Kenmerken
Conditie
Zo goed als nieuw
Jaar (oorspr.)
1987
Auteur
zie beschrijving
Beschrijving
||boek: Noordoost Italië|Dolomieten, Venetië, Adriatische kust|Dominicus Reeks
||door: Herman Beliën, Rina Koper
||taal: nl
||jaar: 1987
||druk: 2e druk, geheel herziene
||pag.: 270p
||opm.: softcover|zo goed als nieuw
||isbn: 90-257-1681-4
||code: 1:000847
"Tourism in general is one of the most destructive industries on the planet... and it moves even more money than the arms industry. Responsible tourism is an infinitesimal minority - ninety nine percent of tourists don't give a toss - but thank heavens there is somebody who does care. I think, though, that when it boils down to it 'responsible tourism' is staying at home and reading a book about it." [source: https--www.responsibletravel.com/folk-we-love/chris-stewart]
--- Over het boek (foto 1): Noordoost Italië ---
Noordoost-Italië, dat zijn de Dolomieten, Venetië en het meest populaire gedeelte van de Adriatische kust. Maar het uitgestrekte noordoosten bevat ook minder bekende gebieden. Bijvoorbeeld de Marche, het heuvelachtige stille zuiden. Een ideale streek voor rustzoekers die de genoegens van het strand willen combineren met de bezienswaardigheden van het binnenland. Want achter de Marche liggen Toscane en Umbrië, schatkamers van kunst, beide beschreven in een andere gids uit de Dominicus Reeks.
Noordoost-Italië, dat betekent ook een flink gedeelte van de Povlakte, met vele interessante steden. Verona, een passend historisch decor voor het liefdesverhaal van Romeo en Julia. Vicenza, de stad van bouwmeester Palladio wiens invloed reikte tot het stadhuis van Amsterdam. Ravenna, de stad van de Byzantijnse mozaïeken. En, last but not least, het onvergetelijke Venetië.
De auteurs van deze gids, Herman Beliën en Rina Koper, combineren een gedegen overzicht van geschiedenis en kunst met een interessante route langs stedenschoon en fraaie natuur. Dit alles in een prettig leesbare stijl, gekruid met ankedotes en praktische tips.
[bron: flaptekst]
Rijk geïllustreerde gids met nadruk op historische en culturele hoogtepunten. Prachtige, goed leesbare beschrijvingen die prikkelen! Informatief van hoog niveau.
Verbaas je over de uitgestrekte schoonheid van de Alpen of vergaap je aan de kunstschatten in Padua. Het kan in het noordoosten van Italië allemaal! Deze regio biedt fantastische mogelijkheden voor afwisselende vakanties en boeiende stedentrips. De Alpenketens en de grillige Dolomieten in het noorden zijn een mekka voor wandelaars, mountainbikers, wintersporters en andere bergliefhebbers. In de laagvlakten aan de voet van de bergen zijn er historische steden als Verona en Venetië, terwijl de lange zandstranden ten oosten van Venetië 's zomers uitnodigen tot zwemmen en zonnebaden. In het uiterste oosten vind je in de buitenbeentjes Triëst en Grado nog Habsburgse invloeden terug, want dit gebied behoorde eeuwenlang tot het Oostenrijks-Hongaarse rijk. Deze reisgids beschrijft de noordoostelijke regio's Veneto en Friuli-Venezia Giula, inclusief de belangrijkste steden vanaf Verona tot en met Triëst en de bergketens in het noorden.
[bron: https--www.dezwerver.nl/r/europa/italie/trentinodolomieten/c/boeken/reisgidsen/9789025765255/reisgids-dominicus-noordoost-italie-gottmer]
--- Over (foto 2): Herman Beliën ---
Herman Beliën is historicus. Hij schreef diverse onderwijsboeken, reisgidsen en historische boeken voor een groter publiek, zoals Nederland. Een kleine geschiedenis.
[bron: https--uitgeverijprometheus.nl/auteurs/herman-belien.html]
Drs. Herman Beliën (1946-2013) was historicus en docent aan de Universiteit van Amsterdam. Beliën schreef diverse onderwijsboeken, reisgidsen en historische boeken voor een groter publiek, zoals De Nederlandse geschiedenis in een notendop en Geschiedenis op straat. Wandelingen door de geschiedenis van Nederland (samen met Paul Knevel en Ineke van Tol). In 1999 en 2000 presenteerde hij twee tv-programma's voor de NPS: De quiz van de eeuw en Bestaat Nederland wel?, een reeks van tien documentaires over de Nederlandse cultuur.
[bron: https--www.luisterrijk.nl/auteur/herman-belien]
Herman Beliën (1946-2013) [2013-10-28]
Op 13 september is historicus Herman Beliën op 67-jarige leeftijd overleden. Beliën was meer dan veertig jaar werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam, had diverse televisieprogramma's en boeken op zijn naam staan en organiseerde reizen in binnen- en buitenland. 'Herman heeft mij leren kijken.'
Beliën begon in 1964 aan een studie geschiedenis aan de UvA, waar hij decennialang zou werken. Na zijn afstuderen was hij korte tijd docent bij de afdeling Oude Geschiedenis, maar had hier een 'vreselijke tijd', zo vertelde hij bij zijn pensionering aan faculteitsblad Eindeloos. Hij werd hoofddocent aan d'Witte Leli, de opleiding voor geschiedenisleraren in Amsterdam. Hier nam hij begin jaren zeventig toekomstig hoogleraar Oude Geschiedenis Fik Meijer aan. 'Ten opzichte van het onderwijs heeft Herman een omslag meegemaakt', vertelt Meijer. 'Na zijn jaren aan d'Witte Leli - hij keerde in 1975 terug naar de UvA bij de vakgroep Nieuwe Geschiedenis - ontwikkelde hij een sterke afkeer van onderwijskundige vernieuwingen. Herman vond juist dat onderwijs groots en meeslepend moest zijn, dat de nadruk niet moest liggen op regeltjes en gedoe.'
Dat Beliëns onderwijs groots en meeslepend was zullen zijn oud-studenten beamen, al viel zijn directe stijl niet bij iedereen in de smaak. UvA-publiekshistoricus Paul Knevel werkte sinds de jaren negentig met Beliën aan diverse projecten, en denkt dat hij vooral de doorwerkende betekenis van geschiedenis wilde tonen. 'Herman wilde dat studenten nadachten over verbanden. Hij wilde de student laten stijgen: laat dat boek nou eens los en denk zélf na. Sommigen vonden dat prachtig, anderen vonden het vreselijk omdat ze niet wisten waar ze aan toe waren.'
'Herman was innemend, vertelde beeldend, en was niet bang om verbanden te leggen'
Van Huizinga's historische sensatie maakte Beliën op zijn eigen manier gebruik. 'Collega Piet de Rooy beschreef dat heel mooi tijdens de uitvaart', weet Knevel. 'Bij een college over de betekenis van de Amerikaanse auto-industrie zou ieder ander keurig Henry Ford aanhalen en tabelletjes van de autoverkoop laten zien. Herman zette gewoon Paradise by the Dashboard Light op en legde vervolgens uit hoe de auto de identiteit van jonge Amerikanen had veranderd.'
Bij het grote publiek werd hij bekend als televisiehistoricus. Carla Boos, eindredacteur bij de NTR, screende hem in de jaren negentig voor Bestaat Nederland wel?, een poging tot mentaliteitsgeschiedenis. 'Toen ik hem ontmoette, wist ik dat hij geen voor de hand liggende televisiepresentator was', vertelt ze. 'Maar hij was innemend, vertelde beeldend en was niet bang om verbanden te leggen. Dat was precies wat ik zocht voor dat gewaagde project. De screentest verliep verrassend goed. Het was altijd een feest om met hem te werken; hij deed alles, vond niks te gek. Als je zei: "Herman, in deze scène spring je in de sloot", dan deed hij dat. Mét flair.'
Ook Knevel maakte televisie met Beliën, bijvoorbeeld De canon van Amsterdam voor AT5, waarbij vijftig vensters uit de hoofdstedelijke geschiedenis worden uitgelicht. 'Het was een groot project dat we in sneltreinvaart moesten maken. Herman zou de verbindende figuur zijn en het zou over echte plekken in de stad gaan, op locatie. Hij had altijd leuke ideeën over het groot neerzetten van een thema, en kon zo een verhaal vertellen. Voor colleges en lezingen schreef hij teksten ook nooit uit. Hij bedacht een paar trefwoorden, maar meestal was hij dat papiertje ook weer kwijt.'
Reizen vormde een belangrijk deel van zijn leven. Beliën organiseerde historische reizen naar grote en kleinere wereldsteden, alwaar hij zijn publiek op geheel eigen wijze rondleidde. 'Herman heeft mij leren kijken', zegt Meijer. 'Kijken kon hij beter dan wie dan ook. In ieder gebouw zag hij iets bijzonders. Stonden we voor de Sint-Pieter, en dan zag hij na tachtig keer nog iets nieuws. Dat vond ik zo knap.'
De stedentrips - stadsgeschiedenis groeide uit tot een van Beliëns grootste interesses - gingen altijd gepaard met een flinke dosis enthousiasme. Knevel: 'Hij kon vreselijk genieten van een mooie, grote stad, maar was net zo enthousiast als hij gewoon naar Alkmaar ging. Daar deed hij dan precies hetzelfde als in Rome. En als hij zes keer langs dezelfde plek kwam, had hij iedere keer weer een ander verhaal.'
Dat hij nooit gepromoveerd was, zag Beliën als een smet. Boos: 'Hoewel hij er grapjes over maakte, stak het hem ook een beetje.' Volgens Meijer was hij te onrustig en kon hij zich niet op één onderwerp toeleggen. 'Herman was een man van gedachten, maar had niet het zitvlees om deze uit te werken.' Knevel: 'Herman had hart voor onderwijs, wilde de studenten meeslepen en geschiedenis levend maken voor een groot publiek. Daar lag zijn talent.'
Anne Burgers [bron: https--www.historischnieuwsblad.nl/herman-belien-1946-2013]
In Memoriam Herman Beliën [2013-10-15]
Op vrijdag 13 september is historicus I.M. Herman Beliën (1946-2013) overleden. Hij was vanaf 1975 tot aan zijn pensioen in 2011 docent en onderzoeker bij de vakgroep Nieuwste Geschiedenis aan de UvA en vormde daar hele generaties studenten. Ook daarbuiten was hij zeer actief, zo was hij onder meer bestuurslid en penningmeester van het KNHG, van 1994-1999.
Ter nagedachtenis aan deze markante historicus publiceert Historici.nl het bij de crematie van Herman Beliën door Piet de Rooy uitgesproken In Memoriam.
Herman Beliën - 1946-2013
Herman was een man die zich niet snel prijs gaf, die zich achter een gemakkelijke omgang verborgen hield en zijn gevoel en zijn ernst schuil deed gaan achter lichtheid. Dat was ook te merken aan de colleges die hij gaf. Het volgen van college bij Herman was niet zelden een avontuur. Hij prikkelde zijn gehoor, hij riep weerstand op om die te kunnen overstijgen. Zo maakte hij soms geheel incorrecte grappen en daar moest je tegen kunnen. Regelmatig richtte hij zich tot studenten uit zijn gehoor en onderwierp hen aan een soort kruisverhoor. Veel geduld met vage antwoorden had hij niet.
Zo bracht hij de opvattingen in praktijk van Bint, de directeur uit de gelijknamige novelle van Bordewijk: 'Niet de leraar moet buigen, maar de leerling moet klimmen.' Herman kon in het algemeen slecht tegen gezag, maar zijn onderwijs was onmiskenbaar een hiërarchisch proces. Dat was tegen de tijdgeest en buitengewoon effectief.
Het was effectief, omdat het een probleem oploste. Geschiedenis lijkt een eenvoudig vak, maar dat is bedrieglijk. Een probleem is bijvoorbeeld de veelheid - geschiedenis gaat over alles. Herman vond dat juist prettig. Hij kon over nagenoeg elk onderwerp college geven: hij sprak even gemakkelijk over slavernij in de klassieke oudheid, als over de Schotse Verlichting, maar ook over de wereldtentoonstelling in Chicago van 1893 - en dat slechts voorzien van minimale aantekeningen en schijnbaar zonder veel voorbereiding. Hij liet zich niet opsluiten in een specialisme en demonstreerde in zijn persoon de rijkdom van het vak.
Maar belangrijker is dat hij een soort mentale barrière slechtte. Voor studenten is het uiterst lastig om te beseffen dat de geschiedenisstudie niet slechts gaat over het leren kennen van het verleden, maar om gevoel te krijgen voor de kracht van een aantal ontwikkelingen en bovendien een besef te ontwikkelen daar zelf deel van uit te maken. Slechts op die manier is geschiedenis in staat betekenis te verlenen aan het heden. En daar lag de kracht van Herman: zijn manier van college geven was er op gericht studenten die stap te laten zetten.
Huizinga heeft eens geschreven: 'Gij loopt op straat, en er speelt een draaiorgel, en als gij er dicht bij komt, waait u opeens een vleug van erkennen door den geest, alsof gij even dingen begreept, die anders bedekt zijn onder de sluiers van het leven.' Daarmee probeerde hij onder woorden te brengen wat de historische sensatie vermocht, 'de aanraking met het wezen der dingen', 'het beleven van de Waarheid door de historie.'
Herman schuwde geen middel om een dergelijke sensatie tot stand te brengen. Laat ik daar een voorbeeld van geven. Hij wilde eens de cultuurhistorische betekenis van de auto in de Amerikaanse samenleving duidelijk maken. Gebruikelijk is het dan om in te gaan op het heldenverhaal van Henry Ford, of te wijzen op de cijfers die een explosief stijgend autobezit te zien geven. Maar dat was niet zijn stijl. Zonder veel nadere introductie liet hij Paradise by the dashboard light horen van Meatloaf, loeihard. Zoals U weet wordt daarin bezongen hoe de zanger in een auto tot een steeds verdergaande intimiteit overgaat met een dame - om het zo even kuis samen te vatten. Nadat het nogal expliciete nummer was afgelopen viel er een enigszins ongemakkelijke stilte onder het gehoor. En dan begon Herman uit te pakken. De verschillende betekenislagen in het lied werden als een ui afgepeld. Moeiteloos werd de Amerikaanse teenagercultuur met het petting and necking-regime verbonden met de opkomst van de stad Detroit en de aanleg van het National Highway System. Geen toehoorder kon nadien de iconische betekenis van de auto in de Amerikaanse cultuur vergeten, sterker nog, menigeen was even een jonge Amerikaan geworden. De draaiorgelmuziek van Huizinga was vervangen door een wat eigentijdser muzieksoort, maar achter die lichtheid kwam de ernst te voorschijn: door de sensatie vloeiden intellect en emotie samen, werd begrip opgeroepen. Dat was het avontuur waarop Herman ons meenam. We kunnen slechts dankbaar zijn voor het voorbeeld dat hij ons gegeven heeft.
Piet de Rooy [bron: https--www.historici.nl/in-memoriam-herman-belien]
--- Over (foto 3): Rina Koper ---
"In zijn geest" op zoek naar culturen en landschappen - Dominicus reisgidsenreeks wordt voortgezet [1984-04-13]
Toen de bekende en veelgelezen relsboekenschrijver Jo Dominicus vorig jaar overleed bleef zijn uitgever J. H. Gottmer in Haarlem met een groot probleem zitten: Dominicus was een succes-auteur en er zijn niet veel toeristen die nooit een van zijn meer dan dertig titels bij hun vakantievoorbereiding hebben benut. Er was nog één manuscript in bewerking. Dat is inmiddels postuum uitgegeven.
Maar om nu van de continuïteit van de afzet verzekerd te zijn heeft Gottmer gewoon een (nieuwe) serie gidsen gestart: De Dominicus Reeks. En daarmee wordt gesuggereerd dat zijn werk nog doorgaat, zij het met andere auteurs. Dominicus wilde in elk geval de gidsen over Toscane en Umbrië in Italië en over de Ardennen en Luxemburg schrijven. Dat werk wordt nu voortgezet. Zojuist verscheen "Toscane/Umbrië" van de hand van de historicus Herman Beliën en zijn echtgenote, de geografe Rina Koper. Dit tweespan bereidt nu ook gidsen over Noord-ltalië (met Venetië) en over het Eifel- en Moezelgebied voor.
...
H.H.J. van As [bron: https--www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:RD.nl,19840413:newsml_d63140f8d56f3c4022712269d1fd1794]
De kop van de slang [2011-11-17]
"Verlosser, die den slang het hoofd verpletten zult" --Vondel, Lucifer
Is het Paardenplein, At Meydani, de grote trekpleister van toeristen in Istanbul? Het lijkt er wel op, en zoals meestal bij grote attracties in de vreemdelingenindustrie kun je je met flinke verbazing afvragen of al die mensen nu echt geïnteresseerd zijn in Turkse, Byzantijnse, Romeinse en Griekse oudheden (voorzover men deze zo precies kan en mag onderscheiden). De Ayia Sofia geldt als een soort wereldwonder, maar met evenveel gemak is het Noordhollandse polderlandschap als zodanig te presenteren en worden dagelijks duizenden mensen uit bussen gespuwd in het midden van Beemster of Purmer: u staat nu op de bodem van een heel diep meer. Het bekijken van "bezienswaardigheden" van menselijke makelij (zoals dus ook die polders) zou door historische interesse gemotiveerd moeten zijn.
...
Of de koppen er nog allemaal aanzaten in 1700 is de vraag: reizigers van voor die tijd meldden al schade aan wat ooit een drietal slangekoppen had moeten zijn. Laten we voor het gemak aannemen dat er zeker één verdwenen was: toch door verval? Een beetje moeilijk te begrijpen hoe dit had gekund zonder dat het verval een handje werd geholpen. Hoe het ook zij, sinds 1700 zijn alle koppen er af. De Dominicus-reisgids Istanbul en omgeving van Herman Beliën en Rina Koper meldt: "Op 20 oktober 1700 zijn de koppen van de slangen er afgevallen." Het zullen niet alle drie de koppen zijn geweest, want, als gezegd, vroegere reizigers wekken de indruk dat er zeker één weg was. Hoe kwam het dat die koppen er juist op die dag de brui aan gaven, bronsmoeheid?
...
André de Raaij [bron: https--goudenhoorn.com/2011/11/17/de-kop-van-de-slang]
||door: Herman Beliën, Rina Koper
||taal: nl
||jaar: 1987
||druk: 2e druk, geheel herziene
||pag.: 270p
||opm.: softcover|zo goed als nieuw
||isbn: 90-257-1681-4
||code: 1:000847
"Tourism in general is one of the most destructive industries on the planet... and it moves even more money than the arms industry. Responsible tourism is an infinitesimal minority - ninety nine percent of tourists don't give a toss - but thank heavens there is somebody who does care. I think, though, that when it boils down to it 'responsible tourism' is staying at home and reading a book about it." [source: https--www.responsibletravel.com/folk-we-love/chris-stewart]
--- Over het boek (foto 1): Noordoost Italië ---
Noordoost-Italië, dat zijn de Dolomieten, Venetië en het meest populaire gedeelte van de Adriatische kust. Maar het uitgestrekte noordoosten bevat ook minder bekende gebieden. Bijvoorbeeld de Marche, het heuvelachtige stille zuiden. Een ideale streek voor rustzoekers die de genoegens van het strand willen combineren met de bezienswaardigheden van het binnenland. Want achter de Marche liggen Toscane en Umbrië, schatkamers van kunst, beide beschreven in een andere gids uit de Dominicus Reeks.
Noordoost-Italië, dat betekent ook een flink gedeelte van de Povlakte, met vele interessante steden. Verona, een passend historisch decor voor het liefdesverhaal van Romeo en Julia. Vicenza, de stad van bouwmeester Palladio wiens invloed reikte tot het stadhuis van Amsterdam. Ravenna, de stad van de Byzantijnse mozaïeken. En, last but not least, het onvergetelijke Venetië.
De auteurs van deze gids, Herman Beliën en Rina Koper, combineren een gedegen overzicht van geschiedenis en kunst met een interessante route langs stedenschoon en fraaie natuur. Dit alles in een prettig leesbare stijl, gekruid met ankedotes en praktische tips.
[bron: flaptekst]
Rijk geïllustreerde gids met nadruk op historische en culturele hoogtepunten. Prachtige, goed leesbare beschrijvingen die prikkelen! Informatief van hoog niveau.
Verbaas je over de uitgestrekte schoonheid van de Alpen of vergaap je aan de kunstschatten in Padua. Het kan in het noordoosten van Italië allemaal! Deze regio biedt fantastische mogelijkheden voor afwisselende vakanties en boeiende stedentrips. De Alpenketens en de grillige Dolomieten in het noorden zijn een mekka voor wandelaars, mountainbikers, wintersporters en andere bergliefhebbers. In de laagvlakten aan de voet van de bergen zijn er historische steden als Verona en Venetië, terwijl de lange zandstranden ten oosten van Venetië 's zomers uitnodigen tot zwemmen en zonnebaden. In het uiterste oosten vind je in de buitenbeentjes Triëst en Grado nog Habsburgse invloeden terug, want dit gebied behoorde eeuwenlang tot het Oostenrijks-Hongaarse rijk. Deze reisgids beschrijft de noordoostelijke regio's Veneto en Friuli-Venezia Giula, inclusief de belangrijkste steden vanaf Verona tot en met Triëst en de bergketens in het noorden.
[bron: https--www.dezwerver.nl/r/europa/italie/trentinodolomieten/c/boeken/reisgidsen/9789025765255/reisgids-dominicus-noordoost-italie-gottmer]
--- Over (foto 2): Herman Beliën ---
Herman Beliën is historicus. Hij schreef diverse onderwijsboeken, reisgidsen en historische boeken voor een groter publiek, zoals Nederland. Een kleine geschiedenis.
[bron: https--uitgeverijprometheus.nl/auteurs/herman-belien.html]
Drs. Herman Beliën (1946-2013) was historicus en docent aan de Universiteit van Amsterdam. Beliën schreef diverse onderwijsboeken, reisgidsen en historische boeken voor een groter publiek, zoals De Nederlandse geschiedenis in een notendop en Geschiedenis op straat. Wandelingen door de geschiedenis van Nederland (samen met Paul Knevel en Ineke van Tol). In 1999 en 2000 presenteerde hij twee tv-programma's voor de NPS: De quiz van de eeuw en Bestaat Nederland wel?, een reeks van tien documentaires over de Nederlandse cultuur.
[bron: https--www.luisterrijk.nl/auteur/herman-belien]
Herman Beliën (1946-2013) [2013-10-28]
Op 13 september is historicus Herman Beliën op 67-jarige leeftijd overleden. Beliën was meer dan veertig jaar werkzaam aan de Universiteit van Amsterdam, had diverse televisieprogramma's en boeken op zijn naam staan en organiseerde reizen in binnen- en buitenland. 'Herman heeft mij leren kijken.'
Beliën begon in 1964 aan een studie geschiedenis aan de UvA, waar hij decennialang zou werken. Na zijn afstuderen was hij korte tijd docent bij de afdeling Oude Geschiedenis, maar had hier een 'vreselijke tijd', zo vertelde hij bij zijn pensionering aan faculteitsblad Eindeloos. Hij werd hoofddocent aan d'Witte Leli, de opleiding voor geschiedenisleraren in Amsterdam. Hier nam hij begin jaren zeventig toekomstig hoogleraar Oude Geschiedenis Fik Meijer aan. 'Ten opzichte van het onderwijs heeft Herman een omslag meegemaakt', vertelt Meijer. 'Na zijn jaren aan d'Witte Leli - hij keerde in 1975 terug naar de UvA bij de vakgroep Nieuwe Geschiedenis - ontwikkelde hij een sterke afkeer van onderwijskundige vernieuwingen. Herman vond juist dat onderwijs groots en meeslepend moest zijn, dat de nadruk niet moest liggen op regeltjes en gedoe.'
Dat Beliëns onderwijs groots en meeslepend was zullen zijn oud-studenten beamen, al viel zijn directe stijl niet bij iedereen in de smaak. UvA-publiekshistoricus Paul Knevel werkte sinds de jaren negentig met Beliën aan diverse projecten, en denkt dat hij vooral de doorwerkende betekenis van geschiedenis wilde tonen. 'Herman wilde dat studenten nadachten over verbanden. Hij wilde de student laten stijgen: laat dat boek nou eens los en denk zélf na. Sommigen vonden dat prachtig, anderen vonden het vreselijk omdat ze niet wisten waar ze aan toe waren.'
'Herman was innemend, vertelde beeldend, en was niet bang om verbanden te leggen'
Van Huizinga's historische sensatie maakte Beliën op zijn eigen manier gebruik. 'Collega Piet de Rooy beschreef dat heel mooi tijdens de uitvaart', weet Knevel. 'Bij een college over de betekenis van de Amerikaanse auto-industrie zou ieder ander keurig Henry Ford aanhalen en tabelletjes van de autoverkoop laten zien. Herman zette gewoon Paradise by the Dashboard Light op en legde vervolgens uit hoe de auto de identiteit van jonge Amerikanen had veranderd.'
Bij het grote publiek werd hij bekend als televisiehistoricus. Carla Boos, eindredacteur bij de NTR, screende hem in de jaren negentig voor Bestaat Nederland wel?, een poging tot mentaliteitsgeschiedenis. 'Toen ik hem ontmoette, wist ik dat hij geen voor de hand liggende televisiepresentator was', vertelt ze. 'Maar hij was innemend, vertelde beeldend en was niet bang om verbanden te leggen. Dat was precies wat ik zocht voor dat gewaagde project. De screentest verliep verrassend goed. Het was altijd een feest om met hem te werken; hij deed alles, vond niks te gek. Als je zei: "Herman, in deze scène spring je in de sloot", dan deed hij dat. Mét flair.'
Ook Knevel maakte televisie met Beliën, bijvoorbeeld De canon van Amsterdam voor AT5, waarbij vijftig vensters uit de hoofdstedelijke geschiedenis worden uitgelicht. 'Het was een groot project dat we in sneltreinvaart moesten maken. Herman zou de verbindende figuur zijn en het zou over echte plekken in de stad gaan, op locatie. Hij had altijd leuke ideeën over het groot neerzetten van een thema, en kon zo een verhaal vertellen. Voor colleges en lezingen schreef hij teksten ook nooit uit. Hij bedacht een paar trefwoorden, maar meestal was hij dat papiertje ook weer kwijt.'
Reizen vormde een belangrijk deel van zijn leven. Beliën organiseerde historische reizen naar grote en kleinere wereldsteden, alwaar hij zijn publiek op geheel eigen wijze rondleidde. 'Herman heeft mij leren kijken', zegt Meijer. 'Kijken kon hij beter dan wie dan ook. In ieder gebouw zag hij iets bijzonders. Stonden we voor de Sint-Pieter, en dan zag hij na tachtig keer nog iets nieuws. Dat vond ik zo knap.'
De stedentrips - stadsgeschiedenis groeide uit tot een van Beliëns grootste interesses - gingen altijd gepaard met een flinke dosis enthousiasme. Knevel: 'Hij kon vreselijk genieten van een mooie, grote stad, maar was net zo enthousiast als hij gewoon naar Alkmaar ging. Daar deed hij dan precies hetzelfde als in Rome. En als hij zes keer langs dezelfde plek kwam, had hij iedere keer weer een ander verhaal.'
Dat hij nooit gepromoveerd was, zag Beliën als een smet. Boos: 'Hoewel hij er grapjes over maakte, stak het hem ook een beetje.' Volgens Meijer was hij te onrustig en kon hij zich niet op één onderwerp toeleggen. 'Herman was een man van gedachten, maar had niet het zitvlees om deze uit te werken.' Knevel: 'Herman had hart voor onderwijs, wilde de studenten meeslepen en geschiedenis levend maken voor een groot publiek. Daar lag zijn talent.'
Anne Burgers [bron: https--www.historischnieuwsblad.nl/herman-belien-1946-2013]
In Memoriam Herman Beliën [2013-10-15]
Op vrijdag 13 september is historicus I.M. Herman Beliën (1946-2013) overleden. Hij was vanaf 1975 tot aan zijn pensioen in 2011 docent en onderzoeker bij de vakgroep Nieuwste Geschiedenis aan de UvA en vormde daar hele generaties studenten. Ook daarbuiten was hij zeer actief, zo was hij onder meer bestuurslid en penningmeester van het KNHG, van 1994-1999.
Ter nagedachtenis aan deze markante historicus publiceert Historici.nl het bij de crematie van Herman Beliën door Piet de Rooy uitgesproken In Memoriam.
Herman Beliën - 1946-2013
Herman was een man die zich niet snel prijs gaf, die zich achter een gemakkelijke omgang verborgen hield en zijn gevoel en zijn ernst schuil deed gaan achter lichtheid. Dat was ook te merken aan de colleges die hij gaf. Het volgen van college bij Herman was niet zelden een avontuur. Hij prikkelde zijn gehoor, hij riep weerstand op om die te kunnen overstijgen. Zo maakte hij soms geheel incorrecte grappen en daar moest je tegen kunnen. Regelmatig richtte hij zich tot studenten uit zijn gehoor en onderwierp hen aan een soort kruisverhoor. Veel geduld met vage antwoorden had hij niet.
Zo bracht hij de opvattingen in praktijk van Bint, de directeur uit de gelijknamige novelle van Bordewijk: 'Niet de leraar moet buigen, maar de leerling moet klimmen.' Herman kon in het algemeen slecht tegen gezag, maar zijn onderwijs was onmiskenbaar een hiërarchisch proces. Dat was tegen de tijdgeest en buitengewoon effectief.
Het was effectief, omdat het een probleem oploste. Geschiedenis lijkt een eenvoudig vak, maar dat is bedrieglijk. Een probleem is bijvoorbeeld de veelheid - geschiedenis gaat over alles. Herman vond dat juist prettig. Hij kon over nagenoeg elk onderwerp college geven: hij sprak even gemakkelijk over slavernij in de klassieke oudheid, als over de Schotse Verlichting, maar ook over de wereldtentoonstelling in Chicago van 1893 - en dat slechts voorzien van minimale aantekeningen en schijnbaar zonder veel voorbereiding. Hij liet zich niet opsluiten in een specialisme en demonstreerde in zijn persoon de rijkdom van het vak.
Maar belangrijker is dat hij een soort mentale barrière slechtte. Voor studenten is het uiterst lastig om te beseffen dat de geschiedenisstudie niet slechts gaat over het leren kennen van het verleden, maar om gevoel te krijgen voor de kracht van een aantal ontwikkelingen en bovendien een besef te ontwikkelen daar zelf deel van uit te maken. Slechts op die manier is geschiedenis in staat betekenis te verlenen aan het heden. En daar lag de kracht van Herman: zijn manier van college geven was er op gericht studenten die stap te laten zetten.
Huizinga heeft eens geschreven: 'Gij loopt op straat, en er speelt een draaiorgel, en als gij er dicht bij komt, waait u opeens een vleug van erkennen door den geest, alsof gij even dingen begreept, die anders bedekt zijn onder de sluiers van het leven.' Daarmee probeerde hij onder woorden te brengen wat de historische sensatie vermocht, 'de aanraking met het wezen der dingen', 'het beleven van de Waarheid door de historie.'
Herman schuwde geen middel om een dergelijke sensatie tot stand te brengen. Laat ik daar een voorbeeld van geven. Hij wilde eens de cultuurhistorische betekenis van de auto in de Amerikaanse samenleving duidelijk maken. Gebruikelijk is het dan om in te gaan op het heldenverhaal van Henry Ford, of te wijzen op de cijfers die een explosief stijgend autobezit te zien geven. Maar dat was niet zijn stijl. Zonder veel nadere introductie liet hij Paradise by the dashboard light horen van Meatloaf, loeihard. Zoals U weet wordt daarin bezongen hoe de zanger in een auto tot een steeds verdergaande intimiteit overgaat met een dame - om het zo even kuis samen te vatten. Nadat het nogal expliciete nummer was afgelopen viel er een enigszins ongemakkelijke stilte onder het gehoor. En dan begon Herman uit te pakken. De verschillende betekenislagen in het lied werden als een ui afgepeld. Moeiteloos werd de Amerikaanse teenagercultuur met het petting and necking-regime verbonden met de opkomst van de stad Detroit en de aanleg van het National Highway System. Geen toehoorder kon nadien de iconische betekenis van de auto in de Amerikaanse cultuur vergeten, sterker nog, menigeen was even een jonge Amerikaan geworden. De draaiorgelmuziek van Huizinga was vervangen door een wat eigentijdser muzieksoort, maar achter die lichtheid kwam de ernst te voorschijn: door de sensatie vloeiden intellect en emotie samen, werd begrip opgeroepen. Dat was het avontuur waarop Herman ons meenam. We kunnen slechts dankbaar zijn voor het voorbeeld dat hij ons gegeven heeft.
Piet de Rooy [bron: https--www.historici.nl/in-memoriam-herman-belien]
--- Over (foto 3): Rina Koper ---
"In zijn geest" op zoek naar culturen en landschappen - Dominicus reisgidsenreeks wordt voortgezet [1984-04-13]
Toen de bekende en veelgelezen relsboekenschrijver Jo Dominicus vorig jaar overleed bleef zijn uitgever J. H. Gottmer in Haarlem met een groot probleem zitten: Dominicus was een succes-auteur en er zijn niet veel toeristen die nooit een van zijn meer dan dertig titels bij hun vakantievoorbereiding hebben benut. Er was nog één manuscript in bewerking. Dat is inmiddels postuum uitgegeven.
Maar om nu van de continuïteit van de afzet verzekerd te zijn heeft Gottmer gewoon een (nieuwe) serie gidsen gestart: De Dominicus Reeks. En daarmee wordt gesuggereerd dat zijn werk nog doorgaat, zij het met andere auteurs. Dominicus wilde in elk geval de gidsen over Toscane en Umbrië in Italië en over de Ardennen en Luxemburg schrijven. Dat werk wordt nu voortgezet. Zojuist verscheen "Toscane/Umbrië" van de hand van de historicus Herman Beliën en zijn echtgenote, de geografe Rina Koper. Dit tweespan bereidt nu ook gidsen over Noord-ltalië (met Venetië) en over het Eifel- en Moezelgebied voor.
...
H.H.J. van As [bron: https--www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:RD.nl,19840413:newsml_d63140f8d56f3c4022712269d1fd1794]
De kop van de slang [2011-11-17]
"Verlosser, die den slang het hoofd verpletten zult" --Vondel, Lucifer
Is het Paardenplein, At Meydani, de grote trekpleister van toeristen in Istanbul? Het lijkt er wel op, en zoals meestal bij grote attracties in de vreemdelingenindustrie kun je je met flinke verbazing afvragen of al die mensen nu echt geïnteresseerd zijn in Turkse, Byzantijnse, Romeinse en Griekse oudheden (voorzover men deze zo precies kan en mag onderscheiden). De Ayia Sofia geldt als een soort wereldwonder, maar met evenveel gemak is het Noordhollandse polderlandschap als zodanig te presenteren en worden dagelijks duizenden mensen uit bussen gespuwd in het midden van Beemster of Purmer: u staat nu op de bodem van een heel diep meer. Het bekijken van "bezienswaardigheden" van menselijke makelij (zoals dus ook die polders) zou door historische interesse gemotiveerd moeten zijn.
...
Of de koppen er nog allemaal aanzaten in 1700 is de vraag: reizigers van voor die tijd meldden al schade aan wat ooit een drietal slangekoppen had moeten zijn. Laten we voor het gemak aannemen dat er zeker één verdwenen was: toch door verval? Een beetje moeilijk te begrijpen hoe dit had gekund zonder dat het verval een handje werd geholpen. Hoe het ook zij, sinds 1700 zijn alle koppen er af. De Dominicus-reisgids Istanbul en omgeving van Herman Beliën en Rina Koper meldt: "Op 20 oktober 1700 zijn de koppen van de slangen er afgevallen." Het zullen niet alle drie de koppen zijn geweest, want, als gezegd, vroegere reizigers wekken de indruk dat er zeker één weg was. Hoe kwam het dat die koppen er juist op die dag de brui aan gaven, bronsmoeheid?
...
André de Raaij [bron: https--goudenhoorn.com/2011/11/17/de-kop-van-de-slang]
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
...
Nieuwpoort+Deel Westende
27x bekeken
0x bewaard
Sinds 30 jun '23
Zoekertjesnummer: m1994523064
Populaire zoektermen
snoecks boekenboeken geert verhelsthoe en waarom boekenlot boekenboeken vogelsOverige Boekenboeken geert verhelsttaal en letterkunde boekenmarijke boekenBoeken in Boekenartis historia boeken in Prentenboeken en Plaatjesalbumstiny boeken oude in Kinderboeken | Jeugd | onder 10 jaarharry potter boeken nederlands in Taal | Engelsboeken pieter aspe in Thrillersronde tafel 150 cm in Tafels | Eettafelstoyota verso benzine in Toyotapowermeter pedalen in Fietsonderdelengleuf palen in Palen, Balken en Plankenwhite goblin games in Gezelschapsspellen | Bordspellenterras parasols in Parasolsfluo broek in Kinderkleding | Maat 98opname apparatuur in Fotocamera's Digitaalscooba in Stofzuigerscameraman in Speelgoed | Playmobil