ondertitel: facetten van vrouwelijk zelfstandig ondernemerschap in Vlaanderen 1800-2000
uitgegeven in 2001 - paperback - 303 blz, zeer goede staat

Zakenmannen zijn blijkbaar van alle tijden. Zakenvrouwen lijken slechts sinds kort in opmars. Vroeger hielden vrouwen zich hoofdzakelijk met vrouwenzaken bezig: hun dagtaak was de zorg voor huishouden, man en kinderen. Vrouwen bewogen zich in de private sfeer, mannen in de rest van de wereld. Die scheiding tussen de publieke en de privé-sfeer, tussen arbeid en gezin, tussen heersen en zorgen, tussen de economische markt en het huishouden staat diep in ons collectief geheugen gegrift.
Is dat geheugen echter betrouwbaar? Zijn zakenvrouwen, op een zeldzame uitzondering na, een nieuw gegeven? Zijn ze een logisch verlengstuk van de recente vrouwenemancipatie in het onderwijs, de politiek en vele andere levensdomeinen? De economische, de sociale en zelfs de vrouwengeschiedenis hebben tot hiertoe weinig andere geluiden laten horen: ook in de geschiedschrijving bleven de zakenvrouwen meestal onzichtbaar.
In een rijk geschakeerd boek werpen historici, juristen en kunsthistorici van verschillende universiteiten een nieuw licht op de plaats en de betekenis van vrouwelijke ondernemers in het verleden. In drie delen worden diverse facetten van vrouwelijk zelfstandig ondernemerschap in Vlaanderen in de afgelopen twee eeuwen geschetst. Het eerste deel bakent de contouren van het 'probleem' af, zowel historiografisch, juridisch als kwantitatief. De artikelen in het tweede deel zijn variaties op het thema: de vrouw in de handel, in de wereld van beeldende kunsten en muziek, in de caritatieve en verzorgende sector, in het grootbedrijf en de vrije beroepen. Het laatste deel belicht de opleidingsmogelijkheden voor (zaken)vrouwen en de wijze waarop ze professioneel en organisatorisch ondersteuning vonden.