De vlaschaard|Stijn Streuvels Lateur

€ 5,00
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,94
260sinds 16 mei. '23, 14:15
Deel via
of

Kenmerken

ConditieZo goed als nieuw
Jaar (oorspr.)1962
Categorie-suggestieRomans (literatuur)
Auteurzie beschrijving

Beschrijving

||boek: De vlaschaard||Desclée De Brouwer

||door: Stijn Streuvels Lateur

||taal: nl
||jaar: 1962
||druk: 4e druk
||pag.: 303p
||opm.: hardcover|zo goed als nieuw|mét flap

||isbn: N/A
||code: 2:000026

--- Over het boek (foto 1): De vlaschaard ---

De Vlaschaard is een roman uit 1907 van de Vlaamse schrijver Stijn Streuvels (1871-1969).

De Vlaschaard behandelt het generatieconflict tussen boer Vermeulen en zijn zoon Louis.

Adapties

  • De roman werd een eerste keer verfilmd in 1942-1943 als Wenn die Sonne wieder scheint.
  • In 1983 werd de roman opnieuw verfilmd als De Vlaschaard.
  • De roman werd in 2007 honderd jaar oud en in dat jaar uitgebreid in de belangstelling gebracht door het project De Vlaschaard van de Erfgoedcel Kortrijk. Men liet het licht vooral schijnen op de verfilming van het boek onder het nazibewind: Wenn die Sonne wieder scheint.

Bibliografie

  • Roel Vande Winkel en Ine Van linthout, De Vlaschaard, 1943, ill., Uitg. Groeninghe, 2007, met dvd. ISBN/ 9789077723517

[bron: wikipedia]

Het verhaal speelt zich af in West-Vlaanderen, op de boerderij van de rijke boer Vermeulen. Het begint met een afspiegeling van het weer, dat uitermate troosteloos is. De boeren willen beginnen met het bewerken van het land, maar worden door dit slechte weer tegengehouden. Boer Vermeulen is hierdoor nog norser dan anders. Mede wordt deze norsheid veroorzaakt door de aanblik van zijn jonge vitale zoon Louis en daarnaast het besef van zijn eigen aftakeling. Deze zoon heeft altijd diepgegrond respect gehad voor zijn vader, die in de wijde omstreken bekend staat als één van de beste boeren. Nooit is hij ingegaan tegen zijn vaders wil, maar nu hij zelf tijdens zijn agrarische opleiding ook kennis vergaart, gaat hij zich meer bemoeien met de gang van zaken op de boerderij. Zijn vader merkt dit en doet uit koppigheid precies het omgekeerde van wat zijn zoon wil. Zo zaait hij het belangrijkste gewas, het vlas, op de hoge akker, i.p.v. op de lage akker zoals Louis het graag gewild had. Hij had het allerbeste zaad uit het buitenland besteld. Dit kwam veel te laat, alle andere boeren waren al begonnen met zaaien. Louis wist niet dat het zaad van zo ver moest komen en drong erop aan dat de tijd rijp was om te zaaien. Vermeulen zei nors dat het beter was om nog even te wachten, omdat hij niet wilde dat iemand wist dat hij een foute inschatting had gemaakt met het bestellen van het zaad. Louis mag het vlas inzaaien, eigenlijk dus veel te laat, maar Louis is allang blij dat zijn vader het hem toevertrouwt (de werkelijke reden hiervoor is dat Vermeulen er met zijn ouderdom de kracht voor mist, maar ook dat geeft hij niet toe). Als de vlasakkers van andere boeren er prachtig bij liggen, zitten erin het vlas van Vermeulen, dat anders altijd het beste van allemaal was, grote kale plekken. Maar Vermeulen houdt vol dat, dat nog wel goed komt. Zijn vrouw, die op hand van Louis is, en Louis zelf zien hoe mooi de minder kostbare gerst staat op de lage akkers en bedenken dat daar het vlas had moeten staan. Op een morgen, als Louis de wiedsters naar de hoge akkers leidt, ontdekt hij onder deze vrouwen en meisjes, één meisje, dat hem opvalt: Schellebelle, amper vijftien, maar ze lijkt twintig. Hij wordt verliefd op het vrolijke meisje, wat wederzijds is. Dit moet wegens het standenverschil geheim blijven, maar hun lonkende ogen worden toch opgemerkt. Intussen bedenkt Vermeulen, die geen afstand wil doen van zijn macht, een slim plannetje: hij wil de te koop komende boerderij van Legijn kopen voor Louis. Maar hij vreest dat zijn vrouw Barbele hier niet in zal toestemmen. Louis is immers de enige zoon, wat is er logischer dat hij hen opvolgt wanneer zij oud zijn? Dus houdt Vermeulen zijn plannetje nog even voor zich en bewaart het voor een goede gelegenheid. Die gelegenheid komt wanneer hij Louis met Schellebelle betrapt als ze aan het flirten zijn. Hij neemt dit zogezegd zwaar op en vertelt Barbele ervan, en ook van zijn plannetje. Barbele is het er echter totaal niet mee eens: "Was jij minder speels in uw jonge tijd? Zeg liever ronduit dat ge hem weg wilt hebben!". Zij doorziet hem volkomen tot teleurstelling van Vermeulen, die weer in norsheid verzinkt. Vermeulen is de laatste die kan beginnen met oogsten, omdat het vlas nog niet rijp is. En terwijl de oogst slecht zal zijn, neemt hij uit koppigheid geen genoegen met een lagere prijs en weigert de ene opkoper na de andere. Hierdoor wordt de oogst nog verder vertraagd. Louis spreekt zijn vrees uit dat er noodweer kan komen die de vlas kapot zal slaan. Vermeulen wimpelt dit af. Louis wordt het wachten zat en geeft het bevel dat de slijters kunnen aanvallen. Toch is dat te laat: door onweer wordt de oogst bijna compleet vernield. Voor de tweede keer krijgt Louis gelijk. Vermeulen krijgt hierdoor 50 frank per 100 meter minder dan wanneer hij één dag eerder was begonnen. Vermeulen wil hoe dan ook laten weten dat hij nog altijd de baas is, hij zegt dat de slijters het vlas enkel moeten oprichten, dat ze verder zullen gaan wanneer het droog is en hij vertrekt om tegen ieders zin de boerderij van Legijn te kopen.

Als hij terugkomt is de slijting echter, op bevel van Louis, in volle gang. Het is met de drank die er geschonken is een vrolijke boel. Woedend schreeuwt Vermeulen wie hiertoe bevel heeft gegeven. Iedereen zwijgt nu. Ook Louis. Razend van woede slaat Vermeulen de jongen in zijn nek. Louis valt als dood neer. Zo eindigt de slijting en de dagen erop ligt Louis tussen leven en dood. Vermeulen waakt dag en nacht aan zijn bed, hij is totaal de kluts kwijt en zelfs noemt hij zijn vrouw bij haar naam, wat hij nog nooit had gedaan. Zijn verstand kwijtgeraakt laat hij zijn meesterschap over aan Poortere, de oude knecht. Louis sterft natuurlijk en Vermeulen is voortaan als een onnozel kind, dat iedereen hulpeloos in de ogen kijkt, smekend om rust, troost en kalmte.

[bron: https--www.scholieren.com]

De Vlaschaard (1907) is zonder twijfel de meest bekende en meest gelezen roman van Stijn Streuvels (1871-1969). Het vader-zoon conflict is een verhaal van alle tijden dat hier door Streuvels meesterlijk wordt gebracht. Het conflict tussen de rijke en koppige boer Vermeulen, vasthoudend aan zijn eigen grote gelijk, en de vernieuwende ideeën van zoon Louis, die klaar staat om de fakkel over te nemen.

De natuurbeschrijving en het psychologisch uittekenen van de hoofdpersonages maken De Vlaschaard tot een hoogtepunt in de Vlaamse en Europese letterkunde.

Het boek werd verfilmd in 1942 en 1983.

[bron: https--www.goodreads.com]

--- Over (foto 2): Stijn Streuvels Lateur ---

Stijn Streuvels, pseudoniem voor Franciscus Petrus Maria (Frank) Lateur (Heule, 3 oktober 1871 - Ingooigem, 15 augustus 1969) was een Vlaams schrijver.

Streuvels geldt als een van de belangrijkste vernieuwers uit de Nederlandstalige letteren. In een hoogst creatieve en originele taal, die zijn werk vandaag voor sommigen moeilijk toegankelijk maakt, schreef Streuvels naturalistische novellen die verwantschap vertonen met het werk van Emile Zola en de grote Russische auteurs van zijn tijd (met name Tolstoj).

Uit het archief met nominaties voor de Nobelprijs voor de Literatuur bij de Zweedse Academie blijkt dat Streuvels van 1937 tot en met 1957 dertien keer genomineerd is geweest voor de Nobelprijs. Ook in 1965 en 1969 werd hij volgens het Nobelprijsarchief genomineerd.

Schoolverlater op veertienjarige leeftijd, en van dan af in de leer als bakkersgast, werd en bleef Streuvels een meertalige autodidact die Frans en Duits las, schreef en sprak, en ook Noors en Russisch las (alhoewel bij het vertalen van werk van onder anderen Tolstoj werkte aan de hand van eerdere Duitse vertalingen).

Literatuurkenners zijn het er over eens dat de visionaire sterkte van zijn werk, de onverbiddelijke erkenning van de werkelijkheid, zonder moraliserende commentaar (Albert Westerlinck), de scheppende taalkracht van zijn proza en de universaliteit van de behandelde thema's, zijn werk hebben opgetild boven het particularisme en de streekliteratuur.

Hij werd geboren als derde kind van Kamiel Lateur (1841-1897) en Marie-Louise Gezelle (1834-1909), een jongere zus van priester-dichter Guido Gezelle. Vader Lateur was kleermaker en een zwijgzaam man, in tegenstelling tot zijn vrouw die graag en boeiend sprak en vertelde. Nadat Stijn Streuvels school had gelopen bij de zusters in de plaatselijke school, stuurden zijn ouders hem in 1883 naar het St.-Jan-Berchmanspensionaat in Avelgem, waar zijn letterkundige begaafdheid voor het eerst tot uiting kwam.

Van 1886 tot 1887 leerde hij de bakkersstiel in Avelgem, Kortrijk en Heule. In mei 1887 namen Streuvels' ouders te Avelgem de bakkerij van Kamiel Lateurs ongehuwde broers over en verhuisde heel het gezin naar deze gemeente aan de Schelde. Van 1887 tot 1905, op de 20 maanden na (1889-1891) die hij in Brugge doorbracht om zich in het bakkersvak te bekwamen, bleef Streuvels in Avelgem bakken en schrijven.

Zijn eerste schetsen en gedichten verschenen in 1895 in De Jonge Vlaming en in Vlaamsch en Vrij. De volgende jaren namen ook de voornaamste tijdschriften, zoals Van Nu en Straks, bijdragen op van zijn hand. In 1899 verscheen zijn eerste verhalenbundel Lenteleven. Veertig jaar lang publiceerde Streuvels ieder jaar minstens één werk. Onder de meest bekende bevinden zich De vlaschaard (1907), Het leven en de dood in de ast (1926), De teleurgang van de Waterhoek (1927) en Alma met de vlassen haren (1931).

Op 19 september 1905 huwde hij met Alida Staelens (1879-1975) en ging hij in Ingooigem in zijn pasgebouwde huis Het Lijsternest wonen, waar hij voortaan van zijn pen zou leven. Zij kregen vier kinderen. Dichtster Jo Gisekin is een kleindochter van Streuvels.

In zijn laatste periode hield hij zich voornamelijk bezig met het schrijven van memoires.

Hij heeft ruim 60 jaar in het Lijsternest gewoond en overleed er op 15 augustus 1969. Op zijn begrafenis met de wijtewagen, op de 21e daaropvolgend, waren zowat 7.000 mensen aanwezig.

Onderscheidingen

  • Vijfjaarlijkse staatsprijs voor Letterkunde (1905, 1910, 1935)
  • Lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (briefwisselend lid in 1907, werkend lid in 1911)
  • Ridder in de Leopoldsorde (1907)
  • Officier in de Leopoldsorde (1925)
  • Driejaarlijkse Staatsprijs voor verhalend proza (1927)
  • Commandeur in de Kroonorde (1929)
  • Commandeur in de Leopoldsorde (1935)
  • Rembrandtprijs, Hamburg (1936) (de auteur bleef bij de uitreiking uitdrukkelijk afwezig)
  • Grootofficier in de Orde van Oranje-Nassau (1937)
  • Grootofficier in de Kroonorde (1947)
  • Grootofficier in de Leopoldsorde (1949)
  • Prijs Scriptores Catholici (1950)
  • Grootkruis in de Leopoldsorde (1951)
  • Grootkruis in de Kroonorde (1953)
  • Ridder in de Orde van de Heilige Gregorius de Grote (1955)
  • Ereburger van de stad Kortrijk (1959)
  • Prijs van de Vlaamse provincies (1959)
  • Huldiging door de stad Antwerpen in het Archief en Museum van het Vlaams Cultuurleven (1961)
  • Grootlint in de Leopoldsorde (1961)
  • Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn gehele oeuvre (1962)
  • Prijs Arthur Merghelynck van de Vlaamse Academie (1964)

Streuvels werd doctor honoris causa aan de universiteiten van Leuven (1937), Münster (1941, weer bleef de auteur uitdrukkelijk afwezig op de uitreiking) en Pretoria (1964, ook weer in afwezigheid van de auteur).

In de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience bevindt zich de grootste collectie boeken van Stijn Streuvels. Deze collectie van 1.339 boeken werd verzameld door Streuvelsexpert Paul Thiers en illustreert het literaire netwerk van de auteur alsook zijn relatie met de beeldende kunst. Ze bevat eerste drukken, zeldzame edities en opdrachtexemplaren. Het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting verwierf de collectie en bracht ze onder in de Erfgoedbibliotheek waar ze verder gevaloriseerd wordt en raadpleegbaar is voor onderzoek.

Publicaties

  • Lenteleven (1899) (omvattend: De witte zandweg - In den voorwinter - Kerstavond - Slenteren - Op den dool - Van ongroei - Lente - In de vlage - Een pijpe of geen pijpe - 's Zondags - Een ongeluk - Wit leven - Het einde)
  • Zomerland (1900) (omvattend: Groeikracht - Zomerland - Meimorgen - Het woud)
  • Zonnetij (1900) (omvattend: De oogst - In 't water - Zomerzondag - Avondrust)
  • Doodendans (1901) (omvattend: Doodendans - Jongenstijd (in latere drukken: Kindertijd) - In de wijde wereld - Een speeldag - In de weide - Noorsche liederen - Honden - Doodendans)
  • De oogst (1901) (Uit "Zonnetij")
  • Langs de wegen (1902)
  • Dagen (1902) (omvattend: De kalfkoe - Naar buiten - Sint-Jan - Sint-Josef - Vrede - Verovering)
  • Minnehandel (1903) (omvattend: Joel - Maagdekensminne - Het zomerlief - De wondertijd - Het levensbedrijf - In de wonnegaarde)
  • Soldatenbloed, Een dramatisch bedrijf (toneelstuk) (1904)
  • Dorpsgeheimen I (1904) (omvattend: De lawine - Bertken en de moordenaars alle twaalf (vanaf de tweede druk vervangen door: Een beroerde maandag) - Jantje Verdure (afzonderlijk uitgegeven in 1943))
  • Dorpsgeheimen II (1904) (omvattend: Kinderzieltje - Martje Maertens en de misdadige grafmaker - Op het kasteel)
  • Open lucht (1905) (omvattend: Zonder dak - Grootmoederken (ook apart uitgegeven in hetzelfde jaar) - Een nieuw hoedje - Het duivelstuig - Jeugd)
  • Stille avonden (1905) (omvattend: Een lustige begraving - Horieneke - Zomerdagen op het vlakke land - Zonneblommen - Ingoyghem)
  • Het uitzicht der dingen (1906) (omvattend: De kwade dagen - De veeprijskamp - De ommegang)
  • Reinaert de Vos (1907)
  • De vlaschaard (1907)
  • Tieghem: het Vlaamse lustoord (1908)
  • Najaar I (1909) (omvattend: Najaar - De blijde dag) ("Najaar" werd later opgenomen in Najaar II; vanaf dan werd Najaar I "De blijde dag")
  • Najaar II (1909) (omvattend: De bomen - Jacht - De aanslag) (Na opname van "Najaar" werd Najaar II "Najaar")
  • Reinaert de Vos voor de Vierschaar van Koning Nobel de leeuw. (1909)
  • Reinaert de Vos (1910) (Verkorte versie van de uitgave uit 1907)
  • Het kerstekind (1911)
  • Over vrouwe Courtmans (tekst van een lezing) (1911)
  • Het glorierijke licht (1912)
  • Morgenstond (1912)
  • De werkman (1913) (Later opgenomen in "Werkmenschen")
  • De landsche woning in Vlaanderen (1913) (later bewerkt en opgenomen in "Land en leven in Vlaanderen")
  • Een beroerde maandag (1913) (omvattend: Een beroerde maandag (later opgenomen in Dorpsgeheimen I) - De lawine (afkomstig uit Dorpsgeheimen I))
  • Dorpslucht (1914) (In 1948 in verkorte versie verschenen als "Beroering over het dorp")
  • Mijn rijwiel (1915) (omvattend: Mijn rijwiel - Hoe men schrijver wordt)
  • In oorlogstijd (1915-1916) (omvattend: Augustus 1914 - September 1914 - October 1914 - November 1914 - december 1914-I - december 1914- Slot)
  • De aanslag (1917) (uit "Najaar II")
  • Sint-Jan (1919) (afkomstig uit "Dagen")
  • De bomen (1919) (uit "Najaar II")
  • Genoveva van Brabant (Deel I: 1919, Deel II: 1920)
  • Reinaert de Vos (1921)
  • De blijde dag (1921) (uit "Najaar I")
  • De schone en stichtende historie van Genoveva van Brabant (1921) (kortere versie van het werk uit 1919)
  • Prutske (1922)
  • Grootmoedertje (1922) (toneelversie van "Grootmoederken" uit "Open lucht")
  • Vertelsels van het jaar nul (1922) (kinderverhalen)
  • Land en leven in Vlaanderen (1923) (omvattend: Het uitzicht - De landsche dorpen - De landsche woningen - De landsche bevolking - Dertig jaar later)
  • Herinneringen uit het verleden (1924) (omvattend: Onze streek - Damme - Veurne-Ambacht - Volkslectuur (bewerkte en uitgebreide versie van "Over vrouwe Courtmans") - Schoonheid - De schoonste deugd - Kinderlectuur - Mijn schooltijd - Het lied van den weemoed - Mijn loopbaan op de planken - Voor den oorlog - Mijn fiets in oorlogstijd - Na den oorlog - Na vijf en twintig jaren)
  • Op de Vlaamsche binnenwateren (1925) (omvattend: 't Haantje - Dinsdag - Woensdag - Donderdag - Vrijdag - Zaterdag - Zondag)
  • Werkmensen (1926) (omvattend: De werkman (ook afzonderlijk verschenen in 1913) - Kerstmis in niemandsland - Het leven en den dood in den ast)
  • De teleurgang van de waterhoek (1927)
  • De Drie Koningen aan de kust (1927)
  • Kerstwake (1928)
  • Kerstvertelsel (1929) (later verschenen als "De vreemde verteller")
  • Alma met de vlassen haren (1931)
  • Dr. Lauwers schriften (1931) (tekst van een lezing)
  • De rampzalige kaproen (Een middeleeuwse boerenroman) (1933)
  • Proza (1934) (omvattend: "Lente" uit Lenteleven - "De veeprijskamp" uit Het uitzicht der dingen - "Het glorierijke licht")
  • Prutske's vertelselboek (1935)
  • Levensbloesem (1937)
  • De vreemde verteller. Kerstverhaal (1938) (= Kerstvertelsel uit 1929)
  • Stijn Streuvels' werken (1938)
  • Deel I: Minnehandel - Langs de wegen - Het leven en de dood in de ast
  • Deel II: De vlasschaard - Prutske - Kinderzieltje - Kerstwake
  • Kerstvertellingen (1939) (omvattend: Grootmoederken - Kerstmis in Niemandsland - Kerstvertelsel - Drie Koningen aan de kust - Kerstwake)
  • De terechtstelling van een onschuldige (1940)
  • De maanden (1941) (In Nederland verschenen onder de titel "Een gang door het jaar")
  • Heule (1942)
  • Jantje Verdure (1943) (afkomstig uit "Dorpsgeheimen I")
  • Het leven en de dood in den ast (1944) (afkomstig uit "Werkmenschen")
  • Jeugd (1946) (Uit "Open lucht")
  • Avelghem (1946)
  • Beroering over het dorp (1948) (= "Dorpslucht" uit 1914)
  • Ingooigem (Deel I, 1904-1914) (1951)
  • Verzamelde Werken (1948)
  • Deel I: Lente (uit Lenteleven) - Minnehandel - Werkmenschen
  • Deel II: De vlasschaard - Prutske - Het duivelstuig (uit Openlucht)
  • Volledige Werken
  • Deel I (1950) (omvattend: Lenteleven, Zomerland, Zonnetij)
  • Deel II (1950) (omvattend: (Doodendans, Dagen, Openlucht)
  • Deel III (1951) (omvattend: Dorpsgeheimen I en II, Najaar)
  • Deel IV (1951) (omvattend: Langs de wegen, Het uitzicht der dingen, Het glorierijke licht)
  • Deel V (1952) (omvattend: Minnehandel, Stille avonden)
  • Deel VI (1953) (omvattend: De vlasschaard, De maanden)
  • Deel VII (1953) (omvattend: De blijde dag, Morgenstond, Prutske)
  • Deel VIII (1952) (omvattend: Genoveva van Brabant I en II)
  • Deel IX (1954) (omvattend: Herinneringen, Land en leven in Vlaanderen)
  • Deel X (1954) (omvattend: Kerstvertellingen, Werkmenschen)
  • Stijn Streuvels & Gustave van de Woestyne, Reinaert de vos, 1911, The Phoebus Foundation
  • Deel XI (1955) (omvattend: Alma met de vlassen haren, Levensbloesem)
  • Deel XII (1955) (omvattend: De teleurgang van de Waterhoek, Beroering over het dorp)
  • Reinaert de Vos (1956) (= versie uit 1907)
  • Ingooigem (Deel II, 1914-1940) (1957)
  • Kroniek van de familie Gezelle (1960)
  • Verhalen (1962) (omvattend: Een speeldag, uit Doodendans - Kinderzieltje, uit Dorpsgeheimen II - Lente, uit Lenteleven - In 't water, uit Zonnetij - Het einde, uit Lenteleven - Avondrust, uit Zonnetij)
  • Stijn Streuvels (1962) (omvattend: Het uitzicht der dingen - Het glorierijke licht)
  • Hugo Verriest (1964) (enkel de inleiding is geschreven door Streuvels)
  • In levende lijve (1966) (Bloemlezing - met bewerking van sommige teksten - uit "Heule", "Avelghem"; "Ingooigem I en II", "Kroniek van de familie Gezelle", "Herinneringen uit het verleden")
  • In den voorwinter (1970) (uit "Lenteleven")
  • Het zinnespel van droom en dood (1971) (toneelversie van "Het leven en de dood in den ast")
  • Volledig Werk
  • Deel I (1971) (omvattend: Lenteleven, Zomerland, Zonnetij, Dodendans, Langs de wegen, Dagen, Minnehandel, Dorpsgeheimen I en II, Soldatenbloed)
  • Deel II (1972) (omvattend: Openlucht, Stille avonden, Het uitzicht der dingen, De vlasschaard, Tieghem, De blijde dag, Najaar, Het glorierijke licht, Morgenstond, In oorlogstijd, Herinneringen)
  • Deel III (1972) (omvattend: Prutske, Land en leven in Vlaanderen, Op de Vlaamse binnenwateren, Werkmensen, De teleurgang van de Waterhoek, Alma met de vlassen haren, Levensbloesem)
  • Deel IV (1973) (omvattend: Kerstvertellingen, De maanden, Beroering over het dorp, Heule, Avelgem, Ingooigem I en II, Kroniek van de familie Gezelle)
  • Onze streek (1972) (= deel van "Herinneringen uit het verleden" in handschrift facsimile)
  • Tien van Streuvels (1973) (omvattend: De bomen, Jantje Verdure, Het woud, Groeikracht, Meimorgen uit "Zomerland" - In 't water, Avondrust uit "Zonnetij" - Kinderzieltje uit "Dorpsgeheimen II" - Zonnebloemen uit "Stille avonden" - Martje Maertens en de misdadige grafmaker uit "Dorpsgeheimen" II 1e druk")
  • Het einde. Zomerzondag (1978) (tekstuitgave en werkschrift, door J. van Meensel)
  • In oorlogstijd (1979) (met nieuwe teksten aangevulde herdruk van het werk uit 1915-16)
  • Uit lust-met-de-penne (1982)
  • De aanslag (1986) (omvattend: De aanslag - De werkman - Het leven en de dood in de ast)
  • Nulla dies sine linea (uit het dagboek van Stijn Streuvels (1989)

Verfilming

Drie werken van Streuvels werden verfilmd:

  • De teleurgang van de waterhoek onder de titel Mira '1971), verfilmd door Fons Rademakers met in de hoofdrollen Willeke van Ammelrooy en Jan Decleir. De brugtaferelen werden opgenomen aan de oude draaibrug op de Durme te Hamme, sindsdien gekend als de Mirabrug.)
  • De Vlaschaard onder de titel Wenn die Sonne wieder scheint (1942-1943),
  • Nogmaals De Vlaschaard, (1983)
  • De blijde dag.

Stijn Streuvels hechtte veel belang aan de vormgeving van zijn boeken: typografie, papierkeuze en ook de illustraties.

Zo zijn Streuvels' Reinaertbewerkingen geïllustreerd met een reeks tekeningen van de befaamde Vlaamse beeldend kunstenaar Gustave Van de Woestyne. Deze tekeningen zijn voor de eerste maal gebruikt in de Duimpjes-Reinaert (1909) in de reeks Duimpjesuitgaven van Victor De Lille. Als men de herdruk van 1926 en de uitgave van 1933 buiten beschouwing laat is de reeks nog in zes edities gebruikt. Een volledige bespreking van deze reeks prenten is te vinden in: De vos en het Lijsternest Jaarboek II van het Stijn Streuvelsgenootschap (Tielt 1996).

Streuvels werkte zeventien jaar samen met de Brugse kunstenaar Jules Fonteyne, die tussen 1910 en 1927 voor hem een tiental boeken van illustraties en soms ook van vignetten voorzag. Daaronder: Het Kerstekind, De schoone en stichtelijke historie van Genoveva van Brabant, Vertelsels van 't jaar nul en De drie koningen aan de kust. Beiden voerden hierover een levendige briefwisseling. Fonteyne tekende ook twee portretten van Streuvels, waarvan een afgedrukt werd in de jubileumuitgave van Lenteleven uit 1924.

Literatuur

  • André DE RIDDER, Stijn Streuvels. Zijn leven en zijn werk, 1907
  • Filip DE PILLECYN, Stijn Streuvels en zijn werk, 1932
  • André DEMEDTS, Stijn Streuvels, in: Streuvelsnummer van Dietsche Warande en Belfort, 1946
  • André DEMEDTS, Stijn Streuvels, 1955
  • Raf VAN DER LINDE, Het oeuvre van Streuvels, sociaal document, Leuven, 1958
  • Antoon COOLEN, Stijn Streuvels, 1961
  • Jean WEIGERBER, Stijn Streuvels, een sociologische balans, 1970
  • Albert WESTERLINCK, M. JANSSENS, J. WEISGERBER, e. a., Een eeuw Streuvels, 1971
  • Luc SCHEPENS, Kroniek van Stijn Streuvels, 1871-1969, 1971
  • André DEMEDTS, Stijn Streuvels, een terugblik op leven en werk, 1971
  • Johan ROELSTRAETE, De voorouders van Stijn Streuvels, Familia et Patria, Handzame, 1971.
  • Fernand BONNEURE, Stijn Streuvels, in: Brugge Beschreven. Hoe een stad in teksten verschijnt, Brussel, Elsevier, 1984.
  • Raf SEYS, Stijn Streuvels, in: Lexicon van West-Vlaamse schrijvers', Torhout, Deel 2, 1985.
  • Kathryn SMITS, Een nieuwe kijk op de jonge Streuvels: de briefwisseling met Emmanuel De Bom en het werk uit de eerste jaren, Kapellen, 1993.
  • Toon BREES, Frank Lateur, in: Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, 1997
  • Ludo SIMONS, Het derde leven van Stijn Streuvels, in: Verhalen voor Vlaanderen, 1997
  • Tom SINTOBIN, Wie schaft er op de woorden?' Over de beschrijving en het beschrijvende bij Stijn Streuvels , 2002
  • Kathryn SMITS Een aardig bundeltje brieven. Stijn Streuvels en Emmanuel De Bom. De briefwisseling van de jaren 1900-1914, Pelckmans, Kapellen, 2005
  • Annelies ANSEEUW, Kunstwerken uit het schrijvershuis 'Het Lijsternest beschreven. Een stand van zaken, in: In de Steigers, 2010, blz. 31-39
  • Romain John VAN DE MAELE, Stijn Streuvels als vertaler van Vikingverhalen, in: Biekorf, 2016.
  • Laura SCHEVERNELS, Stijn Streuvels en de fono-commercie van Antoon van der Plaetse, in: Zuurvrij nr. 31, 2016.
  • Stijn VANCLOOSTER, Een boek dat me ten hoogste voldoet. De briefwisseling van Antoon Coolen en Stijn Streuvels, in: Zuurvrij, 2018.
  • Dirk VAN DUYSE, Streuvelscollectie Paul Thiers naar Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, in: De Gulden Passer, jg. 96, 2018, nr. 2, blz. 297-301.

  • Jaarboek van het Stijn Streuvelsgenootschap. Van 1995 tot 2019 zijn vierentwintig afleveringen verschenen van het Jaarboek, gepubliceerd door het Stijn Streuvelsgenootschap, met talrijke artikelen gewijd aan de schrijver en zijn werk, als volgt:
  • Deel I, Een tweede eeuw?, 1995
  • Deel II, De Vos en het Lijsternest, 1996
  • Deel III, Zoals ik u schreef, 1997
  • Deel IV, De huid van Mira, 1998
  • Deel V, Vrienden en wapenbroeders, 2000
  • Deel VI, Streuvels en zijn biografen, 2002
  • Deel VII, Ik was een versnoekte kwâjongen in mijn tijd, 2002
  • Deel VIII, Kerstwake, 2003
  • Deel IX, Levensbloesem, 2004
  • Deel X, Over Prutske van Stijn Streuvels, 2005
  • Deel XI, Jantje Verdure, 2006
  • Deel XII, Wie heet er u te slijten?. Over De Vlaschaard van Stijn Streuvels, 2007
  • Deel XIII, Een wijf is een wijf. Over mannen en vrouwen bij Stijn Streuvels, 2008
  • Deel XIV, Voor altijd onder de ogen: Streuvels en de beeldende kunsten, 2009
  • Deel XV, Stijn Streuvels en de Europese literatuur, 2010
  • Deel XVI, Stijn Streuvels en 'Heule', 2011
  • Deel XVII, Stijn Streuvels en 'Avelghem', 2012
  • Deel XVIII, Stijn Streuvels en 'Ingoyghem', 2013
  • Deel XIX, Stijn Streuvels als vertaler, 2014
  • Deel XX, Gedurig op den uitkijk. Stijn Streuvels en de Groote Oorlog, 2015
  • Deel XXI, Toon BREES, Stijn Streuvels: een kritische en biografische synthese, 2016.
  • Deel XXII, Jan Vindeveughel, peerdeknecht, 2017.
  • Deel XXIII, Nu danst de zomer, 2018.
  • Deel XXIV, Uitgelezen werk. Stijn Streuvels na vijftig jaar, 2019.

  • De redactie van de verschillende delen was in handen van:
  • Piet Thomas (delen 1 tot 6) Voor deel 2 ook Rik Van Daele
  • Marcel De Smedt (delen 7 tot 12, 16 tot 24)
  • Marcel De Smedt, Tom Sintobin, Johan De Smet, Hans Vandevoorde, Stijn van Clooster (delen 13 tot 15)

  • Stijn Streuvels, Berichten uit Lijsternest en Letterenhuis, augustus 2019. Een uitgave met artikels door o.m. Leentje Vandemeulebroecke, Leen Hunt, Jeroen Cornilly.

Biografen

André de Ridder, Filip De Pillecyn en André Demedts waren de eerste en belangrijkste Streuvelsbiografen, bij leven van Streuvels, tussen 1900 en 1970.

Na zijn dood verschenen talrijke bijdragen, zowel afzonderlijke (Albert Westerlinck, Luc Schepens, André Demedts, Ludo Simons enz.) als in de jaarboeken van het Stijn Streuvelsgenootschap, die de weg effenden naar een grondiger kennis van de auteur en zijn werk. In 2016 verscheen een monumentale kritische biografische synthese van de hand van Toon Breës .

Over Streuvels werd geschreven door Hedwig Speliers, die in 1964 een door Streuvels zelf gewaardeerd essay 'Een broertje dood aan Streuvels?' publiceerde in Wij, Galspuwers (1964). Hij vervolgde dit met:

  • Omtrent Streuvels. Het einde van een myte. Een anti-essay (1968).
  • in samenwerking met Georges Adé en Georges Wildemeersch (Universiteit Antwerpen), Afscheid van Streuvels (1971).
  • Die verrekte gelijkhebber (1974).
  • Album Stijn Streuvels, (1984), een fotobiografie.
  • Dag Streuvels: Ik ken den weg alleen (1995).
  • Als een oude Germaanse eik (1999).
  • Met politiek bemoei ik mij niet (2003).

Vooral de laatste drie werken gaven aanleiding tot discussie en felle kritiek. Historici verweten Speliers "pamfletten" te schrijven waarin hij zonder aandacht voor chronologie of voor grondige en kritische informatie, de vooringenomen thesis uitwerkte als zou bij Streuvels een vroege "duitsgezindheid" aanwezig zijn die tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog evolueerde tot een fascistische en zelfs nazistische aanhang. De door vele critici onomstootbaar bewezen onjuistheden worden afdoend samengevat in Toon Breës' Stijn Streuvels, Een kritische en biografische synthese. Van zijn geboorte tot vandaag (2016).

Eerbetoon

  • Straten vernoemd naar Stijn Streuvels
  • Standbeelden en grafmonument

[bron: wikipedia]
Zoekertjesnummer: m1978789724