„De blauwe fiets” Régine Deforges (1981)

Augustus liep ten einde. Léa, de tweede dochter van Pierre Delmas, die net zeventien was geworden, zat met haar ogen half dicht, zittend op de nog warme steen van het muurtje van het Montillac terras, met haar gezicht naar de vlakte waar op sommige dagen de zeegeur van pijnbomen opsteeg, zwaaide met haar blote en gebruinde benen, met haar voeten bezaaid met gestreepte bazardaises. Léa's geluk lijkt even zeker als haar schoonheid. Verwikkeld in de hitte van deze laatste zomer, in de liefde van haar familie en de eerbied van haar vrijers, terwijl ze zonder terughoudendheid geniet van het platteland van Bordeaux en het landgoed Montillac dat eigendom is van haar vader, leidt ze een stralend leven dat veelbelovend belooft te zijn. Gekleed in een lichte, nutteloze jurk wordt ze dronken van deze geurige natuur van de loomheid die achteloosheid met zich meebrengt, klaar om te bezwijken voor de spelletjes van de liefde. En er lijkt niets op deze aarde te bestaan dat ervoor zou kunnen zorgen dat dat perfecte evenwicht wankelt. Niets anders dan dat het augustus 1939 is, dat Frankrijk zich in de Tweede Wereldoorlog stort en dat harmonie weldra plaats maakt voor chaos. Voor Léa is het dan een duik in een realiteit die haar ertoe zal aanzetten om te kiezen: vechten of sterven. Met La Bicyclette Bleue, waarin het korte en het grote verhaal vakkundig worden gecombineerd, signeert Régine Deforges het eerste deel van de avonturen van Léa Delmas, een even mooie als rebelse heldin die worstelt in de onrust van de geschiedenis. Erotiek en spanning onderstrepen dit verhaal met een sentimentele opvoeding in oorlogstijd waarvan het succes nooit is ontkend. --Hector Chavez