FoxPro 2.5 Programmers Reference(Win|DOS),Hawkins 1565292103€ 18,00
Kenmerken
Beschrijving
||boek: Weerzien met Chili||Contact
||door: Aafke Steenhuis, Jan Joost Teunissen
||taal: nl
||jaar: 1994
||druk: ?
||pag.: 229p
||opm.: paperback|zo goed als nieuw
||isbn: 90-254-0723-4
||code: 1:000350
--- Over het boek (foto 1): Weerzien met Chili ---
In het zuiden van Chili wonen de Mapuche-indianen. Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen woonden en werkten in 1973 in dit gebied. In dit boek beschrijven zij hun weerzien in 1994 met dezelfde Mapuche-families die zij van vroeger kenden. Hoe hebben de Mapuches de dictatuur van Pinochet weerstaan? Wat betekenen hun geschiedenis, hun Indiaanse rituelen en waarden voor hen? Hoe is hun omgang met de natuur? Wat drijft een Nederlands stel met hun jonge kinderen om naar het zuiden van Chili te gaan?
[bron: https--www.aafkesteenhuis.nl/boeken-2]
'Dat Pinochet in Chili nog steeds het leger leidt, maakt me razend'
Jan Joost Teunissen en Aafke Steenhuis: 'Weerzien met Chili', uitgeverij Contact. [1994-10-10]
Teunissen verklaart uit pure razernij ook nu nog zijn werk te moeten neerleggen als hij zich verdiept in dat fenomeen. "Die man is verantwoordelijk voor de moord op vrienden van mij. Zoveel dingen die gebeurd zijn worden onder de mat geveegd. Men praat er liever niet meer over in Chili. Ik kan dat eenvoudig niet verdragen."
Twintig jaar geleden woonde hij, samen met zijn vrouw en mede-auteur van het boek, Aafke Steenhuis, een krap jaar bij de Mapuche-indianen in het zuiden van Chili.
Ze werkten met groot links idealisme op onder meer verschillende coöperatieve boerderijen, die waren ontstaan door de landhervormingen onder Salvador Allende. Net voor Allende door een militaire coup werd vermoord, kwamen ze terug naar Nederland.
Rond kerst '92 keerden ze terug naar Chili, dit keer met hun kinderen Belle (7) en Jannis (5). Doel van de reis was oude vrienden op te zoeken met wie ze contact gehouden hadden en om anderen, met wie het contact verloren was gegaan, op te sporen. Om te horen hoe het hen vergaan is in de jaren onder de dictatuur van generaal Pinochet.
In de eerste plaats is 'Weerzien met Chili' echter vooral een boek geworden over henzelf, hùn reiservaring met twee kinderen, hùn ontmoetingen met mensen uit het verleden.
Teunissen heeft vele jaren van zijn leven besteed aan Chili, eerst aan de studie van de landbouwhervormingen, aan het opzetten van de solidariteitsbeweging met slachtoffers van de dictatuur later. Niet alleen in de jaren zeventig en tachtig, maar ook nu nog houdt hij zich met Chili bezig.
Tegenwoordig werkt hij voor een studiecentrum in Den Haag, dat ontwikkelingsproblemen vanuit vooral economisch oogpunt belicht. Chili is een van die landen, ook al is er inmiddels een democratisch gekozen president en kent het land al een flink aantal jaren een behoorlijke economische groei.
In hun leuke, rommelige huis aan een dijk in Amsterdam- Noord, waar muren gevuld worden met boeken, met een grote tuin aan de achterzijde en uitzicht op weilanden met schapen aan de voorkant, beschrijft hij zijn oorspronkelijke ideeën over de inhoud van het boek. Die ideeën verschilden nogal van de opvattingen van zijn vrouw.
"Ik wilde een emotioneel boek. Waar nu eens niet op wetenschappelijke afstandelijke wijze beschreven wordt hoe de geschiedenis van de Chilenen zich heeft voltrokken. Het moest juist niet gaan over de trauma's van het socialisme of het kapitalisme. Ik wilde universelere onderwerpen beschrijven, het moest echt persoonlijk worden, het moest over mensen en gevoelens gaan. Zodat Chili zoals het nu is weer deel van mijn bestaan kon worden."
Voor Aafke Steenhuis was de belangrijkste vraag die ze meenam op de reis: hoe gaan mensen om met een zo getekend, getraumatiseerd verleden. Want al die vrienden steunden Allende in de tijd dat zij er op bezoek waren. Allemaal hebben ze daarvoor geboet, sommigen heel direct door martelingen en gevangenschap, anderen doordat zij hun baan verloren.
Steenhuis: "Hoe sommigen omgingen met dat verleden, dat maakte mij kwaad. Pablo bijvoorbeeld, een man die wij kenden als scherpzinnig en intelligent, deed onnozel en dommig. Met oogkleppen op kom je het verst en hij is ook het beste uit die tijd gekomen. Eerst veroordeelden wij zijn houding. Maar later hebben we er begrip voor gekregen. Het was zijn manier om te overleven."
"Een andere hoofdpersoon uit het boek, Sergio, was twintig jaar geleden een hele beminnelijke open man, en nu geheel dichtgeslagen", vervolgt ze. "Hij kon niet spreken over wat er gebeurd was, dat was voor hem te vreselijk. En Rafael, een filosoof uit Madrid, heeft de houding aangenomen van alles verdragen. Met enorme zelfrelativering heeft hij de klap opgevangen dat hij van een hoge positie bij het ministerie van landbouw nu een heel arm boertje is geworden op het afgelegen platteland. En hij is daarmee niet ongelukkig."
Het boek is een duidelijk compromis geworden tussen hun uiteenlopende plannen. Niet alle emoties van Teunissen zijn erin opgenomen en Steenhuis schreef het hoofdstuk over de geschiedenis van de Mapuches.
Volgens Steenhuis gaat het boek zowel over de Chilenen als over haar eigen gezin. "Het lijkt misschien ijdel om ook je eigen ervaringen in zo'n boek op te nemen, maar dat is het niet. Het is nu het verhaal van het onhandige geklungel van een Nederlands gezin met kinderen dat door het Mapuche-land trekt. Het is niet zo van wij zijn de deskundigen die eens even komen analyseren wat hier de afgelopen twintig jaar gebeurd is. Om dat te kunnen moet je er jaren zitten."
Waarom je kinderen eigenlijk meesleuren naar het andere eind van de wereld in de voetsporen van je eigen ambitie? Steenhuis geeft in eerste instantie een zuiver praktische reden: er was niemand die zes weken op hen kon passen.
Terugblikkend vindt zij dat de aanwezigheid van de kinderen de ontmoetingen vergemakkelijkte. "We duwden de Chilenen niet meteen een microfoon onder de neus voor een interview, maar kwamen gewoon gezellig met de kinderen aangezet. Pas aan het einde van ons bezoek vroegen we dan of we wat mochten opnemen. Dat vonden ze altijd goed."
"De mensen die wij bezochten, hebben ook kinderen en vaak alweer kleinkinderen," zegt ze. "Juist in de ontmoeting van die generaties zit iets heel aardigs. Het boek gaat ook over de tijd. Hoe generaties doorleven en altijd weer nieuwe kinderen maken. Daarom hebben we het ook aan onze eigen ouders opgedragen. Waar onze kinderen weer naar vernoemd zijn."
Teunissen ondervond echter meer gevoelens van frustratie door de beperktheid die het reizen met kinderen met zich meebrengt. "Daar zat ik gezellig kerstmis te vieren met mijn gezinnetje, dagen en dagen in een huis op het platteland bij een van onze oude kennissen. Ik wilde weg, ik wilde anderen opzoeken, de tijd was maar zo kort. Ik had nog zoveel meer willen doen." In maart moet hij voor zijn werk opnieuw in het land zijn. Dan hoopt hij een weekje eraan vast te knopen om ongedaan werk in het zuiden van Chili af te maken.
Het platteland van Chili is volgens hen nog net zo arm als twintig jaar geleden. De steden daarentegen zijn rijker. "Als je de hoofdstad Santiago binnenrijdt dan is het er veel rijker en schoner", vertelt Steenhuis. "En ook Temuco, de hoofdstad van de provincie waar de Mapuches wonen, is heel erg veranderd. Waar eerst kleine winkeltjes waren met ijzerwaren en zadels en stijgbeugels voor paarden, staan nu grote winkelcentra, een beetje Hoog Catharijne-achtig, zal ik maar zeggen. Flats en hoogbouw."
Maar de dorpen zijn in hun ogen nog net zo triest en troosteloos als vroeger. En zij vonden er vrienden terug die zwaar getekend waren door de wreedheden van de dictatuur.
Steenhuis: "Wij hadden het idee dat ze voor het eerst over hun ervaringen spraken en dan nog met heel veel moeite. Zelfs met hun eigen kinderen praten ze nauwelijks over wat er gebeurd is. Er waren zoveel informanten in de samenleving, ook in de families, je kon niemand vertrouwen. En tot onze grote verbazing zitten nog dezelfde politieagenten achter de bureaus die onder Pinochet mensen oppakten en ellende veroorzaakten."
Teunissen: "Als Nederlander wil je daar onmiddelijk actie tegen gaan ondernemen, maar de houding daar is veel passiever. Ik voelde me daardoor machteloos."
Het Nederlandse Chili Comité is inmiddels opgegaan in een groter Latijns-Amerika comité, solidariteit zoals dat in de jaren zeventig en tachtig werd gevoeld met de slachtoffers van het Chilleense bewind, lijkt verdwenen.
Teunissen: "Het is allemaal zoveel gecompliceerder geworden. Het is veel gemakkelijker tegen apartheid in Zuid-Afrika of tegen dictatuur in Chili te zijn. Die solidariteit was snel om te zetten in een actieprogramma. En we boekten succes. Pinochet raakte in een internationaal isolement, was nergens meer welkom. Juist de groep die hem ondersteunde bij zijn coup, de machtige ondernemers, kregen daarom genoeg van hem."
Steenhuis: "Met wie moet je in deze tijd solidair zijn? Met wie in Joegoslavië, met wie in Rwanda, met wie in Haïti. Ja, natuurlijk met de slachtoffers, maar die zitten in alle partijen. Zelf uit ik mijn solidariteit op privé-niveau, door zo'n boek te schrijven bijvoorbeeld."
Ze hebben nog meer plannen, op persoonlijk vlak. Aan de muur in hun huis hangen foto's die afkomstig zijn van een feestje ter ere van hun 25-jarig huwelijk. "Wij vroegen geld van iedereen. Daarvan willen wij de Chileense filosoof Rafael, een van de personen die we voor dit boek opzochten, met zijn vrouw mee terugnemen naar Madrid, waar hij is opgegroeid. Weer een reis met de kinderen. En misschien schrijven we daarna samen met Rafael nog een boek."
HARRIET SALM [bron: https--www.trouw.nl/nieuws/dat-pinochet-in-chili-nog-steeds-het-leger-leidt-maakt-me-razend~bd78b151]
Veertig jaar betrokken bij Chili - Aafke en Jan Joost in 1973 bij het afscheid van hun vrienden in Puerto Saavedra [2013-11-11]
Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen schreven een stuk over hun betrokkenheid bij Chili.
Op de avond van 11 september 2013 liepen we met onze Chileense vriendin Noemi Baeza naar het Nationale Stadion van Santiago, waar elk jaar herdacht wordt dat hier, in september 1973, duizenden studenten, vakbondsmensen, progressieve priesters, mensen van linkse politieke partijen en van buurtcomités op de tribunes rond het voetbalveld gevangen zaten en in de kleedkamers verhoord en gemarteld werden.
Een stroom van mensen bewoog zich, veertig jaar na de staatsgreep, naar de hekken rond het stadion. Bloemen werden bij de afrastering gelegd, kaarsen aangestoken, pamfletten uitgedeeld. We luisterden naar de muziekgroepen op het podium, die nieuwe liedjes zongen maar ook bekende, uit de verkiezingstijd van Allende: "Deze keer gaat het er niet om, om van president te veranderen, maar nu gaat het om een volk dat een ander Chili wil opbouwen." We liepen door de aangroeiende menigte om vrienden en bekenden te ontmoeten. "Ik ken bijna niemand!" zei Noemi opgetogen. "Andere jaren waren we hier met honderd oudere mensen en groette ik iedereen, maar nu zijn er duizenden, en heel veel jonge mensen! De jongeren nemen het over!"
In 1973 verbleven wij, tussen januari en augustus, in het zuiden van Chili. We woonden en werkten er op twee landbouwcoöperaties; voormalige grootgrondbezittingen die volgens de wet op de landhervorming aan groepen kleine boeren en landarbeiders waren toegewezen. De ene coöoperatie lag dichtbij het Andesgebergte; de andere in Puerto Saavedra aan de kust van de Stille Oceaan. 's Avonds schreven we, bij het licht van een kaars, in onze dagboeken wat we die dag hadden meegemaakt.
Af en toe brachten we een weekend door in de provinciehoofdstad Temuco; in het huis van een ouder echtpaar, Rafael en Cristina. In Temuco zagen we de lange rijen wachtenden bij winkels en lazen we over de aanslagen en destabilisatie-acties van de fascistische groep Patria y Libertad. Rafael, die als kind de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) had meegemaakt, was bezorgd over de gewelddadigheid van Patria y Libertad en het steeds gespannener wordende politieke klimaat. Hij waarschuwde voor een burgeroorlog.
Op de landbouwcoöperaties deden we aan participerende observatie, net als de Amerikaanse antropoloog Oscar Lewis, die veldwerk had gedaan in Mexico. De aantekeningen in onze schriften werden de basis voor ons eerste boek: Chileens Dagboek uit 1974.
Kort na onze terugkeer in Nederland vond de burgerlijk-militaire staatsgreep tegen de regering-Allende plaats. Zowel het intense verblijf op het Chileense platteland, als de wrede coup die een einde maakte aan de landhervorming en progressieve politiek en de dood tot gevolg had van vier landarbeiders met wie Jan Joost in Puerto Saavedra had samengewerkt, hebben een enorme invloed gehad op ons leven. Jan Joost werd medewerker van het Chili Komitee Nederland, waar hij zich vooral bezighield met de internationale economische betrekkingen van Chili, economische boycot en beïnvloeding van het Nederlandse beleid. Later richtte hij een eigen internationaal economisch beleidsonderzoekcentrum en forum op (FONDAD) en kwam vanaf 1990 voor zijn werk geregeld in Chili. Aafke werd journaliste en schrijfster, en zou in haar verhalen en in haar boeken vaak te werk gaan volgens de participerende observatie-methode die ze in Chili had geleerd. In 1993-94 schreven we Weerzien met Chili, waarin we vertellen over wat families hebben meegemaakt die we in 1973 hadden leren kennen en in 2003 schreef Aafke Windjammers in Delfzijl. De route van de chilisalpeter, dat in Chili door LOM werd uitgegeven als La travesia del salitre chileno. De la pampa a la tierra holandesa.
Al tijdens ons verblijf in 1973 in Chili was bekend dat de Verenigde Staten er alles aan hadden gedaan om het aan de regering komen van Allende te voorkomen - door bijvoorbeeld het Chileense, democratisch gezinde hoofd van de strijdkrachten, generaal René Schneider in oktober 1970 te laten vermoorden, met CIA-geld. Ook was bekend hoe de Verenigde Staten, samen met rechtse politieke groepen en met Chileense en Amerikaanse bedrijven, het land destabiliseerden om de regering van Allende tot een mislukking te maken. Hoe verregaand de Amerikaanse bemoeienis was, werd later nauwkeurig gedocumenteerd.
"Wij hebben een duidelijk en continu beleid om Allende door een coup af te zetten," aldus een CIA-document uit 1970. "Noodzakelijk is dat deze acties clandestien en precies gebeuren zodat de hand van de Amerikaanse regering verborgen blijft."
De coup werd voorbereid door de Chileense marine in Valparaíso, die nauwe banden had met het Chileense bedrijfsleven en hulp kreeg van Amerikaanse marine-en communicatietechnici. De CIA richtte een apart instituut op om de coup te orkestreren en lijsten met linkse Chilenen aan te leggen die gearresteerd moesten worden. Ook hielp de CIA om de geheime dienst DINA op te richten, die na de staatsgreep duizenden Chilenen zou arresteren, martelen en vermoorden en meer dan duizend mensen zou laten verdwijnen.
In 1975 reisde generaal Manuel Contreras, de baas van de DINA, naar de Verenigde Staten om samen met de CIA de grondslag te leggen voor Operación Condor, een samenwerkingsverband tussen de geheime diensten van Chili, Argentinië, Brazilië, Uruguay, Paraguay en andere Zuid-Amerikaanse landen en de CIA. In de jaren 70 en 80 zijn door Operación Condor ongeveer 400.000 mensen opgepakt, 50.000 mensen vermoord en 30.000 mensen verdwenen. In het kader van Operación Condor zijn vooraanstaande politici in Latijns-Amerika door autobommen of vergiftiging om het leven gebracht, zoals de Chilenen Orlando Letelier en Carlos Prats en de Braziliaan Joao Goulart. Jan Joost werkte in 1976 met Letelier samen en toen er in Washington in 1979 een proces plaatsvond tegen de moordenaars van Letelier werd hij opgeroepen als getuige. Daar hoorde hij van een goed geïnformeerde FBI-agent dat de DINA ook in Amsterdam actief was en dat het goed mogelijk was dat ook hij in 1976 en daarna in de gaten was gehouden. Later vernam hij dat de Chileense en de Nederlandse geheime diensten met elkaar samenwerkten.
"De militaire staatsgreep van Pinochet" heette de coup in Chili jarenlang. Maar die bewoordingen schieten tekort. Een zichzelf verrijkende generaal - hij stal 26 miljoen dollar uit de Chileense staatskas en zette het op geheime Amerikaanse banken - liet zich gebruiken om de economische belangen van Chileense en westerse grote bedrijven te dienen. Het was een militaire vrijemarkt-coup.
Chili was het eerste land, vóór de Verenigde Staten en Engeland, waar onder dwang en repressie het neoliberalisme werd ingevoerd. Vakbonden en vakbondsrechten, linkse politieke partijen, buurtorganisaties, studentenverenigingen, hele studierichtingen werden door het militaire regime afgeschaft om grote bedrijven vrij spel te geven.
De neoliberale politiek werd tijdens de dictatuur verankerd in de grondwet van 1980, die nog steeds van kracht is. In die grondwet ligt vast dat Chili een samenleving is die gedomineerd wordt door grote ondernemers. Een klein aantal oppermachtige zakenlui bestiert het land.
Michelle Bachelet, de verwachte nieuwe president, zegt dat zij de grondwet wil veranderen, maar de kans daarop lijkt niet groot. De economen die zij als adviseurs heeft aangetrokken zijn meest neoliberaal. Toen we onlangs bij Isabel Morel, de weduwe van Orlando Letelier, in Santiago op bezoek gingen, vertelde ze ons dat ze vier jaar geleden met een groep juristen had gepleit voor verandering van de grondwet en weinig bijval kreeg.
Koper gaat nu in grote hoeveelheden naar China, en ook hout, vis, fruit en wijn vinden hun weg over de wereld. En terwijl Chili wordt gezien als het voorbeeld van geslaagde kapitalistische ontwikkeling in Latijns-Amerika, is het tegelijk een land met grote ongelijkheid tussen rijk en arm. Kleine bedrijfjes en industrieën leggen het loodje, arme mensen steken zich met creditcards in de schulden en leven in angst, in Santiago en in de kuststeden verrijzen honderden wolkenkrabbers die met zwart geld betaald worden. De vakbonden vormen geen echte tegenmacht meer, onder andere omdat zij zich niet per bedrijfstak morgen organiseren. De meeste linkse politici hebben hun ziel verkocht aan het kapitaal, ook al zullen ze dat zelf waarschijnlijk niet zo zien (net als in Nederland).
"We zijn van de 21e eeuw weer teruggekeerd naar de 19e eeuw," verzuchtte de oude econoom Osvaldo Sunkel die we in Santiago interviewden. In de 19e eeuw voerden we grondstoffen uit. In de 20e eeuw probeerden we onze eigen industrie, handel en landbouw te ontwikkelen. Nu exporteren we weer grondstoffen."
Maar er is protest. Tijdens ons verblijf in Santiago zagen we overal affiches van Allende hangen, elke avond waren er op de televisie programma's over zijn inspirerende sociale beleid en over de gruwelijkheid van het bewind-Pinochet. We maakten demonstraties mee van studenten en familieleden van vermisten. Bij de studentenmanifestaties trekken tienduizenden jonge mensen door de straten. Zij willen af van hun dure en slechte, geprivatiseerde onderwijs en zij willen "een ander Chili".
[bron: http--aanwater.blogspot.com/2013/11/veetig-jaar-betrokken-bij-chili.html]
--- Over (foto 2): Aafke Steenhuis ---
Aafke Steenhuis (Delfzijl, 1946), is een Nederlandse schrijver van fictie en non-fictie, tevens schilder en tekenaar.
Aafke Steenhuis werd geboren in Delfzijl, groeide op in Zuidhorn, bezocht het Heymans Lyceum in Groningen en studeerde hier vervolgens Nederlands, literatuurwetenschappen en Spaans. Haar jeugd op het Groningse platteland en de geregelde terugkeer naar dit gebied spelen een belangrijke rol in haar literaire en beeldende werk.
In 1969 huwde Steenhuis de socioloog Jan Joost Teunissen, met wie ze twee kinderen kreeg. Na hun studie reisden ze naar Chili, waar ze werkzaam waren bij de Mapuche-indianen op een coöperatieve boerderij die dankzij recente landhervormingen was ontstaan. Over hun ervaringen tijdens het bewind van president Allende, over de militaire staatsgreep van 1973 en hun terugkeer naar dat land twintig jaar later schreven ze twee boeken. Vanaf 1973 was Steenhuis een jaar werkzaam als lerares in Warffum. Sinds 1974 woont het echtpaar in Amsterdam, vanaf 1985 in een houten dijkhuis aan het IJ in Amsterdam-Noord. Het IJ en het Waterland keren in haar recente werk terug.
Steenhuis was van 1974 tot 1990 werkzaam als journalist bij De Groene Amsterdammer, waar ze vooral over cultuur, feminisme en Latijns Amerika schreef, daarnaast publiceerde ze onder andere in Opzij, Roodkoper en Noorderbreedte. In 1991 was ze mede-oprichter van de Golfgroep, een discussiegroep van linkse intellectuelen. Ze zit in het bestuur van de Werkgroep Proza van de Vereniging van Letterkundigen. Verder geeft ze lessen in interviewen en schrijven.
Haar boeken en artikelen kenmerken zich door een combinatie van sociaal-politiek engagement, belangstelling voor de historie en aandacht voor het authentieke. De zee en het water staan daarin meestal centraal. In Het lied van de Eems (2011) beschrijft ze in een autobiografisch getint reisverhaal een tocht vanuit Delfzijl, waar haar grootouders woonden, tot de bron van deze rivier in Westfalen. Daarbij komt de soms pijnlijke verwevenheid van de recente geschiedenis van Nederland en Duitsland uitvoerig aan de orde.
In haar beeldende werk gebruikt Steenhuis voornamelijk gemengde techniek, waarbij landschappen en portretten haar voorkeur hebben. Ze heeft teken- en schilderlessen gevolgd bij Ronny Abram in Amsterdam en werd geïnspireerd door het Duitse expressionisme en door De Ploeg. Ze werkt vooral aan de hand van dagboeken en tekendagboeken. Haar nieuwere boeken bestaan uit een combinatie van eigen teksten en beeldend werk. Ze exposeert regelmatig.
Boeken
Andere publicaties
Overig
Prijzen
[bron: wikipedia]
--- Over (foto 3): Jan Joost Teunissen ---
I am the founder and director of the international Forum on Debt and Development (FONDAD) https--www.fondad.org, created in 1986. I have a blog https--www.fondad.blogspot.com
I started my career in 1973 as a social scientist and freelance journalist in Chile. Seeing my plan to work in Chile's agrarian reform and rural development aborted by the coup d'état of 11 September 1973, I engaged myself in activities aimed at the return of democracy in Chile and other dictatorships, focusing on economic boycott as a political instrument.
As a researcher and journalist I gained useful insights in public finance and private financial markets as well as the politics of international economic relations. I forged links with academics, politicians, journalists and high-level policymakers in various parts of the world.
In 1982, I lived again for seven months in Latin America and interviewed a number of economists about the world economic order and the emerging international debt crisis. Back in the Netherlands and working with the international think tank The Transnational Institute, I stimulated discussions on the origins and solutions to the debt crisis of the 1980s. In my view, the basic cause of the debt crisis was a malfunctioning international monetary system based on the US dollar as the key currency.
I was one of the driving forces behind the creation of the Latin American and the European Network on Debt and Development that was established at the end of the 1980s to help put pressure on European policymakers.
Before the beginning of the Gulf War of 1990, I cofounded the Golfgroep, a discussion group about international politics comprising journalists, scientists, politicians and activists that meets regularly.
I am a member of the Board of La Fondation internationale Robert Triffin.
I have authored and co-authored many books and articles on a wide range of issues including international economics and development. I am married to Dutch writer and painter Aafke Steenhuis.
Jan Joost Teunissen [bron: https--nl.linkedin.com]
New series on port cities: Meet your tour guides
Two adventurous Dutch journalists have been travelling the world exploring great port cities. ZACHARY JOHN introduces them.
Dutch journalists Aafke Steenhuis and Jan Joost Teunissen have started writing a book on port cities. To gather information and images for their book, they travelled to at least 22 ports in five continents.
The couple have been married for 51 years. Ms Steenhuis, 74, was born in Groningen, a Dutch port city. She has always loved the sea and has always lived close to it. Today, Ms Steenhuis and Mr Teunissen, 72, live in a house on a dyke along Amsterdam's waterfront.
In 1973, the couple worked on their first book together. It was about the South American country of Chile, where rich people controlled most of the land, making it hard for poor farmers to survive. The couple were living in Chile at the time. As their careers progressed, Ms Steenhuis focused more on literature and Mr Teunissen on economics. They wrote many books and articles in their separate fields.
In 2013, the couple decided to write another book together. It is titled The Big Rough Sea - World Ports and Globalisation. Their latest project began in Chile, where their careers began 40 years earlier. Other ports they have visited include Los Angeles, New York, London, Barcelona, Piraeus, Capetown, Hong Kong, and of course Singapore.
As part of their research, Mr Teunissen and Ms Steenhuis have taken pictures, made sketches, and met many people.
When we think of international travel, we usually picture aeroplanes. However, 90 percent of the world's cargo is still transported on ships. This makes port cities extremely important.
By studying port cities, Mr Teunissen and Ms Steenhuis believe they will discover how globalisation affects the world. Globalisation has many benefits. Many of the good things we enjoy, from our food to our toys, come through our port. But, it also creates problems, such as pollution.
Mr Teunissen and Ms Steenhuis hope to find out how globalisation can be less of a burden on the environment and people.
Read about Shanghai in the first part of our Port Cities series, in the print edition of our May issue.
[source: https--digital.whatsup.sg/2020/05/issue170-story08-port-cities]
||door: Aafke Steenhuis, Jan Joost Teunissen
||taal: nl
||jaar: 1994
||druk: ?
||pag.: 229p
||opm.: paperback|zo goed als nieuw
||isbn: 90-254-0723-4
||code: 1:000350
--- Over het boek (foto 1): Weerzien met Chili ---
In het zuiden van Chili wonen de Mapuche-indianen. Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen woonden en werkten in 1973 in dit gebied. In dit boek beschrijven zij hun weerzien in 1994 met dezelfde Mapuche-families die zij van vroeger kenden. Hoe hebben de Mapuches de dictatuur van Pinochet weerstaan? Wat betekenen hun geschiedenis, hun Indiaanse rituelen en waarden voor hen? Hoe is hun omgang met de natuur? Wat drijft een Nederlands stel met hun jonge kinderen om naar het zuiden van Chili te gaan?
[bron: https--www.aafkesteenhuis.nl/boeken-2]
'Dat Pinochet in Chili nog steeds het leger leidt, maakt me razend'
Jan Joost Teunissen en Aafke Steenhuis: 'Weerzien met Chili', uitgeverij Contact. [1994-10-10]
Teunissen verklaart uit pure razernij ook nu nog zijn werk te moeten neerleggen als hij zich verdiept in dat fenomeen. "Die man is verantwoordelijk voor de moord op vrienden van mij. Zoveel dingen die gebeurd zijn worden onder de mat geveegd. Men praat er liever niet meer over in Chili. Ik kan dat eenvoudig niet verdragen."
Twintig jaar geleden woonde hij, samen met zijn vrouw en mede-auteur van het boek, Aafke Steenhuis, een krap jaar bij de Mapuche-indianen in het zuiden van Chili.
Ze werkten met groot links idealisme op onder meer verschillende coöperatieve boerderijen, die waren ontstaan door de landhervormingen onder Salvador Allende. Net voor Allende door een militaire coup werd vermoord, kwamen ze terug naar Nederland.
Rond kerst '92 keerden ze terug naar Chili, dit keer met hun kinderen Belle (7) en Jannis (5). Doel van de reis was oude vrienden op te zoeken met wie ze contact gehouden hadden en om anderen, met wie het contact verloren was gegaan, op te sporen. Om te horen hoe het hen vergaan is in de jaren onder de dictatuur van generaal Pinochet.
In de eerste plaats is 'Weerzien met Chili' echter vooral een boek geworden over henzelf, hùn reiservaring met twee kinderen, hùn ontmoetingen met mensen uit het verleden.
Teunissen heeft vele jaren van zijn leven besteed aan Chili, eerst aan de studie van de landbouwhervormingen, aan het opzetten van de solidariteitsbeweging met slachtoffers van de dictatuur later. Niet alleen in de jaren zeventig en tachtig, maar ook nu nog houdt hij zich met Chili bezig.
Tegenwoordig werkt hij voor een studiecentrum in Den Haag, dat ontwikkelingsproblemen vanuit vooral economisch oogpunt belicht. Chili is een van die landen, ook al is er inmiddels een democratisch gekozen president en kent het land al een flink aantal jaren een behoorlijke economische groei.
In hun leuke, rommelige huis aan een dijk in Amsterdam- Noord, waar muren gevuld worden met boeken, met een grote tuin aan de achterzijde en uitzicht op weilanden met schapen aan de voorkant, beschrijft hij zijn oorspronkelijke ideeën over de inhoud van het boek. Die ideeën verschilden nogal van de opvattingen van zijn vrouw.
"Ik wilde een emotioneel boek. Waar nu eens niet op wetenschappelijke afstandelijke wijze beschreven wordt hoe de geschiedenis van de Chilenen zich heeft voltrokken. Het moest juist niet gaan over de trauma's van het socialisme of het kapitalisme. Ik wilde universelere onderwerpen beschrijven, het moest echt persoonlijk worden, het moest over mensen en gevoelens gaan. Zodat Chili zoals het nu is weer deel van mijn bestaan kon worden."
Voor Aafke Steenhuis was de belangrijkste vraag die ze meenam op de reis: hoe gaan mensen om met een zo getekend, getraumatiseerd verleden. Want al die vrienden steunden Allende in de tijd dat zij er op bezoek waren. Allemaal hebben ze daarvoor geboet, sommigen heel direct door martelingen en gevangenschap, anderen doordat zij hun baan verloren.
Steenhuis: "Hoe sommigen omgingen met dat verleden, dat maakte mij kwaad. Pablo bijvoorbeeld, een man die wij kenden als scherpzinnig en intelligent, deed onnozel en dommig. Met oogkleppen op kom je het verst en hij is ook het beste uit die tijd gekomen. Eerst veroordeelden wij zijn houding. Maar later hebben we er begrip voor gekregen. Het was zijn manier om te overleven."
"Een andere hoofdpersoon uit het boek, Sergio, was twintig jaar geleden een hele beminnelijke open man, en nu geheel dichtgeslagen", vervolgt ze. "Hij kon niet spreken over wat er gebeurd was, dat was voor hem te vreselijk. En Rafael, een filosoof uit Madrid, heeft de houding aangenomen van alles verdragen. Met enorme zelfrelativering heeft hij de klap opgevangen dat hij van een hoge positie bij het ministerie van landbouw nu een heel arm boertje is geworden op het afgelegen platteland. En hij is daarmee niet ongelukkig."
Het boek is een duidelijk compromis geworden tussen hun uiteenlopende plannen. Niet alle emoties van Teunissen zijn erin opgenomen en Steenhuis schreef het hoofdstuk over de geschiedenis van de Mapuches.
Volgens Steenhuis gaat het boek zowel over de Chilenen als over haar eigen gezin. "Het lijkt misschien ijdel om ook je eigen ervaringen in zo'n boek op te nemen, maar dat is het niet. Het is nu het verhaal van het onhandige geklungel van een Nederlands gezin met kinderen dat door het Mapuche-land trekt. Het is niet zo van wij zijn de deskundigen die eens even komen analyseren wat hier de afgelopen twintig jaar gebeurd is. Om dat te kunnen moet je er jaren zitten."
Waarom je kinderen eigenlijk meesleuren naar het andere eind van de wereld in de voetsporen van je eigen ambitie? Steenhuis geeft in eerste instantie een zuiver praktische reden: er was niemand die zes weken op hen kon passen.
Terugblikkend vindt zij dat de aanwezigheid van de kinderen de ontmoetingen vergemakkelijkte. "We duwden de Chilenen niet meteen een microfoon onder de neus voor een interview, maar kwamen gewoon gezellig met de kinderen aangezet. Pas aan het einde van ons bezoek vroegen we dan of we wat mochten opnemen. Dat vonden ze altijd goed."
"De mensen die wij bezochten, hebben ook kinderen en vaak alweer kleinkinderen," zegt ze. "Juist in de ontmoeting van die generaties zit iets heel aardigs. Het boek gaat ook over de tijd. Hoe generaties doorleven en altijd weer nieuwe kinderen maken. Daarom hebben we het ook aan onze eigen ouders opgedragen. Waar onze kinderen weer naar vernoemd zijn."
Teunissen ondervond echter meer gevoelens van frustratie door de beperktheid die het reizen met kinderen met zich meebrengt. "Daar zat ik gezellig kerstmis te vieren met mijn gezinnetje, dagen en dagen in een huis op het platteland bij een van onze oude kennissen. Ik wilde weg, ik wilde anderen opzoeken, de tijd was maar zo kort. Ik had nog zoveel meer willen doen." In maart moet hij voor zijn werk opnieuw in het land zijn. Dan hoopt hij een weekje eraan vast te knopen om ongedaan werk in het zuiden van Chili af te maken.
Het platteland van Chili is volgens hen nog net zo arm als twintig jaar geleden. De steden daarentegen zijn rijker. "Als je de hoofdstad Santiago binnenrijdt dan is het er veel rijker en schoner", vertelt Steenhuis. "En ook Temuco, de hoofdstad van de provincie waar de Mapuches wonen, is heel erg veranderd. Waar eerst kleine winkeltjes waren met ijzerwaren en zadels en stijgbeugels voor paarden, staan nu grote winkelcentra, een beetje Hoog Catharijne-achtig, zal ik maar zeggen. Flats en hoogbouw."
Maar de dorpen zijn in hun ogen nog net zo triest en troosteloos als vroeger. En zij vonden er vrienden terug die zwaar getekend waren door de wreedheden van de dictatuur.
Steenhuis: "Wij hadden het idee dat ze voor het eerst over hun ervaringen spraken en dan nog met heel veel moeite. Zelfs met hun eigen kinderen praten ze nauwelijks over wat er gebeurd is. Er waren zoveel informanten in de samenleving, ook in de families, je kon niemand vertrouwen. En tot onze grote verbazing zitten nog dezelfde politieagenten achter de bureaus die onder Pinochet mensen oppakten en ellende veroorzaakten."
Teunissen: "Als Nederlander wil je daar onmiddelijk actie tegen gaan ondernemen, maar de houding daar is veel passiever. Ik voelde me daardoor machteloos."
Het Nederlandse Chili Comité is inmiddels opgegaan in een groter Latijns-Amerika comité, solidariteit zoals dat in de jaren zeventig en tachtig werd gevoeld met de slachtoffers van het Chilleense bewind, lijkt verdwenen.
Teunissen: "Het is allemaal zoveel gecompliceerder geworden. Het is veel gemakkelijker tegen apartheid in Zuid-Afrika of tegen dictatuur in Chili te zijn. Die solidariteit was snel om te zetten in een actieprogramma. En we boekten succes. Pinochet raakte in een internationaal isolement, was nergens meer welkom. Juist de groep die hem ondersteunde bij zijn coup, de machtige ondernemers, kregen daarom genoeg van hem."
Steenhuis: "Met wie moet je in deze tijd solidair zijn? Met wie in Joegoslavië, met wie in Rwanda, met wie in Haïti. Ja, natuurlijk met de slachtoffers, maar die zitten in alle partijen. Zelf uit ik mijn solidariteit op privé-niveau, door zo'n boek te schrijven bijvoorbeeld."
Ze hebben nog meer plannen, op persoonlijk vlak. Aan de muur in hun huis hangen foto's die afkomstig zijn van een feestje ter ere van hun 25-jarig huwelijk. "Wij vroegen geld van iedereen. Daarvan willen wij de Chileense filosoof Rafael, een van de personen die we voor dit boek opzochten, met zijn vrouw mee terugnemen naar Madrid, waar hij is opgegroeid. Weer een reis met de kinderen. En misschien schrijven we daarna samen met Rafael nog een boek."
HARRIET SALM [bron: https--www.trouw.nl/nieuws/dat-pinochet-in-chili-nog-steeds-het-leger-leidt-maakt-me-razend~bd78b151]
Veertig jaar betrokken bij Chili - Aafke en Jan Joost in 1973 bij het afscheid van hun vrienden in Puerto Saavedra [2013-11-11]
Aafke Steenhuis en Jan Joost Teunissen schreven een stuk over hun betrokkenheid bij Chili.
Op de avond van 11 september 2013 liepen we met onze Chileense vriendin Noemi Baeza naar het Nationale Stadion van Santiago, waar elk jaar herdacht wordt dat hier, in september 1973, duizenden studenten, vakbondsmensen, progressieve priesters, mensen van linkse politieke partijen en van buurtcomités op de tribunes rond het voetbalveld gevangen zaten en in de kleedkamers verhoord en gemarteld werden.
Een stroom van mensen bewoog zich, veertig jaar na de staatsgreep, naar de hekken rond het stadion. Bloemen werden bij de afrastering gelegd, kaarsen aangestoken, pamfletten uitgedeeld. We luisterden naar de muziekgroepen op het podium, die nieuwe liedjes zongen maar ook bekende, uit de verkiezingstijd van Allende: "Deze keer gaat het er niet om, om van president te veranderen, maar nu gaat het om een volk dat een ander Chili wil opbouwen." We liepen door de aangroeiende menigte om vrienden en bekenden te ontmoeten. "Ik ken bijna niemand!" zei Noemi opgetogen. "Andere jaren waren we hier met honderd oudere mensen en groette ik iedereen, maar nu zijn er duizenden, en heel veel jonge mensen! De jongeren nemen het over!"
In 1973 verbleven wij, tussen januari en augustus, in het zuiden van Chili. We woonden en werkten er op twee landbouwcoöperaties; voormalige grootgrondbezittingen die volgens de wet op de landhervorming aan groepen kleine boeren en landarbeiders waren toegewezen. De ene coöoperatie lag dichtbij het Andesgebergte; de andere in Puerto Saavedra aan de kust van de Stille Oceaan. 's Avonds schreven we, bij het licht van een kaars, in onze dagboeken wat we die dag hadden meegemaakt.
Af en toe brachten we een weekend door in de provinciehoofdstad Temuco; in het huis van een ouder echtpaar, Rafael en Cristina. In Temuco zagen we de lange rijen wachtenden bij winkels en lazen we over de aanslagen en destabilisatie-acties van de fascistische groep Patria y Libertad. Rafael, die als kind de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) had meegemaakt, was bezorgd over de gewelddadigheid van Patria y Libertad en het steeds gespannener wordende politieke klimaat. Hij waarschuwde voor een burgeroorlog.
Op de landbouwcoöperaties deden we aan participerende observatie, net als de Amerikaanse antropoloog Oscar Lewis, die veldwerk had gedaan in Mexico. De aantekeningen in onze schriften werden de basis voor ons eerste boek: Chileens Dagboek uit 1974.
Kort na onze terugkeer in Nederland vond de burgerlijk-militaire staatsgreep tegen de regering-Allende plaats. Zowel het intense verblijf op het Chileense platteland, als de wrede coup die een einde maakte aan de landhervorming en progressieve politiek en de dood tot gevolg had van vier landarbeiders met wie Jan Joost in Puerto Saavedra had samengewerkt, hebben een enorme invloed gehad op ons leven. Jan Joost werd medewerker van het Chili Komitee Nederland, waar hij zich vooral bezighield met de internationale economische betrekkingen van Chili, economische boycot en beïnvloeding van het Nederlandse beleid. Later richtte hij een eigen internationaal economisch beleidsonderzoekcentrum en forum op (FONDAD) en kwam vanaf 1990 voor zijn werk geregeld in Chili. Aafke werd journaliste en schrijfster, en zou in haar verhalen en in haar boeken vaak te werk gaan volgens de participerende observatie-methode die ze in Chili had geleerd. In 1993-94 schreven we Weerzien met Chili, waarin we vertellen over wat families hebben meegemaakt die we in 1973 hadden leren kennen en in 2003 schreef Aafke Windjammers in Delfzijl. De route van de chilisalpeter, dat in Chili door LOM werd uitgegeven als La travesia del salitre chileno. De la pampa a la tierra holandesa.
Al tijdens ons verblijf in 1973 in Chili was bekend dat de Verenigde Staten er alles aan hadden gedaan om het aan de regering komen van Allende te voorkomen - door bijvoorbeeld het Chileense, democratisch gezinde hoofd van de strijdkrachten, generaal René Schneider in oktober 1970 te laten vermoorden, met CIA-geld. Ook was bekend hoe de Verenigde Staten, samen met rechtse politieke groepen en met Chileense en Amerikaanse bedrijven, het land destabiliseerden om de regering van Allende tot een mislukking te maken. Hoe verregaand de Amerikaanse bemoeienis was, werd later nauwkeurig gedocumenteerd.
"Wij hebben een duidelijk en continu beleid om Allende door een coup af te zetten," aldus een CIA-document uit 1970. "Noodzakelijk is dat deze acties clandestien en precies gebeuren zodat de hand van de Amerikaanse regering verborgen blijft."
De coup werd voorbereid door de Chileense marine in Valparaíso, die nauwe banden had met het Chileense bedrijfsleven en hulp kreeg van Amerikaanse marine-en communicatietechnici. De CIA richtte een apart instituut op om de coup te orkestreren en lijsten met linkse Chilenen aan te leggen die gearresteerd moesten worden. Ook hielp de CIA om de geheime dienst DINA op te richten, die na de staatsgreep duizenden Chilenen zou arresteren, martelen en vermoorden en meer dan duizend mensen zou laten verdwijnen.
In 1975 reisde generaal Manuel Contreras, de baas van de DINA, naar de Verenigde Staten om samen met de CIA de grondslag te leggen voor Operación Condor, een samenwerkingsverband tussen de geheime diensten van Chili, Argentinië, Brazilië, Uruguay, Paraguay en andere Zuid-Amerikaanse landen en de CIA. In de jaren 70 en 80 zijn door Operación Condor ongeveer 400.000 mensen opgepakt, 50.000 mensen vermoord en 30.000 mensen verdwenen. In het kader van Operación Condor zijn vooraanstaande politici in Latijns-Amerika door autobommen of vergiftiging om het leven gebracht, zoals de Chilenen Orlando Letelier en Carlos Prats en de Braziliaan Joao Goulart. Jan Joost werkte in 1976 met Letelier samen en toen er in Washington in 1979 een proces plaatsvond tegen de moordenaars van Letelier werd hij opgeroepen als getuige. Daar hoorde hij van een goed geïnformeerde FBI-agent dat de DINA ook in Amsterdam actief was en dat het goed mogelijk was dat ook hij in 1976 en daarna in de gaten was gehouden. Later vernam hij dat de Chileense en de Nederlandse geheime diensten met elkaar samenwerkten.
"De militaire staatsgreep van Pinochet" heette de coup in Chili jarenlang. Maar die bewoordingen schieten tekort. Een zichzelf verrijkende generaal - hij stal 26 miljoen dollar uit de Chileense staatskas en zette het op geheime Amerikaanse banken - liet zich gebruiken om de economische belangen van Chileense en westerse grote bedrijven te dienen. Het was een militaire vrijemarkt-coup.
Chili was het eerste land, vóór de Verenigde Staten en Engeland, waar onder dwang en repressie het neoliberalisme werd ingevoerd. Vakbonden en vakbondsrechten, linkse politieke partijen, buurtorganisaties, studentenverenigingen, hele studierichtingen werden door het militaire regime afgeschaft om grote bedrijven vrij spel te geven.
De neoliberale politiek werd tijdens de dictatuur verankerd in de grondwet van 1980, die nog steeds van kracht is. In die grondwet ligt vast dat Chili een samenleving is die gedomineerd wordt door grote ondernemers. Een klein aantal oppermachtige zakenlui bestiert het land.
Michelle Bachelet, de verwachte nieuwe president, zegt dat zij de grondwet wil veranderen, maar de kans daarop lijkt niet groot. De economen die zij als adviseurs heeft aangetrokken zijn meest neoliberaal. Toen we onlangs bij Isabel Morel, de weduwe van Orlando Letelier, in Santiago op bezoek gingen, vertelde ze ons dat ze vier jaar geleden met een groep juristen had gepleit voor verandering van de grondwet en weinig bijval kreeg.
Koper gaat nu in grote hoeveelheden naar China, en ook hout, vis, fruit en wijn vinden hun weg over de wereld. En terwijl Chili wordt gezien als het voorbeeld van geslaagde kapitalistische ontwikkeling in Latijns-Amerika, is het tegelijk een land met grote ongelijkheid tussen rijk en arm. Kleine bedrijfjes en industrieën leggen het loodje, arme mensen steken zich met creditcards in de schulden en leven in angst, in Santiago en in de kuststeden verrijzen honderden wolkenkrabbers die met zwart geld betaald worden. De vakbonden vormen geen echte tegenmacht meer, onder andere omdat zij zich niet per bedrijfstak morgen organiseren. De meeste linkse politici hebben hun ziel verkocht aan het kapitaal, ook al zullen ze dat zelf waarschijnlijk niet zo zien (net als in Nederland).
"We zijn van de 21e eeuw weer teruggekeerd naar de 19e eeuw," verzuchtte de oude econoom Osvaldo Sunkel die we in Santiago interviewden. In de 19e eeuw voerden we grondstoffen uit. In de 20e eeuw probeerden we onze eigen industrie, handel en landbouw te ontwikkelen. Nu exporteren we weer grondstoffen."
Maar er is protest. Tijdens ons verblijf in Santiago zagen we overal affiches van Allende hangen, elke avond waren er op de televisie programma's over zijn inspirerende sociale beleid en over de gruwelijkheid van het bewind-Pinochet. We maakten demonstraties mee van studenten en familieleden van vermisten. Bij de studentenmanifestaties trekken tienduizenden jonge mensen door de straten. Zij willen af van hun dure en slechte, geprivatiseerde onderwijs en zij willen "een ander Chili".
[bron: http--aanwater.blogspot.com/2013/11/veetig-jaar-betrokken-bij-chili.html]
--- Over (foto 2): Aafke Steenhuis ---
Aafke Steenhuis (Delfzijl, 1946), is een Nederlandse schrijver van fictie en non-fictie, tevens schilder en tekenaar.
Aafke Steenhuis werd geboren in Delfzijl, groeide op in Zuidhorn, bezocht het Heymans Lyceum in Groningen en studeerde hier vervolgens Nederlands, literatuurwetenschappen en Spaans. Haar jeugd op het Groningse platteland en de geregelde terugkeer naar dit gebied spelen een belangrijke rol in haar literaire en beeldende werk.
In 1969 huwde Steenhuis de socioloog Jan Joost Teunissen, met wie ze twee kinderen kreeg. Na hun studie reisden ze naar Chili, waar ze werkzaam waren bij de Mapuche-indianen op een coöperatieve boerderij die dankzij recente landhervormingen was ontstaan. Over hun ervaringen tijdens het bewind van president Allende, over de militaire staatsgreep van 1973 en hun terugkeer naar dat land twintig jaar later schreven ze twee boeken. Vanaf 1973 was Steenhuis een jaar werkzaam als lerares in Warffum. Sinds 1974 woont het echtpaar in Amsterdam, vanaf 1985 in een houten dijkhuis aan het IJ in Amsterdam-Noord. Het IJ en het Waterland keren in haar recente werk terug.
Steenhuis was van 1974 tot 1990 werkzaam als journalist bij De Groene Amsterdammer, waar ze vooral over cultuur, feminisme en Latijns Amerika schreef, daarnaast publiceerde ze onder andere in Opzij, Roodkoper en Noorderbreedte. In 1991 was ze mede-oprichter van de Golfgroep, een discussiegroep van linkse intellectuelen. Ze zit in het bestuur van de Werkgroep Proza van de Vereniging van Letterkundigen. Verder geeft ze lessen in interviewen en schrijven.
Haar boeken en artikelen kenmerken zich door een combinatie van sociaal-politiek engagement, belangstelling voor de historie en aandacht voor het authentieke. De zee en het water staan daarin meestal centraal. In Het lied van de Eems (2011) beschrijft ze in een autobiografisch getint reisverhaal een tocht vanuit Delfzijl, waar haar grootouders woonden, tot de bron van deze rivier in Westfalen. Daarbij komt de soms pijnlijke verwevenheid van de recente geschiedenis van Nederland en Duitsland uitvoerig aan de orde.
In haar beeldende werk gebruikt Steenhuis voornamelijk gemengde techniek, waarbij landschappen en portretten haar voorkeur hebben. Ze heeft teken- en schilderlessen gevolgd bij Ronny Abram in Amsterdam en werd geïnspireerd door het Duitse expressionisme en door De Ploeg. Ze werkt vooral aan de hand van dagboeken en tekendagboeken. Haar nieuwere boeken bestaan uit een combinatie van eigen teksten en beeldend werk. Ze exposeert regelmatig.
Boeken
- Chileens Dagboek, Groningen 1974 (met Jan Joost Teunissen)
- Denken over liefde en macht. Gesprekken met Kate Millett, Nancy Friday, Phyllis Chesler, Lillian Rubin, Nancy Chodorow, Margarete Mitscherlich, Maria Antonietta Macciocchi, Luce Irigaray, Suzanne Brögger, Andreas Burnier, Doris Lessing, Elizabeth Wilson, Eva Forest en Joyce Lussu, Amsterdam 1982 (acht drukken; met Kiki Amsberg)
- De wereld als voorstelling en wil. Meisjesdagboeken 1956-1969, Amsterdam 1988 (onder het pseudoniem Beeltje de Noord, met Martha Folkers en Sanne Huisman).
- In de cakewalk. Schrijvers over de 20e eeuw, Amsterdam 1990 (interviews met Günter Grass, Joseph Brodsky, Marguerite Duras, Salman Rushdie, James Baldwin, Jorge Luis Borges, Mario Vargas Llosa, Hugo Claus, Bert Schierbeek, Czeslaw Milosz, Kenzaburo Oë, Joseph Conrad, Hans Magnus Enzensberger, Christa Wolf, Danilo Kis, Eduardo Galeano en Natalie Sarraute)
- Portretten van vier vrouwelijke cineasten: Agnes Varda, Vera Chytilova, Agnieszka Holland, Pilar Mira, Amsterdam 1991 (met Kiki Amsberg)
- Weerzien met Chili. Amsterdam 1994 (met Jan Joost Teunissen)
- Een branding van beelden. Gesprekken met vrouwelijke filmregisseurs, Amsterdam 1996 (met Kiki Amsberg)
- Het meer van verhalen, Amsterdam 1999 (verhalenbundel)
- Midden in de wereld, Groningen 2000 (deels Groningse verhalen en gedichten)
- Veur mien jonkje, Groningen 2000 (Groningse gedichten)
- Stemmen van Groninger dijken, Groningen 2001 (10e dr. 2012)
- De ontdekking van Groningen: dagboekfragmenten, Groningen 2002
- Windjammers in Delfzijl. De route van de chilisalpeter, Groningen 2003 (vert. La travesia del salitre chileno. De la pampa a la tierra holandesa. Santiago de Chile 2007)
- Stenen en stemmen van Wittewierum, Groningen 2006
- Verhalen van het Groninger Ommeland, Amsterdam 2007 (6e dr. 2009).
- Bloedkoralen van de Oosterschelde. Verhaal van de nieuwe dijk, Middelburg 2010 (met foto's van Loes de Jong)
- Het lied van de Eems. Van de monding naar de bron, Amsterdam 2011 (5e dr. 2013)
- Winter in Waterland. Een schaatshooglied, Groningen 2012
- De Eems - een stroom van beelden, Groningen 2014
- De magie van het IJ. Panorama Amsterdam-Noord, Groningen 2015
Andere publicaties
- Ik ben een vrouw en ik hou van verhalen; een literatuursociologiese beschrijving van de vrouw in de literatuur, doctoraalscriptie Nederlands, Groningen 1972
- Revolutie en realisme, de ekonomische en politieke uitdaging in Nicaragua, Amsterdam/Utrecht 1982 (red., met Jan Joost Teunissen)
- 'Interview of Luce Irigaray', in: Hecate 9 (1983), p. 192-202 (met Kiki Amsberg)
- '"We hebben nog niet genoeg geleerd de natuur en onszelf te beheersen". Norbert Elias verdedigt het vooruitgangsdenken', in: De Groene Amsterdammer 108 (1984), nr. 20 (16 mei), p. 10-11, vert. '"We have not learnt to control nature and ourselves enough": an interview with Norbert Elias'; '"Wir haben noch nicht genug gelernt, uns selbst und die Natur zu beherrschen". Interview mit Aafke Steenhuis', in: Norbert Elias, Autobiographisches und Interviews, Frankfurt am Main 2005, p. 176-188 (Gesammelte Schriften, dl. 17)
- 'Bestaat er een vrouwelijke esthetica?', in: Lida Coumou et al. (red.), Verbeelden: Zomeruniversiteit vrouwenstudies 1987, Groningen 1987, p. 27-39
- 'Schreiben im Zeitbezug. Gespräch mit Aafke Steenhuis' [11. Dezember 1989], in: Christa Wolf, Reden im Herbst, Berlin (DDR)/Weimar 1990, p. 131-157
- 'The Life of Language, Andrei Bitov, Russia's best novelist, talks to Aafke Steenhuis', in: The New Statesman 3 (1990), afl. 99. p. 29
- Onder een stolp van kwaad: Verhalen van dwangarbeiders in de Tweede Wereldoorlog, Apeldoorn 1997 (red., met anderen)
- 'De haan van Bologna', in: Hollands Maandblad (1998), afl. 10, p. 11-19
Overig
- Een brandende liefde in Kornhorn, muziektheater-stuk door Theatergroep SWET, Grootegast 2010
- Documentaire: Het witte goud: de geschiedenis van de chilisalpeter, regie: Piet Hein van der Hoek; research: Aafke Steenhuis; productie: Lejo Siepe, Groningen: Stichting Beeldlijn 2011
Prijzen
- K. ter Laan Prijs voor Groningse cultuur, 2013
[bron: wikipedia]
--- Over (foto 3): Jan Joost Teunissen ---
I am the founder and director of the international Forum on Debt and Development (FONDAD) https--www.fondad.org, created in 1986. I have a blog https--www.fondad.blogspot.com
I started my career in 1973 as a social scientist and freelance journalist in Chile. Seeing my plan to work in Chile's agrarian reform and rural development aborted by the coup d'état of 11 September 1973, I engaged myself in activities aimed at the return of democracy in Chile and other dictatorships, focusing on economic boycott as a political instrument.
As a researcher and journalist I gained useful insights in public finance and private financial markets as well as the politics of international economic relations. I forged links with academics, politicians, journalists and high-level policymakers in various parts of the world.
In 1982, I lived again for seven months in Latin America and interviewed a number of economists about the world economic order and the emerging international debt crisis. Back in the Netherlands and working with the international think tank The Transnational Institute, I stimulated discussions on the origins and solutions to the debt crisis of the 1980s. In my view, the basic cause of the debt crisis was a malfunctioning international monetary system based on the US dollar as the key currency.
I was one of the driving forces behind the creation of the Latin American and the European Network on Debt and Development that was established at the end of the 1980s to help put pressure on European policymakers.
Before the beginning of the Gulf War of 1990, I cofounded the Golfgroep, a discussion group about international politics comprising journalists, scientists, politicians and activists that meets regularly.
I am a member of the Board of La Fondation internationale Robert Triffin.
I have authored and co-authored many books and articles on a wide range of issues including international economics and development. I am married to Dutch writer and painter Aafke Steenhuis.
Jan Joost Teunissen [bron: https--nl.linkedin.com]
New series on port cities: Meet your tour guides
Two adventurous Dutch journalists have been travelling the world exploring great port cities. ZACHARY JOHN introduces them.
Dutch journalists Aafke Steenhuis and Jan Joost Teunissen have started writing a book on port cities. To gather information and images for their book, they travelled to at least 22 ports in five continents.
The couple have been married for 51 years. Ms Steenhuis, 74, was born in Groningen, a Dutch port city. She has always loved the sea and has always lived close to it. Today, Ms Steenhuis and Mr Teunissen, 72, live in a house on a dyke along Amsterdam's waterfront.
In 1973, the couple worked on their first book together. It was about the South American country of Chile, where rich people controlled most of the land, making it hard for poor farmers to survive. The couple were living in Chile at the time. As their careers progressed, Ms Steenhuis focused more on literature and Mr Teunissen on economics. They wrote many books and articles in their separate fields.
In 2013, the couple decided to write another book together. It is titled The Big Rough Sea - World Ports and Globalisation. Their latest project began in Chile, where their careers began 40 years earlier. Other ports they have visited include Los Angeles, New York, London, Barcelona, Piraeus, Capetown, Hong Kong, and of course Singapore.
As part of their research, Mr Teunissen and Ms Steenhuis have taken pictures, made sketches, and met many people.
When we think of international travel, we usually picture aeroplanes. However, 90 percent of the world's cargo is still transported on ships. This makes port cities extremely important.
By studying port cities, Mr Teunissen and Ms Steenhuis believe they will discover how globalisation affects the world. Globalisation has many benefits. Many of the good things we enjoy, from our food to our toys, come through our port. But, it also creates problems, such as pollution.
Mr Teunissen and Ms Steenhuis hope to find out how globalisation can be less of a burden on the environment and people.
Read about Shanghai in the first part of our Port Cities series, in the print edition of our May issue.
[source: https--digital.whatsup.sg/2020/05/issue170-story08-port-cities]
Zoekertjesnummer: m2151450834320sinds 27 aug. '24, 15:08
Populaire zoektermen
jan kordaat in Stripverhalenjan zonder vrees in Stripverhalenjan vaerten in Kunst en Cultuur | Beeldendjan leenknegt in Kunst en Cultuur | Beeldendjan van imschoot in Kunst en Cultuur | Beeldendjan dries in Kunst en Cultuur | Beeldendjan hoogsteyns in Kunst en Cultuur | Beeldendleendert jan vis in Prentenboeken en Plaatjesalbumsjan vincx in Oorlog en Militairjan jans en de kinderen in Stripverhalenjan peeters in Kunst en Cultuur | Beeldendjan schreiner in Sportboekenjan cox in Kunst en Cultuur | Beeldendjan de plus in Stripverhalengyproc lift in Bouwliftenjavaboom in Vogels | Toebehorenvespa sprint s in Scooters | Vespagraafmachine in Machines en Bouw | Kranen en Graafmachinesford fiesta ghia in Fordplafondlamp in Lampen | Hanglampentervuren in Fietsen | Kinderfietsjescaravan mtm 750 kg in Caravansantwerpen keukens in Keuken | Tupperwareoldtimer tractoren oldtimer in Landbouw | Tractoren