LES CENTAURES Willem M. ROGGEMAN Carlo GUARIENTI Cornélus

€ 3,50
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 3,75
890sinds 22 nov. '22, 15:29
Deel via
of

Kenmerken

ConditieZo goed als nieuw
Jaar (oorspr.)1980

Beschrijving

LES CENTAURES
Une autobiographie
WILLEM M. ROGGEMAN
Ed. Bruxelles, Andre de Rache, 1980.
Broché, couverture d' editeur illustrée n/b (dessin de Carlo Guarienti); 16,5 x 25,5cm, 69 pp. 165 gr.; pas coupé!.. Traduit par Henri Cornélus. Traduction de “De centauren” (1963).
État: petite tache bord inf. Int.: parfait.

Carlo Guarienti
Originario di Verona, nasce a Treviso nel 1923. Grazie a uno zio che si diletta di scultura e dal quale eredita il forno, all’età di quindici anni scopre la creta e plasma le prime sculture, a venti già disegna e dipinge. Si iscrive alla Facoltà di Medicina di Padova.
Nel 1942 si reca a Firenze, dove realizza le prime incisioni. Nel 1946 torna a Treviso, dove realizza alcune delle opere più importanti della sua prima produzione e studia le antiche tecniche di pittura, in sintonia con la contemporanea ricerca di Giorgio De Chirico che conosce personalmente e frequenta a Roma. Nel 1949 firma, assieme a Pietro Annigoni, Xavier e Antonio Bueno, Gregorio Sciltian, Ciovanni Acci e Alfredo Serri, il Manifesto del gruppo dei Pittori Moderni della Realtà.
Soggiorna in Spagna e al Prado di Madrid ammira la pittura di Tiziano e Velasquez. Nel 1953 organizza la sua prima mostra personale a Roma presso la galleria L’Obelisco e nello stesso anno espone a Parigi e a Milano. A metà degli anni Cinquanta, stimolato dalla lezione del contemporaneo Arturo Martini, elabora una poetica fantastica e visionaria e nel 1956 viene invitato alla XXVII° Biennale di Venezia e l’anno successivo alla Permanente di Milano.
Nel 1956 si trasferisce definitivamente a Roma, dove inizia a collaborare con la RAI per la realizzazione di numerose scenografie. Qui segue le attività dell’Istituto Centrale di Restauro avviando una lunga sperimentazione su tecniche e materiali alternativi all’olio, come la tempera all’uovo e il caseato di calcio. Amico di Goffredo Parise, Federico Fellini, Dino Buzzati, Alberto Savinio e Giorgio De Chirico, benché fosse immerso nelle atmosfere delle avanguardie novecentesche (la Metafisica e un Surrealismo rivissuto in chiave informale), ha sempre tenuto un rapporto dotto e appassionato con la grande tradizione pittorica. Senza rinunciare al consapevole uso delle tecniche tradizionali, Guarienti è un audace sperimentatore: pittore, scultore, grafico, illustratore, scenografo, non dimentica le sue esperienze nell’ambito del restauro degli affreschi.
Nel 1963 è tra i pittori selezionati per la Prima Antologica degli artisti romani che ha luogo a Roma a Palazzo delle Esposizioni e nel 1965 è chiamato a partecipare alla IX° Quadriennale romana.
Negli anni ’70 Guarienti riprende l’attività di incisore. L’ambito in cui si muove è ormai non solo nazionale, ma europeo e le sue opere trovano una larga diffusione sul mercato internazionale.
(Museo di Arte Contemporanea e del Novecento, Monsummano Terme PISTOIA)

WILLEM M. ROGGEMAN studeerde aan het Koninklijk Atheneum te Etterbeek waar hij de dichter Erik Van Ruysbeek als leraar Nederlands had. Hij studeerde economische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit te Gent waar hij bevriend werd met Paul Snoek. Vanaf 1959 tot 1981 was hij journalist op de culturele redactie van Het Laatste Nieuws waarin hij op advies van Jan Walravens werd opgenomen. Hij publiceerde er artikelen over literatuur, beeldende kunsten en jazz. Van 1981 tot 1993 was hij adjunct-directeur en waarnemend directeur van het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond te Amsterdam, waarvoor hij tentoonstellingen van belangrijke Vlaamse kunstenaars en literaire avonden met Vlaamse en Nederlandse auteurs organiseerde. Van 1982 tot 1989 was voorzitter van het Louis Paul Boon Genootschap; hij is het opnieuw sinds 2006. In 1999 werd hij cultureel ambassadeur van de gemeente Dilbeek. Hij woont in Groot-Bijgaarden.

Werk
Roggeman is geregeld te gast op internationale poëziefestivals in het buitenland. Hij publiceerde artikelen over beeldende kunst en kunstenaars in onder meer “Kunstbeeld” te Amsterdam en “Kunst en Cultuur” van het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel. Dichtbundels verschenen in vertaling in Bulgarije, Canada, Duitsland, Engeland, Frankrijk, Ierland, Italië, Macedonië, Polen, Rusland en Servië. Gedichten werden in Argentinië, Estland, Litouwen, Spanje, Verenigde Staten en Zuid-Afrika opgenomen in literaire tijdschriften en bloemlezingen. Gedichten werden ook in het Catalaans gepubliceerd. Componisten hebben muziek geschreven bij zijn gedichten. Kunstschilders hebben zijn verzen in beeld gebracht. Poëzie verscheen zowel in het Nederlands als in andere talen op posters, grammofoonplaten en CD’s.

Redacteurschap van literaire tijdschriften
Hij was lid van de redacties van de literaire tijdschriften Diagram (1963-1964), Kentering (1966-1976), De Vlaamse Gids (1970-1992), Argus (1978-1981), Atlantis (2001-2002) en Boelvaar poef (vanaf 2006).

Literaire onderscheidingen
1956: eerste prijs in de wedstrijd, uitgeschreven door de artistieke vereniging De Nevelvlek te Antwerpen. De jury bestond uit Gaston Burssens, Louis Paul Boon, Ben Cami en Hugo Raes. De bekroonde gedichten werd gepubliceerd in Het Cahier, het literaire tijdschrift uitgegeven door De Nevelvlek.
1963: Dirk Martensprijs van de stad Aalst voor de dichtbundel “Baudelaire verliefd”. De jury bestond uit Gaston Burssens, Louis Paul Boon, professor Herman Uyttersprot, André Demedts en Pieter G. Buckinx.
1974: De Louis Paul Boonprijs.
1975: Prijs van de stad Brussel.
1997: Premio Internazionale di Poesia Riccardo Marchi Torre di Calafuria te Livorno in Italië voor de dichtbundel “L’invenzione della tenerezza”, Italiaanse vertaling van “De uitvinding van de tederheid” (uitgeverij Tratti, Faenza).
2003: prijs voor het beste gedicht dat tijdens het 14de internationaal poëziefestival van de steden Vilnius en Druskininkai in Litouwen werd voorgelezen. Het gedicht “Vanzelfsprekende schoonheid” werd door Antanas Gailius in het Litouws vertaald.
2007 Premio Tratti voor de “Blue Notebook”, Italiaanse vertaling van de gelijknamige dichtbundel door Giovanni Nadiani van zijn bundel ‘Blue Notebook’. Naar aanleiding daarvan toerde Roggeman op vraag van de uitgeverij door Italië en trad er samen met de Italiaanse jazzgroep Faxtet op.
(Wikipedia)
Henri Cornélus naît à Vilvorde le 22 juin 1913. Ses images d'enfance sont ce qu'il appelle "des souvenirs de prison" (il est orphelin de père, et en lutte ouverte et constante avec sa mère).1931-1937 : Etudes de philologie romane à l'ULB. Pour pouvoir se payer ces études, il doit, selon ses propres termes, «accomplir mille petits métiers aussi monotones que peu rémunérateurs». Service militaire.1937-1945 : Professeur de français à l'Athénée Royal de Berchem-Anvers, puis (à partir de 1944) à l'Athénée de Bruxelles. Membre du mouvement de Résistance des professeurs. En 1938, il avait publié sa première nouvelle, dans la revue Marianne.1946 : Nommé Inspecteur de l'Enseignement dans la Province de l'Equateur (Congo belge).1947 : A la suite d'un rapport sur les mauvais traitements infligés, dans une école religieuse, à des enfants noirs, il voit sa carrière scandaleusement brisée par la "haute administration", qui invente des "raisons de santé" pour l'éloigner définitivement de son action pédagogique et humanitaire. Retour, comme simple professeur, à l'Athénée Royal de Bruxelles.Il publie alors Le vin de rage, recueil au titre évocateur de son état d'esprit du moment.Kufa, premier roman. Récit partiellement autobiographique, qui nous décrit les heurs et malheurs d'un jeune avocat belge idéaliste qui connaîtra, au Congo, un destin tragique. Le livre vaudra, on s'en doute, de nombreux ennemis à Henri Cornélus, mais aussi de solides appuis qui vaincront la conspiration du silence, tels ceux de Gustave Charlier ou d'Albert Ayguesparse qui salue dans Kufa une admirable leçon de vie et une manière de grandeur qu'on ne rencontre pas souvent dans les romans d'aujourd'hui.1958 : Cornélus est nommé maître de stage à l'ULB et lecteur de langue française à la même Université (secteur néerlandais).1960 : Epoque d'activités intenses : voyages, conférences aux quatre coins du monde, écriture, participation à de nombreux jurys, aux travaux du Groupe du roman et à ceux du Fonds national de la littérature.1981 : Nommé membre du Centre francophone belge de l'Association internationale des Critiques littéraires. L'Académie Royale de langue et de littérature françaises de Belgique lui octroie le Prix Malpertuis, qui couronne l'ensemble de son œuvre poétique. 26 octobre 1983 : décès d'Henri Cornélus, à Bruxelles. Les œuvres d'Henri Cornélus ont été traduites en néerlandais, espagnol, hongrois, russe, japonais, portugais, irlandais, hébreu, roumain, tchèque. Polyglotte, il a lui-même traduit en français des œuvres espagnoles, allemandes et néerlandaises.
(Objectif plumes | Le portail des littératures belges)
Zoekertjesnummer: m1913328151