bidprentje

457sinds 30 jun. '25, 08:57
Bieden
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 1,60
Deel via
of

Kenmerken

TypeBidprentje

Beschrijving

Aanbieding wordt afgesloten op zaterdag 05 juli 2025 om 12.00 uur!

HENDRIK GEERAERT :
Held in 1914. Simpele mens na de grote oorlog en gestorven in Brugge als een dompelaar.      Hij werd als een prins begraven en rust onder een imposant monument !
De situatie :
Ons verhaal begint op zondag 18 oktober 1914. Het Belgisch leger was uit Antwerpen gevlucht en had zich achter de IJzer op een paar vierkante kilometers teruggetrokken. Er was versterking beloofd uit Frankrijk.
Die dag werd Nieuwpoort voor de eerste keer beschoten door de Duitsers.
De Belgische overheid zocht naar een middel om de oprukkende vijand tegen te houden. Door de officieren werd een plan besproken om de streek onder water te zetten. Niemand van de militairen had echter ervaring met het ingewikkelde sluizenstelsel die bij eb en vloed de waterstanden in het IJzerbekken regelde.
De militairen vroegen advies aan Karel Cogge. Die man woonde in Veurne en was toezichter op de noordwatering van Veurne-Ambacht. Koning Albert I gaf zijn toestemming en er werd een eerste poging tot onder water zetting ondernomen.
De onderneming mislukte. De volgende nachten werden weer pogingen ondernomen. Tevergeefs. Cogge was er toen niet bij. Hij moest in Veurne blijven om over de villa’s van enkele notabelen te waken. Die waren naar Holland gevlucht.
De sluizen open :
In de nacht van 29 op 30 oktober werd er weer een poging ondernomen. Hendrik Geeraert, een ex-binnenschipper, wist hoe de sluizen werkten. Hij draaide de sluizen die nacht,op het juiste moment, twee keer na elkaar open. Hij deed dat telkens bij vloed en dat vier nachten na elkaar. Het gevaar voor hem was enorm. Door de onvoorziene watersnood trokken de Duitsers zich noodgedwongen terug.
Het water strekte zich uit tot 6 kilometer breedte en 25 kilometer ver! Het bleef er de hele oorlog staan. In de zomer werd ’s nachts soms water bij gestoken. Tijdens de winter, toen het hard vroor schoten de Belgen met hun kanonnen het ijs stuk, zodat dat Duisters en niet over konden komen.
Het herhaaldelijk openen van de sluizen was een heldendaad. Niemand durfde het aan om ’s nachts, onbeschut op de sluizen te staan. Eén kogel van de vijand kon fataal zijn. Maar Geeraert zag blijkbaar dat gevaar niet in !
Wie was Hendrik Geeraert ?
Hendrik is de jongste de zoon van IJslandvaarder Augustinus Geeraert. Later werd hij binnenschipper. Hij huwde op 2 november 1887 in Veurne met Melanie Jonckheere waarmee hij acht kinde-ren kreeg. Zij werden allemaal op verschillende plaatsen in Frankrijk geboren. Het onvoorspelbare leven van een schippers-gezin !
Nog vóór de eerste wereldoorlog leefde Geeraert gescheiden van z’n vrouw, wat toen erg ongebruikelijk was. De man had geen schip meer en ook geen inkomen.
Hij knapte hier en daar wat werkjes op. Zo ook aan de sluizen in Nieuwpoort.
Geeraert was toevallig aan het werk aan de sluizen toen de Belgische militairen er opdaagden. Daar de officiële sluiswachter Gerard Dingens voor de Duitsers was gevlucht, bood Geeraert zijn diensten aan. De militairen kenden niets van de werking van de sluizen, dus werd Geeraert’s hulp met dank aanvaard.
Hendrik Geeraert bleef gans de oorlog in Nieuwpoort en werd zelfs ingelijfd bij een speciaal opgerichte eenheid “Compagnie Sapeurs-Pontoniers”. Hij droeg een militair uniform, kreeg stamnummer 62473693 en werd betaald door het leger. Hij staat niet gekend als “Oorlogsvrijwilliger”. Die nieuwe eenheid bij het leger werd later de befaamde Genie. De bouwers van talrijke noodbruggen van het Belgisch leger.
Volgens oude verhalen zou Geeraert zich nogal dikwijls moed ingedronken hebben bij het uitvoeren van gevaarlijke opdrachten aan de sluizen. Hij was in elk geval zeer ruw en onbezonnen in z’n omgang. Zo werd hij in de nacht van 14 februari ’16 het slachtof- fer van een ongeval. Tijdens het werk aan de sluizen viel hij in het koude, kolkende water. Hij kon zich redden en werkte gewoon verder. Later bleek hij enkele ribben gebroken te hebben en werd opgenomen in het gekende militair Hospitaal “l’Ocean” in De Pan-ne. Hij kreeg er hoog bezoek, van Koningin Elisabeth.
In oktober 1918 werd hij ziek en naar een hospitaal in Rouen overgebracht waar hij tot begin oktober ‘19 verbleef. Na de oorlog werd hij door het stadsbestuur tot sasmeester aangesteld. Geeraert had niets om handen en liet zich vlug verleiden tot buitenmatig gebruik van alcohol. De “Held van Nieuwpoort” vereen-zaamde in de drank.
In de jaren na de wereldoorlog ontwikkelde zich een soort “ramp-toerisme”. Burgers uit binnen- en buitenland kwamen een kijkje nemen naar de “verwoeste gewesten”. Het sluizencomplex van Nieuwpoort was een grote “oorlogsattractie” geworden. Iedereen
wilde de plaats zien waar de Duitse oorlogsmachine tot stilstand werd gebracht.
Rappe handelaars zagen wel wat zitten in die plotse toeristische interesse. Zo was café “l’Eclusier” de verzamelplaats waar Geeraert zijn gasten zat op te wachten om ze rond te leiden langs de sluizen. Op het eerste verdiep, boven het vensterraam, stond er zelfs een buste van hem ! De “Held van Nieuwpoort” vertelde in geuren en kleuren over z’n vele oorlogsavonturen. Hij werd, samen met het sluizencomplex, een bezienswaardigheid. De aangeboden glazen bier weigerde hij nooit !
Er werden postkaarten met z’n foto verkocht. Een schoon souve-nier om naar huis te sturen. De commercie rond Hendrik, nu ineens Henri (!),Geeraert draaide op volle toeren. Geeraert genoot van de belangstelling rond zijn persoon. Hij was dé held.
Die andere sluiswachter, Karel Kogge, koos voor de anonimiteit en werd ambtenaar in Veurne. Hij overleed in 1922 en kreeg een staatsbegrafenis.
Hendrik Geeraert dronk graag een pint. En meer dan één ! Hij bleef de eenvoudige binnenschipper met een bruute inborst. Hij vertelde zijn verhaal in een heel speciaal dialect : noord-Franse en plat Duitse woorden, vermengd met zijn taal van Bachten de Kuupe. Hij, die amper zijn naam kon schrijven, werd geleefd en kon die druk niet aan. Steeds meer zocht hij toevlucht en vertier in de drank.
In december 1924 werd hij ernstig ziek opgenomen in het Sint-Julianus Gasthuis in de Boeveriestraat in Brugge. Verwaarlozing en vooral overmatig drankgebruik hadden hem geveld. Op zater-dag 17 januari 1925 stief hij er in eenzaamheid.
’s Anderendaags, op 18 januari kwam Koning Albert I naar Brugge om er de overledene te begroeten. De eikenhouten lijkkist met zilveren versiering stond opgebaard in het gasthuis. Vele promi-nenten waaronder de provinciegouverneur en officieren kwamen een laatste groet brengen. Hij was geen 62 jaar oud geworden.
Begeleid door de militaire overheid en de muziekkapel van het 4de Linie werd de kist op dinsdag 20 januari met een koets overge-bracht van het Sint-Julianus gasthuis naar de rand van de stad. Van daar ging het dan per auto naar Nieuwpoort.
In het stadhuis van Nieuwpoort was een rouwkapel ingericht. Een erewacht stond opgesteld. Een processie van hoogwaardigheids-bekleders bracht een laatste groet.
Op donderdag 22 januari had de begrafenis plaats. De bisschop van Brugge, Monseignieur Waffelaert zong de gebeden. De Koning was vertegenwoordigd door zijn vleugeladjudant. De kerk was te klein voor de vele afvaardigingen van de oudstrijdersverenigingen uit het hele land met hun vlag.
Hendrik Geeraert werd samen met negen oud-strijders bijgezet in een monumentaal graf op de Stedelijke begraafplaats van Nieuwpoort. In het legermuseum in Brussel prijkt zijn borstbeeld. Een werk uit 1925 van de Brugse beeldhouwer Karel Laloo.
In het centrum van Nieuwpoort werd hij ook bedacht met een pleintje dat zij naam draagt. Geeraert werd ook tot Ridder in de Leopoldsorde gedecoreerd.
Ultieme herkenning :
In 1950 drukte de Koninklijke Munt van Belgie een reeks speciale bankbiljetten. “De Eeuwfeestreeks”. Het is de eerste serie bank-biljetten waar personen op afgebeeld staan die niet van Koninklijke bloede zijn.
Het briefje van 1000 Belgische Frank was gewijd aan de eerste wereldoorlog. Op de voorzijde staat Koning Albert I afgedrukt en op de keerzijde de beeltenis van de eenvoudige binnenschipper Hendrik Geeraert. Ook het sluizencomplex en de onder
water gelopen IJzervlakte zijn er op te zien.
De uitgave van dit bankbiljet is een ultieme ode aan Hendrik Geeraert. En dient ook een beetje als eerherstel. Er deden immers geruchten de ronde dat Geeraert zijn heldendaden uitvoerde in stomdronken toestand. Dat hij door de alcohol het gevaar van zijn daden niet eens besefte.
Eer betonen aan een werkloze schipper die z’n vrouw en z’n zeven kinderen had verlaten was in die tijd niet evident. Ook na de oorlog bleef de drank zijn beste kameraad. Helaas.
In elk geval staat het vast dat Nieuwpoort tot na Geeraerts dood heeft moeten wachten op erkenning van z’n held.
Zoekertjesnummer: m2284168799