Pinguïns zijn unieke vogels die niet kunnen vliegen, tegen de meeste andere vogels die wel de lucht in gaan. Ze hebben een gestroomlijnd lichaam en sterke vleugels die zijn geëvolueerd tot zwemvliezen, wat hen helpt om te zwemmen in koude zeeën. Daarnaast hebben ze een dikke laag vet en dicht behaarde veren die hen warm houden, wat heel anders is dan het lichaam van de meeste andere vogels.
De schattigheid van pinguïns komt voort uit hun onhandige bewegingen en unieke uiterlijke kenmerken zoals hun schattige 'tuxedo'-uiterlijk. Hun kleine formaat, de manier waarop ze waggelen en met elkaar communiceren voegen ook bij aan hun schattige imago. Dit maakt ze herkenbaar en geliefd bij veel mensen.
De belangrijkste bedreiging voor pinguïns zijn de gevolgen van klimaatverandering, zoals de opwarming van de aarde en het smelten van zee-ijs. Dit heeft invloed op hun jachtgebied en voedselbronnen, zoals vis en zeeleven. Daarnaast hebben vervuiling en overbevissing ook negatieve effecten op hun populaties.
Pinguïns leven in kolonies en hebben een sociale structuur die hen helpt te overleven. Ze broeden in grotere groepen om zichzelf te beschermen tegen roofdieren, en ze zijn ook bekend om hun opvoedgedrag. Beide ouders zorgen voor de eieren en de jongen, en communiceren met elkaar door middel van specifieke geluiden, waardoor ze elkaar kunnen herkennen te midden van duizenden andere pinguïns.
Er zijn in totaal 18 verschillende soorten pinguïns, die een breed scala aan leefgebieden bestrijken, van de keizerspinguïn die in Antarctica leeft tot de Galápagospinguïn die noordelijker leeft. Elke soort heeft zich aangepast aan zijn omgeving, of het nu gaat om de extreme koude van de Zuidpool of de warmere klimaten van de Galápagos-eilanden.