De tol van de roem|Adriaan Jaeggi 9057134918

€ 10,00
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,94
120sinds 15 mei. '23, 17:43
Deel via
of

Kenmerken

ConditieZo goed als nieuw
Jaar (oorspr.)2000
Categorie-suggestieRomans
Auteurzie beschrijving

Beschrijving

||boek: De tol van de roem||Ooievaar

||door: Adriaan Jaeggi

||taal: nl
||jaar: 2000
||druk: 2e druk
||pag.: 247p
||opm.: pocket|zo goed als nieuw

||isbn: 90-5713-491-8
||code: 2:000029

--- Over het boek (foto 1): De tol van de roem ---

"De Tol van de Roem" vertelt het verhaal van een jonge trompettist met maar één passie in zijn leven: muziek. Als hij vier gelijkgestemde zielen ontmoet, waarmee hij een band vormt, lijkt zijn geluk volmaakt. Zijn dagen worden gevuld met repeteren, dromen, muziek schrijven en optredens regelen. Al gauw doet het woord de ronde over de bijzondere nieuwe band. De zalen lopen vol. Roem en fortuin lijken om de hoek te liggen. Maar intussen heeft de trompettist een nieuwe liefde ontmoet. Hoewel hij voor de buitenwereld makkelijk de schijn ophoudt van een cool cat en een bevlogen muzikant, wordt hij innerlijk verscheurd door een keuze die hij niet kan maken...

[bron: https--www.boekmeter.nl/book/20261]

1. Zakelijke gegevens.

Het boek "De tol van de roem" is geschreven door Adriaan Jaeggi. Adriaan Jaeggi (Wassenaar, 3 april 1963) is schrijver, dichter en columnist. Tijdens zijn schoolvakanties, en later tijdens zijn studie Engels in Leiden, werkte hij onder meer als snackbarhouder, ketelbink, duvelstoejager, jazztrombonist en vorkheftruckchauffeur. Het boek is verschenen in 1995 en het heeft 241 bladzijden. Het boek is uitgegeven door uitgeverij Ooievaar, onderdeel van uitgeverij Prometheus in Amsterdam. De genre van het verhaal is een roman.

2. Eerste reactie.

Ik heb dit boek gekozen omdat ten eerste de titel mij wel aansprak. Toen ik de korte inhoud had gelezen leek het mij wel een leuk boek om helemaal te lezen. Toen in hem net gelezen had vond ik het een heel leuk boek. Ik vond het einde heel goed passen bij wat er gebeurd was in het verhaal.

3. Verdieping.

Samenvatting: Het verhaal wordt verteld vanuit 1 persoon: de trompettist. In het hele boek wordt zijn naam niet genoemd dus noem ik hem gewoon de trompettist. De trompettist heeft 4 bandleden: Misha (saxofoon), Monte (bas), Dario (piano) en Hw (drum). De trompettist vertelt hoe moeilijk het in het begin ging; avonden zonder applaus, discussies over geld enz. En toen ze wat bekender werden, werd alles een stuk makkelijk. Iedereen kende de band. De trompettist vertelt over z'n lessen van vroeger. Die rare ademhalingsoefeningen en veel op het mondstuk oefenen. De trompettist oefende altijd een paar uur per dag. Zijn vader had het schuurtje dat achter het huis stond, schoon gemaakt zodat hij daar kon oefenen. Op school moet hij een studie gaan kiezen. Hij kiest voor de studie Engels. Na 4 jaar zit hij nog niet eens op de helft van z'n studie en stopt ermee. Hij vindt werk in de muziekbranche. Het duurde 3 jaar voordat zijn ouders eindelijk eens komen kijken. Ook heeft hij een vriendinnetje: Marije. Na een tijd is Marije er vandoor gegaan omdat ze het beide druk hadden en elkaar nooit zagen. De trompettist drinkt daarna veel. Het gaat daarom ook veel slechter met hem. De trompettist trad nog maar 1 keer per maand op. Toen een paar mensen niet konden moest hij andere mensen regelen. Dat waren Misha, Monte en Hw. Dario kwam er een week later bij. Zo is hij aan zijn bandleden gekomen. Als ze voor het eerst spelen lijkt het alsof ze al jaren samen spelen; alles ging perfect tijdens het repeteren. Vanaf dat moment wordt het een echte band. Dario gaat zelfs stukken schrijven voor de band. De band repeteert nu 2 á 3 keer per week. Op een avond worden ze een keer gebeld door een vriend van Dario; ze mogen optreden op een festival omdat een andere band had afgezegd. Ook ontmoet hij die avond de vriendin van Misha; Helen. Na een paar maanden kwam er een concert van hun. De zaal was bijna helemaal uitverkocht. De band speelde zeer goed en het publiek was ook heel enthousiast. De trompettist gaat het meest om met Misha. Ze praten veel over hoe het verder moet met de band. Toen ze een keer samen naar een concert zouden gaan werd het concert afgelast, en besluiten ze naar de kroeg te gaan. Helaas kan Misha niet en Helen kwam dat vertellen in de kroeg. In de kroeg zoenen de trompetist en Helen elkaar. De volgende dag belt de trompettist naar Helen en hebben ze het over wat er die avond daarvoor gebeurd was. Ze besluiten nog een keer af te spreken. De trompettist moet een biografie schrijven voor de band maar heeft geen inspiratie. De band heeft nog niet eens een naam. Later wordt de band de Mondo Pacific Band genoemd. Na de afspraak met Helen gaan ze samen naar zijn appartement en hebben seks, iets waar ze beide naar verlangden. Dario belt een keer om te berichten dat ze een vast stekkie hebben om te spelen en dat ze dus moesten repeteren. De trompettist had spierpijn en schaafwonden van de vrijpartij met Helen. Na de repetitie drinken ze wat en HW verslikt zich en Dario zei toen: "De tol van de roem; eerst beroemd worden, dan pas stikken in je kots". De band heeft veel succes. Ze hebben hun eerste cd uitgebracht en een tournee naar Schotland zat er ook in en ze zijn op tv geweest. Nu gaan ze 2 weken naar Damascus. In het vliegtuig ontmoet de trompettist John, die in Damascus werkt. In Damascus treden ze op voor saaie handelaren op feesten die niet eens naar de muziek luisteren. John regelt een soort concert voor ze, net buiten de stad waar de gewone bevolking komt die erg enthousiast over de muziek is. In Damascus gaan Dario en de trompetist naar een badhuis die John ze heeft aanbevolen. Dario denkt dat hij niet meer bij de groep hoort. Na een paar dagen gaan ze weer naar hetzelfde badhuis. Als de trompettist daar komt ziet hij een knalrode Dario; hij was in slaap gevallen bij het zwembad. In de sauna wordt Dario niet lekker en moet er hulp komen. De band kan dan de hele week niet meer spelen omdat Dario een zonnesteek heeft opgelopen en onder de blaren zit. Na thuiskomst spreekt de band elkaar 2 weken niet. Misha legt weer het eerste contact door data van de volgende speelavonden door te geven. De trompettist gaat naar Dario om dit weer door te geven en ontmoet ook Barbera die hem wel leuk vindt. De Mondo Pacific Band krijgt het drukker en richten een kantoor op. Ondertussen kan de trompettist Misha niet meer uitstaan vanwege Helen. Hij wordt steeds meer jaloers en kwaad. Na hun optreden in Duitsland spreken ze elkaar niet en de trompettist is kwaad geworden aan de telefoon op haar. Na oud en nieuw is HW jarig en daar ziet hij Helen en Misha weer. Als ze even alleen zijn verteld hij dat het zo niet langer door kan gaan en dat er een einde aan moet komen. Ze houden dat anderhalve maand vol en dan staat Helen weer voor de deur. Dan neemt de trompettist de beslissing om met de band te stoppen. Iedereen is kwaad op hem maar hij weet dat dit de beste oplossing is voor hem en Helen. Misha en Helen verhuizen naar het Zuiden en zo zullen ze elkaar nooit meer zien. De trompettist heeft nu weer een nieuwe vriendin: de Barbera die hij bij Dario thuis heeft ontmoet.

Ruimte. Het verhaal speelt zich af in een grote stad. Het verhaal duurt best wel lang. Al vanaf zijn jeugd begint de trompettist te vertellen. Van ongeveer 12 jaar oud totdat hij stopt met de band op z'n 30e.

Verhaalfiguren. De trompettist: Een man van normaal postuur. Hij is een verrader tegenover zijn beste vriend. Wel doet hij moeite voor iets wat hij echt graag wil doen.

Misha: Hij speelt saxofoon. Hij kan het goed vinden met de trompettist en is een beetje te goedgelovig in de mensen.

Monte: Hij speelt bas. Hij is een man van breed postuur. Hij houdt zich een beetje op de achtergrond en laat alles over zich heenkomen.

Dario: Hij is een echte organisator. Hij regelt van alles voor de band en weet ook alles wat goed voor hen is. Ook is hij een player. Hij heeft vaak nieuwe vriendinnetjes.

HW: Hij speelt drum en is vaak niet tevreden. Hij is een beetje een norse vent.

Marije: Zij was de eerste liefde van de trompettist. Ze is advocate.

Helen: Zij is slank en heeft blond haar. Zij is ook niet te vertrouwen omdat ze overspel pleegt met de trompetist tegenover Misha.

Barbera: Zij is de nieuwe vriendin van de trompettist nadat hij het had uitgemaakt met Helen.

4. Beoordeling.

Het verhaalelement leerzaam heeft voor mij een positieve uitwerking. Je moet nooit tegen een ander liegen. De passage waarin de trompettist de beslissing neemt om een einde te maken aan de affaire met Helen spreekt mij het meest aan. De trompettist ziet eindelijk in dat het fout is. Ik denk wel dat je dit kunt vergelijken met een ander boek. Eerst wordt de jeugd verteld en hoe alles tot stand is gekomen en daarna gaat het de mist in omdat mensen tegen elkaar liegen. Dit zie je ook veel in films. Het thema van het boek (overspel) vind ik een herkenbare situatie. Veel mensen wordt dit onrecht aan gedaan. Het taalgebruik in het boek is soms ingewikkeld. Het heeft veel met muziek te maken en er worden termen gebruikt die iemand zonder muzikale kennis niet zou begrijpen. Ik zou een ander wel aanraden om dit boek te lezen. Ik vind wel dat je er wat van kan leren. Liegen zal nooit lukken; de waarheid komt toch altijd wel boven drijven en je doet er heel veel mensen pijn mee.

[bron: https--www.scholieren.com/verslag/boekverslag-nederlands-de-tol-van-de-roem-door-adriaan-jaeggi]

[2012-06-06]

Het verhaal: We volgen een jonge Nederlandse trompettist, die aan de weg timmert in het wereldje van jazz en bigband. Hij sluit vriendschap met enkele collega-muzikanten, ze richten samen een jazz-combo op en worden vrij succesvol. Ondertussen echter raakt het hoofdpersonnage verliefd op de vriendin van zijn beste vriend, die het gevoel dan nog beantwoordt ook. Da's om problemen vragen, en daar draait het in de afloop van dit boek dan ook om.

Mijn oordeel: wat een banale liefdesstory van 13 in een dozijn zou kunnen worden, mondt uit in een heel mooi geschreven, passievolle roman over een ingewikkelde driehoeksverhouding. Dat het boek zich afspeelt in het muzikantenmilieu, is een extra troef. De beschrijving van een improvisatie-session tussen het hoofdpersonnage op trompet en zijn vriend op sax behoort tot de mooiste passages die ik ooit al heb gelezen. En maakte mij trouwens verdomd jaloers op muzikanten wiens instrument simpelweg een verlengde van hun lichaam wordt...

Eind-oordeel: 1/2

Mighty_k24 [bron: https--www.goodreads.com]

--- Over (foto 2): Adriaan Jaeggi ---

'Leven kan niet zonder humor' [2008-06-12]

Necrologie Adriaan Jaeggi (1963-2008) - Schrijver, dichter, columnist en trombonespeler Adriaan Jaeggi is dinsdagavond op 45-jarige leeftijd aan darmkanker overleden. Schrijver en muzikant Adriaen Jaeggi was een uiterst sympathieke man met gevoel voor humor en stijl.

Zijn ziekteperiode heeft kort geduurd. Op woensdag 20 februari had hij in Breda een optreden met collegaschrijvers Nico Dijkshoorn en Thomas Verbogt. "Daags daarna voelde hij zich niet lekker", herinnert een geschokte boekhandelaar René Hollaers zich. "De maandag daarop ging hij naar de huisarts. Die verwees hem direct door naar het ziekenhuis, waar darmkanker werd geconstateerd."

Adriaan Jaeggi woonde met zijn gezin in Amsterdam, werd geboren in Wassenaar, groeide op in Willemstad en studeerde Engelse taal en letterkunde in Leiden. In 1995 verscheen zijn eerste roman De tol van de roem. Hij werkte ook als redacteur bij de uitgeverijen Thomas Rap en De Bezige Bij, kreeg een column in De Groene Amsterdammer, en schreef verhalen en recensies voor onder andere NRC Handelsblad en - tot vorige week - Het Parool.

In 1999 brak hij door met zijn tweede roman Held van beroep. Het komisch-dramatische verhaal van een jongen die in West-Brabant opgroeit in een familie waar hij eigenlijk niet bij wil horen, werd genomineerd voor de Librisprijs en de AKO-prijs.

Aan Willemstad dacht hij met plezier terug en hij kwam er later nog geregeld ('het blijft een prachtig plaatsje'), zo viel te lezen in een interview met hem (BN/DeStem, 19 februari 2008). Hij was er gelukkig, 'voorzover mogelijk voor een te lange, te dunne jongen met een uilenbril en een bijna pathologische angst voor meisjes.' Hij was 'de jongen die in de zomer altijd bij het Belgisch oorlogsmonument friet stond te bakken, en daar altijd bij zweette'.

Ook aan Breda had hij veel herinneringen, zoals het optreden met de carnavalsbands Sillyputty en Glup de Kollebijne. 'Hoewel het laatste maar eenmalig was, omdat ik tijdens het eerste openbare optreden zo dronken was dat mijn vader mij de volgende ochtend van het politiebureau moest halen.'

Jaeggi was een sympathieke jongensachtige man met veel gevoel voor humor en stijl. 'Het leven kan niet zonder humor. Humor en muziek, en vooruit seks, zijn de enige dingen die het leven draaglijk maken.'

Leon Krijnen [bron: https--www.bndestem.nl/overig/leven-kan-niet-zonder-humor~a11281c3]

Adriaan Jan Jaeggi (Wassenaar, 3 april 1963 - Amsterdam, 10 juni 2008) was een Nederlandse columnist, schrijver en dichter.

Hij studeerde Engelse taal- en letterkunde aan de Universiteit Leiden. Zijn studie betaalde hij voor een groot deel met optredens als trombonist. Vlak voor zijn afstuderen werd hij redacteur van Propria Cures. Na zijn afstuderen (met een scriptie over Amerikaanse zwarte muziek en zwarte literatuur) trad hij in 1995 als redacteur in dienst bij de Amsterdamse uitgever Thomas Rap. Dat jaar publiceerde hij ook zijn eerste roman, De tol van de roem.

Na de dood van Thomas Rap in 1999 verhuisde Jaeggi mee naar uitgeverij De Bezige Bij, waar hij tweeënhalf jaar werkte als redacteur. In 1999 verscheen zijn tweede roman, Held van beroep. Deze beleefde vijf drukken, werd genomineerd voor de longlists van de AKO Literatuurprijs en de Libris literatuurprijs en bekroond met de Halewijnprijs. De roman inspireerde de band a balladeer tot het schrijven van Swim with Sam. In 2002 verscheen Jaeggi's eerste officiële dichtbundel, Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten. Twee gedichten hieruit werden opgenomen in Gerrit Komrijs befaamde bloemlezing Nederlandse Poëzie. In 2008 verscheen de bundeling van de gedichten die hij als Amsterdamse stadsdichter had geschreven: Het is hier altijd laat van licht; Amsterdamse stadsgedichten.

Adriaan Jaeggi schreef als columnist voor De Groene Amsterdammer en de Volkskrant. In 2004 verscheen een verzameling columns onder de titel Luxeproblemen. Tijdens de Boekenweek van 2006 verscheen Tromboneliefde, een autobiografisch essay over muziek en over hoe je moet leven. Dit werd na een maand herdrukt. In oktober 2006 verscheen Nog is Polen niet verloren.

Adriaan Jaeggi is Amsterdams eerste stadsdichter geweest (2006 en 2007). Hij maakte deel uit van de zogeheten Poule des Doods, een gezelschap dichters dat, op initiatief van de dichter F. Starik, bij toerbeurt met een gedicht de begrafenis begeleidt van iemand die eenzaam is gestorven. Medio 2008 overleed hij op 45-jarige leeftijd aan de gevolgen van darmkanker. Hij werd begraven op de Amsterdamse begraafplaats Zorgvlied.

[bron: wikipedia]

deadline [laatste blog]

Juni 1999, een dinsdagavond. Wij bevinden ons in het oude Parool-gebouw aan De Wibautstraat, temidden van de leden van de redactie van Propria Cures, die op dit moment niet zozeer roemrucht is als wel in opperste stress. Voor degenen die nooit in levenden lijve een verstrijkende deadline hebben meegemaakt: vergelijk het met het gevoel dat je vliegtuig op het punt van vertrekken staat terwijl jij nog twee norse gendarmes en een visumcontrole moet passeren, en je vanochtend in de haast je vingernagels te kort hebt afgeknipt.

Elk moment kan er van beneden een telefoontje komen, van de portier met nachtdienst: 'U bent de heren van de Propria? Uw koerier is er.' Dat is onze laatste waarschuwing: als de brommerkoerier zich meldt, steevast een Marokkaanse jongen van een jaar of vijftien van wie zijn helm voor eeuwig vergroeid lijkt met zijn hoofd, konden we ongeveer nog een kwartier uitstellen, dan was het onherroepelijk tijd en moest het blad naar de drukker, compleet of niet. Geen tijd voor laatste correcties per e-mail, e-mail stond nog in de kinderschoenen (sommige redacteuren schreven nog met de pen en de opmakers werkten nog met vlijmscherpe messen om de kopij te snijden - o verloren paradijs...)

Om mij heen leverden de andere redacteuren lachend hun laatste correcties in en maakten zich op om de Wibautstraat over te steken naar café Hesp, je kon de smaak van bier en leverworst al proeven, en ik had nog twee kolommen openstaan voor mijn stuk over Maarten Biesheuvel, Duke Ellington en de clown van Circus Renz.

Maar een blik op de klok leerde me dat ik het er dit keer teveel op had laten aankomen. Dit keer zou ik de deadline echt niet halen. Ik was niet geschikt voor dit vak. Voor het eerst in de roemruchte geschiedenis van PC zouden er twee lege kolommen in het blad staan. Tenwij er een wonder gebeurde.

Vandaag is het een heel ander soort deadline. Eigenlijk ben ik hem gisteravond al gepasseerd. Het lukte niet het stuk voor de krant van vandaag op tijd af te hebben. Ik lag gisteravond weliswaar in de aanslag, laptop op schoot, maar ik was te moe en had teveel ongemak om die simpele twee kolommen te schrijven. Bovendien moest ik me goed concentreren op de woorden van de man van Thuiszorg Amsterdam aan mijn bed, die me uitlegde hoe de morfinepomp werkte die hij net bij me had aangelegd. Daarmee zou ik verlost zijn van die bittere andere deadlines, drie keer per dag, dat het nog anderhalf uur duurde voor ik mijn pijnstillers weer mocht nemen.

Toen alle draadjes waren aangelegd en het principe van de pomp was uitgelegd was het middernacht. Ik deed het licht uit en propte het kussen onder mijn hoofd. Het had geen zin meer te proberen de twee norse gendarmes en de visumcontrole nog te te passeren op dit tijdstip. Mijn vingers schrijnden: nog geen anderhalve maand columnist bij Het Parool en er stonden al twee lege kolommen op de plaats van mijn stuk. Had ik dan helemaaal niets geleerd in al die jaren? Ik was niet geschikt voor dit vak. Tenzij er een wonder gebeurde.

Adriaan Jaeggi [bron: https--www.jaeggi.nl/weblog/archief/2008/06/deadline.html]

Ten slotte: Adriaan Jaeggi 1963-2008 [2008-06-11]

Romanschrijven is mijn vak, liet hij in februari nog optekenen. In die maand kreeg hij ook te horen dat hij darmkanker had. Met uitzaaiingen in de lever. Hij zette zich aan het schrijven van liefst twee romans. Die moesten nog af. Gisteravond overleed Adriaan Jaeggi (45), columnist en poëzierecensent van deze krant.

Adriaan Jaeggi (Wassenaar, 3 april 1963) studeerde Engelse taal- en letterkunde in Leiden. Begin jaren negentig, een jaar voor zijn afstuderen, werd hij redacteur van het Amsterdamse studentenweekblad Propria Cures. "Ik heb schrijven altijd leuk gevonden, maar toen begon het me te dagen dat het wel eens een roeping zou kunnen zijn. PC was in zekere zin mijn schrijfopleiding," zei hij in een interview.

In PC ontpopte hij zich ook als dichter, onder het pseudoniem Simon Troost (een combinatie van de voetballers Simon Tahamata en Sjaak Troost). Die gedichten werden in 1994 gebundeld in Cowboys hebben het maar makkelijk.

In 1995 verscheen zijn eerste roman: De tol van de roem (Bert Bakker). Hij was redacteur bij de uitgeverijen Thomas Rap en De Bezige Bij, kreeg een column in De Groene Amsterdammer en schreef voor onder andere Bunker Hill, NRC Handelsblad en deze krant.

In 1999 brak hij voorzichtig door met zijn tweede roman, Held van beroep. Het komisch-dramatische verhaal van een jongen die opgroeit in een familie waar hij eigenlijk niet bij wil horen, werd genomineerd voor de Libris- en de AKO-prijs, bekroond met de Halewijnprijs, en vertaald in het Duits. De roman kreeg goede kritieken, en vooral zijn talent om te ontroeren en te doen lachen werd geroemd.

Wrange geestigheid, zo zou je zijn stijl kunnen omschrijven, en dat waren ook de woorden die poëziecriticus Piet Gerbrandy (de Volkskrant) gebruikte om Jaeggi's in 2002 verschenen dichtbundel Sorry dat ik het paard en de hond heb doodgeschoten (Prometheus) te karakteriseren.

Zeer trots was Adriaan Jaeggi dat twee gedichten uit die bundel werden opgenomen in de befaamde bloemlezing van Gerrit Komrij: De Nederlandse poëzie van de negentiende en twintigste eeuw in duizend en enige gedichten. Jaeggi kreeg een column in Volkskrant Magazine. In 2004 verscheen een verzameling van die columns onder de titel Luxeproblemen.

Dat de literatuur hem bezighield, werd duidelijk toen hij in 2005 de Gouden Doerian in het leven riep, de prijs voor het slechtste literaire boek van het jaar. "Er komen zo veel slechte boeken uit." De prijs, eigenlijk een grap, ontketende tot zijn verbazing een storm van protest. "Ik vind het een vorm van fundamentalisme als je geen kritiek op boeken mag geven." Hij was niet bang dat ooit een boek van hemzelf zou worden genomineerd. "Ik heb vertrouwen in wat ik maak."

Dat bijna grenzeloze optimisme karakteriseerde Adriaan Jaeggi. Hij was geen pessimist, maar vond ook dat er gerelativeerd moest worden. Dat deed hij ook toen hij - hij was al ziek - in deze krant een column kreeg. Over de Gouden Doerian zei hij: "Maar als er één ding in Nederland serieus genomen wordt, is het literatuur wel. Dat juich ik natuurlijk toe, maar als het ten koste moet gaan van alle relativeringsvermogen en humor, dan maar niet serieus."

Hij had ook andere passies. Koken bijvoorbeeld, hij had een tijd een kookrubriek in de Volkskrant. En trombonespelen (in de Boekenweek van 2006 verscheen zijn novelle Tromboneliefde). Maar wat hij het liefst deed, was schrijven.

En recenseren. Jaeggi's poëzierecensies in deze krant waren helder, goed geschreven en, het is bijna vloeken in de kerk, vaak ook humoristisch. Hij probeerde de lezer in duidelijke taal wegwijs te maken in het poëzielandschap. Er bestonden voor hem geen uitgesproken poëtische wetten. Hij bestreed moedwillig moeilijk doen, maar vond ook dat als je de hermetische poëzie van Kees Ouwens wilde waarderen, je zijn taal moest leren.

In 2006 werd Jaeggi, op eigen initiatief, de eerste stadsdichter van Amsterdam. "De dorpsomroeper is terug," zei hij, maar hij nam zijn taak serieus en was ook zeer overtuigd van zijn eigen kunnen. "Natuurlijk zijn er in deze stad dichters met dezelfde of misschien wel betere kwalificaties. Ik noem Remco Campert, Menno Wigman, Frank Starik... Maar ja, die hebben niet gesolliciteerd." Hij schreef gedichten over de nieuwe bibliotheek (OBA), Willem Bilderdijk, en enkele eenzame uitvaarten. De stadsgedichten zijn dit jaar gebundeld onder de titel Het is hier altijd laat van licht (Nieuw Amsterdam).

Vorig jaar verscheen zijn derde roman, Edele dieren. Niet de grote en meeslepende roman, waaraan hij al jaren werkte, en waarin hij tijdelijk was vastgelopen, maar een roman die even voorrang kreeg. Het boek, over een stel vrienden die in een huis bij Napels hun vakantie doorbrengen, maar die droomvakantie ervaren als een pijnlijke mislukking, werd in deze krant beschreven als 'een krachtige, herkenbare, geestige, dreigende roman'.

In een nummer van het literaire tijdschrift Bunker Hill beschreef Jaeggi zijn worsteling met het schrijven van zijn derde roman. In dat stuk staat één van de mooiste zinnen uit de Nederlandse literatuur. Na jaren zwoegen is de roman voltooid. Hij beleeft een schitterende zomer. Dan schrijft hij: 'Ik zwom elke dag met mijn twee dochters, die in de tussentijd lange benen hadden gekregen.' Daar mag hij, postuum, nog wel een prijs voor krijgen.

Bij een bezoek, in de laatste weken, kwamen zijn twee jonge dochters nog ter sprake. Hij was bezig brieven aan ze te schrijven. Veel brieven. "Want ze mogen later niet vragen: wie was papa?" Hij zei het met een lach. Tot het laatste ogenblik een schrijver.

MAARTEN MOLL [bron: https--www.parool.nl/kunst-media/ten-slotte-adriaan-jaeggi-1963-2008~b1c35ead]

Sabine (58) zorgde tot zijn dood voor haar zieke man [2021-11-12]

'Hem verzorgen is een van de beste dingen die ik heb gedaan.'

Voormalig journalist Sabine Gieben was getrouwd met schrijver/muzikant Adriaan Jaeggi. Toen hij in 2008 darmkanker kreeg, werd zij zijn mantelzorger. Dat bleef ze tot zijn dood vijf maanden later.

'Het gebeurde heel plotseling. Hij was altijd een topfitte man, die nooit iets mankeerde. Opeens kreeg hij vreselijke buikpijn. Huisarts met vakantie, dus met een taxi naar het ziekenhuis, waar een darmafsluiting ontdekt werd.

'We vertelden nog even niet aan de kinderen dat hun vader dood zou gaan'

Binnen twee dagen geopereerd. Er bleek een fikse tumor te zitten en chemo werkte helaas niet op zijn soort kanker, dus toen was het einde verhaal. We hadden twee kleine kinderen, die we op aanraden van de ziekenhuispsycholoog toen nog niet vertelden dat hun vader dood zou gaan.

Het was een heksenketel in die tijd, het huis was voortdurend gevuld met vrienden en collega's. Ik moest veel ballen tegelijk in de lucht houden: voor Adriaan zorgen, kinderen naar school brengen en halen en het huis een beetje schoonhouden omdat de werkster het te eng vond om te komen.

'Adriaan was een makkelijke patiënt die alles leuk en fijn vond'

In de keuken was het een soort horecabedrijf vanwege al het bezoek dat een natje en droogje moest hebben. Gek genoeg was het ook een heel gezellige tijd, Adriaan was een makkelijke patiënt die alles leuk en fijn vond.

Hij sloot zich niet af, voor niemand. Hij ontving als een soort vorst alle mensen die bij hem op bezoek kwamen, heel lief. Hij was een man die zich er totaal niet voor schaamde dat mensen hem in zijn ziekte zagen.

Het was in die tijd prachtig weer. We zaten met twee jonge kinderen eigenlijk in de bloei van ons leven, maar tegelijkertijd was hij bezig dood te gaan.

'Ik was in staat hem pijnstillende injecties te geven'

We hebben geen moment overwogen hem in een hospice te laten opnemen, ik heb hem in m'n eentje verzorgd. Dat kon, ik was vijfenveertig en goed gezond en Adriaan kon gewoon in z'n eigen bed liggen en nog heel lang zelf naar de wc en onder de douche. Ik was in staat hem pijnstillende injecties te geven, ik wist hoe dat moest omdat ik mezelf een tijd lang heb moeten prikken tegen een allergie.

'Na zijn dood werd het heel stil in huis, de mensen gingen allemaal op zomervakantie'

Ik had hulp van een ambulant pijnstillingsteam dat een morfinepompje aanbracht. We konden zelf beslissen om dat soms wat hoger af te stellen. Hij stierf op 10 juni. Daarna werd het heel stil in huis, de mensen gingen allemaal op zomervakantie. De laatste week heeft hij zelf aan de kinderen verteld dat hij doodging.

'Het is niet erg als je kinderen je zien vallen, als ze je ook maar weer zien opstaan'

Ik ben ontzettend blij dat ik hem heb kunnen verzorgen, het is het een van de beste dingen die ik ooit gedaan heb. Ik had het niet willen missen, zo intens, zo dierbaar, zo dicht bij elkaar. Vier jaar na z'n dood ging het mis met me. Verlate rouw, ik werd depressief. Maar zoals een psycholoog toen tegen me zei: "Het is niet erg als je kinderen je zien vallen, als ze je ook maar weer zien opstaan." En dat is gelukkig gebeurd.'

Cisca Dresselhuys [bron: https--www.nouveau.nl/artikel/powervrouwen/sabine-58-zorgde-tot-zijn-dood-voor-haar-zieke-man?ref=https%3Awww.google.be/&authId=ea89fcf2-722e-405b-98e6-b9932a4a16a5]
Zoekertjesnummer: m1978517153