LEGION ÉTRANGÈRE SOUVENIR KOLONIALE MILITAIRE CAMPAGNEOORLOG

VREEMDELINGENLEGIOEN - ORIGINEEL KOLONIAAL SOUVENIR VAN DE MILITAIRE CAMPAGNE TIJDENS DE ALGERIJNSE OORLOG. *TRADITIONELE DOLKDOLK UIT DE REGIO CONSTANTIJN (WEST-ALGERIJE), TERUGGEVONDEN DOOR EEN FRANSE SOLDAAT IN HET AFRIKAANSE LEGER TIJDENS DE EERSTE JAREN VAN DE BEZETTING 1830 - 1845. --------- ZEER ZELDZAAM ------------ AFMETINGEN: - TOTAAL: 39 CM - TOTAAL: 39 CM - HET HANDVAT: 13 CM - HET BLAD: 23 CM
De Constantijn-expeditie van 1837, in Algerije, werd beslist door Louis-Philippe I en het hoofd van zijn regering, graaf Molé, in de zomer van 1837, op een moment dat, met de consolidatie van de juli-monarchie en het herstel van de economische welvaart, de koning overweegt een ontbinding van de Kamer van Afgevaardigden. Net als Karel X in 1830 met de Algiers Expeditie (1830) probeerde de Franse koning een beter resultaat te behalen bij de verkiezingen door het land een beetje militaire glorie te bieden en de mislukking van de Constantijn-expeditie van 1836 te wreken. Eind augustus was de voorbereiding van de expeditie aanleiding voor een levendige rivaliteit tussen de twee oudste zonen van de koning, de hertog van Orléans en de hertog van Nemours, die streden om de eer van deelname: de eerste was van mening dat hij als ouderling van rechtswege de hoofdrol speelde, terwijl de laatste, die vorig jaar deelnam aan de mislukte expeditie, vastbesloten was deze vernedering te wreken. Uiteindelijk is het de oudste die zich neerbuigt3. Het leger kwam bijeen in het kamp Medjez-Ammar (met verwijzing naar Ammar Benzagouta, commandant van de troepen van de Bey), gevestigd aan de oevers van de Seybouse, tegenover Ghelma, halverwege Bône tot Constantijn. Onder bevel van generaal Damrémont, gouverneur-generaal, had het als stafchef de maarschalk van Camp Perrégaux, bijgestaan door kolonel Schauenburg; de 1e brigade, de voorhoede, stond onder bevel van de hertog van Nemours, de 2e, 3e en 4e stonden op bevel van de generaals Trézel en de 4e onder het bevel van de generaals Trézel en Joseph Valcellin Rullière; ée voerde het bevel over de artillerie, en generaal Rohault de Flelière Ury, het genie. Het Franse leger verliet Bône op 1 oktober. Op 13 oktober werd de zegevierende aanval begonnen door generaal Damrémont, die werd meegesleept door een kanonskogel, en voltooid door zijn opvolger, generaal Valée. Deze laatste werd op 11 november tot maarschalk van Frankrijk verheven en op 1 december benoemd tot gouverneur-generaal van Algerije.
„Op 1 oktober verliet het Franse leger het kamp Merdjez-Hammar om naar Constantijn te marcheren. Het bestond uit vier brigades, die elk nauwelijks de sterkte hadden van een regiment; het totaal bestond uit niet meer dan 7.000 manschappen. [5] De eerste twee brigades, onder bevel van de hertog van Nemours en generaal Trézel, bivakkeerden op 1 oktober op de hoogten van Rez-el-Akba6.” „Het Franse bivak was op dezelfde plek waar Achmet-Bey zijn bivak had. Op 2 oktober kampeerde het leger bij de marabout van Sidi-Tamtam. De derde en vierde brigade, onder bevel van generaal Rullière en kolonel Combes, bleven altijd een halve dag achter om het grote konvooi te beschermen dat met zijn vele auto's en muilezels twee mijlen verderop stond.” „Op de 3e kampeerde het leger in de buurt van Ouad-el-Aria. Vanuit Rez-el-Akba marcheerde het Franse leger een zeer hoog land binnen, waarvan de valleien minstens 1.500 voet boven zeeniveau lagen. De opmars van de Franse soldaten naar Constantijn duurde bijna zes dagen, hoewel deze stad slechts 19 mijlen verwijderd was van Merdjez-el-Hammar en 41 mijlen van Bône. Zodra het licht genoeg was om de weg te onderscheiden, begon de Franse voorhoede; alle lichamen volgden in de voorgeschreven volgorde. De artillerie en het enorme konvooi sleepten zich vervolgens voort, en toen kwamen de derde en vierde brigades, die zich op 1 oktober bij het leger voegden.” „In de vreselijke situatie waarin het Franse leger zich bevond, was er geen moment te verliezen bij het aanleggen van de batterijen van de bres.”