezien worden als een parodie op de reisverhalen.
[bron: https--www.boekerij.nl]
Jonathan Swift (Dublin, Ierland, 30 november 1667 - aldaar, 19 oktober 1745) was een Iers prozaschrijver, dichter, pamflettist en satiricus.
Swift werd in Dublin geboren en had Engelse ouders. Zijn vader was zeven maanden eerder overleden en Swift werd opgevoed door zijn oom Godwin. In 1673 ging hij naar school in Kilkenny, zo'n 100 km ten zuiden van Dublin. Hij behaalde in 1686 zijn Bachelor of Arts-graad aan de Universiteit van Dublin en studeerde verder voor een Mastergraad. Door politieke omstandigheden werd hij echter gedwongen de studie af te breken en hij verliet het land om bij zijn moeder in Leicester te gaan wonen (in 1692 zou hij alsnog zijn Master of Arts-graad behalen, aan de Universiteit van Oxford). Al spoedig daarna deed zich de gelegenheid voor om als secretaris te gaan werken voor Sir William Temple, oud-gezant van Engeland in Den Haag. Daar ontmoette hij de achtjarige Esther Johnson, de dochter van de jonggestorven zakenman Edward Johnson. Hij noemde haar Stella en zou voor de rest van haar leven een sterke emotionele binding met haar behouden.
In 1694 ontstond een verwijdering tussen Temple en Swift en werd hij predikant in Kilroot (county Antrim, Ierland). In 1696 keerde hij op verzoek van Temple echter terug en hield zich bezig met het voorbereiden voor publicatie van Temples memoires en brieven. Hij schreef in die periode The Battle of the Books, dat overigens pas in 1704 werd uitgegeven. Het werk behandelde de controverse tussen klassieke en moderne schrijvers. Ook voltooide hij A Tale of a Tub, een harde satire over corruptie en schijnheiligheid in religieuze zaken. Swift publiceerde veel van zijn werken in eerste instantie anoniem.
Tussen 1701 en 1713 woonde hij afwisselend in Londen, Dublin en Laracor, waar hij aangesteld was. In Laracor, twintig mijl van Dublin, had hij een parochie bestaande uit 15 leden en tijd genoeg om in zijn tuin te werken en zijn huis te verbouwen. Als kapelaan van Lord Berkeley bracht hij veel tijd door in Dublin, waar Stella en haar chaperonne Rebecca Dingley zich bij hem voegden.
Rond 1710 begon hij zijn Journal to Stella, een serie brieven aan Esther en Rebecca, waaruit veel te leren valt over zijn persoonlijk leven. Inmiddels was er een andere vrouw in zijn leven: Esther Vanhomrigh (de Vanessa uit het gedicht Cadenus (= Decanus) and Vanessa), die verliefd op hem was geworden. Hij ging niet op haar avances in, maar zij volgde hem naar Ierland toen haar ouders stierven.
Hij raakte bevriend met Whigs als Joseph Addison en Richard Steele (van het succesvolle maar slechts kortlopende tijdschrift 'The Tatler') en bekende schrijvers als Alexander Pope en William Congreve, en publiceerde, steeds anoniem, traktaten en essays, waaronder de Bickerstaff papers (1708). Hij raakte politiek teleurgesteld in de Whigs en zwaaide om naar de Tories. The conduct of the allies (1711), een hoogtepunt in zijn carrière als pamflettist, bevatte felle kritiek op de zittende Whig-regering die er maar niet in slaagde de al sinds 1702 woedende Spaanse Successieoorlog tegen Frankrijk te beëindigen. Op allerlei wijzen beïnvloedde hij de publieke opinie ten gunste van de vrede. De inmiddels aangetreden Tory-regering tekende in 1713 de Vrede van Utrecht. Na de val van de Tories (1714) keerde Swift, die een jaar eerder decaan van St. Patrick's Cathedral in Dublin was geworden, naar Ierland terug.
Er bestaat veel onzekerheid over de relatie tussen Swift en Stella. Sommigen beweren dat hij haar in het geheim trouwde in 1716. Hoewel er geen bewijs voor is, is het wel zeker dat zij hem zeer lief was. Wat betreft Esther Vanhomrigh: zij schijnt in 1723 een crisis te hebben veroorzaakt in haar relatie met Swift. Zijn respectvol gedrag tegenover haar en zijn zorg om haar welzijn waren niet genoeg voor haar. Er is een theorie dat zijn (waarschijnlijk nooit geconsummeerde) huwelijk met Stella een reden was om Esther op afstand te houden.
Swifts bekendste werk is Gulliver's Travels (1726). Delen van dit boek zijn wel bewerkt tot kinderboek (op welk niveau ze ook zeker te lezen zijn), maar in werkelijkheid vormen de vier delen samen een van de felste en geestigste satires die ooit zijn geschreven. Zij vormen een aanklacht tegen politieke en sociale wantoestanden uit zijn tijd, maar ook tegen de mensheid in het algemeen. Het woord yahoo, dat een bijzonder vulgair en dom persoon aanduidt, maakt dankzij dit werk nog altijd deel uit van het Engelse vocabulaire.
Swift leed aan de ziekte van Menière. Afasie belette hem in zijn laatste levensjaren grotendeels het spreken. Van zijn meesterwerken verschenen vele vertalingen. Van Swift zijn de woorden afkomstig: "Iedereen wil lang leven, maar niemand wil oud zijn."
Werken (o.a.)
[bron: wikipedia]
Jonathan Swift was an Irish author and satirist. Best known for writing 'Gulliver's Travels,' he was dean of St. Patrick's Cathedral in Dublin.
Irish author, clergyman and satirist Jonathan Swift grew up fatherless. Under the care of his uncle, he received a bachelor's degree from Trinity College and then worked as a statesman's assistant. Eventually, he became dean of St. Patrick's Cathedral in Dublin. Most of his writings were published under pseudonyms. He best remembered for his 1726 book Gulliver's Travels.
Irish author and satirist Swift was born in Dublin, Ireland on November 30, 1667. His father, an attorney, also named Jonathan Swift, died just two months before he arrived. Without steady income, his mother struggled to provide for her newborn. Moreover, Swift was a sickly child. It was later discovered that he suffered from Meniere's Disease, a condition of the inner ear that leaves the afflicted nauseous and hard of hearing. In an effort to give her son the best upbringing possible, Swift's mother gave him over to Godwin Swift, her late husband's brother and a member of the respected professional attorney and judges group Gray's Inn. Godwin Swift enrolled his nephew in the Kilkenny Grammar School (1674-1682), which was perhaps the best school in Ireland at the time. Swift's transition from a life of poverty to a rigorous private school setting proved challenging. He did, however, make a fast friend in William Congreve, the future poet and playwright.
At age 14, Swift commenced his undergraduate studies at Trinity College in Dublin. In 1686, he received a Bachelor of Arts degree and went on to pursue a master's. Not long into his research, huge unrest broke out in Ireland. The king of Ireland, England and Scotland was soon to be overthrown. What became known as the Glorious Revolution of 1688 spurred Swift to move to England and start anew. His mother found a secretary position for him under the revered English statesman, Sir William Temple. For 10 years, Swift worked in Surrey's Moor Park and acted as an assistant to Temple, helping him with political errands, and also in the researching and publishing of his own essays and memoirs. Temple was impressed by Swift's abilities and after a time, entrusted him with sensitive and important tasks.
During his Moor Park years, Swift met the daughter of Temple's housekeeper, a girl just 8 years old named Esther Johnson. When they first met, she was 15 years Swift's junior, but despite the age gap, they would become lovers for the rest of their lives. When she was a child, he acted as her mentor and tutor, and gave her the nickname "Stella." When she was of age, they maintained a close but ambiguous relationship, which lasted until Johnson's death. It was rumored that they married in 1716, and that Swift kept of lock of Johnson's hair in his possession at all times.
During his decade of work for Temple, Swift returned to Ireland twice. On a trip in 1695, he took all necessary requirements to become an ordained priest in the Anglican tradition. Under Temple's influence, he also began to write, first short essays and then a manuscript for a later book. In 1699, Temple died. Swift completed the task of editing and publishing his memoirs-not without disputes by several of Temple's family members-and then, grudgingly, accepted a less prominent post as secretary and chaplain to the Earl of Berkeley. After making the long journey to the Earl's estate, Swift was informed the position had been filled. Discouraged but resourceful, he leaned on his priestly qualifications and found work ministering to a pea-sized congregation just 20 miles outside of Dublin. For the next 10 years, he gardened, preached and worked on the house provided to him by the church. He also returned to writing. His first political pamphlet was titled A Discourse on the Contests and Dissentions in Athens and Rome.
In 1704, Swift anonymously released A Tale of a Tub and The Battle of the Books. Tub, although widely popular with the masses, was harshly disapproved of by the Church of England. Ostensibly, it criticized religion, but Swift meant it as a parody of pride. Nonetheless, his writings earned him a reputation in London, and when the Tories came into power in 1710, they asked him to become editor of the Examiner, their official paper. After a time, he became fully immersed in the political landscape and began writing some of the most cutting and well-known political pamphlets of the day, including The Conduct of the Allies, an attack on the Whigs. Privy to the inner circle of Tory government, Swift laid out his private thoughts and feelings in a stream of letters to his beloved Stella. They would later be published as The Journal to Stella.
When he saw that the Tories would soon fall from power, Swift returned to Ireland. In 1713, he took the post of dean at St. Patrick's Cathedral in Dublin. Although he was still in contact with Esther Johnson, it is documented that he engaged in a romantic relationship with Esther Vanhomrigh (whom he called Vanessa). His courtship with her inspired his long and storied poem, "Cadenus and Vanessa." He is also rumored to have had a relationship with the celebrated beauty Anne Long.
While leading his congregation at St. Patrick's, Swift began to write what would become his best-known work. In 1726, at last finished with the manuscript, he traveled to London and benefited from the help of several friends, who anonymously published it as Travels into Several Remote Nations of the World, in Four Parts. By Lemuel Gulliver, First a Surgeon, and then a Captain of Several Ships - also known, more simply, as Gulliver's Travels. The book was an immediate success and hasn't been out of print since its first run. Interestingly, much of the storyline points to historical events that Swift had lived through years prior during intense political turmoil.
Not long after the celebration of this work, Swift's longtime love, Esther Johnson, fell ill. She died in January 1728. Her life's end moved Swift to write The Death of Mrs. Johnson. Shortly after her death, a stream of Swift's other friends also died, including John Gay and John Arbuthnot. Swift, always bolstered by the people around him, was now quite troubled.
In 1742, Swift suffered from a stroke and lost the ability to speak. On October 19, 1745, Swift died. He was laid to rest next to Esther Johnson inside Dublin's St. Patrick's Cathedral.
[source: https--www.biography.com]
||door: Jonathan Swift
||taal: nl
||jaar: 2004
||druk: ?
||pag.: 509p
||opm.: hardcover|ex-bibliotheek|gekaft
||isbn: N/A
||code: 1:000020
--- Over het boek (foto 1): De reizen van Gulliver ---
Lemuel Gulliver is het liefst onderweg. Hij reist naar de merkwaardigste landen. Overal is het leven anders dan hij gewend is. Hij leert nieuwe talen en maakt kennis met vreemde gewoontes. De avonturen van Gulliver zetten je aan het denken. Wat voor de één normaal is, vindt de ander juist vreemd. Maar al die verschillen zijn bijzonder én o zo leerzaam!
[bron: https--www.paagman.nl]
'Ik had na de schipbreuk zo'n eind gezwommen, dat ik volledig uitgeput was. Ik ging in het gras liggen, dat heel kort en zacht was, en sliep vaster dan ooit in mijn leven. Toen ik wakker werd, probeerde ik op te staan, maar kon geen vin verroeren: mijn armen en benen waren stevig aan de grond vastgemaakt en mijn lange, dikke haar bleek op dezelfde manier vastgebonden. Toen ik zover als ik kon naar beneden keek, ontdekte ik dat een menselijk wezen van nog geen zes duim, gewapend met een pijl en boog, op mijn borst stond!' Lemuel Gulliver bevond zich dan ook in de dwergstaat van de Lilliputters, en zou na zijn spannende avonturen aldaar verzeild raken op het eiland van de reuzen: Brobdingnag!
[bron: https--www.bol.com]
De Ierse satiricus en schrijver Jonathan Swift (1667-1745) liet een indrukwekkend oeuvre achter, maar blijft bij liefhebbers toch vooral bekend vanwege het bijtende A Modest Proposal (1729), A Tale Of Tub (1704) en uiteraard Gulliver's Travels, dat mede dankzij de gelijknamige animatiefilm uit 1939 (het antwoord van Fleischer op Disney's Snow White And The Seven Dwarves uit 1937) bekendheid verwierf als een kindvriendelijk werk. De reden hiervoor is uiteraard dat de film zich losjes baseerde op het eerste deel van het boek, waarbij de scheepsdokter Gulliver schipbreuk lijdt in het land van de Lilliputters en daarbij de scherpe maatschappijkritiek inruilde voor een romantisch verhaaltje.
Ook bij volgende adaptaties bleef het vaak beperkt tot dit eerste luik, waarbij Swifts werk gereduceerd werd tot een spannend verhaaltje met kleine mensjes. Maar hoe aardig sommige van deze verfilmingen ook zijn (in het bijzonder de versie uit '39 heeft iets charmants), gaan ze wel volledig voorbij aan de complexiteit en het doel van Swifts roman, die zich als een vlijmscherpe maar vaak ook humoristische commentaar op Groot-Britannië en bij uitbreiding de maatschappij en mensdom laat lezen. Geboren in het 17e eeuwse Dublin, verhuisde Swift op 21-jarige leeftijd naar Engeland waar hij in dienst trad van de oud-diplomaat Sir William Temple. Na diens dood trok hij, mede doordat hij in onmin was geraakt met Temples zuster, Lady Giffard, en koningin Anna, die aanstoot nam aan zijn werk, voorgoed terug naar Ierland. Daar engageerde hij zich steeds meer voor zijn geboorteland.
De Anglicaanse predikant Swift was gedurende zijn tijd in Engeland ook politiek actief, waarbij hij eerst aansluiting vond bij de Whigs, maar later toch naar de Tories overstapte. Zijn ervaringen in Engeland gedurende deze periode zouden in belangrijke mate zijn geschriften vormen en vonden mee hun neerslag in Gulliver's Travels. Oorspronkelijk werd het werk anoniem gepubliceerd in 1726 onder de titel Travels into Several Remote Nations of the World, in Four Parts, by Lemuel Gulliver, first a surgeon, and then a captain of several ships, en kende het meteen een groot succes met verschillende herdrukken en piraatkopijen in de daaropvolgende jaren. De manier waarop Swift zich in het werk kenbaar maakte als een meestersatiricus en observator van niet alleen het politieke machtsspel maar ook de menselijke natuur, speelde daarbij een niet onbelangrijke rol. Daarnaast wist hij zijn verhaal zo te schrijven dat ook wie niet vertrouwd was of is met de politieke gebeurtenissen die hij bekritiseert, nog steeds de spiegel herkent die hij de lezer voorhoudt.
Opgedeeld in vier delen verhaalt het boek hoe Gulliver tijdens verschillende reizen steevast in wonderbaarlijke en onbekende landen en werelddelen terechtkomt. Daar leert hij over de tradities en gebruiken van het land zelf, maar wijdt hij zijn gastheren en -vrouwen ook in in de Britse gewoontes en tradities, die er niet noodzakelijk fraai uitkomen. In het eerste deel laat Swift zich nog niet direct in de kaarten kijken door zich voornamelijk te richten op de staats- en maatschappij-inrichting van Lilliput en haar rivaliteit met het naburige eiland Blefescu. Zijn hoofdpersonage Gulliver, die landde in Lilliput, kiest aanvankelijk de kant van de eerste en kaapt de vloot van Blefescu. Wanneer hij zich door enkele kuiperijen aan het hof genoodzaakt ziet te vluchten naar Blefescu, alwaar hem, ondanks de eis van Lilliput uitgeleverd te worden, asiel verleend wordt. Wantrouwig geworden ten overstaan van elk koninklijk hof besluit Gulliver echter terug huiswaarts te keren en zich niet langer met de interne politiek van beide eilanden te bemoeien.
Is het eerste reisverslag sterk politiek geïnspireerd, waarbij Lilliput en Blefescu staan voor Groot-Brittannië en Frankrijk, met een duidelijk satirische schets van het Britse hof en de Britse politiek, dan verschuift Swifts aandacht vanaf het tweede deel naar een bredere maatschappijkritische blik. Dat tweede deel start met een nieuwe reis die opnieuw tragisch lijkt af te lopen en waarbij Gulliver wordt achtergelaten op Brobdingnag. Swift opteert hier voor een nieuwe reflectie die op een aantal punten volledig verschilt van Gullivers eerste reis. Niet alleen wordt dit land bewoont door reuzen, maar zij blijken ook op velerlei vlakken een vredevoller bestaan te kennen dan het toenmalige Europa. Na verschillende zeden en gewoontes geparodieerd te hebben (in het bijzonder modeverschijnselen en hoe mannen interesse in zaken verliezen eens vrouwen er aandacht voor krijgen), richt Swift zijn aandacht op het Britse bestel waarbij hij Gulliver geregeld in dialoog laat gaan met de koning van Brobdingnag. Die laatste is meer dan eens verbaasd en geshockeerd door de manier waarop het land bestuurd wordt, waarbij Gulliver halfslachtige pogingen onderneemt zijn vaderland te verdedigen. Een toevallige gebeurtenis tijdens een uitstap (hij wordt gegrepen door een adelaar) zorgt ervoor dat Gulliver opnieuw op zee belandt, waarna hij, dankzij een voorbijvarend schip, veilig thuiskomt.
Bestonden de twee vorige delen uit een enkele reis, dan zal Gulliver in het derde deel verschillende staten aandoen, nadat hij na eerder schipbreuk geleden te hebben en achtergelaten te zijn, ditmaal in de handen van piraten valt. Meer nog dan bij zijn vorige twee beschrijvingen bekijkt Swift hier de menselijke natuur, waarbij hij zich tijdens Gullivers bezoek aan het zwevende eiland Laputa vrolijk maakt over wetenschappers die zich verliezen in theorieën en plannen, maar nooit tot concrete toepassingen komen. Hoewel de inwoners van Laputa eminente geleerden zijn met een grote interesse in onder meer astrologie en wiskunde, vertaalt dit zich nergens in een werkzame praktijk: zo zijn de huizen krakkemikkig en wordt de rebellie van het onder Laputa's bestuur vallende maar op de aarde gelegen Balnibari bestreden door onder meer met stenen te gooien. Het arme Balnibari zucht onder de vele beloftes en plannen van Laputa die nooit tot wasdom komen, en lijkt in die zin op meer dan een manier op Ierland, dat onder het Britse bewind viel.
Daarna volgen er bezoeken aan Glubbdubdrib, bevolkt door magiërs, en Luggnagg, waar de onsterfelijke struldbruggs leven. Via de magiërs die geesten kunnen oproepen om hen te dienen, weet Gulliver verschillende grote namen uit de geschiedenis te ondervragen. Hoewel hij nauwelijks ingaat op de gesprekken zelf, aarzelt hij niet te vermelden hoezeer hij teleurgesteld en verbaasd is over de recentere heersers en machthebbers die zich allemaal lijken voor te laten staan op hun corruptie en totale gebrek aan staatsmanschap. Ook in Luggnagg wacht hem een bittere teleurstelling wanneer hij, na zelf het lof over een onsterfelijk leven bezongen te hebben, kennismaakt met het miserabele leven van de onsterfelijke struldbruggs. Hoewel onsterfelijk blijven ze immers niet eeuwig jong en worden ze na hun tachtigste levensjaar door de rest van de maatschappij dan ook op een zijspoor gezet. Hoe wreed dit ook mag klinken, toch weten de andere inwoners van Luggnagg dit te rechtvaardigen door te wijzen op de starheid, het egoïsme en de ermee gepaard gaande boosaardigheid van hun onfortuinlijke landgenoten, die zo blijkt gelukkig klein in aantal zijn.
Lezen de reizen uit dit derde deel al redelijk misantropisch, dan spaart Swift zijn bitterste gal voor zijn laatste deel. Na werk gevonden te hebben als scheepsarts, wordt Gulliver ditmaal door een muitende bemanning overboord gezet, waarna hij strandt in het land van de Yahoos en Houyhnhnm. In dit land zijn het niet mensen maar paardachtige wezens (Houyhnhnms) die de dienst uitmaken en zich in alles laten leiden door de rede, terwijl de aapachtige Yahoos omschreven worden als brute, irrationele en vaak wrede wezens.
Tot zijn grote afschuw wordt Gulliver als een Yahoo beschouwt, hoewel hij zelf in alle toonaarden ontkent iets met deze wezens te maken te hebben. Toch valt het hem steeds zwaarder het verschil tussen hem en de Yahoos te zien, terwijl de Houyhnhnm hem welwillend maar ook afstandelijk behandelen. Hoewel Swift Gulliver een grote sympathie voor deze wezens laat opvatten, is hij zelf veel ambiguer door niet na te laten te benadrukken hoezeer de maatschappij door een kille rede geregeerd wordt, waarbij elke vorm van liefde, begrip of empathie verbannen is. Wanneer Gulliver gedwongen wordt het land te verlaten en opgepikt wordt door een Portugese zeeman die zich zowel verstandig en rationeel alsook empathisch betoont, laat Swift het aan de lezer over zelf zijn of haar conclusies te trekken.
De manier waarop Swift in De reizen van Gulliver maatschappijkritiek en satire koppelt aan een parodie op de reisverhalen (hij geeft van elk land een beschrijving en geografische locatie), maakt het werk op zich al relevant. Door daarenboven in de roman ook de nodige spanning en verhaal te brengen (het is geen wonder dat het boek ook als een kinderverhaal zo goed werkt), tilt hij het boven de vorm uit en wordt het meer dan zomaar een satire of meerlagige utopie. Met recht en rede is 'Swiftiaans' een begrip geworden, want zoals onder meer uit deze roman blijkt, is de Ier als geen ander een meester in het beschrijven van de menselijke natuur op een vaak harde, maar ook begripvolle manier.
[bron: https--www.enola.be/2019/07/11/jonathan-swift-de-reizen-van-gulliver]
Boekverslag Gullivers reizen
Auteur: Jonathan Swift
Originele naam: Gulliver's Travels
Verschenen in: 1726, Engeland
Aantal blz.: 360 (afhankelijk van het exemplaar)
Waarom ik dit boek gekozen heb: Ik was aan het zoeken in de boekenlijst welke boeken gelezen mochten worden, zodat ik wist wat ik kon gaan lezen. Onder het zoeken zag ik ineens Gulliver's Travels staan. Onmiddellijk sprong ik overeind en keek in mijn boekenkast. Daar stond het boek op een plank te wachten tot het gelezen zou worden. Doordat ik het boek vroeger wel eens gelezen had vond ik het een prima idee om het te lezen vooral omdat ik me kon herinneren dat het een hartstikke leuk boek was en is.
Samenvatting
Het boek is in vier delen gesplitst, vandaar dat ik de samenvatting ook in vieren splits. Elk van de delen is een verhaal op zich zelf en vooral de eerste twee zijn bekend. Dit komt doordat deze twee verhalen de leukste verhalen van de vier zijn. Deze zijn vooral in sprookjesboeken gezet omdat het perfect is om kinderen te vermaken.
Deel 1: Een reis naar Lilliput
Gulliver is een jonge, net getrouwde man die een dokterspraktijk opent. Met zijn dokterspraktijk gaat het in het begin heel erg goed, maar dan sterft de dokter waar hij stage heeft gelopen. Vanaf dat moment gaat het niet goed meer, het gaat alleen maar slechter, op een gegeven moment gaat het zelfs zo slecht dat hij het moet sluiten en zichzelf als scheepsarts gaat verhuren.
Als scheepsarts op het schip de "Antelope" gaat alles goed en voorspoedig. Helaas voor Gulliver kan het niet goed blijven gaan, het schip komt in een storm terecht en breekt, doordat het op een rif komt, dwars doormidden. Gulliver weet te ontkomen samen met vier andere bemanningsleden in een sloep, maar het ongeluk blijft hem achtervolgen. Er slaat een hoge golf over hun heen en de sloep slaat om. Gulliver weet boven water te komen, maar ziet de andere bemanningsleden nergens. Doordat hij niet weet wat hij nu moet doen, zo moederziel alleen op de grote oceaan, zwemt hij maar een willekeurige richting uit. Wanneer hij zo moet is dat hij niet verder kan zwemmen en zich wil laten zinken naar de bodem voelt hij opeens grond aan zijn voeten. Uitgeput loopt hij nu toch verder, na ongeveer één kilometer is hij uit het water. Hij loopt door totdat het zand weg is en hij zich op een grasveld bevind. Hij laat zich moe op het gras zakken en valt onmiddellijk in slaap.
Gulliver wordt wakker en merkt verschrikt dat hij zich niet kan bewegen, hij hoort wel allemaal stemmetjes. Hij komt erachter dat hij gevangen is genomen door mensjes van slechts vijftien centimeter hoog. De mensjes vertellen hem dat hij op het eiland Lilliput is en dat zij de bevolking van het eiland zijn. De koning, van Lilliput, wil onmiddellijk kennis maken met deze vreemde reus. Echter is er een probleem, ze spreken dezelfde taal niet. Hierdoor kunnen ze elkaar niet verstaan, ondanks dit feit maakt Gulliver de koning wel duidelijk dat hij honger en dorst heeft.
De bevolking geeft hem te eten en te drinken. Het eten is echter zo klein dat hij wel drie broden tegelijkertijd op kan eten. Ze komen ook aan met vaten wijn. Die zijn zo klein dat hij zo'n vat in één slok leeg drinkt.
Opeens wordt hij heel erg moe, en hij komt erachter dat ze een slaapmiddel in zijn drankje hebben gedaan. Heel snel valt hij nu in slaap.
Terwijl hij slaapt wordt hij door de bewoners van Lilliput naar de hoofdstad van hun rijk. Hier wordt hij in een tempel vastgezet zodat hij de bewoners niet zou kunnen pletten. De Lilliputters verzorgen hem goed en ze leren hem hun taal zodat ze met elkaar kunnen gaan spreken. Na een tijdje gevangen gezeten te hebben krijgt hij, wegens goed gedrag, zijn vrijheid terug. Nu mag hij over het eiland rond gaan lopen zolang hij de Lilliputters maar waarschuwt waar hij rond loopt vanwege het pletgevaar wat er nog altijd was.
Op het eiland zijn er over bepaalde feiten vreemde opvattingen dan dat Gulliver heeft. Zo wordt bedrog strenger gestraft dan diefstal, omdat je tegen bedrog jezelf niet kan verweren. In het land is er ook een ruzie met twee partijen de low-heels en de high-heels. De ruzie gaat slechts over de hoogte van de hakken van de schoenen van de bewoners. De low-heels zijn in de minderheid maar de koning is wel een low-heler. Daardoor zouden de low-heels weer in het voordeel zijn maar daar zijn de low-heels het weer niet mee eens. Zo ging het maar door en door. Gulliver begreep er niets van en vond het eigenlijk ook wel onzin.
Helaas was de ruzie in het land niet het enige probleem, ze hadden oorlog met het andere koninkrijk, het tegenoverliggende eiland Blefuscu. Deze oorlog ging om het feit hoe je eieren moest breken. Dat kan namelijk op twee manieren; aan de brede kant of aan de puntige kant. In Lilliput moest je het ei met de puntige kant breken omdat de grootvader van de koning zijn vinger had bezeerd met het ei breken via de brede kant. Hierdoor kwam op de brede kant breken een verbod. Grote aantallen van Lilliput vluchtten naar Blefuscu en kregen de koning van Blefuscu zover om een oorlog te beginnen met Lilliput.
In Blefuscu rustten ze een vloot uit waarmee ze een grote bedreiging voor Lilliput vormden. De koning van Lilliput vroeg aan Gulliver of hij de vloot kon stoppen. Gulliver dacht dit wel te kunnen, hij sleepte de hele vloot van Blefuscu mee naar Lilliput en zo besloot de koning van Blefuscu dat het slim was om vrede te sluiten met Lilliput. Doordat de koning van Lilliput eigenlijk geen vrede wil sluiten maar de Blefuscuanen wil vernietigen en Gulliver dit niet wil doen voor de koning valt hij in zijn ongenade. Gulliver wordt door een Lilliputters gewaarschuwd dat er een complot tegen hem wordt opgezet. Door dit nieuws besluit hij naar Blefuscu te vluchtten omdat de twee landen nu toch vrede hadden gesloten. Hij wordt daar hartelijk onthaald en blijft daar ook een poos totdat hij plotseling een boot op zee ziet drijven. De boot is van het formaat waar hij in past, hij vermoet dat het de sloep is die in de storm omgeslagen was. Hij gaat de boot halen samen met de Blefuscuanen. Hij krijgt van de koning van Blefuscu voeding voor een paar dagen en Gulliver neemt ook een aantal levende dieren mee om te showen wanneer hij weer thuis komt. Na een paar dagen dobberen op zee komt hij een schip tegen die hem voor twee van zijn mini schapen weer terug naar Engeland wil brengen. Zo komt hij na een lange poos weer eindelijk thuis bij zijn familie.
Deel 2: Een reis naar Brobdingnag
Gulliver heeft door het tentoonstellen van de mini - dieren van de Blefuscuanen heel wat geld gekregen. Hierdoor kan zijn gezin het weer even uithouden. Zelf houdt hij het niet meer uit in Londen want na slechts twee maanden bij zijn gezin krijgt hij weer de reiskoorts, hij wil weer zo snel mogelijk op reis gaan. Ditmaal is hij scheeparts op het schip "Adventure". Helaas heeft Gulliver niet zoveel geluk met zeereizen, het schip komt weer in een storm terecht. Gelukkig blijft het schip heel en overleeft de gehele bemanning het. Ze zijn wel enorm uit koers geraakt en aangezien ze niet zo veel drinkwater meer hebben moeten een aantal bemanningsleden naar water gaan zoeken bij de eilanden die ze in het vizier hebben gekregen. Gulliver meldt zich aan als vrijwilliger en hij mag mee. Hij dwaalt van de groep af, wanneer hij terug keert naar het strand ziet hij de bemanningsleden zo hard als ze kunnen naar de boten vluchtten en zo snel als ze kunnen weg roeien. Helemaal verontwaardigd wil hij ze seinen dat hij nog op het eiland is, maar dan ziet hij het. De dingen waar voor ze aan het vluchtten waren, reuzen. Gulliver wil niet in de handen van de mannen vallen en vlucht de andere kant op. Helaas rent hij precies in een reuzenkorenveld die precies die dag gemaaid wordt. Plotseling ziet hij het een reuzenzeis, en gilt en schreeuwt zo hard als hij kan. Nu wordt hij, natuurlijk, ontdekt. De boer die hem vind neemt hem mee naar huis omdat hij het zo'n raar verschijnsel vind. De boer merkt dat hij veel geld aan Gulliver kan verdienen en doet dit ook. De dochter van de boer, Glumdalclitch, wil Gulliver beschermen en bied daarom aan haar vader aan om op Gulliver te passen en hem de taal te leren zo dat hij nog meer geld kon verdienen. De boer, die erg gierig was en graag geld wilde verdienen, nam dit aanbod van zijn dochter gelijk aan. De boer, zijn dochter Glumdalclitch en Gulliver gingen op weg door het hele land. De boer verdient erg veel geld aan Gulliver omdat Gulliver de taal beheerst en met de reuzen kan spreken en zo nog meer bekijks trekt. De boer, zijn dochter Glumdalclitch en Gulliver bereiken de hoofdstad. In het hele land hebben mensen al over het wonderlijke kereltje gehoord, de roddels waren ook bij het paleis aangekomen en de koningin verzocht ze om bij haar te komen, nadat een aantal hofdames van haar Gulliver hadden gezien. Gulliver is zo erg vermagert en verzwakt dat de boer hem wil verkopen. De koningin wil hem heel graag hebben en beloont de boer graag. Glumdalclitch mag bij Gulliver blijven, waar hij heel blij mee is. Bij de koningin heeft Gulliver het heel erg naar zijn zin, dit komt vaak vooral door Glumdalclitch, maar hij moet nog altijd oppassen voor alle grote insecten en de 'dwerg' van de koningin. De hofdwerg kan het niet hebben dat Gulliver nu het lievelingetje van de koningin is en haalt allemaal levensgevaarlijke grappen uit met Gulliver.
Gulliver komt ook wel eens bij de koning om met hem te praten. Gulliver wil aan koning Brobdingnag leren hoe je buskruid moet maken. De koning is verontwaardigd dat Gulliver hem wil leren hoe je buskruid maakt.
De inwoners van Brobdingnag hebben vreemde gebruiken als het gaat om wetten maken, elk wetsbesluit mocht nooit langer zijn dan tweeëntwintig woorden. Het leger in Brobdingnag heeft geen echte functie, maar ze zijn wel goed getraind om de binnenlandse veiligheid te garanderen. Wanneer de koning en koningin naar het buitenland reizen met Glumdalclitch en Gulliver vraagt Gulliver of hij naar de zee mag gaan kijken. Gulliver zit rustig in zijn speciale huisje naar de zee te kijken als hij opeens wordt opgepakt door een reuzenarend. Plotseling valt hij naar beneden recht in de zee. Daar dobbert hij rond totdat hij plotseling wordt gered door een schip van mensen met zijn eigen grote, de normale mensen. De kapitein van dit schip is zo aardig om hem mee te nemen naar Engeland. Hierdoor is hij na een lange periode weer bij zijn gezin aangekomen.
Deel 3: Een reis naar Laputa, Balnibarbi, Glubdubdribb, Luggnagg en Japan
Weer na twee maanden gaat Gulliver weer op reis, hij is gewoon een persoon die niet zonder reizen kan. Het noodlot blijft Gulliver achtervolgen als hij op zee is, dit keer wordt het schip door zeerovers gekaapt. Hij wordt in een sloep overboord gezet omdat hij nu de belangrijkste persoon op het schip was want de kapitein was om het leven gekomen in de kaping. Na een tijdje dobberen op zee komt hij bij een aantal rotsachtige eilandjes aan, Gulliver hijst zich hier aan land want op zee kan hij niets beginnen. Na een aantal dagen op het eiland ziet hij iets boven hem zweven. Het leek wel een zwevend eiland, en omdat hij zijn enige voedselbron zat was probeerde hij de aandacht van het zwevende eiland te trekken. Het lukte hem de aandacht te trekken en ze gooiden wat naar beneden zodat hij omhoog kon komen. Eenmaal boven aangekomen zag hij dat de bewoners mensen waren maar toch net iets anders. Ze hadden een kromme nek omdat ze altijd één oog op de hemel gericht hadden. De bewoners van het eiland zijn allemaal geleerde mensen die zich alleen maar druk maken over het voortbestaan van de aarde. Doordat ze zo verstrooid zijn hebben ze jongens bij hun die ze vertellen wanneer ze moeten luisteren naar een andere geleerde en wanneer ze iets moeten vertellen aan een andere geleerde.
Gulliver krijgt de eer om de koning van het eiland te leren kennen en hij probeert de taal van het eiland te leren, wat hem lukt. Het enige wat ze echt heel belangrijk vinden is wiskunde en muziek. Doordat Gulliver met een niet al te geleerde man over het eiland mag wandelen, komt hij erachter hoe het eiland in de lucht kan blijven. Het eiland kan in de lucht blijven doordat er een enorme magneet in zit, hierdoor kan de koning een enorm land besturen omdat hij overal heel snel kan zijn.
De koning had ook 'slimme' straffen bedacht als zijn onderdanen op het vaste land niet naar hem wilden luisteren. De eerste straf was volgens hem heel mild. Met het eiland boven het desbetreffende dorp gaan hangen zodat ze geen water en zon meer kregen. Werkte dit niet ging hij ze bekogelen met stenen zodat de huizen van de ontrouwe onderdanen vernietigd werden. Dit vond de koning eigenlijk wel streng genoeg maar soms luisterden de onderdanen dan nog niet. De koning was dan gedwongen een hele extreme maatregel te nemen. Hij ging met het eiland omlaag om het dorp te pletten, maar het gevaar hierbij is dat het eiland zelf beschadigd kan worden. Dus deze maatregel gebruikt de koning veel liever niet.
Gulliver vraagt toestemming om het vasteland van Laputa te bezoeken. Hij krijgt toestemming van de koning en samen met meneer Munodi bekijkt hij de hoofdstad van Laputa. Overal ziet het land Laputa er triest uit, de gebouwen zijn allemaal scheef en staan op het punt van instorten. Het land is dood of overwoekerd, er is gewoon niets meer mee te beginnen. Meneer Munodi vertelt Gulliver dat dit komt doordat de mensen zo erg bezig zijn met uitvinden dat ze alles laten liggen. Bovendien zijn ze te trots om toe te geven dat ze maar wat aan het aanrommelen zijn en eigenlijk helemaal niet goed kunnen uitvinden. Het enige land wat Gulliver zag wat mooi was, was het land van meneer Munodi. Zijn huis was ook nog recht en sterk, dit kwam allemaal doordat meneer Munodi nogal ouderwets was.
Op het eiland was ook een academie, waar de geleerden verschillende experimenten deden. Je kon het zo gek niet verzinnen of ze waren er wel mee bezig, zo probeerde er een zijde uit spinnenwebben te halen en een ander zonlicht uit vruchten. Deze experimenten werden door amateurs gedaan. Er was voor de grote denkers ook een aparte afdeling. Deze grote denkers zeiden volgens Gulliver de grootste onzin en hij wilde ook weer zo snel mogelijk weg uit de academie.
Gulliver vroeg aan de koning toestemming om uit het land te gaan en dit wordt hem toegestaan. Hij reist door naar Balnibarbi, want Balnibarbi heeft handelsconnecties met Japan en via Japan kan hij weer naar huis toe komen.
Het schip naar Japan gaat pas over een lange tijd weg. Daardoor laat Gulliver zich overhalen om naar een ander eiland te gaan, het eiland Glubdubdribb. Op het eiland zouden tovenaars moeten wonen. Gulliver vindt dit niet zo'n prettig idee, maar hij gaat wel op bezoek bij het hoofd der tovenaars. Deze tovenaar laat Gulliver met overleden personen spreken. Zo komt Gulliver dat de geschiedenisboeken niet waar zijn, dat het meeste anders is gegaan dan dat er staat.
Hij gaat nog door naar Luggnagg, hier wordt hij gevangen genomen, en naar de koning van Luggnagg gebracht. Hier wonen mensen die nooit sterven en daarom worden ze de Struldbruggs genoemd. Het is vinden ze soms een voordeel om nooit te sterven, soms een nadeel. Gulliver mag weer van de koning weg en is zo nog net op tijd voor zijn schip naar Japan. In Japan vindt hij weer een boot hoe hij thuis kan komen en zo is hij weer bij zijn gezin. Hij moet zijn vrouw beloven dat hij nooit meer weggaat maar kan dit niet. De trek naar zee blijft voor hem te groot.
Deel 4: Een reis naar het land van de Hounyhnhnhms
Bij Gulliver komt telkens een man op bezoek en zijn vrouw vreest dat Gulliver weer weg gaat. Dit vrezen is terecht, na twee maanden van aankomst krijgt Gulliver een betrekking als kapitein aangeboden op een koopvaardijschip en hij neemt het aanbod aan. De reis verloopt redelijk voorspoedig, alleen een redelijk groot deel van de bemanning is overleden aan zeeziektes. Hij moet op het vaste land nieuwe bemanning aannemen. Wat Gulliver niet weet is dat het grootste deel uit muiters bestaat. Na een paar dagen breekt er muiterij uit. Na een tijd als gevangene op zijn eigen schip wordt hij op een onbekende kust gezet. Hier komt hij paarden tegen, alleen deze paarden zijn slimmer dan andere paarden. Ze leken wel te spreken en na een tijd kwam hij er achter dat ze de Hounyhnhnhms heten. Zij zijn nog beter dan de mensen ontwikkeld en ze denken goed na. De mensachtige op het eiland zijn hun slaven. Gulliver leert de paardentaal en kan hierdoor met hun spreken. Hij is geen slaaf van ze omdat hij gekleed was en net anders dan de andere mensen de Yahoes. Gulliver komt in huis bij een vooraanstaand paard, hij spreekt ook veel met dit paard en noemt hem zelfs meester. Ze praten over vele dingen, alleen de Hounyhnhnhms kennen geen slechte dingen van het menselijke leven zoals; afgunst, kwaad, leugens, ziektes en ga zo maar door. Gulliver komt hierdoor tot de conclusie dat het bij de Hounyhnhnhms veel beter is om te leven dan met de mensen samen te leven, als het mogelijk is zou hij voor altijd bij hun willen blijven.
De Hounyhnhnhms vinden dat de Yahoes weg moeten en daarom mogen de Yahoes zich niet meer voortplanten. Gulliver die ook als een van de Yahoes wordt beschouwd moet hierdoor ook weg. Hij gaat met tegenzin weg in een boot die hij zelf maakt. Hij komt op een zo te zien onbewoond eiland terecht. Helaas wordt hij door Portugezen gezien en meegenomen. De kapitein van het schip laat Gulliver zien dat er wel goed is bij de mensen en laat hem weer naar huis gaan. Daar aangekomen is hij blij dat hij zijn gezin weer terug ziet. Hij is namelijk zestien lange jaren weggeweest. Hij wil nu alleen nog maar met zijn vrouw oud worden en zijn kinderen leren wat hij heeft geleerd bij de Hounyhnhnhms.
Ten slotte verteld Gulliver dat alles wat hij heeft meegemaakt echt is. Dat hij dit naar de waarheid heeft opgeschreven en dat hij het niet zou willen missen. Dat hij heeft geleerd om altijd eerlijk te zijn en nooit meer oneerlijk zou willen zijn. Hij vindt het belangrijk dat iedereen voortaan alleen echt gebeurde verhalen zou moeten opschrijven, zodat je weet wat er echt is gebeurd en dat niet alles verzonnen zou zijn wat je leest. En dit is het einde van het boek.
Personages
Gulliver:
Is de hoofdpersoon en ook de enige persoon die overal terug komt. Zijn familie komt ook in elk deel terug maar dan op de manier van; hij is bij ze, ziet ze en vertrekt weer, vaak al na twee maanden.
Gulliver is een arts die op het vaste land niet aan werk kan komen. Hierdoor verhuurt hij zichzelf als scheepsarts en gaat op vele zeereizen mee. Helaas gaat er wel eens wat mis waardoor hij zo'n bijzonder avontuur beleeft. Wanneer hij op zijn laatste reis gaat is hij zelfs kapitein van het schip.
Gulliver is een persoon die graag bij zijn familie wil zijn maar het water en de roep naar avontuur trekt hem te veel. Hierdoor gaat hij telkens weer op reis. Na zijn laatste reis haat hij het mensenras maar toch wil hij wel weer snel bij zijn familie zijn en samen met zijn vrouw oud worden en van zijn kinderen genieten.
[bron: https--www.scholieren.com]
--- Over (foto 2): Jonathan Swift ---
Jonathan Swift was born in Dublin on 30 November 1667, some months after his father's death. He was sent to Kilkenny Grammar School when he was six and later attended Trinity College, Dublin, where he received his BA degree in 1686. He is considered the foremost prose satirist in the English language, which stemmed from his criticism of Britain's repressive colonial policies in Ireland. Among Swift's best known works is his ironic masterpiece, 'A Modest Proposal' (1729), and his novel, Gulliver's Travels (1726). Swift died on 19 October 1745.
[source: https--www.bol.com]
Het bekendste werk van Jonathan Swift (1667-1745) is Gullivers reizen, een satirisch boek op de Engelse en Europese samenleving, dat Swift schreef tussen 1720 en 1725. Ook kan het gezien worden als een parodie op de reisverhalen.
[bron: https--www.boekerij.nl]
Jonathan Swift (Dublin, Ierland, 30 november 1667 - aldaar, 19 oktober 1745) was een Iers prozaschrijver, dichter, pamflettist en satiricus.
Swift werd in Dublin geboren en had Engelse ouders. Zijn vader was zeven maanden eerder overleden en Swift werd opgevoed door zijn oom Godwin. In 1673 ging hij naar school in Kilkenny, zo'n 100 km ten zuiden van Dublin. Hij behaalde in 1686 zijn Bachelor of Arts-graad aan de Universiteit van Dublin en studeerde verder voor een Mastergraad. Door politieke omstandigheden werd hij echter gedwongen de studie af te breken en hij verliet het land om bij zijn moeder in Leicester te gaan wonen (in 1692 zou hij alsnog zijn Master of Arts-graad behalen, aan de Universiteit van Oxford). Al spoedig daarna deed zich de gelegenheid voor om als secretaris te gaan werken voor Sir William Temple, oud-gezant van Engeland in Den Haag. Daar ontmoette hij de achtjarige Esther Johnson, de dochter van de jonggestorven zakenman Edward Johnson. Hij noemde haar Stella en zou voor de rest van haar leven een sterke emotionele binding met haar behouden.
In 1694 ontstond een verwijdering tussen Temple en Swift en werd hij predikant in Kilroot (county Antrim, Ierland). In 1696 keerde hij op verzoek van Temple echter terug en hield zich bezig met het voorbereiden voor publicatie van Temples memoires en brieven. Hij schreef in die periode The Battle of the Books, dat overigens pas in 1704 werd uitgegeven. Het werk behandelde de controverse tussen klassieke en moderne schrijvers. Ook voltooide hij A Tale of a Tub, een harde satire over corruptie en schijnheiligheid in religieuze zaken. Swift publiceerde veel van zijn werken in eerste instantie anoniem.
Tussen 1701 en 1713 woonde hij afwisselend in Londen, Dublin en Laracor, waar hij aangesteld was. In Laracor, twintig mijl van Dublin, had hij een parochie bestaande uit 15 leden en tijd genoeg om in zijn tuin te werken en zijn huis te verbouwen. Als kapelaan van Lord Berkeley bracht hij veel tijd door in Dublin, waar Stella en haar chaperonne Rebecca Dingley zich bij hem voegden.
Rond 1710 begon hij zijn Journal to Stella, een serie brieven aan Esther en Rebecca, waaruit veel te leren valt over zijn persoonlijk leven. Inmiddels was er een andere vrouw in zijn leven: Esther Vanhomrigh (de Vanessa uit het gedicht Cadenus (= Decanus) and Vanessa), die verliefd op hem was geworden. Hij ging niet op haar avances in, maar zij volgde hem naar Ierland toen haar ouders stierven.
Hij raakte bevriend met Whigs als Joseph Addison en Richard Steele (van het succesvolle maar slechts kortlopende tijdschrift 'The Tatler') en bekende schrijvers als Alexander Pope en William Congreve, en publiceerde, steeds anoniem, traktaten en essays, waaronder de Bickerstaff papers (1708). Hij raakte politiek teleurgesteld in de Whigs en zwaaide om naar de Tories. The conduct of the allies (1711), een hoogtepunt in zijn carrière als pamflettist, bevatte felle kritiek op de zittende Whig-regering die er maar niet in slaagde de al sinds 1702 woedende Spaanse Successieoorlog tegen Frankrijk te beëindigen. Op allerlei wijzen beïnvloedde hij de publieke opinie ten gunste van de vrede. De inmiddels aangetreden Tory-regering tekende in 1713 de Vrede van Utrecht. Na de val van de Tories (1714) keerde Swift, die een jaar eerder decaan van St. Patrick's Cathedral in Dublin was geworden, naar Ierland terug.
Er bestaat veel onzekerheid over de relatie tussen Swift en Stella. Sommigen beweren dat hij haar in het geheim trouwde in 1716. Hoewel er geen bewijs voor is, is het wel zeker dat zij hem zeer lief was. Wat betreft Esther Vanhomrigh: zij schijnt in 1723 een crisis te hebben veroorzaakt in haar relatie met Swift. Zijn respectvol gedrag tegenover haar en zijn zorg om haar welzijn waren niet genoeg voor haar. Er is een theorie dat zijn (waarschijnlijk nooit geconsummeerde) huwelijk met Stella een reden was om Esther op afstand te houden.
Swifts bekendste werk is Gulliver's Travels (1726). Delen van dit boek zijn wel bewerkt tot kinderboek (op welk niveau ze ook zeker te lezen zijn), maar in werkelijkheid vormen de vier delen samen een van de felste en geestigste satires die ooit zijn geschreven. Zij vormen een aanklacht tegen politieke en sociale wantoestanden uit zijn tijd, maar ook tegen de mensheid in het algemeen. Het woord yahoo, dat een bijzonder vulgair en dom persoon aanduidt, maakt dankzij dit werk nog altijd deel uit van het Engelse vocabulaire.
Swift leed aan de ziekte van Menière. Afasie belette hem in zijn laatste levensjaren grotendeels het spreken. Van zijn meesterwerken verschenen vele vertalingen. Van Swift zijn de woorden afkomstig: "Iedereen wil lang leven, maar niemand wil oud zijn."
Werken (o.a.)
- The Battle of the Books (1704)
- A Tale of a Tub (1704)
- Bickerstaff-Partridge Papers (1708-1709)
- An Argument against Abolishing Christianity (1708)
- The Intelligencer (met Thomas Sheridan) (1710-????)
- The Journal to Stella (1710-1713)
- A Proposal for Correcting, Improving and Ascertaining the English Tongue (1712)
- Cadenus and Vanessa (gedicht) (1713)
- On the Conduct of the Allies (1713)
- Gulliver's Travels (1726, gewijzigd 1735)
- A modest proposal (1729)
- The Grand Question Debated (1729)
- Directions to Servants (1731)
- The Lady's Dressing Room(1732)
- Three Sermons and Three Prayers
- On Poetry: A Rhapsody (1733)
- A Complete Collection of Genteel and Ingenious Conversation (1738)
- Verses on the Death of Dr. Swift. (1731) gepubliceerd in 1739
[bron: wikipedia]
Jonathan Swift was an Irish author and satirist. Best known for writing 'Gulliver's Travels,' he was dean of St. Patrick's Cathedral in Dublin.
Irish author, clergyman and satirist Jonathan Swift grew up fatherless. Under the care of his uncle, he received a bachelor's degree from Trinity College and then worked as a statesman's assistant. Eventually, he became dean of St. Patrick's Cathedral in Dublin. Most of his writings were published under pseudonyms. He best remembered for his 1726 book Gulliver's Travels.
Irish author and satirist Swift was born in Dublin, Ireland on November 30, 1667. His father, an attorney, also named Jonathan Swift, died just two months before he arrived. Without steady income, his mother struggled to provide for her newborn. Moreover, Swift was a sickly child. It was later discovered that he suffered from Meniere's Disease, a condition of the inner ear that leaves the afflicted nauseous and hard of hearing. In an effort to give her son the best upbringing possible, Swift's mother gave him over to Godwin Swift, her late husband's brother and a member of the respected professional attorney and judges group Gray's Inn. Godwin Swift enrolled his nephew in the Kilkenny Grammar School (1674-1682), which was perhaps the best school in Ireland at the time. Swift's transition from a life of poverty to a rigorous private school setting proved challenging. He did, however, make a fast friend in William Congreve, the future poet and playwright.
At age 14, Swift commenced his undergraduate studies at Trinity College in Dublin. In 1686, he received a Bachelor of Arts degree and went on to pursue a master's. Not long into his research, huge unrest broke out in Ireland. The king of Ireland, England and Scotland was soon to be overthrown. What became known as the Glorious Revolution of 1688 spurred Swift to move to England and start anew. His mother found a secretary position for him under the revered English statesman, Sir William Temple. For 10 years, Swift worked in Surrey's Moor Park and acted as an assistant to Temple, helping him with political errands, and also in the researching and publishing of his own essays and memoirs. Temple was impressed by Swift's abilities and after a time, entrusted him with sensitive and important tasks.
During his Moor Park years, Swift met the daughter of Temple's housekeeper, a girl just 8 years old named Esther Johnson. When they first met, she was 15 years Swift's junior, but despite the age gap, they would become lovers for the rest of their lives. When she was a child, he acted as her mentor and tutor, and gave her the nickname "Stella." When she was of age, they maintained a close but ambiguous relationship, which lasted until Johnson's death. It was rumored that they married in 1716, and that Swift kept of lock of Johnson's hair in his possession at all times.
During his decade of work for Temple, Swift returned to Ireland twice. On a trip in 1695, he took all necessary requirements to become an ordained priest in the Anglican tradition. Under Temple's influence, he also began to write, first short essays and then a manuscript for a later book. In 1699, Temple died. Swift completed the task of editing and publishing his memoirs-not without disputes by several of Temple's family members-and then, grudgingly, accepted a less prominent post as secretary and chaplain to the Earl of Berkeley. After making the long journey to the Earl's estate, Swift was informed the position had been filled. Discouraged but resourceful, he leaned on his priestly qualifications and found work ministering to a pea-sized congregation just 20 miles outside of Dublin. For the next 10 years, he gardened, preached and worked on the house provided to him by the church. He also returned to writing. His first political pamphlet was titled A Discourse on the Contests and Dissentions in Athens and Rome.
In 1704, Swift anonymously released A Tale of a Tub and The Battle of the Books. Tub, although widely popular with the masses, was harshly disapproved of by the Church of England. Ostensibly, it criticized religion, but Swift meant it as a parody of pride. Nonetheless, his writings earned him a reputation in London, and when the Tories came into power in 1710, they asked him to become editor of the Examiner, their official paper. After a time, he became fully immersed in the political landscape and began writing some of the most cutting and well-known political pamphlets of the day, including The Conduct of the Allies, an attack on the Whigs. Privy to the inner circle of Tory government, Swift laid out his private thoughts and feelings in a stream of letters to his beloved Stella. They would later be published as The Journal to Stella.
When he saw that the Tories would soon fall from power, Swift returned to Ireland. In 1713, he took the post of dean at St. Patrick's Cathedral in Dublin. Although he was still in contact with Esther Johnson, it is documented that he engaged in a romantic relationship with Esther Vanhomrigh (whom he called Vanessa). His courtship with her inspired his long and storied poem, "Cadenus and Vanessa." He is also rumored to have had a relationship with the celebrated beauty Anne Long.
While leading his congregation at St. Patrick's, Swift began to write what would become his best-known work. In 1726, at last finished with the manuscript, he traveled to London and benefited from the help of several friends, who anonymously published it as Travels into Several Remote Nations of the World, in Four Parts. By Lemuel Gulliver, First a Surgeon, and then a Captain of Several Ships - also known, more simply, as Gulliver's Travels. The book was an immediate success and hasn't been out of print since its first run. Interestingly, much of the storyline points to historical events that Swift had lived through years prior during intense political turmoil.
Not long after the celebration of this work, Swift's longtime love, Esther Johnson, fell ill. She died in January 1728. Her life's end moved Swift to write The Death of Mrs. Johnson. Shortly after her death, a stream of Swift's other friends also died, including John Gay and John Arbuthnot. Swift, always bolstered by the people around him, was now quite troubled.
In 1742, Swift suffered from a stroke and lost the ability to speak. On October 19, 1745, Swift died. He was laid to rest next to Esther Johnson inside Dublin's St. Patrick's Cathedral.
[source: https--www.biography.com]
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
Nieuwpoort+Deel Westende
34x bekeken
0x bewaard
Sinds 10 jul '24
Zoekertjesnummer: m2135271651
Populaire zoektermen
pantheon der literatuurLiteratuurrussische literatuurreizen in Romansgulliver's reizen in Prentenboeken en Plaatjesalbumsreizen door benelux in Reisgidsenjonathan in Stripverhalenreizen van alex in Stripverhalengulliver in Prentenboeken en Plaatjesalbumsjonathan franzen in Romansjonathan cosey in Stripverhalen2dehands nl in Foto | Filterssuzuki swift sport in Suzukisuzuki swift in Suzukizaldi in Paarden en Pony's | Zadelsacer chromebook in Chromebooksgratis geraardsbergen in Glas en Ramenkoets banden in Rijtuigen en Koetseninox rookkanaal in Buizen en Afvoerpaper mario in Games | Nintendo Switchedith piaf lp in Vinyl | Overige Vinylhp probook 650 g1 in Windows Laptopsde blauwe fiets in Romansfietsendrager op trekhaak in Fietsendragers