OP TE HALEN: Oosthoek's Encyclopedie 17dln|1947-1957 4e druk€ 1,00
Alfa Amerika|Jan Van Loy 9046800091
€ 4,50
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,94
300sinds 12 sep. '24, 10:15
Kenmerken
Beschrijving
||boek: Alfa Amerika||New A'dam
||door: Jan Van Loy
||taal: nl
||jaar: 2005
||druk: ?
||pag.: 382p
||opm.: hardcover|ex-bibliotheek|gelezen|gekaft
||isbn: 90-468-0009-1
||code: 1:002393
--- Over het boek (foto 1): Alfa Amerika ---
In Alfa Amerika, het tweede boek van Jan Van Loy, worden de verhalen verteld van Vlamingen die ieder op hun eigen manier aangestoken zijn door het land der onbegrensde mogelijkheden: Amerika. Aan de hand van verschillende egodocumenten - interviews, dagboeken, reportages - volgen we de geschiedenissen van Pierre Verbeeck, de grootste beursspeculant aller tijden die de hemel wil bereiken met de hoogste wolkenkrabber ter wereld; Eddie Eijkelboom, zanger van de legendarische popgroep The Jet-Cats waarmee hij voor één dag wereldberoemd werd; Johnny Vanhees, die voor Hollywood een scenario schrijft over zijn leven als infiltrant in een criminele herenclub; en pornologen die op tv en internet de keuze bieden tussen striptease en skull fucking. Alfa Amerika is een vierluik over Europeanen met Amerikaanse dromen over roem, rijkdom en extase.
[bron: flaptekst]
'De verhalen in ALFA AMERIKA worden in razende vaart verteld, zoals de karakters van het boek worden voortgedreven door een vitaal verlangen naar iets nieuws en groters.' --NRC HANDELSBLAD
UIT HET JURYRAPPORT VAN DE GOUDEN UIL 2006:
'Dit boek gaat over gefnuikte ambities over de burgermoraal die zegt dat groots en meeslepend leven voor Vlamingen niet is weggelegd. Met zijn filmische vaart, zijn subtiele spel met feit en fictie en zijn vier onvergetelijke antihelden schiep Van Loy een roman van internationale allure. Hij verwerkt de soms verzonnen, soms niet verzonnen informatie met een grote behendigheid in een klassieke reportagestijl. Hij goochelt speels en bedreven met genres zoals het interview, dagboek, brieven, de biografie. Hij speelt met het cliché. In dit boek toont Van Loy zijn veelzijdigheid als schrijver.'
'Een imposant vierluik dat ons bladzijdes lang in de ban heeft gehouden met een woud aan verhalen, maar bovenal vanwege die fabelachtige effectieve techniek. [...] Beter treft de lezer het zelden.' --HET PAROOL
'Van Loys palet aan ver van elkaar verwijderde onderwerpen is imposant en zijn gekozen decor is verfrissend eigentijds. Van Loy slaat zijn vleugels uit [...] de allure schuilt in hoe hij soeverein door het vrije luchtruim zweeft.' --VRIJ NEDERLAND
'In Alfa Amerika is een bijzonder gedreven verteller aan het woord, met achter hem een schrijver die zonder complexen aan het fantaseren is geslagen.' --STANDAARD DER LETTEREN
Jan Van Loy (1961) won met Bankvlees de Debuutprijs Vlaanderen 2005. Alfa Amerika werd genomineerd voor De Gouden Uil 2006 en haalde de longlist van de Libris Literatuurprijs 2006. Momenteel werkt hij aan zijn derde roman.
[bron: https--www.hebban.nl/boek/alfa-amerika-jan-van-loy]
[2009-08-16]
Bankvlees was een slimme en grappige roman die meteen bewees dat Van Loy veel in z'n mars heeft. Alfa Amerika, het eerste wapenfeit na dat debuut (intussen ook al opgevolgd door een derde boek, De heining), doet er meteen een paar schepjes bovenop. De stijl is herkenbaar, de onderwerpen ook: Van Loy heeft iets met figuren die hun draai niet vinden in het doorsnee bestaan en een alternatieve route proberen uit te stippelen. Ging dat in Bankvlees via een luiezakkenbestaan en de RVA, dan hebben de personages in de vier lange verhalen (of korte romans) die hier verzameld worden andere doelen. De portretten zijn uiteenlopend qua stijl, tijdperk en toon, maar uiteindelijk zijn ze ook vrij gelijklopend: Vlamingen en ambitie, het is geen gezonde combinatie. Er is de naar New York uitgeweken Antwerpenaar Peter O'Neill, die verantwoordelijk zou zijn voor de beurscrash van 1929 en die een mini-metropool zou gebouwd hebben op de Antwerpse linkeroever die verwoest werd tjden WO2. Er is de rocker Eddy, die in de jaren zestig even in de Britse hitparade stond, maar daarna van de radar verdween, ondanks z'n boeiende historie. Dan zijn er ook nog de inspecteur die probeert te infiltreren in een misdaadorganisatie die zo weggelopen lijkt uit Goodfellas, en het gortige slotverhaal dat de oppervlakkigheid van het tv-aanbod en de obsessie met seks centraal stelt. De verhalen die Van Loy vertelt zijn origineel, kleurrijk, en vaak ongemeen grappig. Is het verhaal over de tycoon nog zo sterk onderbouwd met allerhande (fictionele) documenten dat je haast gaat geloven dat de man echt bestaan heeft, dan is het maffiaverhaal met z'n talloze knipogen een geinige guilty pleasure en het rockersverhaal haast een combinatie van een aflevering van Afrit 9 en de memoires van Fred Bekky. De heining staat nog op het te lezen-lijstje, maar Van Loy is nu al, samen met o.a. Stefan Brijs, een van de betere Vlaamse verhalenvertellers die de laatste jaren van zich hebben laten horen. Een aanrader! ()
Guy [bron: https--www.goodreads.com]
[2009-09-12]
Verhalenbundel: Europeanen jagen de Amerikaanse droom na
Tot slot: zeker weten beste boek van Van Loy totnogtoe (naast Bankvlees en De Heining). Veel beter gestoffeerd, dieper uitgewerkt, mooier met grappige details ingekleurd; erg aangename lectuur.
Mips [bron: https--www.goodreads.com]
Jan Van Loy: Alfa Amerika
De benjamin van de shortlist. Jan Van Loy is de genomineerde met de kortste literaire staat van verdienste. Zijn eersteling, Bankvlees, stond op de shortlist van de vorige Gouden Uil en won daarna de Debuutprijs. Deze jury spaarde toen zijn lof niet: "Een ontroerende, hilarische, burleske roman, ingenieus gecomponeerd, stilistisch sterk." Een paar maanden na de bekroning was de opvolger er: Alfa Amerika valt vooral op omdat het de vleugels ver uitspreidt in tijd en ruimte. Voorwaar geen alledaags boek.
Vier verhalen van ongeveer honderd bladzijden. Jan Van Loy speelt met onze verwrongen fascinatie voor het land van de Grote Belofte: we haten zijn president, maar raken verrukt door de complexloze branie waarmee het telkens nieuwe wegen inslaat. Een Vlaming trekt naar het vooroorlogse New York om er zijn fortuin te maken en keert later terug om dezelfde ambities op Antwerpen los te laten. Zanger Eddie Eijkelboom zoekt aan de andere kant van de Grote Plas eeuwige roem voor zijn band Jet-Cats. Halfweg de reis naar boven loopt de ballon leeg. Hoe kan je in je leven boven jezelf uitstijgen?
"Het openingsverhaal vormt het bewijs dat Van Loy meer in zijn mars heeft dan Bankvlees deed vermoeden. Het is nu afwachten of deze auteur nog verder kan groeien, maar het lijkt erop van wel." (De Morgen). "Vooral de twee sterkste verhalen van deze bundel charmeren door hun durf om psychologische navelstaarderij opzij te schuiven en de werkelijkheid te lijf te gaan met het ongeproportioneerde lef waarmee een dronken aspirant-cowboy zijn eerste buffel omlegt" (De Standaard).
"Voor Alfa Amerika geldt hetzelfde als voor al mijn werk: ik schrijf wat ikzelf zou willen lezen. Nu en dan biedt een schrijver mij de perfecte leeservaring, maar dat wordt steeds zeldzamer. Ik word gemotiveerd door mijn onvrede met het hedendaagse literaire proza: het is te vaak een excuus voor amateur-filosofie en pseudo-poëzie, en als het dat niet is, wordt het meteen Grand Guignol. Of alweer de zoveelste aanbidding van de tristesse en de melancholie. Voor mij gaat het om de kunst van het verhaal, waarin de gebeurtenissen de filosofie en de poëzie zijn, en de passages met lyrische of intellectuele bedoelingen alleen uit de mond van domme en/of pretentieuze personages komen. W.F. Hermans, ooit een idool van mij, zei: 'je moet de lezer bij zijn oor nemen en door het verhaal sleuren'. Dat is mijn ambitie. Ik wil pijn in mijn oor en ik wil mijn lezers pijn in hun oor bezorgen."
Dit is een boek voor wie de literatuur een klein beetje stout mag zijn binnen de grenzen van het leesbare. Voor wie literatuur op Humo mag lijken: goed geschreven en niet bedoeld voor de eeuwigheid. U hebt een treinabonnement voor Gent-Brussel en betoogde in uw studentenjaren tegen het imperialisme, toen u nog geen huis af te betalen had.
Als je eerste boek de longlist haalt en je tweede de shortlist, dan houd je de logica strak door slechts met je derde boek met de prijs aan de haal te gaan. Nog even wachten dus. Maar zwaarwegender dan deze koude logica is de constatering dat Alfa Amerika iets te wisselend van kwaliteit is en de zwakste verhalen het niet verdienen om op het hoogste schavotje te staan. Van Loy kan leuk vertellen maar zijn verhalen missen alsnog diepgang. Het verdienstelijke Alfa Amerika drijft iets te veel op stereotiepe beelden om een klassieker te worden.
Nieuw talent kan niet genoeg aandacht krijgen. Men klaagt wel eens dat onze letteren zo saai zijn omdat de onderwerpen niet van onder de kerktoren vandaan komen. Dan hebben we meteen de reden waarom naast Verhelst ook deze Jan Van Loy de prijs verdient. Hij is elegant uit zijn nest ontsnapt. Jan Van Loy vliegt hoog boven het begijnhof. We kunnen niet wachten op zijn volgende welgemikte stront op de middelmaat onder hem.
Opwarmer voor later.
jo [bron: https--brakel.bibliotheek.be]
Dit tweede boek van Jan van Loy (*1964) na de goed ontvangen roman 'Bankvlees' bevat vier zeer beeldende verhalen. Het eerste verhaal is de zogenaamde biografie van Peter O'Neill, in 1899 in Antwerpen als Pierre Verbeeck geboren. Hij vertrekt op 16-jarige leeftijd naar Manhattan en wordt daar van ober snel tot miljonair. Tussen 1935 en 1943 probeert hij in Antwerpen een Manhattan aan de linkeroever van de grond te krijgen. Dat lukt. Of toch niet? Van Loy beschrijft het zo beeldend, dat zijn fictie de werkelijkheid inhaalt. Dat is ook zo in de andere drie verhalen. 'De trein der tranen' is een zogenaamd interview met de tragische Belgische rockster Eddie Eijkelboom over zijn Jet-Cats: levensecht. In het verhaal 'Bodega Vespucci' schrijft een undercover politieagent, een script over zijn infiltratie in de maffia. Een vriendin laat dat lezen aan filmer Ruud Rensma, een soort Paul Verhoeven, die enthousiast wordt. Het laatste verhaal, 'Pornologie', bevat zowel een verhaallijn over een softpornozender als over een keiharde pornovideo. Met twee maagkerende scènes bewijst Van Loy ook in dit verhaal zijn jonge meesterschap. Kleine druk.
Jos Damen [bron: nbd biblion]
--- Over (foto 2): Jan Van Loy ---
Jan Van Loy (1964) is een Vlaams schrijver van verhalen en romans. In 2001 won hij met zijn verhaal De hel van Jan Foster de Nieuw Proza Prijs. Zijn roman Bankvlees werd bekroond met de Debuutprijs 2005. Alfa Amerika stond op de shortlist van de Gouden Uil 2006, De heining op de shortlist van de Gouden Uil 2009, Ik, Hollywood op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2012. In het najaar van 2014 verscheen de roman Veertig jaar liefde.
Bankvlees (2004)
Met de schelmenroman Bankvlees won Van Loy de debuutprijs 2005. "Een ontroerende, hilarische, burleske roman, ingenieus gecomponeerd, stilistisch sterk, geschreven met verve en met veel métier" aldus het juryrapport.
Alfa Amerika (2005)
In 2005 verscheen Alfa Amerika, dat door de jury van de Gouden Uil 2006 als volgt werd omschreven: "Met zijn filmische vaart, zijn subtiele spel met feit en fictie en zijn vier onvergetelijke antihelden schiep Van Loy een roman van internationale allure. Hij verwerkt de soms verzonnen, soms niet verzonnen informatie met een grote behendigheid in een klassieke reportagestijl. Hij goochelt speels en bedreven met genres zoals het interview, dagboek, brieven, de biografie. Hij speelt met het cliché. In dit boek toont Van Loy zijn veelzijdigheid als schrijver."
De heining (2008)
De heining gaat over een koppel dertigers dat verhuist van een appartement in de stad naar een vrijstaande villa in een gated community. Een schokkende gebeurtenis maakt duidelijk dat de bewoners ook achter de omheining niet veilig zijn voor de buitenwereld. De heining stond op de shortlist van de Gouden Uil 2009.
Ik, Hollywood (2011)
Ik, Hollywood gaat over Louie Peters, die in 1909 zeventien jaar is als hij en zijn broer Charlie een stuk grond krijgen in Californië. In de ban van de populaire "filmpjes" die overal te zien zijn, vat Louie het idee op om een "filmfabriek" te bouwen. De studio is al snel winstgevend en Louie ontwikkelt zich van een niet serieus genomen onderdeurtje tot een invloedrijk filmmagnaat. In het jaar 2000 duikt Louie weer op in Brussel, samen met zijn biograaf, en komt zijn lange leven in een ander licht te staan. Ik, Hollywood stond op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2012.
Veertig jaar liefde (2014)
Veertig jaar liefde speelt zich af in de clandestiene coulissen van de Koude Oorlog, van de eerste atoombom tot aan de controversiële stay-behind operaties. De protagonist probeert in brieven zijn dochter het hoe en waarom van zijn daden te verklaren, maar hij ondervindt dat oprechtheid en waarheid niet altijd samengaan.
Publicaties
Prijzen en nominaties
[bron: wikipedia]
Jan VAN LOY
Herentals, 30 oktober 1964
Schrijver van verhalen en romans.
BIOGRAFIE
30 oktober 1964: Geboren te Herentals
De culturele sfeer van zijn jeugd werd beheerst door Willy Vandersteen, Lennon & McCartney en Veronica; 'literatuur' werd geassocieerd met schoolse leesopdrachten. Het middelbaar onderwijs voltooide hij in wat toen nog heette de 'kunstwetenschappen'.
Ondertussen vervulde hij zijn dienstplicht als gewetensbezwaarde; zijn taak bestond in het entertainen van demente bejaarden en psychiatrische patiënten. Tijdens de bezoekuren las hij in de ziekenhuisbibliotheek Saul Bellow, Carmiggelt en Konsalik.
Na de burgerdienst beschouwde hij zich nog altijd als leerling-schrijver en ging naar de universiteit, begon met de rechtenstudie maar eindigde met een diploma Wijsbegeerte.
Tientallen andere verhalen werden opgestuurd maar afgewezen met korte 'Helaas'-brieven, behalve door Herman De Coninck, toen hoofdredacteur van het Nieuw Wereldtijdschrift, die met Van Loy een persoonlijke correspondentie voerde waarin hij aanspoorde om vooral niet op te houden met schrijven.
2001: Een kortverhaal in Dietsche Warande & Belfort trok de aandacht van de jury van de Rabobank Lenteprijs, die hem een eervolle vermelding toekende. Zijn website 'Fictie en pseudo-fictie' bevatte onder andere het verhaal 'De hel van Jan Foster', dat later werd gepubliceerd in Bunker Hill en door dezelfde jury werd bekroond met de Lenteprijs, nadien Nieuw Prozaprijs genoemd;
2004: Zijn eerste roman 'Bankvlees' was meteen goed voor de Vlaamse debuutprijs, waarmee hij brede erkenning kreeg en die hem op het literatuurpodium lanceerde.
2006: In de verhalenbundel 'Alfa Amerika' (Nieuw Amsterdam) serveert Van Loy vier novellen waarin Vlaamse eenlingen een Amerikaanse Droom najagen maar met de staart tussen de benen terug naar af gestuurd worden, 'van American Technicolor naar het zwart-wit van Vlaams Brussel'. Alfa Amerika komt in 2006 op de shortlist van de Gouden Uil.
2009: 'De heining' een korte roman over een echtpaar in een bangelijk omheinde wijk in de Vlaamse provincie, werd getipt voor de Gouden Uil.
2011: 'Ik, Hollywood' vertelt de geschiedenis van de Amerikaanse film aan de hand van het leven van studiobaas Louie Peters. 'Ik, Hollywood' haalde de shortlist van de Libris Literatuurprijs.
2014: In zijn nieuwe roman 'Veertig jaar liefde' tekent Jan van Loy het portret van een kleine, grijze Vlaming die tegen wil en dank door een turbulente twintigste eeuw wordt meegesleurd. De roman bestaat uit een reeks brieven die hij anoniem aan zijn 'natuurlijke' dochter, in de loop der jaren op de dag van haar verjaardag heeft geschreven (maar voorlopig niet verstuurd, zo zal later blijken). De eerste brief dateert van 1961, de laatste van 2001, als hij op zijn sterfbed ligt. Veertig jaar liefde dus.
BEKRONINGEN
2001 de Nieuw Prozaprijs voor De hel van Jan Foster
2005 Vlaamse Debuutprijs voor Bankvlees.
2006shortlist van de Gouden Uil met Alfa Amerika.
2009 shortlist van de Gouden Uil 2009 met De heining.
2012 shortlist Libris Literatuur Prijs 2012, longlist Gouden Boekenuil 2012 en tiplijst van de AKO literatuurprijs 2012 met Ik, Hollywood.
[bron: https--schrijversgewijs.be/schrijvers/van-loy-jan]
De gebeurtenissen zijn de poëzie - Het proza van Jan van Loy [2009-00-00]
Er bestaat een betekenisvolle anekdote over de stripfiguur Nero. In de eerste albums van de reeks wordt die regelmatig miljonair, maar verliest hij ook telkens weer snel zijn fortuin. Een en ander schijnt te maken te hebben met het feit dat zijn geestelijke vader in die jaren vaak geldzorgen had. Naarmate tekenaar Mare Sleen ouder werd en over een tot tevredenheid stemmend inkomen ging beschikken, verdwenen ook de miljoenen uit de Nero-verhalen.
Een soortgelijk verhaal zien we in de carrière van de Vlaamse auteur Jan Van Loy (o1964), die met De heining (2008) onlangs zijn derde roman publiceerde. Er is een duidelijke parallel tussen zijn voorgeschiedenis als auteur en zijn eerste twee boeken: Bankvlees (2004), waarvoor hij in 2005 de Vlaamse Debuutprijs kreeg, en Alfa Amerika (2006), dat op de longlist stond voor de Libris Literatuurprijs 2006 en in hetzelfde jaar de shortlist haalde van de Gouden Uil Literatuurprijs. 'Ik wilde iets anders doen met mijn leven dan métro-boulot-dodo, baantje-boompje-beestje', vertelt de auteur in een interview in Het Nieuwsblad uit 2005. 'Ik had een ideaal: schrijver worden. In 1993 behaalde ik mijn licentie filosofie, maar vond ik geen werk. In het begin was het romantisch, niets anders dan schrijven. Twee boeken heb ik geschreven en een hoop verhalen. De Bezige Bij was geïnteresseerd, maar het was allemaal net niet goed genoeg. Op den duur zat ik bij het OCMW en moest ik leven van het bestaansminimum: 21.000 frank [525 euro], op een kamertje, uitzichtloos... Drie jaar heeft dat geduurd.' In een ander vraaggesprek lezen we: 'Uiteindelijk ben ik informaticus geworden bij gebrek aan informatici. Het bedrijf waar ik solliciteerde, stond niet te springen om mij aan te nemen, maar ja, er was niemand anders en ik had een website die er niet slecht uitzag.' (De Standaard, 25 augustus 2006)
The great escape
De mens jaagt zijn droom na en wordt gedwongen tot een marginaal leven. Het gebeurt ettelijke keren in Bankvlees en Alfa Amerika. De ik-verteller uit Bankvlees laat zich op sleeptouw nemen door zijn vriend Celis, die kiest voor de marge. Het tweetal leeft op kosten van de bijstand, uit de hand van rijkeluiskinderen en op de rug van bereidwillige meisjes die het niet erg vinden zich te prostitueren. Voor de naamloze hoofdpersoon is dat maar een fase, een late puberteit; voor Celis is het een levenswijze. 'Voorspelbaarheid', foetert de verteller, als hij beschrijft wat hem beklemt: 'Op je twintigste zus en op je dertigste zo. [...] En materiële vooruitgang, en de gesprekken die over niets anders gaan. Het huis, de auto, de volgende vakantie, de foto's van de vorige. De kinderen.' Uiteindelijk is dat precies het leven waar hij voor kiest aan het eind van deze schelmenroman.
Verkende Bankvlees de zelfkant, dan verschuift de focus in Van Loys tweede boek naar de droom van een ander leven. Er zijn immers nog andere mogelijkheden dan de marge voor zij die verlangen naar een andere route dan de platgetreden paden. In Alfa Amerika is dat de droom; de Amerikaanse droom. In vier verhalen worden de mogelijkheden afgewogen om snel schatrijk te worden: de beurs (Manhattan on the left bank), de muziekbusiness (De trein der tranen), Hollywood, de maffia (Bodega Vespucci) en de vrije markt (Pornologie). De hoofdpersonages zijn altijd Vlamingen. Van Loy laat hun Vlaamse achtergrond en Amerikaanse dromen frontaal botsen.
In het eerste verhaal, Manhattan on the left bank, verlaat een jonge Vlaming, Peter O'Neill, na de Eerste Wereldoorlog zijn vaderland en vaart naar de Verenigde Staten. Daar blijkt dat hij talent heeft als beursmakelaar. Het geld komt en gaat en komt; O'Neill is, net als Nero, nu eens schatrijk, dan weer platzak. Maar met het geld dat overblijft, wil hij een nieuwe, Amerikaanse stad bouwen op de Linkeroever van Antwerpen. Het wordt een catastrofe. Het volgende verhaal, De trein der tranen, vertelt de geschiedenis van een Vlaamse rockband in de Verenigde Staten. Dat het slecht afloopt, staat vast vanaf het begin: de zanger van de band, die het verhaal doet, ontvangt een journalist in zijn schamele caravan.
De journalistieke aanpak hebben beide verhalen gemeen. Er wordt gegoocheld met geschiedkundige feitjes, om geloofwaardig te maken dat Peter O'Neill echt geleefd heeft. De 'feiten' worden opgetekend door een journalist die zich in de zaak heeft vastgebeten. Dat levert een interessant contrast op tussen de documentaire toon van het verhaal en de brieven van O'Neill waaruit geciteerd wordt: daarin hanteert de auteur een geloofwaardig, enigszins statig Vlaams uit het begin van de twintigste eeuw. In De trein der tranen wordt de ietwat hoogdravende vertelling van de zanger af en toe onderbroken door de nuchtere vaststellingen van de journalist.
Nog een overeenkomst tussen beide verhalen is de irritatie die de hoofdpersonen voelen ten opzichte van hun Vlaamse roots. Peter O'Neill correspondeert met zijn Vlaamse zusje, maar ergert zich aan haar burgerlijke vermaningen. En de zanger uit het tweede verhaal krijgt het zwaar op zijn heupen van de andere bandleden, die het Amerikaanse avontuur niet aandurven en liever terugkeren naar België, naar de fabriek, naar hun lief. Of, ietsje extremer: 'Na het optreden zei een toeschouwer tegen mij: "Niet slecht voor een groepje Belgen." Die heb ik meteen een bloedneus geslagen. [...] Dat was namelijk het ergste wat er was, vond ik, die mentaliteit. [...] In elk geval: ik haatte dat we-zijn-maar-Belgen-gedoe, omdat het mijn ambities in de weg stond.'
Ambities: dromen dus. Van Loy geeft zijn personages vleugels, laat hen opstijgen en knipt vervolgens die vleugels af: elk verhaal uit de bundel eindigt met de staart tussen de benen. Maar toch lijden de personages niet echt een nederlaag. De journalist in De trein der tranen is immers in stilte jaloers op de zanger: '...Eddie Eijkelboom is nog altijd slank van leden, maar hij heeft wel een enorme buik, alles bij elkaar genomen ongeveer de minst bevallige fysionomie die je je kunt voorstellen. [...] ik bemerk geen enkele gelijkenis met de negentienjarige op de foto. En toch word ik bij het vorderen van het verhaal steeds jaloerser op hem. Waar was ik bijvoorbeeld mee bezig op mijn zeventiende, achttiende, negentiende...? Geen tournees door West-Europa, geen Londen, New York of Whisky A Go-Go... Hoeveel mannen van zijn generatie beweerden niet dat hun legerdienst de beste tijd van hun leven was?'
Daarom is de journalist in die twee verhalen noodzakelijk: als buffer tussen personage en lezer, om een andere kijk op de zaken te geven. Om twijfel te zaaien, kortom. Hij speelt de rol van de hoofdpersoon uit Bankvlees, die Celis niet kan navolgen, maar toch een tijdje achter hem aan strompelt. De verleiding van de droom is zo groot.
Shiny happy people
Voor zijn derde boek, de korte roman De heining, verzon Van Loy een sterk afwijkende beginsituatie. Dit keer komt er geen personage aan te pas met een droom of een sterke wil om uit te breken. De ik-verteller sluit zichzelf integendeel uit vrije wil op, binnen de omheining van de gated community de Windroos. In De heining koopt een jong stel een peperduur huis in deze afgesloten wijk nabij een ongedefinieerd dorp. Daar wordt de Windroos 'de heining' genoemd, omwille van de vorm: twee evenwijdige straten die twee andere evenwijdige straten snijden, zodat er een hekje ontstaat. Al die hekken houden de boze buitenwereld op afstand, maar zoals dat gaat in horrorfilms komt de dreiging ook hier van binnenuit. Racisme, drankzucht, bedilzucht, manipulatie en corruptie... - weinig is de kleine gemeenschap vreemd. De hoofdpersonen verzeilen in een relatiecrisis. En als Milan, het zoontje van de eigenaar van de Windroos, op wie het hoofdpersonage gevraagd werd even te letten, spoorloos verdwijnt, slaan de media hun tenten op voor de ingang van de wijk.
De boodschap van dit alles lijkt eenvoudig: een ommuurde leefwereld mag dan veilig lijken, het gevaar zit in elk hoekje (en zal niet aarzelen daar uit te komen). Maar er is meer. Cruciaal voor de roman is Bril, de enige bewoner van de Windroos met wie de hoofdpersoon een soort vriendschap sluit. Bril is een cynische dronkelap, die af en toe zinnige dingen verkondigt. Maar hij is ook een typisch Van Loy-personage: een gevallen dromer, zoals in de verhalen uit Alfa Amerika. Het ene ogenblik noemt hij een mobieltje een 'enkelband': 'Telefoontjes van de vrouw. Mobiele controleerbaarheid. Hoe kan je elkaar nu vertrouwen als je elkaar niet de gelegenheid tot bedriegen geeft?' Maar even later smeekt hij de hoofdpersoon om hem volgende keer te verhinderen dat eerste glas te drinken: 'Nee! Bullshit. Geen eigen verantwoordelijkheid. Dat excuus van "laat hem maar begaan" - bullshit! [...] generaties hebben elkaar laten begaan... En het resultaat is dit. Waar we nu zijn. De Heining, dat is het resultaat.'
Bril is een vrij mens: dankzij een erfenis hoeft hij niet eens te werken. Maar zelfs hij wordt heen en weer gekaatst tussen vrijheid (van meningsuiting, inzake seksuele relaties...) en het verlangen om alstublieft ingeperkt te worden (zijn drinkgedrag, zijn keuze om in de Windroos te gaan wonen). Willen wij echt vrij zijn, of besteden we alleen maar lippendienst aan de uitentreuren bezongen waarde van de vrijheid?
Behalve over vrijheid gaat de roman ook over alledaags racisme. Als het stel naar de Windroos verhuist, verlaten ze een 'stad die ten onder ging aan te veel verschil en te veel onverschilligheid'. Een van de opvallendste bewoners van de Windroos is een bejaarde vrouw, die uitgesproken en openlijk racistisch is. Maar Bril zegt: 'Bijna iedereen die hier woont, gaat voor negentig procent akkoord met [wat zij zegt], geen discussie. Maar ze is een beetje grof, niet? De vogelschijt op het uithangbord.'
Daarnaast bestaat er in De heining een elektrisch geladen onderscheid tussen de sarcastische humor en gevoelens die onuitgesproken blijven. Een goed voorbeeld van die humor zijn de zinnen waarin het nieuwe huis van Debbie en haar man wordt beschreven: 'Het kleinste van de Windroos: niet meer dan drie slaapkamers, en als je wou pingpongen moest dat in de garage, zoals bij de armen.' Als Debbie later zwanger blijkt van een andere man en het kind wil laten aborteren, maar pas nà haar weekendje in de Ardennen, sneert de verteller: 'O? Gastronomisch weekend? Kind nog wat vetmesten voor het wordt geslacht?'
Niettemin bevindt er zich onder die ijzige laag humor een gevoelige plek; de verteller maakt zich wel degelijk zorgen om de verdwenen Milan. Het jongetje heeft vadergevoelens in hem wakker gemaakt. Wanneer het alarm van de Windroos afgaat, hoort hij 'herrie die klonk als een huilend kind dat ik niet in de steek mocht laten'. De hoofdpersoon is zich verantwoordelijk gaan voelen voor de merkwaardige community. Het is een gevoel van verantwoordelijkheid dat hij probeert weg te wuiven als een vorm van politiek, maar dat overduidelijk dieper gaat. Zoals de Windroos tracht de wereld buiten te sluiten met een omheining, zo probeert de verteller echte gevoelens achter de omheining van zijn (vaak hilarische) sneren te houden. Ondanks alles is De heining daarom een verhaal met een happy end: de gebeurtenissen brengen de hoofdpersoon iets bij. Voor het eerst eindigt een boek van Jan Van Loy niet met een gebroken droom. Dit keer heeft de hoofdpersoon niet de droom, maar de nachtmerrie bewust opgezocht; zijn periode in de gated community functioneert als een noodzakelijke hellevaart.
Een 'dertiger'?
De jury van de Vlaamse Debuutprijs schreef over Bankvlees: 'De laureaat van de Debuutprijs 2005 werd eerder in de kritiek omschreven als de vaandeldrager van de "cynische" generatie. Maar je zou hem met even veel redenen een neoromanticus kunnen noemen. Of is het ene een gradatie van het andere. Jan Van Loy heeft met Bankvlees een boek geschreven waarmee hij zijn generatie voorgoed op de kaart zet in de Vlaamse letteren.'
De generatie van Jan Van Loy, dat zijn de 'Dertigers' - een verzamelnaam voor een nieuwe generatie Vlaamse schrijvers, bedacht door Knack-criticus Frank Hellemans. In totaal identificeerde hij veertien Dertigers: Annelies Verbeke, Jan Van Loy, Chika Unigwe, Bart Van Lierde, Tom Naegels, Margot Vanderstraeten, Peter Terrin, Stefan Brijs, Yves Petry, Bart Koubaa, Jeroen Theunissen, Leen Huet, David Van Reybrouck en Erwin Mortier. Volgens Hellemans willen deze veertien 'authentieke, neorealistische verhalen' vertellen, pretentieloos en 'met de voeten op de grond'. (Opmerkelijk genoeg zag hij daarbij Dimitri Verhulst over het hoofd.)
Al vanaf het begin vielen de dertigers Paul Mennes en Christophe Vekeman uit de boot. Zij horen volgens Hellemans 'door hun ironische handigheidjes literair gezien veeleer thuis bij de generatie van Lanoye en Brusselmans'. Dat is vreemd, want als je Bankvlees snel moet typeren, dan zou 'Alles moet weg met een snuif Brusselmans' zo gek nog niet zijn.
Vier jaar en een stapel verse boeken van de Dertigers later, zie je de groep desintegreren. Ik kan mij nog iets voorstellen bij het neorealisme van Verbeke, Van Loy, Unigwe, Van Lierde, Naegels en Vanderstraeten (én Vekeman) - al zijn ook daar verscheidene kanttekeningen bij te plaatsen, want de wereld van Annelies Verbeke, om er maar een te noemen, is zowel realistisch als uitermate bevreemdend. Maar wat doen we met de theatrale romans van Terrin, Brijs en Petry (én Mennes)? Wat is er nog realistisch aan de essayistische, complexe fictiestructuren van Koubaa en Theunissen? En er is zeker een aparte categorie nodig voor schoonschrijvers als Van Reybrouck en Mortier.
Een groep kun je dit toch niet echt noemen, wel een generatie. Daarin neemt Van Loy een nogal aparte positie in. Er zijn zeker raakvlakken. Ook Annelies Verbeke, bijvoorbeeld, heeft de ontsnapping uit de werkelijkheid als thematiek, maar bij haar overlapt dat met een ander thema, namelijk de basale eenzaamheid van de mens. En Bart Van Lierde is zeker ook een getalenteerd verteller, maar hij weet geen maat te houden en glijdt geregeld af naar de regionen van chicklit en pulp. Van Loy staat een beetje buiten de groep. Buiten alles, eigenlijk. Hij zoekt de media-aandacht niet op, staat niet (graag) op een podium. Interviews kunnen nog wel, maar hij blijft toch altijd iets schuws behouden. Dat vermindert natuurlijk de kansen op een bestseller. Die kans bestaat toch wel degelijk, want Van Loy schrijft zeer toegankelijk en direct. Bankvlees viel vooral op door de sprankelende dialogen. In Alfa Amerika bewees hij dat hij een superieur verteller is, die de lezer verleidt met zijn verbeelding en zijn vloeiende, volstrekt pretentieloze zinnen. De tragische thriller De heining valt dan weer op door zijn filmscript-achtige minimalisme. Het boek telt krap honderd zestig bladzijden, onderverdeeld in eenenzestig superkorte hoofdstukjes; in elk hoofdstuk geeft Van Loy zijn verhaal een nieuwe richting, voert hij nieuwe plotelementen aan of strooit hij met valse aanwijzingen die de lezer op het verkeerde been zetten. Als een balletje in een flipperkast wordt de lezer heen en weer gekatapulteerd, om met een ontnuchterende finale in het zwarte gat onderaan de kast te belanden. Als ambachtelijk verteller mét een heel eigen thematiek, is Van Loy zich langzaam aan het ontwikkelen tot een belangrijke, authentieke stem in de hedendaagse Vlaamse letteren. Een goede motivering heeft hij trouwens ook. 'Ik word gemotiveerd door mijn onvrede met het hedendaagse literaire proza: het is te vaak een excuus voor amateur-filosofie en pseudo-poëzie', zei Van Loy in De Standaard. 'Of alweer de zoveelste aanbidding van de tristesse en de melancholie. Voor mij gaat het om de kunst van het verhaal, waarin de gebeurtenissen de filosofie en de poëzie zijn, en de passages met lyrische of intellectuele bedoelingen alleen uit de mond van domme en/of pretentieuze personages komen.'
Literatuur
Mark Cloostermans werd geboren te Beveren in 1977 Studeerde Germaanse taal- en letterkunde en theaterwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Is freelance eindredacteur en recensent voor het dagblad De Standaard. Publiceerde onder meer De tak waarop wij zitten. Berichten uit de boekenbranche (2006). Schrijft voor diverse tijdschriften over literatuur en toneel
Mark Cloostermans [bron: https--www.dbnl.org/tekst/_ons003200901_01/_ons003200901_01_0006.php]
Jan Van Loy (b. 1964) writes short stories and novels. His debut novel 'Blockmeat' won him the Debut Prize and widespread recognition as an exceptionally fluent writer with a unique slant on life. A natural storyteller with his own distinctive subject matter, Van Loy is an authentic voice in contemporary Flemish literature. The escape from reality and 'the (American) dream' are recurring themes in his oeuvre, and he shows his readers just how banal these can be. His style has been described as filmic.
[source: https--www.flandersliterature.be/books-and-authors/author/jan-van-loy]
||door: Jan Van Loy
||taal: nl
||jaar: 2005
||druk: ?
||pag.: 382p
||opm.: hardcover|ex-bibliotheek|gelezen|gekaft
||isbn: 90-468-0009-1
||code: 1:002393
--- Over het boek (foto 1): Alfa Amerika ---
In Alfa Amerika, het tweede boek van Jan Van Loy, worden de verhalen verteld van Vlamingen die ieder op hun eigen manier aangestoken zijn door het land der onbegrensde mogelijkheden: Amerika. Aan de hand van verschillende egodocumenten - interviews, dagboeken, reportages - volgen we de geschiedenissen van Pierre Verbeeck, de grootste beursspeculant aller tijden die de hemel wil bereiken met de hoogste wolkenkrabber ter wereld; Eddie Eijkelboom, zanger van de legendarische popgroep The Jet-Cats waarmee hij voor één dag wereldberoemd werd; Johnny Vanhees, die voor Hollywood een scenario schrijft over zijn leven als infiltrant in een criminele herenclub; en pornologen die op tv en internet de keuze bieden tussen striptease en skull fucking. Alfa Amerika is een vierluik over Europeanen met Amerikaanse dromen over roem, rijkdom en extase.
[bron: flaptekst]
'De verhalen in ALFA AMERIKA worden in razende vaart verteld, zoals de karakters van het boek worden voortgedreven door een vitaal verlangen naar iets nieuws en groters.' --NRC HANDELSBLAD
UIT HET JURYRAPPORT VAN DE GOUDEN UIL 2006:
'Dit boek gaat over gefnuikte ambities over de burgermoraal die zegt dat groots en meeslepend leven voor Vlamingen niet is weggelegd. Met zijn filmische vaart, zijn subtiele spel met feit en fictie en zijn vier onvergetelijke antihelden schiep Van Loy een roman van internationale allure. Hij verwerkt de soms verzonnen, soms niet verzonnen informatie met een grote behendigheid in een klassieke reportagestijl. Hij goochelt speels en bedreven met genres zoals het interview, dagboek, brieven, de biografie. Hij speelt met het cliché. In dit boek toont Van Loy zijn veelzijdigheid als schrijver.'
'Een imposant vierluik dat ons bladzijdes lang in de ban heeft gehouden met een woud aan verhalen, maar bovenal vanwege die fabelachtige effectieve techniek. [...] Beter treft de lezer het zelden.' --HET PAROOL
'Van Loys palet aan ver van elkaar verwijderde onderwerpen is imposant en zijn gekozen decor is verfrissend eigentijds. Van Loy slaat zijn vleugels uit [...] de allure schuilt in hoe hij soeverein door het vrije luchtruim zweeft.' --VRIJ NEDERLAND
'In Alfa Amerika is een bijzonder gedreven verteller aan het woord, met achter hem een schrijver die zonder complexen aan het fantaseren is geslagen.' --STANDAARD DER LETTEREN
Jan Van Loy (1961) won met Bankvlees de Debuutprijs Vlaanderen 2005. Alfa Amerika werd genomineerd voor De Gouden Uil 2006 en haalde de longlist van de Libris Literatuurprijs 2006. Momenteel werkt hij aan zijn derde roman.
[bron: https--www.hebban.nl/boek/alfa-amerika-jan-van-loy]
[2009-08-16]
Bankvlees was een slimme en grappige roman die meteen bewees dat Van Loy veel in z'n mars heeft. Alfa Amerika, het eerste wapenfeit na dat debuut (intussen ook al opgevolgd door een derde boek, De heining), doet er meteen een paar schepjes bovenop. De stijl is herkenbaar, de onderwerpen ook: Van Loy heeft iets met figuren die hun draai niet vinden in het doorsnee bestaan en een alternatieve route proberen uit te stippelen. Ging dat in Bankvlees via een luiezakkenbestaan en de RVA, dan hebben de personages in de vier lange verhalen (of korte romans) die hier verzameld worden andere doelen. De portretten zijn uiteenlopend qua stijl, tijdperk en toon, maar uiteindelijk zijn ze ook vrij gelijklopend: Vlamingen en ambitie, het is geen gezonde combinatie. Er is de naar New York uitgeweken Antwerpenaar Peter O'Neill, die verantwoordelijk zou zijn voor de beurscrash van 1929 en die een mini-metropool zou gebouwd hebben op de Antwerpse linkeroever die verwoest werd tjden WO2. Er is de rocker Eddy, die in de jaren zestig even in de Britse hitparade stond, maar daarna van de radar verdween, ondanks z'n boeiende historie. Dan zijn er ook nog de inspecteur die probeert te infiltreren in een misdaadorganisatie die zo weggelopen lijkt uit Goodfellas, en het gortige slotverhaal dat de oppervlakkigheid van het tv-aanbod en de obsessie met seks centraal stelt. De verhalen die Van Loy vertelt zijn origineel, kleurrijk, en vaak ongemeen grappig. Is het verhaal over de tycoon nog zo sterk onderbouwd met allerhande (fictionele) documenten dat je haast gaat geloven dat de man echt bestaan heeft, dan is het maffiaverhaal met z'n talloze knipogen een geinige guilty pleasure en het rockersverhaal haast een combinatie van een aflevering van Afrit 9 en de memoires van Fred Bekky. De heining staat nog op het te lezen-lijstje, maar Van Loy is nu al, samen met o.a. Stefan Brijs, een van de betere Vlaamse verhalenvertellers die de laatste jaren van zich hebben laten horen. Een aanrader! ()
Guy [bron: https--www.goodreads.com]
[2009-09-12]
Verhalenbundel: Europeanen jagen de Amerikaanse droom na
- Manhattan on the left bank (): de Vlaming Pierre Verbeeck/Peter O'Neill (A'pen, °1899) trekt naar Amerika waar hij zich als aandelenspeculant (lezen van de 'ticker tape') al snel als miljardair opwerpt en uiteindelijk verantwoordelijk wordt geacht voor de grote beurscrash in 1929. Terug in A'pen investeert hij al zijn geld in een unieke 'Amerikaanse skyline op de Antwerpse linkeroever' ... Door het verwerken van dagboekfragmenten, getuigenissen, citaten uit briefwisselingen,... krijgt het verhaal een erg geslaagd 'pseudo-waarheidsgehalte', zodat je je als lezer moet bedwingen om toch niet eens een keertje op de naam 'Pierre Verbeeck' te googelen!
- De trein der tranen (): hilarisch/tragisch verhaal over de Turnhoutse rocker 'Eddie Eijkelboom', die droomt van roem en erkenning met zijn muziekband 'The Jet-Cats', Mick Jagger achterna... Bijzonder jammer dat het slechts een personage was, ik had hem zeker in ons 'Warande-abonnement' opgenomen!:)
- Bodega Vespucci (*): scenarist Johnny Vanhees schrijft een dagboek over zijn leven als infiltrant in een crimineel milieu. Tikkeltje onwaarschijnlijke verhaallijn, maar leest wel als een trein.
- Pornologie (*): uitwassen van porno op Vlaamse tv en internet... Hm, heb mijn 'terminologie' inzake weer wat verder uitgebreid...
Tot slot: zeker weten beste boek van Van Loy totnogtoe (naast Bankvlees en De Heining). Veel beter gestoffeerd, dieper uitgewerkt, mooier met grappige details ingekleurd; erg aangename lectuur.
Mips [bron: https--www.goodreads.com]
Jan Van Loy: Alfa Amerika
De benjamin van de shortlist. Jan Van Loy is de genomineerde met de kortste literaire staat van verdienste. Zijn eersteling, Bankvlees, stond op de shortlist van de vorige Gouden Uil en won daarna de Debuutprijs. Deze jury spaarde toen zijn lof niet: "Een ontroerende, hilarische, burleske roman, ingenieus gecomponeerd, stilistisch sterk." Een paar maanden na de bekroning was de opvolger er: Alfa Amerika valt vooral op omdat het de vleugels ver uitspreidt in tijd en ruimte. Voorwaar geen alledaags boek.
Vier verhalen van ongeveer honderd bladzijden. Jan Van Loy speelt met onze verwrongen fascinatie voor het land van de Grote Belofte: we haten zijn president, maar raken verrukt door de complexloze branie waarmee het telkens nieuwe wegen inslaat. Een Vlaming trekt naar het vooroorlogse New York om er zijn fortuin te maken en keert later terug om dezelfde ambities op Antwerpen los te laten. Zanger Eddie Eijkelboom zoekt aan de andere kant van de Grote Plas eeuwige roem voor zijn band Jet-Cats. Halfweg de reis naar boven loopt de ballon leeg. Hoe kan je in je leven boven jezelf uitstijgen?
"Het openingsverhaal vormt het bewijs dat Van Loy meer in zijn mars heeft dan Bankvlees deed vermoeden. Het is nu afwachten of deze auteur nog verder kan groeien, maar het lijkt erop van wel." (De Morgen). "Vooral de twee sterkste verhalen van deze bundel charmeren door hun durf om psychologische navelstaarderij opzij te schuiven en de werkelijkheid te lijf te gaan met het ongeproportioneerde lef waarmee een dronken aspirant-cowboy zijn eerste buffel omlegt" (De Standaard).
"Voor Alfa Amerika geldt hetzelfde als voor al mijn werk: ik schrijf wat ikzelf zou willen lezen. Nu en dan biedt een schrijver mij de perfecte leeservaring, maar dat wordt steeds zeldzamer. Ik word gemotiveerd door mijn onvrede met het hedendaagse literaire proza: het is te vaak een excuus voor amateur-filosofie en pseudo-poëzie, en als het dat niet is, wordt het meteen Grand Guignol. Of alweer de zoveelste aanbidding van de tristesse en de melancholie. Voor mij gaat het om de kunst van het verhaal, waarin de gebeurtenissen de filosofie en de poëzie zijn, en de passages met lyrische of intellectuele bedoelingen alleen uit de mond van domme en/of pretentieuze personages komen. W.F. Hermans, ooit een idool van mij, zei: 'je moet de lezer bij zijn oor nemen en door het verhaal sleuren'. Dat is mijn ambitie. Ik wil pijn in mijn oor en ik wil mijn lezers pijn in hun oor bezorgen."
Dit is een boek voor wie de literatuur een klein beetje stout mag zijn binnen de grenzen van het leesbare. Voor wie literatuur op Humo mag lijken: goed geschreven en niet bedoeld voor de eeuwigheid. U hebt een treinabonnement voor Gent-Brussel en betoogde in uw studentenjaren tegen het imperialisme, toen u nog geen huis af te betalen had.
Als je eerste boek de longlist haalt en je tweede de shortlist, dan houd je de logica strak door slechts met je derde boek met de prijs aan de haal te gaan. Nog even wachten dus. Maar zwaarwegender dan deze koude logica is de constatering dat Alfa Amerika iets te wisselend van kwaliteit is en de zwakste verhalen het niet verdienen om op het hoogste schavotje te staan. Van Loy kan leuk vertellen maar zijn verhalen missen alsnog diepgang. Het verdienstelijke Alfa Amerika drijft iets te veel op stereotiepe beelden om een klassieker te worden.
Nieuw talent kan niet genoeg aandacht krijgen. Men klaagt wel eens dat onze letteren zo saai zijn omdat de onderwerpen niet van onder de kerktoren vandaan komen. Dan hebben we meteen de reden waarom naast Verhelst ook deze Jan Van Loy de prijs verdient. Hij is elegant uit zijn nest ontsnapt. Jan Van Loy vliegt hoog boven het begijnhof. We kunnen niet wachten op zijn volgende welgemikte stront op de middelmaat onder hem.
Opwarmer voor later.
jo [bron: https--brakel.bibliotheek.be]
Dit tweede boek van Jan van Loy (*1964) na de goed ontvangen roman 'Bankvlees' bevat vier zeer beeldende verhalen. Het eerste verhaal is de zogenaamde biografie van Peter O'Neill, in 1899 in Antwerpen als Pierre Verbeeck geboren. Hij vertrekt op 16-jarige leeftijd naar Manhattan en wordt daar van ober snel tot miljonair. Tussen 1935 en 1943 probeert hij in Antwerpen een Manhattan aan de linkeroever van de grond te krijgen. Dat lukt. Of toch niet? Van Loy beschrijft het zo beeldend, dat zijn fictie de werkelijkheid inhaalt. Dat is ook zo in de andere drie verhalen. 'De trein der tranen' is een zogenaamd interview met de tragische Belgische rockster Eddie Eijkelboom over zijn Jet-Cats: levensecht. In het verhaal 'Bodega Vespucci' schrijft een undercover politieagent, een script over zijn infiltratie in de maffia. Een vriendin laat dat lezen aan filmer Ruud Rensma, een soort Paul Verhoeven, die enthousiast wordt. Het laatste verhaal, 'Pornologie', bevat zowel een verhaallijn over een softpornozender als over een keiharde pornovideo. Met twee maagkerende scènes bewijst Van Loy ook in dit verhaal zijn jonge meesterschap. Kleine druk.
Jos Damen [bron: nbd biblion]
--- Over (foto 2): Jan Van Loy ---
Jan Van Loy (1964) is een Vlaams schrijver van verhalen en romans. In 2001 won hij met zijn verhaal De hel van Jan Foster de Nieuw Proza Prijs. Zijn roman Bankvlees werd bekroond met de Debuutprijs 2005. Alfa Amerika stond op de shortlist van de Gouden Uil 2006, De heining op de shortlist van de Gouden Uil 2009, Ik, Hollywood op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2012. In het najaar van 2014 verscheen de roman Veertig jaar liefde.
Bankvlees (2004)
Met de schelmenroman Bankvlees won Van Loy de debuutprijs 2005. "Een ontroerende, hilarische, burleske roman, ingenieus gecomponeerd, stilistisch sterk, geschreven met verve en met veel métier" aldus het juryrapport.
Alfa Amerika (2005)
In 2005 verscheen Alfa Amerika, dat door de jury van de Gouden Uil 2006 als volgt werd omschreven: "Met zijn filmische vaart, zijn subtiele spel met feit en fictie en zijn vier onvergetelijke antihelden schiep Van Loy een roman van internationale allure. Hij verwerkt de soms verzonnen, soms niet verzonnen informatie met een grote behendigheid in een klassieke reportagestijl. Hij goochelt speels en bedreven met genres zoals het interview, dagboek, brieven, de biografie. Hij speelt met het cliché. In dit boek toont Van Loy zijn veelzijdigheid als schrijver."
De heining (2008)
De heining gaat over een koppel dertigers dat verhuist van een appartement in de stad naar een vrijstaande villa in een gated community. Een schokkende gebeurtenis maakt duidelijk dat de bewoners ook achter de omheining niet veilig zijn voor de buitenwereld. De heining stond op de shortlist van de Gouden Uil 2009.
Ik, Hollywood (2011)
Ik, Hollywood gaat over Louie Peters, die in 1909 zeventien jaar is als hij en zijn broer Charlie een stuk grond krijgen in Californië. In de ban van de populaire "filmpjes" die overal te zien zijn, vat Louie het idee op om een "filmfabriek" te bouwen. De studio is al snel winstgevend en Louie ontwikkelt zich van een niet serieus genomen onderdeurtje tot een invloedrijk filmmagnaat. In het jaar 2000 duikt Louie weer op in Brussel, samen met zijn biograaf, en komt zijn lange leven in een ander licht te staan. Ik, Hollywood stond op de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2012.
Veertig jaar liefde (2014)
Veertig jaar liefde speelt zich af in de clandestiene coulissen van de Koude Oorlog, van de eerste atoombom tot aan de controversiële stay-behind operaties. De protagonist probeert in brieven zijn dochter het hoe en waarom van zijn daden te verklaren, maar hij ondervindt dat oprechtheid en waarheid niet altijd samengaan.
Publicaties
- De hel van Jan Foster (in Bunker Hill, nr.10)
- Bankvlees (uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, 2004)
- Straight Flush (in Magazijn #2, 2005)
- Rolling Stone (in Vrij Nederland van 9 juli 2005)
- Motherfucking metrosexual (in Deus Ex Machina nr.114)
- Alfa Amerika (uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2005)
- De heining (uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2008)
- Weltschmerz voor dummies (uitgeverij Voetnoot, 2010)
- Ik, Hollywood (uitgeverij Nieuw Amsterdam, 2011)
- Hoftijd (in Hard gras, nr.89)
- Veertig jaar liefde (uitgeverij De Bezige Bij Antwerpen, 2014)
Prijzen en nominaties
- De hel van Jan Foster: Nieuw Proza Prijs 2001
- Bankvlees: Debuutprijs 2005 en longlist Gouden Uil 2005
- Alfa Amerika: shortlist Gouden Uil 2006 en longlist Libris Literatuur Prijs 2006
- De heining: shortlist Gouden Uil 2009
- Ik, Hollywood: shortlist Libris Literatuur Prijs 2012, longlist Gouden Boekenuil 2012 en tiplijst van de AKO literatuurprijs 2012
[bron: wikipedia]
Jan VAN LOY
Herentals, 30 oktober 1964
Schrijver van verhalen en romans.
BIOGRAFIE
30 oktober 1964: Geboren te Herentals
De culturele sfeer van zijn jeugd werd beheerst door Willy Vandersteen, Lennon & McCartney en Veronica; 'literatuur' werd geassocieerd met schoolse leesopdrachten. Het middelbaar onderwijs voltooide hij in wat toen nog heette de 'kunstwetenschappen'.
Ondertussen vervulde hij zijn dienstplicht als gewetensbezwaarde; zijn taak bestond in het entertainen van demente bejaarden en psychiatrische patiënten. Tijdens de bezoekuren las hij in de ziekenhuisbibliotheek Saul Bellow, Carmiggelt en Konsalik.
Na de burgerdienst beschouwde hij zich nog altijd als leerling-schrijver en ging naar de universiteit, begon met de rechtenstudie maar eindigde met een diploma Wijsbegeerte.
Tientallen andere verhalen werden opgestuurd maar afgewezen met korte 'Helaas'-brieven, behalve door Herman De Coninck, toen hoofdredacteur van het Nieuw Wereldtijdschrift, die met Van Loy een persoonlijke correspondentie voerde waarin hij aanspoorde om vooral niet op te houden met schrijven.
2001: Een kortverhaal in Dietsche Warande & Belfort trok de aandacht van de jury van de Rabobank Lenteprijs, die hem een eervolle vermelding toekende. Zijn website 'Fictie en pseudo-fictie' bevatte onder andere het verhaal 'De hel van Jan Foster', dat later werd gepubliceerd in Bunker Hill en door dezelfde jury werd bekroond met de Lenteprijs, nadien Nieuw Prozaprijs genoemd;
2004: Zijn eerste roman 'Bankvlees' was meteen goed voor de Vlaamse debuutprijs, waarmee hij brede erkenning kreeg en die hem op het literatuurpodium lanceerde.
2006: In de verhalenbundel 'Alfa Amerika' (Nieuw Amsterdam) serveert Van Loy vier novellen waarin Vlaamse eenlingen een Amerikaanse Droom najagen maar met de staart tussen de benen terug naar af gestuurd worden, 'van American Technicolor naar het zwart-wit van Vlaams Brussel'. Alfa Amerika komt in 2006 op de shortlist van de Gouden Uil.
2009: 'De heining' een korte roman over een echtpaar in een bangelijk omheinde wijk in de Vlaamse provincie, werd getipt voor de Gouden Uil.
2011: 'Ik, Hollywood' vertelt de geschiedenis van de Amerikaanse film aan de hand van het leven van studiobaas Louie Peters. 'Ik, Hollywood' haalde de shortlist van de Libris Literatuurprijs.
2014: In zijn nieuwe roman 'Veertig jaar liefde' tekent Jan van Loy het portret van een kleine, grijze Vlaming die tegen wil en dank door een turbulente twintigste eeuw wordt meegesleurd. De roman bestaat uit een reeks brieven die hij anoniem aan zijn 'natuurlijke' dochter, in de loop der jaren op de dag van haar verjaardag heeft geschreven (maar voorlopig niet verstuurd, zo zal later blijken). De eerste brief dateert van 1961, de laatste van 2001, als hij op zijn sterfbed ligt. Veertig jaar liefde dus.
BEKRONINGEN
2001 de Nieuw Prozaprijs voor De hel van Jan Foster
2005 Vlaamse Debuutprijs voor Bankvlees.
2006shortlist van de Gouden Uil met Alfa Amerika.
2009 shortlist van de Gouden Uil 2009 met De heining.
2012 shortlist Libris Literatuur Prijs 2012, longlist Gouden Boekenuil 2012 en tiplijst van de AKO literatuurprijs 2012 met Ik, Hollywood.
[bron: https--schrijversgewijs.be/schrijvers/van-loy-jan]
De gebeurtenissen zijn de poëzie - Het proza van Jan van Loy [2009-00-00]
Er bestaat een betekenisvolle anekdote over de stripfiguur Nero. In de eerste albums van de reeks wordt die regelmatig miljonair, maar verliest hij ook telkens weer snel zijn fortuin. Een en ander schijnt te maken te hebben met het feit dat zijn geestelijke vader in die jaren vaak geldzorgen had. Naarmate tekenaar Mare Sleen ouder werd en over een tot tevredenheid stemmend inkomen ging beschikken, verdwenen ook de miljoenen uit de Nero-verhalen.
Een soortgelijk verhaal zien we in de carrière van de Vlaamse auteur Jan Van Loy (o1964), die met De heining (2008) onlangs zijn derde roman publiceerde. Er is een duidelijke parallel tussen zijn voorgeschiedenis als auteur en zijn eerste twee boeken: Bankvlees (2004), waarvoor hij in 2005 de Vlaamse Debuutprijs kreeg, en Alfa Amerika (2006), dat op de longlist stond voor de Libris Literatuurprijs 2006 en in hetzelfde jaar de shortlist haalde van de Gouden Uil Literatuurprijs. 'Ik wilde iets anders doen met mijn leven dan métro-boulot-dodo, baantje-boompje-beestje', vertelt de auteur in een interview in Het Nieuwsblad uit 2005. 'Ik had een ideaal: schrijver worden. In 1993 behaalde ik mijn licentie filosofie, maar vond ik geen werk. In het begin was het romantisch, niets anders dan schrijven. Twee boeken heb ik geschreven en een hoop verhalen. De Bezige Bij was geïnteresseerd, maar het was allemaal net niet goed genoeg. Op den duur zat ik bij het OCMW en moest ik leven van het bestaansminimum: 21.000 frank [525 euro], op een kamertje, uitzichtloos... Drie jaar heeft dat geduurd.' In een ander vraaggesprek lezen we: 'Uiteindelijk ben ik informaticus geworden bij gebrek aan informatici. Het bedrijf waar ik solliciteerde, stond niet te springen om mij aan te nemen, maar ja, er was niemand anders en ik had een website die er niet slecht uitzag.' (De Standaard, 25 augustus 2006)
The great escape
De mens jaagt zijn droom na en wordt gedwongen tot een marginaal leven. Het gebeurt ettelijke keren in Bankvlees en Alfa Amerika. De ik-verteller uit Bankvlees laat zich op sleeptouw nemen door zijn vriend Celis, die kiest voor de marge. Het tweetal leeft op kosten van de bijstand, uit de hand van rijkeluiskinderen en op de rug van bereidwillige meisjes die het niet erg vinden zich te prostitueren. Voor de naamloze hoofdpersoon is dat maar een fase, een late puberteit; voor Celis is het een levenswijze. 'Voorspelbaarheid', foetert de verteller, als hij beschrijft wat hem beklemt: 'Op je twintigste zus en op je dertigste zo. [...] En materiële vooruitgang, en de gesprekken die over niets anders gaan. Het huis, de auto, de volgende vakantie, de foto's van de vorige. De kinderen.' Uiteindelijk is dat precies het leven waar hij voor kiest aan het eind van deze schelmenroman.
Verkende Bankvlees de zelfkant, dan verschuift de focus in Van Loys tweede boek naar de droom van een ander leven. Er zijn immers nog andere mogelijkheden dan de marge voor zij die verlangen naar een andere route dan de platgetreden paden. In Alfa Amerika is dat de droom; de Amerikaanse droom. In vier verhalen worden de mogelijkheden afgewogen om snel schatrijk te worden: de beurs (Manhattan on the left bank), de muziekbusiness (De trein der tranen), Hollywood, de maffia (Bodega Vespucci) en de vrije markt (Pornologie). De hoofdpersonages zijn altijd Vlamingen. Van Loy laat hun Vlaamse achtergrond en Amerikaanse dromen frontaal botsen.
In het eerste verhaal, Manhattan on the left bank, verlaat een jonge Vlaming, Peter O'Neill, na de Eerste Wereldoorlog zijn vaderland en vaart naar de Verenigde Staten. Daar blijkt dat hij talent heeft als beursmakelaar. Het geld komt en gaat en komt; O'Neill is, net als Nero, nu eens schatrijk, dan weer platzak. Maar met het geld dat overblijft, wil hij een nieuwe, Amerikaanse stad bouwen op de Linkeroever van Antwerpen. Het wordt een catastrofe. Het volgende verhaal, De trein der tranen, vertelt de geschiedenis van een Vlaamse rockband in de Verenigde Staten. Dat het slecht afloopt, staat vast vanaf het begin: de zanger van de band, die het verhaal doet, ontvangt een journalist in zijn schamele caravan.
De journalistieke aanpak hebben beide verhalen gemeen. Er wordt gegoocheld met geschiedkundige feitjes, om geloofwaardig te maken dat Peter O'Neill echt geleefd heeft. De 'feiten' worden opgetekend door een journalist die zich in de zaak heeft vastgebeten. Dat levert een interessant contrast op tussen de documentaire toon van het verhaal en de brieven van O'Neill waaruit geciteerd wordt: daarin hanteert de auteur een geloofwaardig, enigszins statig Vlaams uit het begin van de twintigste eeuw. In De trein der tranen wordt de ietwat hoogdravende vertelling van de zanger af en toe onderbroken door de nuchtere vaststellingen van de journalist.
Nog een overeenkomst tussen beide verhalen is de irritatie die de hoofdpersonen voelen ten opzichte van hun Vlaamse roots. Peter O'Neill correspondeert met zijn Vlaamse zusje, maar ergert zich aan haar burgerlijke vermaningen. En de zanger uit het tweede verhaal krijgt het zwaar op zijn heupen van de andere bandleden, die het Amerikaanse avontuur niet aandurven en liever terugkeren naar België, naar de fabriek, naar hun lief. Of, ietsje extremer: 'Na het optreden zei een toeschouwer tegen mij: "Niet slecht voor een groepje Belgen." Die heb ik meteen een bloedneus geslagen. [...] Dat was namelijk het ergste wat er was, vond ik, die mentaliteit. [...] In elk geval: ik haatte dat we-zijn-maar-Belgen-gedoe, omdat het mijn ambities in de weg stond.'
Ambities: dromen dus. Van Loy geeft zijn personages vleugels, laat hen opstijgen en knipt vervolgens die vleugels af: elk verhaal uit de bundel eindigt met de staart tussen de benen. Maar toch lijden de personages niet echt een nederlaag. De journalist in De trein der tranen is immers in stilte jaloers op de zanger: '...Eddie Eijkelboom is nog altijd slank van leden, maar hij heeft wel een enorme buik, alles bij elkaar genomen ongeveer de minst bevallige fysionomie die je je kunt voorstellen. [...] ik bemerk geen enkele gelijkenis met de negentienjarige op de foto. En toch word ik bij het vorderen van het verhaal steeds jaloerser op hem. Waar was ik bijvoorbeeld mee bezig op mijn zeventiende, achttiende, negentiende...? Geen tournees door West-Europa, geen Londen, New York of Whisky A Go-Go... Hoeveel mannen van zijn generatie beweerden niet dat hun legerdienst de beste tijd van hun leven was?'
Daarom is de journalist in die twee verhalen noodzakelijk: als buffer tussen personage en lezer, om een andere kijk op de zaken te geven. Om twijfel te zaaien, kortom. Hij speelt de rol van de hoofdpersoon uit Bankvlees, die Celis niet kan navolgen, maar toch een tijdje achter hem aan strompelt. De verleiding van de droom is zo groot.
Shiny happy people
Voor zijn derde boek, de korte roman De heining, verzon Van Loy een sterk afwijkende beginsituatie. Dit keer komt er geen personage aan te pas met een droom of een sterke wil om uit te breken. De ik-verteller sluit zichzelf integendeel uit vrije wil op, binnen de omheining van de gated community de Windroos. In De heining koopt een jong stel een peperduur huis in deze afgesloten wijk nabij een ongedefinieerd dorp. Daar wordt de Windroos 'de heining' genoemd, omwille van de vorm: twee evenwijdige straten die twee andere evenwijdige straten snijden, zodat er een hekje ontstaat. Al die hekken houden de boze buitenwereld op afstand, maar zoals dat gaat in horrorfilms komt de dreiging ook hier van binnenuit. Racisme, drankzucht, bedilzucht, manipulatie en corruptie... - weinig is de kleine gemeenschap vreemd. De hoofdpersonen verzeilen in een relatiecrisis. En als Milan, het zoontje van de eigenaar van de Windroos, op wie het hoofdpersonage gevraagd werd even te letten, spoorloos verdwijnt, slaan de media hun tenten op voor de ingang van de wijk.
De boodschap van dit alles lijkt eenvoudig: een ommuurde leefwereld mag dan veilig lijken, het gevaar zit in elk hoekje (en zal niet aarzelen daar uit te komen). Maar er is meer. Cruciaal voor de roman is Bril, de enige bewoner van de Windroos met wie de hoofdpersoon een soort vriendschap sluit. Bril is een cynische dronkelap, die af en toe zinnige dingen verkondigt. Maar hij is ook een typisch Van Loy-personage: een gevallen dromer, zoals in de verhalen uit Alfa Amerika. Het ene ogenblik noemt hij een mobieltje een 'enkelband': 'Telefoontjes van de vrouw. Mobiele controleerbaarheid. Hoe kan je elkaar nu vertrouwen als je elkaar niet de gelegenheid tot bedriegen geeft?' Maar even later smeekt hij de hoofdpersoon om hem volgende keer te verhinderen dat eerste glas te drinken: 'Nee! Bullshit. Geen eigen verantwoordelijkheid. Dat excuus van "laat hem maar begaan" - bullshit! [...] generaties hebben elkaar laten begaan... En het resultaat is dit. Waar we nu zijn. De Heining, dat is het resultaat.'
Bril is een vrij mens: dankzij een erfenis hoeft hij niet eens te werken. Maar zelfs hij wordt heen en weer gekaatst tussen vrijheid (van meningsuiting, inzake seksuele relaties...) en het verlangen om alstublieft ingeperkt te worden (zijn drinkgedrag, zijn keuze om in de Windroos te gaan wonen). Willen wij echt vrij zijn, of besteden we alleen maar lippendienst aan de uitentreuren bezongen waarde van de vrijheid?
Behalve over vrijheid gaat de roman ook over alledaags racisme. Als het stel naar de Windroos verhuist, verlaten ze een 'stad die ten onder ging aan te veel verschil en te veel onverschilligheid'. Een van de opvallendste bewoners van de Windroos is een bejaarde vrouw, die uitgesproken en openlijk racistisch is. Maar Bril zegt: 'Bijna iedereen die hier woont, gaat voor negentig procent akkoord met [wat zij zegt], geen discussie. Maar ze is een beetje grof, niet? De vogelschijt op het uithangbord.'
Daarnaast bestaat er in De heining een elektrisch geladen onderscheid tussen de sarcastische humor en gevoelens die onuitgesproken blijven. Een goed voorbeeld van die humor zijn de zinnen waarin het nieuwe huis van Debbie en haar man wordt beschreven: 'Het kleinste van de Windroos: niet meer dan drie slaapkamers, en als je wou pingpongen moest dat in de garage, zoals bij de armen.' Als Debbie later zwanger blijkt van een andere man en het kind wil laten aborteren, maar pas nà haar weekendje in de Ardennen, sneert de verteller: 'O? Gastronomisch weekend? Kind nog wat vetmesten voor het wordt geslacht?'
Niettemin bevindt er zich onder die ijzige laag humor een gevoelige plek; de verteller maakt zich wel degelijk zorgen om de verdwenen Milan. Het jongetje heeft vadergevoelens in hem wakker gemaakt. Wanneer het alarm van de Windroos afgaat, hoort hij 'herrie die klonk als een huilend kind dat ik niet in de steek mocht laten'. De hoofdpersoon is zich verantwoordelijk gaan voelen voor de merkwaardige community. Het is een gevoel van verantwoordelijkheid dat hij probeert weg te wuiven als een vorm van politiek, maar dat overduidelijk dieper gaat. Zoals de Windroos tracht de wereld buiten te sluiten met een omheining, zo probeert de verteller echte gevoelens achter de omheining van zijn (vaak hilarische) sneren te houden. Ondanks alles is De heining daarom een verhaal met een happy end: de gebeurtenissen brengen de hoofdpersoon iets bij. Voor het eerst eindigt een boek van Jan Van Loy niet met een gebroken droom. Dit keer heeft de hoofdpersoon niet de droom, maar de nachtmerrie bewust opgezocht; zijn periode in de gated community functioneert als een noodzakelijke hellevaart.
Een 'dertiger'?
De jury van de Vlaamse Debuutprijs schreef over Bankvlees: 'De laureaat van de Debuutprijs 2005 werd eerder in de kritiek omschreven als de vaandeldrager van de "cynische" generatie. Maar je zou hem met even veel redenen een neoromanticus kunnen noemen. Of is het ene een gradatie van het andere. Jan Van Loy heeft met Bankvlees een boek geschreven waarmee hij zijn generatie voorgoed op de kaart zet in de Vlaamse letteren.'
De generatie van Jan Van Loy, dat zijn de 'Dertigers' - een verzamelnaam voor een nieuwe generatie Vlaamse schrijvers, bedacht door Knack-criticus Frank Hellemans. In totaal identificeerde hij veertien Dertigers: Annelies Verbeke, Jan Van Loy, Chika Unigwe, Bart Van Lierde, Tom Naegels, Margot Vanderstraeten, Peter Terrin, Stefan Brijs, Yves Petry, Bart Koubaa, Jeroen Theunissen, Leen Huet, David Van Reybrouck en Erwin Mortier. Volgens Hellemans willen deze veertien 'authentieke, neorealistische verhalen' vertellen, pretentieloos en 'met de voeten op de grond'. (Opmerkelijk genoeg zag hij daarbij Dimitri Verhulst over het hoofd.)
Al vanaf het begin vielen de dertigers Paul Mennes en Christophe Vekeman uit de boot. Zij horen volgens Hellemans 'door hun ironische handigheidjes literair gezien veeleer thuis bij de generatie van Lanoye en Brusselmans'. Dat is vreemd, want als je Bankvlees snel moet typeren, dan zou 'Alles moet weg met een snuif Brusselmans' zo gek nog niet zijn.
Vier jaar en een stapel verse boeken van de Dertigers later, zie je de groep desintegreren. Ik kan mij nog iets voorstellen bij het neorealisme van Verbeke, Van Loy, Unigwe, Van Lierde, Naegels en Vanderstraeten (én Vekeman) - al zijn ook daar verscheidene kanttekeningen bij te plaatsen, want de wereld van Annelies Verbeke, om er maar een te noemen, is zowel realistisch als uitermate bevreemdend. Maar wat doen we met de theatrale romans van Terrin, Brijs en Petry (én Mennes)? Wat is er nog realistisch aan de essayistische, complexe fictiestructuren van Koubaa en Theunissen? En er is zeker een aparte categorie nodig voor schoonschrijvers als Van Reybrouck en Mortier.
Een groep kun je dit toch niet echt noemen, wel een generatie. Daarin neemt Van Loy een nogal aparte positie in. Er zijn zeker raakvlakken. Ook Annelies Verbeke, bijvoorbeeld, heeft de ontsnapping uit de werkelijkheid als thematiek, maar bij haar overlapt dat met een ander thema, namelijk de basale eenzaamheid van de mens. En Bart Van Lierde is zeker ook een getalenteerd verteller, maar hij weet geen maat te houden en glijdt geregeld af naar de regionen van chicklit en pulp. Van Loy staat een beetje buiten de groep. Buiten alles, eigenlijk. Hij zoekt de media-aandacht niet op, staat niet (graag) op een podium. Interviews kunnen nog wel, maar hij blijft toch altijd iets schuws behouden. Dat vermindert natuurlijk de kansen op een bestseller. Die kans bestaat toch wel degelijk, want Van Loy schrijft zeer toegankelijk en direct. Bankvlees viel vooral op door de sprankelende dialogen. In Alfa Amerika bewees hij dat hij een superieur verteller is, die de lezer verleidt met zijn verbeelding en zijn vloeiende, volstrekt pretentieloze zinnen. De tragische thriller De heining valt dan weer op door zijn filmscript-achtige minimalisme. Het boek telt krap honderd zestig bladzijden, onderverdeeld in eenenzestig superkorte hoofdstukjes; in elk hoofdstuk geeft Van Loy zijn verhaal een nieuwe richting, voert hij nieuwe plotelementen aan of strooit hij met valse aanwijzingen die de lezer op het verkeerde been zetten. Als een balletje in een flipperkast wordt de lezer heen en weer gekatapulteerd, om met een ontnuchterende finale in het zwarte gat onderaan de kast te belanden. Als ambachtelijk verteller mét een heel eigen thematiek, is Van Loy zich langzaam aan het ontwikkelen tot een belangrijke, authentieke stem in de hedendaagse Vlaamse letteren. Een goede motivering heeft hij trouwens ook. 'Ik word gemotiveerd door mijn onvrede met het hedendaagse literaire proza: het is te vaak een excuus voor amateur-filosofie en pseudo-poëzie', zei Van Loy in De Standaard. 'Of alweer de zoveelste aanbidding van de tristesse en de melancholie. Voor mij gaat het om de kunst van het verhaal, waarin de gebeurtenissen de filosofie en de poëzie zijn, en de passages met lyrische of intellectuele bedoelingen alleen uit de mond van domme en/of pretentieuze personages komen.'
Literatuur
- Jan Van Loy, De heining, Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2008, 157 p.
- Jan Van Loy, Alfa Amerika, Nieuw Amsterdam, Amsterdam, 2005, 382 p.
- Jan Van Loy, Bankvlees, Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2004, 238 p.
Mark Cloostermans werd geboren te Beveren in 1977 Studeerde Germaanse taal- en letterkunde en theaterwetenschappen aan de Universiteit Antwerpen. Is freelance eindredacteur en recensent voor het dagblad De Standaard. Publiceerde onder meer De tak waarop wij zitten. Berichten uit de boekenbranche (2006). Schrijft voor diverse tijdschriften over literatuur en toneel
Mark Cloostermans [bron: https--www.dbnl.org/tekst/_ons003200901_01/_ons003200901_01_0006.php]
Jan Van Loy (b. 1964) writes short stories and novels. His debut novel 'Blockmeat' won him the Debut Prize and widespread recognition as an exceptionally fluent writer with a unique slant on life. A natural storyteller with his own distinctive subject matter, Van Loy is an authentic voice in contemporary Flemish literature. The escape from reality and 'the (American) dream' are recurring themes in his oeuvre, and he shows his readers just how banal these can be. His style has been described as filmic.
[source: https--www.flandersliterature.be/books-and-authors/author/jan-van-loy]
Zoekertjesnummer: m2157228316
Populaire zoektermen
jan zonder vrees in Boekenjan geurtz in Boekenjan peeters in Boekenjan bucquoy in Stripverhalenjan kordaat in Stripverhalenkuifje in amerika in Boekenjan schreiner in Boekenjan dries in Boekenjan vincx in Boekenpieter jan verstraete in Boekende bende van jan de lichte in Boekenjan bosschaert in Boekenalfa in Stripverhalenjan zonder vrees in Stripverhalenkuifje in amerika in Stripverhalenjan de plus in Boekenjan bucquoy in Boekenjan cobbaert in Boekenalfa romeo in Boekennenuco in Kinderen en Baby'sbobbejaanland ticket in Tickets en Kaartjescanon camcorderdunlop in Motorenroubaix in Verzamelen