Stanleyville, waar Lualaba Congo werd door Roger Depoorter.

Redacteur: Didier Hatier, 1992.

collectie „Grands Documents”.

Paperback, in formaat 16 x 24 cm, 174 pagina's.

In die tijd heette Kinshasa Leopoldville; spreek uit als Leo. Lubum-bashi, Elizabethville (E'ville).

De pionier Coquilhat had zijn naam aan Mbandaka gegeven; Coquilhatville, waar het zo warm was dat we zo weinig mogelijk spraken, stond bekend als de Haan - die Graham Greene in zijn roman The Rainy Season Luc zou hernoemen. Maar in de ogen van liefhebbers van koloniaal Haut-Zaïre, Coquilhatville, waar de liefhebbers van het koloniale Haut-Zaïre, Luc zouden hernoemen. Maar in de ogen van liefhebbers van het koloniale Haut-Zaïre, P.O., die rijke oostelijke provincie waar Arabische en Belgische concepten 115 jaar geleden botsten van de kolonisatie van Congo, de Heilige Stad, het koloniale Mekka, het koloniale Mekka, de Parel van Congo, was het Stan.

STAN! Vanuit Stanleyville, dat Stanley met kracht van zijn pols had opgericht, werd Lualaba Congo.

Lualaba is de naam die de rivier die de immense kolonie van België beschreef, afkomstig was van de onzekere bron in Katanga. Toen hij Stan bereikte, had hij al meer dan 2.600 km afgelegd: hij zou nog 1.700 km nodig hebben om Leo te bereiken en van daaruit ongeveer 400 om een stroom in de Atlantische Oceaan te graven die zo groot is dat deze nog steeds door zijn donkere kleur wordt gekenmerkt door zijn donkere kleur, op 30 km van de monding.

Om het verhaal van Stanleyville te vertellen, waar Lualaba Congo werd, was een authentieke „man van boven” nodig. Roger Depoorter*, afgestudeerd aan de beroemde University of Overseas Territories in Antwerpen, voldeed heel goed aan dit criterium. Hij die in 1946 in dienst trad in de territoriale dienst van Belgisch Congo en Ruanda-Urundi en in 1946 diende op het grondgebied van Lubutu, Basoko en Stanleyville, diende op het grondgebied van Lubutu, Basoko en Stanleyville, vanwaar een zekere Patrice Lumumba op 19 juli 1960 werd verdreven.