Engelse prinses Mary Stuart, werd door een groep Engelse edelen (zowel protestantse Whigs als Tories) uitgenodigd om met een leger over te steken en koning James II (zijn katholieke schoonvader) van de troon te verdringen. Redenen:

• Angst voor een katholieke opvolging en absolutisme onder James II.
• De wens van Willem zelf om Engeland in een coalitie tegen de expansiedrift van de Franse koning Lodewijk XIV te krijgen.

De expeditie (1688)

• Voorbereiding: Willem verzamelde een enorme invasievloot: ongeveer 500 schepen en zo'n 20.000 man (voornamelijk Nederlandse, maar ook Zweedse, Duitse en Finse huurlingen). De vloot vertrok vanuit het Maasmondinggebied.
• De "overtocht": Het was een riskante onderneming. Een eerste poging in oktober werd tegengehouden door een noordwesterstorm (de "Protestantse Wind" die James eerst hielp). Uiteindelijk kon de vloot in november uitvaren. Een zuidoostenwind (de "Glorious Protestant Wind") dreef hen door Het Kanaal, terwijl de Engelse vloot door dezelfde wind werd geblokkeerd.
• Landing: Willem landde op 5 november 1688 bij Brixham in het zuidwesten van Engeland. Volgens de overlevering zou hij bij het van boord gaan hebben gezegd: "Mijn enige doel is het handhaven van de protestantse religie, het welzijn van deze natie en het bijeenroepen van een vrij parlement."
• Resultaat: Er was weinig gewapend verzet. James II's steun brokkelde snel af (zelfs zijn eigen dochter, Anne, steunde Willem). James vluchtte uiteindelijk naar Frankrijk. Het parlement verklaarde dat hij de troon had verlaten en nodigde Willem en Mary uit om als gezamenlijke vorsten (Willem III & Mary II) te regeren.