In dit boek over zijn vaderstad heeft Karel Jonckheere 20 eeuwen bonte menselijke geschiedenis ondervraagd. Om de vijftig jaar in de historie tovert hij een zich telkens vernieuwende Oostendenaar tevoorschijn: van de eerste visser tijdens de Romeinen tot de wakkere burger die vandaag op de zeedijk paradeert. Zo krijgen we een getuigenis van de strijd tegen water, vuur en bezettingen, tegen het noodlot dat de stad teisterde en haar heropstanding, haar humor, haar decor voor olijke, passionele en economische voorvallen. Elk hoofdstuk is ander gekleurd naargelang het om gemoedelijk bestaan, overstromingen, beschieting, bouwen van kerk en haven , koninklijke belangstelling en particuliere blijspelen of tragedies gaat.