Een lens met een brandpuntsafstand van 12-24 mm biedt veel creatieve mogelijkheden, vooral voor landschap- en architectuurfotografie. De groothoekverhouding maakt het mogelijk om meer van de scene in je foto te vangen, wat helpt bij het creëren van een gevoel van ruimte en diepte. Ook is deze lens vaak handig bij het fotograferen in krappe ruimtes waar je niet terug kunt stappen om meer van de omgeving in beeld te krijgen.
Hoewel een 12-24 mm lens meestal wordt gezien als een objectief voor landschap en architectuur, kan het ook gebruikt worden voor portretfotografie. Het is belangrijk om, als je deze lens voor portretten gebruikt, op te letten dat je niet te dichtbij komt. Groothoeklenzen zoals deze kunnen leiden tot ongewenste vervorming van gezichten als je te dicht op je onderwerp staat, wat mogelijk niet aantrekkelijk is. Maar vanuit een groter perspectief kan het ook interessante en creatieve portretten opleveren.
Het belangrijkste verschil tussen een 12 mm en een 24 mm lens is de brandpuntsafstand en het gezichtsveld dat ze bieden. Een 12 mm lens heeft een veel breder gezichtsveld, waardoor je meer van je omgeving kunt vastleggen. Een 24 mm lens biedt een nauwkeuriger beeld en is perfect voor het isoleren van onderwerpen in een omgeving. Beide lenzen hebben hun eigen unieke voordelen, afhankelijk van wat je wilt vastleggen.
Om je 12-24 mm lens goed te onderhouden, is het belangrijk om het regelmatig schoon te maken met een zachte, droge doek en indien nodig een lensreinigingsoplossing. Probeer je lens altijd te beschermen tegen stof en krassen door een beschermfilter te gebruiken. Bewaar de lens in een droge en koele omgeving, en gebruik je lensdoppen wanneer je de lens niet gebruikt. Dit helpt om de levensduur van je lens te verlengen.
Een 12-24 mm lens is uitermate geschikt voor landschap- en architectuurfotografie vanwege de brede kijkhoek. Ook bij het fotograferen van evenementen in grote ruimtes of bij het maken van interieurfoto's is deze lens ideaal. Mensen gebruiken deze lens ook voor creatieve toepassingen, zoals het maken van verbindingen tussen onderwerpen en hun omgeving, en het benadrukken van de omgeving waarin een onderwerp zich bevindt.