Beschrijving
In zijn beschouwingen over geloven handelt de auteur over het geloof voor het leven. In een eerste deel spreekt hij over de bronnen van het leven : geloof, hoop, liefde, solidariteit en mens-zijn. Bronnen die ontspringen aan dé grote bron, God, de Vader van alle leven. Jezus is Gods uiteindelijke Woord van Liefde (tweede deel). Jezus de drager en de inhoud van Gods boodschap. Een geloof met toekomstvisie heeft iets te zeggen over alle kruispunten en mijlpalen in het mensenleven. Sacramenten heten het dan. Geloven geeft ritme aan het leven. Dat is meteen de thematiek van het derde deel. In het vierde deel gaat de auteur in op het vieren van dit geloof als een jaarkrans van het leven. Kerstmis, Pasen, Pinksteren, Vasten, Advent. Leven vanuit geloof veronderstelt een leven in de diepte : gebed, bezinning en stilte (vijfde deel). Tot slot : wie leeft vanuit het geloof, de hoop en de liefde, heeft een boodschap voor de wereld. Toekomst hebben veronderstelt dat men een hand reikt aan wie strompelt. De schuifdeur tussen denken en handelen wordt uitgebroken. Over dit handelend geloven schrijft de auteur in het laatste deel van zijn boek. Geloven is immers een werkwoord.