Pieter Bruegel is bekend om zijn nadruk op menselijke interactiviteit en het plattelandsleven. Themas zoals de seizoenen, boerenleven en morele waarden komen vaak terug in zijn werken. Hij verbeeldde ook mythologische en religieuze elementen, wat zijn werk ontleedt aan de klassieke tradities.
Bruegel begon zijn carrière met invloeden van Italiaanse renaissancekunstenaars, maar ontwikkelde vervolgens een unieke stijl die zich richtte op alledaagse taferelen en de menselijke conditie. Dit gebeurde door de tijd en zijn ervaringen in het leven, alsook door zijn reizen door Europa. Zijn stijl evolueerde van meer gedetailleerde en complexe composities naar meer eenvoud en directheid.
Bruegel gebruikte vaak olieverf, waarmee hij levendige en diepere kleuren kon creëren. Hij gebruikte technieken zoals chiaroscuro voor licht-donkercontrast en impasto, waardoor de verf dik aanvoelt en diepte geeft. Deze technieken maken zijn schilderijen visueel aantrekkelijk en brengen een gevoel van realisme.
Het sociale leven in de 16de eeuw had een grote invloed op Bruegels werk. De veranderingen in de samenleving, zoals de opkomst van de burgerij en de verstedelijking, inspireerden hem om de gewone man en zijn omgeving vast te leggen. Veel van zijn schilderijen zijn commentaren op het leven en de gebruiken van die tijd, en dat biedt een uniek perspectief op de geschiedenis.
Bruegels landschapsschilderijen zijn uniek omdat hij niet alleen de natuur afbeeldt, maar deze integreert met menselijke figuren en activiteiten. Dit schept een gevoel van verbondenheid en maakt zijn werk tot een verhaal. Zijn aandacht voor detail en het gebruik van kleur en licht zorgen ervoor dat de landschappen levendig en onvergetelijk zijn.