De astronomie staat aan de vooravond van een revolutie. Dankzij de spectaculaire vooruitgang van de afgelopen decennia zijn we niet langer volledig afhankelijk van licht om de kosmos te bestuderen. Kosmische straling, neutrino’s en zwaartekrachtsgolven hebben ons nieuwe zintuigen gegeven om het universum tot in zijn meest ontoegankelijke uithoeken te doorgronden.

Die extra zintuigen kunnen we goed gebruiken. We leven namelijk in een heelal vol raadselachtige entiteiten waar we weinig tot niets vanaf weten, zoals zwarte gaten, donkere materie en donkere energie. Dankzij het uitzonderlijke potentieel van de ‘multimessenger-sterrenkunde’ kunnen we binnenkort wellicht enkele van die fundamentele mysteries ontrafelen.

Dit boek geeft een toegankelijke en fascinerende introductie in de moderne kosmologie. Het laat zien hoe het oneindig grote en het oneindig kleine met elkaar in verband staan, en hoe ze samen een duizelingwekkend beeld vormen van de oorsprong van het heelal.