FoxPro 2.5 Programmers Reference(Win|DOS),Hawkins 1565292103€ 18,00
Kinderen van de Arbat|Anatali Rybakov 9035106296
120sinds 15 mei. '23, 12:07
€ 6,00
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 4,94
Kenmerken
ConditieGelezen
Jaar (oorspr.)1988
Auteurzie beschrijving
Beschrijving
||boek: Kinderen van de Arbat||bert bakker
||door: Anatali Rybakov
||taal: nl
||jaar: 1988
||druk: 2e druk
||pag.: 531p
||opm.: softcover|bladrandschade
||isbn: 90-351-0629-6
||code: 2:000014
--- Over het boek (foto 1): Kinderen van de Arbat ---
Kinderen van de Arbat is een roman van de Russisch-Joodse schrijver Anatoli Rybakov. Het is het eerste deel van een romancyclus over een periode uit de geschiedenis van de Sovjet-Unie onder Stalin, lopend van 1933 tot 1943. De cyclus heeft een sterk autobiografisch karakter. Rybakov begon er al aan eind jaren vijftig en had in 1965 reeds een eerste manuscript klaar. Uiteindelijk kon het boek pas verschijnen tijdens de glasnost, in 1987.
Hoofdfiguur van de roman is de overtuigde jonge communist en komsomolist Sasja Pankratov, een alter-ego van Rybakov. Hij wordt van de universiteit gestuurd omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan het schrijven van opruiende teksten voor een muurkrant. Uiteindelijk wordt hij gearresteerd. Aanvankelijk is hij strijdbaar, maar al snel ervaart hij de machteloosheid tijdens zijn gevangenschap en verhoren. uiteindelijk wordt hij gearresteerd en voor drie jaar verbannen naar Siberië, waar hij alle moeite doet iets van zijn menselijke waardigheid te behouden. Zo helpt hij een ontsnapte gevangene te ontkomen, ondanks alle risico's. Troost zoekt hij in de liefde voor een onderwijzeres.
Parallel aan het verhaal over Pankratov worden de levens gevolgd van diverse van zijn vrienden. Zo is er de geschiedenis van de zestienjarige Varja, die Sasja's manmoedige handelen aanvankelijk bewonderde, in een vlaag van onbezonnenheid trouwt met een biljarter, deze snel weer verlaat en uiteindelijk de enige van Sasja's vrienden blijkt die zich samen met diens moeder Sofia voor hem inzet tijdens zijn ballingschap, en pakjes blijft versturen. Varja's zus Nina is een rechtlijnig communiste, maar toont zich voortdurend te angstig om iets te ondernemen. Een andere studiegenoot van Pankratov, Joeri Sjarok, die een wat dubbelhartige verhouding heeft met Lena Boedjagina, de dochter van een hoge partijfunctionaris, treedt in dienst van de NKVD, komt daarmee aan de andere kant van de tafel te staan en maakt snel carrière. De mooie Vika Maresjevitsj, dochter van een vooraanstaande professor, probeert via contacten met rijke buitenlanders in het uitgangsleven van Moskou een soort van uitweg te vinden.
Kinderen van de Arbat geeft verder ook een geloofwaardig portret van Jozef Stalin, van binnenuit, met optekening van veel lange monologen. Zo laat hij Stalin meningen geven over de opbouw van de partij, de machtsstrijd die daarvoor nodig is, noodzakelijke zuiveringen, maar bijvoorbeeld ook over geschiedenis en literatuur. Uiteindelijk werkt de verhandeling toe naar een climax: de moord op de populaire partijleider van Leningrad Sergej Kirov, op 1 december 1934. De roman eindigt ermee dat Pankratov het bericht van de moord hoort in Siberië.
Bij het verschijnen van de roman werd Rybakov hogelijk geprezen om zijn psychologisch inlevingsvermogen in Stalins denken. Via een dwingende gedachtengang probeert hij onder andere aan te tonen dat Stalin direct de hand heeft gehad in de moord op Kirov, maar later zou blijken dat hij belangrijke motieven die bij Stalin eventueel meegespeeld kunnen hebben (Kirov zou tijdens het 17e partijcongres veel stemmen hebben gekregen bij de secretarisverkiezing, mogelijk zelfs meer dan Stalin) geen plek heeft kunnen geven, simpelweg omdat ze tijdens het schrijven nog niet bekend waren.
De verhaallijn van Kinderen van de Arbat wordt doorgetrokken in een drietal later geschreven vervolgboeken: 1935 en volgende jaren, Angst en Stof en as. In de eerste twee boeken wordt de lijn en de psychologische kracht van 'Kinderen van de Arbat' moeiteloos doorgetrokken. Er volgen uitgebreide beschrijvingen van de Moskouse Processen, het leven van Pankratov en diens ballingschap, de vervolgingen en zuiveringen en vooral van de voortdurende angst die onder de Russische bevolking heerste en het sociale leven nagenoeg verlamde. Opnieuw kruipt Rybakov ook weer in de huid van Stalin en beschrijft hij onder andere diens obsessie met Leon Trotski, die hij zou najagen tot in de dood. Het laatste deel van de cyclus, Stof en as, lijkt wat haastig en geforceerd naar een afronding toegeschreven (Pankratov sterft op het slagveld bij Stalingrad). Mogelijk kan dit worden toegeschreven aan Rybakovs zwakke gezondheid ten tijde van het schrijven ervan.
Kinderen van de Arbat bereikte binnen de Sovjet-Unie eind jaren tachtig miljoenenoplagen en werd wereldwijd vertaald en geprezen. De verschijning van de roman werd gezien als een markerend moment in de glasnost. De Nederlandse vertaling stamt uit 1988 en is van de hand van Aai Prins, Gerard Rasch, Frans Stapert en Maja de Vries. Binnen zes jaar verschenen er acht drukken.
Kinderen van de Arbat werd in 2004 in Rusland verfilmd en uitgezonden als zestiendelige televisieserie.
[bron: wikipedia]
[bron: https--www.bol.com]
De kinderen van de Arbat betekende in de Sovjetunie een sensatie omdat dit grotendeels autobiografische werk een radikale afrekening met het stalinisme inhield. De Arbat is een bekende hoofdstraat in Moskou, waar enkele van de figuren uit het boek wonen. Het verhaal speelt in 1934 aan de vooravond van de grote politieke processen, waarbij bekende politieke leiders op instigatie van Stalin werden geliquideerd. Rybakov beschrijft het lot van een jonge student, die onschuldig in de gevangenis belandt en later naar Siberië wordt verbannen.
[bron: https--www.hebban.nl]
Kinderen van de Arbat wordt door vele Sovjet-intellectuelen beschouwd als het belangrijkste boek van een Sovjet-auteur sinds Boris Pasternaks Dokter Zjivago. Voornamelijk omdat het onderwerpen behandelt die in de Sovjet-literatuur nooit aan bod zijn gekomen. Rybakovs roman is een literaire gebeurtenis: 'Hierna moeten onze geschiedenisboeken vervangen worden'. In de Sovjet-Unie werd al twintig jaar uitgezien naar de publicatie van de, grotendeels autobiografische, roman Kinderen van de Arbat. Dankzij de perestrojka kon het boek in 1987 in afleveringen verschijnen in een literair tijdschrift, dat vliegensvlug uitverkocht raakte en op de zwarte markt voor grof geld werd verhandeld.
Kinderen van de Arbat wordt gekenmerkt door een veelstemmigheid die herinnert aan Dostojevski. Anatoli Rybakov beschrijft de Sovjetsamenleving van de jaren 1933-1934 in al zijn geledingen: een communistisch studentenmilieu, de mondaine kringen van buitenlandse technici, het schemerige wereldje van intriganten, het leven in Siberische ballingschap en de bureaucratie van de partij. Ook kruipt Rybakov in de huid van de aanstichter van de Grote Terreur, Josef Stalin, iets wat enkele jaren geleden nog volstrekt ondenkbaar was. Stalin wordt geportretteerd als iemand die 'grilligheid, wantrouwen en haatdragendheid combineert met consequentie, ijzeren logica en formidabele machtsdrang'. Deze objectieve weergave van het stalinistische tijdperk maakt Kinderen van de Arbat tot een monument in de Russische literatuur.
[bron: https--www.goodreads.com]
In de herfst van 1987 werd ik door mijn goede vriend Frans Stapert benaderd om samen met hem en nog twee anderen voor uitgeverij Bert Bakker een roman te vertalen. Ik sprong een gat in de lucht. Na mijn afstuderen was ik erachter gekomen dat er in de slavistiek geen droog brood te verdienen viel; een handjevol vertalers had de boel stevig dichtgetimmerd, en uit de Sovjet-Unie kwam vrijwel geen belangwekkende nieuwe literatuur. Het uitzendbureau wilde alleen voor me bemiddelen als ik een cursus steno en blind typen ging volgen. Uiteindelijk belandde ik op de alarmcentrale van een verzekeringsmaatschappij, waar ik pechhulp aan automobilisten coördineerde en gestrande toeristen in Spanje en Duitsland hulp bood.
Maar het geval wilde dat met de perestrojka geleidelijk een stroom 'nieuwe' Russen onze kant uit begon te komen. Een van de meest geruchtmakende onder hen was Anatoli Rybakov, in eigen land vooral bekend als auteur van het spannende jongensboek 'De dolk' (1948). In 1951 had hij de Stalinprijs ontvangen voor zijn roman 'De chauffeurs'.
In het Westen wisten kenners dat hij al sinds de jaren zestig een lijvige roman klaar had liggen waarin Stalin als personage optrad en het toentertijd onbespreekbare thema van de Grote Terreur aan de orde kwam. Het hoofdpersonage, Sasja Pankratov, was geënt op Rybakov zelf, die net als Sasja Pankratov in de jaren dertig op een valse beschuldiging naar Siberië was verbannen. Rybakov had het manuscript al veel eerder in het buitenland kunnen publiceren, maar dit niet gedaan. Hij kende natuurlijk het akelige lot dat Pasternak en Pilnjak ten deel was gevallen nadat werk van hen zonder officiële toestemming in het buitenland was uitgebracht, maar het ging hem ook om het principe: hij wilde Kinderen van de Arbat pas aan de openbaarheid prijsgeven als zijn eigen land daarvoor vrij genoeg zou zijn, daarna was het buitenland aan de beurt.
Toen het onder Gorbatsjov in Rusland zover was, stonden buitenlandse uitgevers meteen in de rij. Mai Spijkers van Bert Bakker troefde de concurrenten af, en daarna was het zaak de roman in een noodvaart te laten vertalen om in ieder geval de Engelstalige editie vóór te zijn. Bert Bakker besloot de klus toe te vertrouwen aan vier vertalers, abusievelijk in de veronderstelling verkerend dat het vertaalproces zo vier keer zo snel zou gaan. Het werden Gerard Rasch, Maya de Vries, Frans Stapert en ik.
Gerard Rasch, die later de Nijhoffprijs zou krijgen, was al een gerenommeerd vertaler (uit het Deens, Pools en Russisch), en hij werd dan ook als de baas van het vertalerskwartet aangesteld. Maya de Vries had al vertaald voor uitgeverij Van Oorschot. Dat Frans en ik hoegenaamd geen vertalerservaring hadden deed er kennelijk niets toe. Naar de proefvertaling die wij inleverden werd niet omgekeken. Gerard zou later een dierbare vriend van me worden, maar toen joeg hij me de stuipen op het lijf. De eerste hoofdstukken die Frans en ik hem toestuurden kregen we retour onder een rood waas van correcties, doorhalingen en boze commentaren. In een begeleidend schrijven deed hij het nog eens dunnetjes over: schandalig! Als we dachten dat dit vertalen voorstelde, konden we meteen vertrekken. Het was een harde leerschool, waar ik overigens alleen maar profijt van heb gehad.
Uiteindelijk is het onder Gerards straffe leiding met de vertaling wel goed gekomen, denk ik. Rybakov, afkomstig uit de school van het socialistisch realisme, was geen ingewikkelde stylist. Uit angst op blunders te stuiten lees ik eigen vertalingen overigens nooit terug. Recensies repten ook niet van missers, maar ik durf het na al die jaren nog steeds niet aan. Kinderen van de Arbat (Bert Bakker 1988) beleefde diverse herdrukken - een succes dat natuurlijk ook te maken had met de publiciteit rond dit eerste 'perestrojka-boek'. Na Rybakov heb ik samen met Gerard nog een paar vertalingen gemaakt, waaronder twee delen Rybakov en Het Poesjkinhuis van Andrej Bitov. Toen ik helemaal op eigen benen stond hebben Gerard en ik nog lang elkaars vertalingen gelezen en becommentarieerd. In 2001 kreeg ik de Aleida Schot Prijs 2001 en in 2013 de Filter Vertaalprijs. Met dank aan Gerard.
Gerard overleed in 2003. Droevig genoeg zijn ook de twee andere vertalers van ons kwartet, Maya en Frans, er niet meer. Mede daarom neemt Kinderen van de Arbat, mijn eersteling, een bijzonder plekje in mijn hart in.
Behalve werk van Rybakov en Bitov vertaalde ik proza van Michail Boelgakov, Viktor Pelevin, Vladimir Sorokin, Sergej Dovlatov, Anton Tsjechov, Nikolaj Gogol, Boris Pasternak, teksten van Velimir Chlebnikov en anderen.
[bron: http--www.slavischeliteratuur.nl]
--- Over (foto 2): Anatali Rybakov ---
Anatoli Naoemovitsj Rybakov (Tsjernihiv, 14 januari 1911 - New York, 23 december 1998) was een Russisch schrijver van Joodse afkomst.
Rybakov groeide aanvankelijk op in en Joodse familie in de Oekraïne en verhuisde in 1919 naar Moskou. Begin jaren dertig werkte hij er als transportingenieur. In 1933 trad hij toe tot de Communistische partij, werd echter kort daarna gearresteerd en vervolgens voor drie jaar naar Siberië verbannen. Daarna werkte hij in verschillende baantjes, waarbij hij steeds van woonplaats wisselde uit angst weer opnieuw gearresteerd te worden.
Rybakov vocht tijdens de Tweede Wereldoorlog als tankcommandant in het Rode Leger en nam deel aan de verovering van Berlijn. Wegens bijzondere verdiensten werd hij na de oorlog gerehabiliteerd. Hij keerde terug naar Moskou en begon vanaf toen definitief te werken als schrijver.
In 1989 werd Rybakov voorzitter van het Russische PEN-centrum. Hij stierf in 1998 aan de gevolgen van een hartoperatie.
De Russische filmmaakster Marina Goldovskaja maakte in 2006 een film-documentaire over het leven van Rybakov in de jaren dertig.
Rybakov was reeds een geprezen auteur in de Sovjettijd. Hij won de Stalinprijs in 1948 en 1951. Ook genoot hij bekendheid als schrijver van kinderboeken, waarvan Dirk (1948) en Bronzen adelaar (1956) erg populair waren in de Sovjet-Unie. Internationaal brak hij door met Het zware zand (1979), over het lot van een Joodse familie tijdens de nazi-bezetting.
Rybakov is echter vooral bekend geworden door zijn semiautobiografisch vierluik, dat begon met Kinderen van de Arbat (Russisch: Deti Arbata). 'De kinderen van de Arbat' werd geschreven eind jaren vijftig, maar kon pas in 1987 verschijnen. Het boek werd al snel tot een icoon van de glasnost.
'De kinderen van de Arbat' beschrijft de eerste golf van vervolgingen in de Stalin-periode, van 1933 tot 1935. Hoofdpersoon is de overtuigde communistische student Saja Pankratov, die vanwege een kleinigheid vervolgd en uiteindelijk verbannen wordt. Parallel aan het verhaal van Saja Pankratov lopen door het boek nog een veelheid aan verhaallijnen rondom zijn familieleden en vrienden.
Bijzonder is de wijze waarop Rybakov Stalin beschrijft, als het ware in zijn huid kruipt. Hij maakt de denkwijze van Stalin heel aannemelijk en probeert zo de achtergronden van de Stalinterreur meer begrijpelijk te maken.
De verhaallijn van 'De kinderen van de Arbat' wordt doorgetrokken in een drietal later geschreven vervolgboeken: '1935 en volgende jaren', 'Angst' en 'Stof en as'.
Bibliografie (selectie)
[bron: wikipedia]
Anatoly Rybakov, in full Anatoly Naumovich Rybakov, pseudonym of A.N. Aronov, (born Jan. 1 [Jan. 14, New Style], 1911, Chernigov, Ukraine, Russian Empire [now Chernihiv, Ukraine]-died Dec. 23, 1998, New York, N.Y., U.S.), Russian author whose novels of life in the Soviet Union under Joseph Stalin's dictatorship were published - and became popular - after the institution of glasnost in the late 1980s.
In 1933 Rybakov completed his studies in transport engineering and soon after was arrested for making "subversive" statements. Exiled to Siberia for three years, he cleared his record by serving in the Soviet army during World War II. After the war he turned to writing, producing first a popular children's novel, Kortik (1948; The Dirk), then an adult novel, Voditeli (1950; "The Drivers"), which won the Stalin Prize; these and several of Rybakov's subsequent novels were made into films or television series in the Soviet Union. The individual's responsibility to himself and to society as a whole was the ongoing theme of his fiction.
Jewish himself, Rybakov wrote of the plight of Russian Jews confronting Nazi invaders during World War II in Tyazhyoly pesok (1979; Heavy Sand), an epic novel that brought him an international audience. With the arrival of Premier Mikhail Gorbachev's policy of glasnost, Rybakov was allowed to publish Deti Arbata (1987; Children of the Arbat), much of which had been suppressed for more than two decades. The work presents a horrifying view of Stalin's brutal rule in the early 1930s; Sasha, the hero, is a thinly disguised version of the author. Strakh (1990; Fear), which presents the techniques of interrogation and torture used by the NKVD, the Soviet secret police, and Prakh i pepel (1996; Dust and Ashes) complete the Arbat trilogy.
Rybakov's novels were extremely popular, but critics of all factions declared them artistically flawed and lacking in historical accuracy. Shortly before his death he wrote his autobiography, Roman-vospominaniye (1997; "A Novel-Memoir").
[source: https--www.britannica.com]
||door: Anatali Rybakov
||taal: nl
||jaar: 1988
||druk: 2e druk
||pag.: 531p
||opm.: softcover|bladrandschade
||isbn: 90-351-0629-6
||code: 2:000014
--- Over het boek (foto 1): Kinderen van de Arbat ---
Kinderen van de Arbat is een roman van de Russisch-Joodse schrijver Anatoli Rybakov. Het is het eerste deel van een romancyclus over een periode uit de geschiedenis van de Sovjet-Unie onder Stalin, lopend van 1933 tot 1943. De cyclus heeft een sterk autobiografisch karakter. Rybakov begon er al aan eind jaren vijftig en had in 1965 reeds een eerste manuscript klaar. Uiteindelijk kon het boek pas verschijnen tijdens de glasnost, in 1987.
Hoofdfiguur van de roman is de overtuigde jonge communist en komsomolist Sasja Pankratov, een alter-ego van Rybakov. Hij wordt van de universiteit gestuurd omdat hij zich schuldig zou hebben gemaakt aan het schrijven van opruiende teksten voor een muurkrant. Uiteindelijk wordt hij gearresteerd. Aanvankelijk is hij strijdbaar, maar al snel ervaart hij de machteloosheid tijdens zijn gevangenschap en verhoren. uiteindelijk wordt hij gearresteerd en voor drie jaar verbannen naar Siberië, waar hij alle moeite doet iets van zijn menselijke waardigheid te behouden. Zo helpt hij een ontsnapte gevangene te ontkomen, ondanks alle risico's. Troost zoekt hij in de liefde voor een onderwijzeres.
Parallel aan het verhaal over Pankratov worden de levens gevolgd van diverse van zijn vrienden. Zo is er de geschiedenis van de zestienjarige Varja, die Sasja's manmoedige handelen aanvankelijk bewonderde, in een vlaag van onbezonnenheid trouwt met een biljarter, deze snel weer verlaat en uiteindelijk de enige van Sasja's vrienden blijkt die zich samen met diens moeder Sofia voor hem inzet tijdens zijn ballingschap, en pakjes blijft versturen. Varja's zus Nina is een rechtlijnig communiste, maar toont zich voortdurend te angstig om iets te ondernemen. Een andere studiegenoot van Pankratov, Joeri Sjarok, die een wat dubbelhartige verhouding heeft met Lena Boedjagina, de dochter van een hoge partijfunctionaris, treedt in dienst van de NKVD, komt daarmee aan de andere kant van de tafel te staan en maakt snel carrière. De mooie Vika Maresjevitsj, dochter van een vooraanstaande professor, probeert via contacten met rijke buitenlanders in het uitgangsleven van Moskou een soort van uitweg te vinden.
Kinderen van de Arbat geeft verder ook een geloofwaardig portret van Jozef Stalin, van binnenuit, met optekening van veel lange monologen. Zo laat hij Stalin meningen geven over de opbouw van de partij, de machtsstrijd die daarvoor nodig is, noodzakelijke zuiveringen, maar bijvoorbeeld ook over geschiedenis en literatuur. Uiteindelijk werkt de verhandeling toe naar een climax: de moord op de populaire partijleider van Leningrad Sergej Kirov, op 1 december 1934. De roman eindigt ermee dat Pankratov het bericht van de moord hoort in Siberië.
Bij het verschijnen van de roman werd Rybakov hogelijk geprezen om zijn psychologisch inlevingsvermogen in Stalins denken. Via een dwingende gedachtengang probeert hij onder andere aan te tonen dat Stalin direct de hand heeft gehad in de moord op Kirov, maar later zou blijken dat hij belangrijke motieven die bij Stalin eventueel meegespeeld kunnen hebben (Kirov zou tijdens het 17e partijcongres veel stemmen hebben gekregen bij de secretarisverkiezing, mogelijk zelfs meer dan Stalin) geen plek heeft kunnen geven, simpelweg omdat ze tijdens het schrijven nog niet bekend waren.
De verhaallijn van Kinderen van de Arbat wordt doorgetrokken in een drietal later geschreven vervolgboeken: 1935 en volgende jaren, Angst en Stof en as. In de eerste twee boeken wordt de lijn en de psychologische kracht van 'Kinderen van de Arbat' moeiteloos doorgetrokken. Er volgen uitgebreide beschrijvingen van de Moskouse Processen, het leven van Pankratov en diens ballingschap, de vervolgingen en zuiveringen en vooral van de voortdurende angst die onder de Russische bevolking heerste en het sociale leven nagenoeg verlamde. Opnieuw kruipt Rybakov ook weer in de huid van Stalin en beschrijft hij onder andere diens obsessie met Leon Trotski, die hij zou najagen tot in de dood. Het laatste deel van de cyclus, Stof en as, lijkt wat haastig en geforceerd naar een afronding toegeschreven (Pankratov sterft op het slagveld bij Stalingrad). Mogelijk kan dit worden toegeschreven aan Rybakovs zwakke gezondheid ten tijde van het schrijven ervan.
Kinderen van de Arbat bereikte binnen de Sovjet-Unie eind jaren tachtig miljoenenoplagen en werd wereldwijd vertaald en geprezen. De verschijning van de roman werd gezien als een markerend moment in de glasnost. De Nederlandse vertaling stamt uit 1988 en is van de hand van Aai Prins, Gerard Rasch, Frans Stapert en Maja de Vries. Binnen zes jaar verschenen er acht drukken.
Kinderen van de Arbat werd in 2004 in Rusland verfilmd en uitgezonden als zestiendelige televisieserie.
[bron: wikipedia]
- 'De breed opgezette roman geeft een bijzonder beeld van het leven in Rusland onder Stalin, zonder rancune maar kritisch, gedeeltelijk autobiografisch, intelligent.' --Fernand Auwera - Het Laatste Nieuws
- 'Kinderen van de Arbat van Anatoli Rybakov was in de Sovjetunie dé literaire sensatie van 1987. Het verschijnen van dit boek was voor de Russen het bewijs dat de glasnost nu ook tot de moderne letterkunde was doorgedrongen.' --Arthur Langeveld - De Groene Amsterdammer
- 'Rybakov vertelt zonder schroom en met een zekere nostalgie over de nog romantische schemertijd die vooraf zou gaan aan de lange nacht van de Grote Terreur.' --Bob van Huët - De Stem
- 'Kinderen van de Arbat laat zich lezen als een roman over de recente geschiedenis van een land. Over de macht die de staat kan uitoefenen over individuen en over een samenleving. En het is een geslaagde roman.' --Johan Oosterman - HN Magazine
[bron: https--www.bol.com]
De kinderen van de Arbat betekende in de Sovjetunie een sensatie omdat dit grotendeels autobiografische werk een radikale afrekening met het stalinisme inhield. De Arbat is een bekende hoofdstraat in Moskou, waar enkele van de figuren uit het boek wonen. Het verhaal speelt in 1934 aan de vooravond van de grote politieke processen, waarbij bekende politieke leiders op instigatie van Stalin werden geliquideerd. Rybakov beschrijft het lot van een jonge student, die onschuldig in de gevangenis belandt en later naar Siberië wordt verbannen.
[bron: https--www.hebban.nl]
Kinderen van de Arbat wordt door vele Sovjet-intellectuelen beschouwd als het belangrijkste boek van een Sovjet-auteur sinds Boris Pasternaks Dokter Zjivago. Voornamelijk omdat het onderwerpen behandelt die in de Sovjet-literatuur nooit aan bod zijn gekomen. Rybakovs roman is een literaire gebeurtenis: 'Hierna moeten onze geschiedenisboeken vervangen worden'. In de Sovjet-Unie werd al twintig jaar uitgezien naar de publicatie van de, grotendeels autobiografische, roman Kinderen van de Arbat. Dankzij de perestrojka kon het boek in 1987 in afleveringen verschijnen in een literair tijdschrift, dat vliegensvlug uitverkocht raakte en op de zwarte markt voor grof geld werd verhandeld.
Kinderen van de Arbat wordt gekenmerkt door een veelstemmigheid die herinnert aan Dostojevski. Anatoli Rybakov beschrijft de Sovjetsamenleving van de jaren 1933-1934 in al zijn geledingen: een communistisch studentenmilieu, de mondaine kringen van buitenlandse technici, het schemerige wereldje van intriganten, het leven in Siberische ballingschap en de bureaucratie van de partij. Ook kruipt Rybakov in de huid van de aanstichter van de Grote Terreur, Josef Stalin, iets wat enkele jaren geleden nog volstrekt ondenkbaar was. Stalin wordt geportretteerd als iemand die 'grilligheid, wantrouwen en haatdragendheid combineert met consequentie, ijzeren logica en formidabele machtsdrang'. Deze objectieve weergave van het stalinistische tijdperk maakt Kinderen van de Arbat tot een monument in de Russische literatuur.
[bron: https--www.goodreads.com]
In de herfst van 1987 werd ik door mijn goede vriend Frans Stapert benaderd om samen met hem en nog twee anderen voor uitgeverij Bert Bakker een roman te vertalen. Ik sprong een gat in de lucht. Na mijn afstuderen was ik erachter gekomen dat er in de slavistiek geen droog brood te verdienen viel; een handjevol vertalers had de boel stevig dichtgetimmerd, en uit de Sovjet-Unie kwam vrijwel geen belangwekkende nieuwe literatuur. Het uitzendbureau wilde alleen voor me bemiddelen als ik een cursus steno en blind typen ging volgen. Uiteindelijk belandde ik op de alarmcentrale van een verzekeringsmaatschappij, waar ik pechhulp aan automobilisten coördineerde en gestrande toeristen in Spanje en Duitsland hulp bood.
Maar het geval wilde dat met de perestrojka geleidelijk een stroom 'nieuwe' Russen onze kant uit begon te komen. Een van de meest geruchtmakende onder hen was Anatoli Rybakov, in eigen land vooral bekend als auteur van het spannende jongensboek 'De dolk' (1948). In 1951 had hij de Stalinprijs ontvangen voor zijn roman 'De chauffeurs'.
In het Westen wisten kenners dat hij al sinds de jaren zestig een lijvige roman klaar had liggen waarin Stalin als personage optrad en het toentertijd onbespreekbare thema van de Grote Terreur aan de orde kwam. Het hoofdpersonage, Sasja Pankratov, was geënt op Rybakov zelf, die net als Sasja Pankratov in de jaren dertig op een valse beschuldiging naar Siberië was verbannen. Rybakov had het manuscript al veel eerder in het buitenland kunnen publiceren, maar dit niet gedaan. Hij kende natuurlijk het akelige lot dat Pasternak en Pilnjak ten deel was gevallen nadat werk van hen zonder officiële toestemming in het buitenland was uitgebracht, maar het ging hem ook om het principe: hij wilde Kinderen van de Arbat pas aan de openbaarheid prijsgeven als zijn eigen land daarvoor vrij genoeg zou zijn, daarna was het buitenland aan de beurt.
Toen het onder Gorbatsjov in Rusland zover was, stonden buitenlandse uitgevers meteen in de rij. Mai Spijkers van Bert Bakker troefde de concurrenten af, en daarna was het zaak de roman in een noodvaart te laten vertalen om in ieder geval de Engelstalige editie vóór te zijn. Bert Bakker besloot de klus toe te vertrouwen aan vier vertalers, abusievelijk in de veronderstelling verkerend dat het vertaalproces zo vier keer zo snel zou gaan. Het werden Gerard Rasch, Maya de Vries, Frans Stapert en ik.
Gerard Rasch, die later de Nijhoffprijs zou krijgen, was al een gerenommeerd vertaler (uit het Deens, Pools en Russisch), en hij werd dan ook als de baas van het vertalerskwartet aangesteld. Maya de Vries had al vertaald voor uitgeverij Van Oorschot. Dat Frans en ik hoegenaamd geen vertalerservaring hadden deed er kennelijk niets toe. Naar de proefvertaling die wij inleverden werd niet omgekeken. Gerard zou later een dierbare vriend van me worden, maar toen joeg hij me de stuipen op het lijf. De eerste hoofdstukken die Frans en ik hem toestuurden kregen we retour onder een rood waas van correcties, doorhalingen en boze commentaren. In een begeleidend schrijven deed hij het nog eens dunnetjes over: schandalig! Als we dachten dat dit vertalen voorstelde, konden we meteen vertrekken. Het was een harde leerschool, waar ik overigens alleen maar profijt van heb gehad.
Uiteindelijk is het onder Gerards straffe leiding met de vertaling wel goed gekomen, denk ik. Rybakov, afkomstig uit de school van het socialistisch realisme, was geen ingewikkelde stylist. Uit angst op blunders te stuiten lees ik eigen vertalingen overigens nooit terug. Recensies repten ook niet van missers, maar ik durf het na al die jaren nog steeds niet aan. Kinderen van de Arbat (Bert Bakker 1988) beleefde diverse herdrukken - een succes dat natuurlijk ook te maken had met de publiciteit rond dit eerste 'perestrojka-boek'. Na Rybakov heb ik samen met Gerard nog een paar vertalingen gemaakt, waaronder twee delen Rybakov en Het Poesjkinhuis van Andrej Bitov. Toen ik helemaal op eigen benen stond hebben Gerard en ik nog lang elkaars vertalingen gelezen en becommentarieerd. In 2001 kreeg ik de Aleida Schot Prijs 2001 en in 2013 de Filter Vertaalprijs. Met dank aan Gerard.
Gerard overleed in 2003. Droevig genoeg zijn ook de twee andere vertalers van ons kwartet, Maya en Frans, er niet meer. Mede daarom neemt Kinderen van de Arbat, mijn eersteling, een bijzonder plekje in mijn hart in.
Behalve werk van Rybakov en Bitov vertaalde ik proza van Michail Boelgakov, Viktor Pelevin, Vladimir Sorokin, Sergej Dovlatov, Anton Tsjechov, Nikolaj Gogol, Boris Pasternak, teksten van Velimir Chlebnikov en anderen.
[bron: http--www.slavischeliteratuur.nl]
--- Over (foto 2): Anatali Rybakov ---
Anatoli Naoemovitsj Rybakov (Tsjernihiv, 14 januari 1911 - New York, 23 december 1998) was een Russisch schrijver van Joodse afkomst.
Rybakov groeide aanvankelijk op in en Joodse familie in de Oekraïne en verhuisde in 1919 naar Moskou. Begin jaren dertig werkte hij er als transportingenieur. In 1933 trad hij toe tot de Communistische partij, werd echter kort daarna gearresteerd en vervolgens voor drie jaar naar Siberië verbannen. Daarna werkte hij in verschillende baantjes, waarbij hij steeds van woonplaats wisselde uit angst weer opnieuw gearresteerd te worden.
Rybakov vocht tijdens de Tweede Wereldoorlog als tankcommandant in het Rode Leger en nam deel aan de verovering van Berlijn. Wegens bijzondere verdiensten werd hij na de oorlog gerehabiliteerd. Hij keerde terug naar Moskou en begon vanaf toen definitief te werken als schrijver.
In 1989 werd Rybakov voorzitter van het Russische PEN-centrum. Hij stierf in 1998 aan de gevolgen van een hartoperatie.
De Russische filmmaakster Marina Goldovskaja maakte in 2006 een film-documentaire over het leven van Rybakov in de jaren dertig.
Rybakov was reeds een geprezen auteur in de Sovjettijd. Hij won de Stalinprijs in 1948 en 1951. Ook genoot hij bekendheid als schrijver van kinderboeken, waarvan Dirk (1948) en Bronzen adelaar (1956) erg populair waren in de Sovjet-Unie. Internationaal brak hij door met Het zware zand (1979), over het lot van een Joodse familie tijdens de nazi-bezetting.
Rybakov is echter vooral bekend geworden door zijn semiautobiografisch vierluik, dat begon met Kinderen van de Arbat (Russisch: Deti Arbata). 'De kinderen van de Arbat' werd geschreven eind jaren vijftig, maar kon pas in 1987 verschijnen. Het boek werd al snel tot een icoon van de glasnost.
'De kinderen van de Arbat' beschrijft de eerste golf van vervolgingen in de Stalin-periode, van 1933 tot 1935. Hoofdpersoon is de overtuigde communistische student Saja Pankratov, die vanwege een kleinigheid vervolgd en uiteindelijk verbannen wordt. Parallel aan het verhaal van Saja Pankratov lopen door het boek nog een veelheid aan verhaallijnen rondom zijn familieleden en vrienden.
Bijzonder is de wijze waarop Rybakov Stalin beschrijft, als het ware in zijn huid kruipt. Hij maakt de denkwijze van Stalin heel aannemelijk en probeert zo de achtergronden van de Stalinterreur meer begrijpelijk te maken.
De verhaallijn van 'De kinderen van de Arbat' wordt doorgetrokken in een drietal later geschreven vervolgboeken: '1935 en volgende jaren', 'Angst' en 'Stof en as'.
Bibliografie (selectie)
- 1948 - De dolk
- 1978 - Het zware zand
- 1987 - Kinderen van de Arbat
- 1989 - 1935 en volgende jaren
- 1990 - Angst
- 1994 - Stof en as
[bron: wikipedia]
Anatoly Rybakov, in full Anatoly Naumovich Rybakov, pseudonym of A.N. Aronov, (born Jan. 1 [Jan. 14, New Style], 1911, Chernigov, Ukraine, Russian Empire [now Chernihiv, Ukraine]-died Dec. 23, 1998, New York, N.Y., U.S.), Russian author whose novels of life in the Soviet Union under Joseph Stalin's dictatorship were published - and became popular - after the institution of glasnost in the late 1980s.
In 1933 Rybakov completed his studies in transport engineering and soon after was arrested for making "subversive" statements. Exiled to Siberia for three years, he cleared his record by serving in the Soviet army during World War II. After the war he turned to writing, producing first a popular children's novel, Kortik (1948; The Dirk), then an adult novel, Voditeli (1950; "The Drivers"), which won the Stalin Prize; these and several of Rybakov's subsequent novels were made into films or television series in the Soviet Union. The individual's responsibility to himself and to society as a whole was the ongoing theme of his fiction.
Jewish himself, Rybakov wrote of the plight of Russian Jews confronting Nazi invaders during World War II in Tyazhyoly pesok (1979; Heavy Sand), an epic novel that brought him an international audience. With the arrival of Premier Mikhail Gorbachev's policy of glasnost, Rybakov was allowed to publish Deti Arbata (1987; Children of the Arbat), much of which had been suppressed for more than two decades. The work presents a horrifying view of Stalin's brutal rule in the early 1930s; Sasha, the hero, is a thinly disguised version of the author. Strakh (1990; Fear), which presents the techniques of interrogation and torture used by the NKVD, the Soviet secret police, and Prakh i pepel (1996; Dust and Ashes) complete the Arbat trilogy.
Rybakov's novels were extremely popular, but critics of all factions declared them artistically flawed and lacking in historical accuracy. Shortly before his death he wrote his autobiography, Roman-vospominaniye (1997; "A Novel-Memoir").
[source: https--www.britannica.com]
Zoekertjesnummer: m1978378633
Populaire zoektermen
snoecks boekenboeken geert verhelstpraten met kinderenhoe en waarom boekenlot boekenboeken vogelskinderen spelletjesOverige Boekenkinderen bewegenboeken geert verhelsttaal en letterkunde boekenbijbel voor kinderenmarijke boekende bijzondere kinderenvintage speakers in Luidsprekerboxenhonda in Stepsco2 fles in Vissen | Aquaria en Toebehorenhilti nagels in Gereedschap | Handgereedschapaardappelrooier 1 rij in Landbouw | Werktuigenschilderij jef in Kunst | Schilderijen | Klassiekplooibaar bedden in Slaapkamer | Beddenchapeau in Feestartikelenparklegger little dutch in Babyparkenvespa kortrijk in Motoren Inkoop