OP TE HALEN: Oosthoek's Encyclopedie 17dln|1947-1957 4e druk€ 1,00
Cultuurfilosofie|Edith Brugmans 9055732907
€ 17,00
Ophalen of Verzenden
Verzenden voor € 5,22
420sinds 16 jan. '25, 07:03
Kenmerken
Beschrijving
||boek: Cultuurfilosofie|Katholieke,reformatorische,humanistische,islamitische&joodse cultuur reflecties|Open Universiteit Nederland
||door: Edith Brugmans
||taal: nl
||jaar: 2002
||druk: ?
||pag.: 896p
||opm.: hardcover|zo goed als nieuw|ex-bibliotheek|gekaft
||isbn: 90-5573-290-7
||code: 1:001854
--- Over het boek (foto 1): Cultuurfilosofie ---
Reflectie op de eigen cultuur is een kenmerk van alle beschavingen. In de westerse cultuur is deze reflectie van meet af aan ook op een redelijke, argumentatieve wijze ontwikkeld; cultuurfilosofie is daarom een wezenlijk element van de westerse beschaving. Maar in de loop van de twintigste eeuw is de westerse cultuurfilosofie een complexe zaak geworden. Door feitelijke problemen met een mondiale draagwijdte zijn twijfels ontstaan over de houdbaarheid van bepaalde fundamentele grondslagen van de westerse beschaving. Met name diegene waarin waarden en normen doorklinken, die bepalend zijn voor het moderne westerse mens- en wereldbeeld, hebben hun vroegere vanzelfsprekendheid verloren. Dit geldt ook voor het traditionele westerse rationaliteitsbegrip. Het groeiende besef dat het menselijk kennen en handelen wezenlijk verankerd is in het concrete leven, dwingt tot kritische vragen naar de grenzen van de rationaliteit. Deze stand van zaken confronteert een hedendaagse cultuurfilosofie met de volgende opgave. In de eerste plaats dient het problematische karakter van bepaalde westerse normatieve vooronderstellingen en van het westerse rationaliteitsbegrip duidelijk gemaakt te worden. In de tweede plaats dienen verruimingen van en alternatieven voor de bekritiseerde waarden, normen en rationaliteitsconcepties, voorgesteld te worden. Het boek Cultuurfilosofie. Katholieke, reformatorische, humanistische, islamitische en joodse reflecties over onze cultuur beoogt bij te dragen aan zo'n hedendaagse cultuurfilosofie. Terwijl de meeste publicaties op dit gebied zich beperken tot een kritische en negatieve analyse van de hedendaagse westerse cultuur en hooguit enkele suggesties voor een positieve benadering bevatten, wil dit boek meer. De inzet is te tonen hoe een cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven een positieve bijdrage kan leveren aan de toekomst van onze cultuur.
[bron: flaptekst]
'Ziekten en zwartgalligheid overspoelen de wereld.' [2013-02-18]
Cultuurcritici krijgen vaak het verwijt dat ze veel te westers zijn. Met het verschijnen van Cultuurfilosofie moet daar een eind aan komen. De vuistdikke bundel geeft 'katholieke, reformatorische, humanistische, islamitische en joodse reflecties over onze cultuur'.
Toen Prometheus met een busseltje sprokkelhout het vuur stal uit Hephaistos' werkplaats om het aan de mensen te geven, riep hij niet alleen heel wat onheil uit over zichzelf, Zeus ketende hem vast aan een rots aan de Zwarte Zee waar een adelaar iedere dag op zijn 's nachts weer aangegroeide lever inpikte -, ook de mensheid kreeg het zwaar te verduren. Pandora opende haar befaamde doos en ziekte en zwartgalligheid overspoelden de wereld. En toch, zo kunnen we vandaag met een gerust gemoed zeggen, is het allemaal de moeite waard geweest. Want met het vuur bracht Prometheus heel wat vernuftigs mee. De mens ging niet alleen zijn water koken en zijn voedsel bakken, wat toch een slok op een borrel scheelde wat het aantal bacteriële besmettingen betrof, hij begon ook nog eens ijzererts te smelten om er ploegscharen mee te maken, en messen om zijn broeder de strot mee af te snijden natuurlijk, Zeus' wraak, zullen we maar zeggen. Natuur werd dus opeens cultuur, en wie cultuur zegt, zegt automatisch ook cultuurfilosofie en cultuurkritiek.
Denken over onze cultuur lijkt de mens altijd al gedaan te hebben. Wat is dat, cultuur? En de meest gestelde vraag wellicht: Waar loopt het fout met onze cultuur? De voorbije decennia zijn de antwoorden op die vragen steeds moeilijker geworden. Waar de moderne cultuurkritiek stelde dat de mens vervreemd geraakt was van zichzelf en tot een slaaf gedegradeerd was van zijn eigen uitvindingen zoals het productie-apparaat, werden de premissen van die kritiek zelf stilaan meer en meer ter discussie gesteld. De mens diende vervangen te worden door de westerse mens, universele waarden door westerse waarden en die rationaliteit, zo werd er betoogd, was ook al niet zo'n objectief gegeven. Misschien waren de middelen waarmee de doelen in onze westerse cultuur worden nagestreefd wel 'rationeel', de keuze van die doelen zelf was zo gekleurd als een paneel verkiezingsaffiches.
Het boek Cultuurfilosofie wil, na alle wijsgerige en relativistische commotie van de voorbije jaren een balans opmaken van hoe het nu gesteld is met ons denken over cultuur en doet dit vanuit vijf levensbeschouwelijke posities: katholiek, gereformeerd, humanistisch, islamitisch en joods. Het lijkt een reusachtige taak en het is dan ook een reusachtig boek geworden dat je beter zittend aan een tafel leest dan ergens staand bij een tramhalte.
In een inleidend deel, over cultuur en wat daar zo allemaal wel en niet mee samenhangt, komt redacteur Edith Brugmans tot de slotsom dat we tegenwoordig op alle vlakken getekend zijn door het autonomiestreven en dat dit eerder een vloek dan een zegen is. We streven onze persoonlijke doelen na, hanteren daarbij onze persoonlijke waarden en stemmen op de partij die onze autonomie het best belooft te garanderen. Maar cultuur is natuurlijk iets wat we samen maken. Het resultaat van deze autonomie, die zich vertaalt in een liberaal pluralisme, is dan ook overal te zien: een samenleving waar we niet langer samen in leven.
In een bijzonder knap essay gaat Jan van der Dussen dieper in op de oorzaak van onze autonomie-obsessie. Tot aan het einde van de achttiende eeuw, zo toont hij aan, had de mens een wereldvisie die misschien aardrijkskundig gezien niet zo ver strekte als de onze, maar die wel een grote verankering in de tijd met zich meebracht. De overheersende geschiedenisvisie was cyclisch: wat in het verleden lag kwam ooit nog wel terug. Misschien in een andere vorm, maar het kwam terug. Het maakbaarheidsoptimisme van de (Franse) revolutionairen ging daar echter frontaal tegenin: de mens maakte zijn geschiedenis zelf, en als er al een regelmaat in zat, dan was die rechtlijnig. De Marquis de Condorcet bijvoorbeeld stelde dat de geschiedenis een duidelijke vooruitgang kende en Karl Marx voegde daar aan toe dat de pijl van de geschiedenis duidelijk te zien was. Die wees naar de dictatuur van het proletariaat en het zou er vroeg of laat van komen. Dat was niet tegen te houden.
Inmiddels zijn wij wel een stuk bescheidener geworden. Over lijnen in de tijd zeggen we niet zoveel meer en alleen een leeg vooruitgangsgeloof rest. Zonder enige grond geloven we dat het morgen beter zal gaan dan vandaag. Van onze band met het verleden en de toekomst blijft er dus niet veel meer over en dat zie je volgens Van der Dussen ook aan de manier waarop we met dit verleden omspringen: we proberen het krampachtig te bewaren, beschermen het, restaureren het, maar blijven slechts met een leeg omhulsel achter. Nu is het verlies van het besef van het verleden misschien niet zo'n erge zaak, wanneer je echter geen kijk meer hebt op de toekomst, kan je er ook wel eens de zorg voor uit het oog verliezen, en dat is wat je vandaag de dag overal om je heen ziet: milieuverloedering en een globalisering die louter op economische waarden gebaseerd is.
Cultuurfilosofie en cultuurkritiek staan traditioneel aan de nachtzijde van ons denken. En ook dit boek blinkt uit in pessimistische visies op ons bestaan en onze toekomst. Er wordt onder meer gewezen op de tekortkomingen van een cultuur die een louter wetenschappelijke kijk op het bestaan huldigt, op het valse vrijheidsidee waarmee wij werken, op het gevaar van een al te autonome techniek. Nu wil Cultuurfilosofie aan de val van dit afstompende zwartkijken ontsnappen door ook constructief na te denken over alternatieven, en daar loopt het grondig fout. Als rechtgeaard ketter (ook tegen het humanisme) had ik het soms moeilijk met dit boek, en dat komt vooral door de constructieve aanpak ervan. Als gevolg van het messianisme waarvan iedere levensbeschouwing in meerdere of mindere mate doordrongen is, komt het denken dat vanuit een levensbeschouwing vertrekt soms naïef over. Er wordt te veel uitgegaan van hoe de wereld hoort te zijn en niet van hoe hij werkelijk is. Voor wie binnen het kader van de levensbeschouwingen wil blijven denken is dit dus een bijzonder veelzijdig en instructief boek. Voor de anderen, en ik geef toe, dat is misschien een minderheid, maar wel een minderheid die Prometheus volgt, weg van Zeus, hebben we hier te maken met bijna negenhonderd pagina's idealisme. En die blijken na verloop van tijd zwaar om dragen.
Cultuurfilosofie; Katholieke, reformatorische, humanistische, islamitische en joodse reflecties over onze cultuur, samengesteld door Edith Brugmans, uitg. Damon, Budel, 2002, 896 blz., euro 46,-
Marnix Verplancke [bron: https--www.filosofie.nl/ziekten-en-zwartgalligheid-overspoelen-de-wereld]
--- Over (foto 2): Edith Brugmans ---
Inleiding: Literatuur en filosofie - Edith Brugmans
Elk mensenleven is een verteld leven. Mensen praten, babbelen, roddelen, redeneren, dichten en zwijgen. Deze onophoudelijke taligheid is een samenspel van betekenis geven, uitleggen en nuanceren. 'Wat betekent dit' en 'wat bedoel je' zijn vragen die het wederzijds verstaan van mensen begeleiden. Ze weerspiegelen de diepere vraag die naar verwondering of wanhoop klinkt, de vraag naar de zin van het leven.
Het menselijk vertellen en vragen krijgt nader vorm in literatuur en filosofie. Deze verschillen van elkaar in veel opzichten, maar toch horen ze bijeen als de twee talen waarin de menselijke ziel spreekt. De bijdragen in dit boek verhelderen deze innige band tussen filosofie en literatuur.
[bron: https--thijmgenootschap.nl/publicaties/97-2009/1/inleiding-literatuur-en-filosofie]
De ziel in de literatuur - Edith Brugmans
Literatuur raakt de ziel, ze kan de ziel vormen en verheffen of bederven. Dat wist Plato al en daarom ontwikkelde hij een filosofische kritiek van de literatuur, terwijl Aristoteles de essentie van de tragedie doorgrondde. Maar na de Oudheid hebben filosofen de literatuur eeuwenlang links laten liggen. In de 19de en vooral in de 20ste eeuw verandert dit en is er zelfs sprake van een literary turn van de filosofie.
In De ziel in de literatuur staan de meesterwerken uit de 19de- en 20ste-eeuwse Europese literatuur centraal, met name uit het modernisme en existentialisme. De auteurs bieden theologische en filosofische reflecties over de dimensies en de dynamiek van het zielenleven die in de literaire werken worden beschreven. Aan de orde komen onder andere:
De ziel in de literatuur bevat bijdragen van Benno Barnard, Matthias Smalbrugge, Stefan Waanders, Donald Loose, Jacques de Visscher, Edith Brugmans, Hans van Stralen, Palmyre Oomen, Frans Maas, Rudi te Velde, Pieter Anton van Gennip, Renée van Riessen, Beitske Bouwman, René Munnik.
De ziel in de literatuur verschijnt als aflevering 97.1 in de reeks Annalen van het Thijmgenootschap.
[bron: https--thijmgenootschap.nl/publicaties/97-2009/1]
Interview met Edith Brugmans [2019-06-22]
Interview door Elsbeth Greven, uitgever Sjibbolet, met Edith Brugmans over haar boek Weg van de enkeling. De werkelijkheid van sentimenten.
Wat bewoog je tot het schrijven van dit essay?
Het misschien wel mooiste gedicht van de vorige eeuw, The Waste Land van T.S. Eliot, stelt een vraag die mij schokte - en nog steeds beroert. Het eerste deel van het gedicht heet 'The Burial of the Dead' en daarover gaat de verschrikkelijke vraag die aan het einde van dat deel staat: 'That corpse you planted last year in your garden, / Has it begun to sprout? Will it bloom this year?'
De cynische suggestie dat de mens uiteindelijk niets meer dan stof is en aan de grond geketend blijft, is meteen een uitdaging om een andere visie over de mens te zoeken. Eliot heeft die visie gevonden in het christelijk geloof en beschrijft dat prachtig in zijn latere gedichten. Ik wilde Eliot daarin wel volgen, maar pas als ik zelf meer in het reine was met die barre vraag. Op een gegeven moment kwam daarbij dat ik geïntrigeerd en geïrriteerd raakte door de filosofie van Sartre, en in het bijzonder door de ontologische argumentatie waarmee L'Etre et le néant begint. De tekst vond ik lastig, maar vooral leek me Sartres begrip van het op-zich zijn onaanvaardbaar. Volgens dat begrip is het uitgesloten dat het zijn op-zich in zichzelf een geestelijk aspect heeft of een intrinsieke band met een geestelijke werkelijkheid heeft, zo meende ik. Het kwam er voor mij dus op aan te laten zien waarom Sartres ontologie tekortschiet en te onderzoeken hoe geestelijke werkelijkheid zich als objectieve realiteit laat ervaren.
Maar ik kan ook korter zijn over de reden om dit essay te schrijven. Zoals ik in de inleiding vertel, wilde ik, nadat ik in mijn academische loopbaan jarenlang vooral uitleg en samenvattingen van heel wat en vaak ook uiteenlopende filosofische posities en argumenten had gegeven, stilstaan bij het fundamentele filosofische inzicht dat geest werkelijk is, en ik wilde het existentiële belang van die vraag opklaren.
Wat betekent 'de werkelijkheid van sentimenten'?
In het essay ontvouw ik de gedachte dat de objectieve werkelijkheid van de geest zich helder en gemakkelijk aandient in het sentiment dat ontstaat wanneer mensen bijeen zijn. Andere woorden voor het sentiment zijn stemming, stemmingsveld, sfeer, patheem. De woorden duiden op de gevoelsmatige werkelijkheid die optreedt waar mensen bij elkaar zijn. 'Gezelligheid' in de Hollandse betekenis van het woord is zo'n sentiment, andere zijn 'vrolijke opwinding', 'spanning', 'liefdevolle warmte'.
Ik hecht eraan de gevoelsaard van het sentiment naar voren te halen, allereerst om te verklaren dat de geestelijke werkelijkheid heel toegankelijk is en voor iedereen te ervaren, vervolgens ook om tegenwicht te bieden aan de opvatting dat geestelijke werkelijkheid bovenal bij wijze van een Idee bestaat waartoe enkel de filosoof die optimaal rationeel denkt toegang heeft, en ten slotte zeker ook om een uitweg te vinden uit de ontologische tweedeling tussen materiële objecten en denkobjecten. In het essay betoog ik dat de analytische filosofie van P.F. Strawson tot deze tweedeling leidt en daar ook blijft steken; ze komt niet toe aan het inzicht dat er objectieve geestelijke werkelijkheid is die zich allereerst in de hoedanigheid van sentimenten laat ervaren.
De filosofie van Iris Murdoch speelt een grote rol in je boek. Maar je schetst veel praktische beslommeringen daaromtrent, terwijl de argumentatieve discussie er wat bekaaid afkomt. Wat betekent Murdochs filosofie eigenlijk voor je?
De eerste keer dat ik Murdochs The Sovereignty of Good las, ergens in de jaren zeventig van de vorige eeuw, was ik teleurgesteld. Ik meende met een verdunde en flauwe versie van Plato's filosofie van doen te hebben, niets nieuws onder de zon dus. Eind jaren negentig stuitte ik op Existentialists and Mystics, Writings on Philosophy and Literature , waarin haar artikelen en essays gebundeld zijn. Die uitgave vond ik wel spannend, omdat hierin de ontwikkeling van Murdochs denken zichtbaar werd: via kritiek op het Franse existentialisme en op wittgensteiniaanse analytische wijsbegeerte naar aansluiting bij Plato's leer over het Goede. Bovendien werden boeiende verbanden tussen filosofie en literatuur gelegd, hoewel Murdoch als filosoof niet ingaat op haar eigen romans die overigens wel degelijk getuigen van haar filosofie. Deze publicatie bracht me ertoe onderzoek en onderwijs te besteden aan het werk van Murdoch; haar boek Metaphysics as a Guide to Morals bleek toen ook bijzonder vruchtbaar. Ik heb veel van haar geleerd. Murdoch stelt belangrijke eisen aan de filosofie: ze moet betekenisvol zijn voor het concrete leven, ze moet ingaan op fundamentele en lastige vragen, ze moet werken met begrippen en argumenten maar niet vluchten in conceptuele systematiek. Die eisen kon ik zeker waarderen, en het was mogelijk de levendigheid van Murdochs filosofie naar voren te halen door haar scherpzinnige en indringende romans erbij te lezen.
Geleidelijk aan raakte ik vertrouwd met Murdochs moraalfilosofie en ik kreeg er oprechte bewondering voor. De kerngedachte is dat de Idee van het Goede de mens ertoe aanzet zijn zelfgerichtheid los te laten en liefdevol respect voor de ander te betuigen. Murdoch stelt de ethische dimensie van de Idee van het Goede dus voorop en zoekt op die manier aansluiting bij de moderne mens; ze suggereert dat voor Plato wellicht de kentheoretische en metafysische status van de Ideeën even belangrijk waren, misschien zelfs belangrijker.
Murdoch verdedigt dus een idealistische moraalfilosofie, en daarin heeft ze volgens mij helemaal gelijk. Natuurlijk roept ze ook vragen op, bijvoorbeeld de vraag in hoeverre die moraalfilosofie toch in een individualistisch en cognitivistisch schema gevangen blijft. Deze kwestie heeft mede geleid tot mijn gedachten over het sentiment: de sociale constitutie en de gevoelsmatige aard ervan zijn belangrijke alternatieven ten opzichte van Murdochs visie over de Idee van het Goede voor het morele subject. Maar Murdochs oeuvre is omvangrijk, haar filosofie is rijk aan inspirerende gedachten en haar romans laten prachtig zien hoe complex de menselijke ziel is. Ik zou graag nog eens schrijven over de Christus-achtige figuren die zij ten tonele voert - ja, dat moest ik maar eens gaan doen.
Over Edith Brugmans
Edith Brugmans was bijzonder hoogleraar wijsbegeerte in verband met katholieke levensbeschouwing vanwege de Stichting Thomas More aan de Universiteit Leiden. Ook is zij universitair hoofddocent rechtsfilosofie geweest aan de Radboud Universiteit. Ze publiceert over moraalfilosofische onderwerpen met bijzondere aandacht voor de filosofie van Iris Murdoch.
Weg van de enkeling
Edith Brugmans reflecteert in Weg van de enkeling over objectieve geestelijke werkelijkheid. Onvermijdelijk stuit de mens op zichzelf als enkeling en toch voert zijn weg verder, naar de werkelijkheid van de geest. Deze werkelijkheid komt aan het licht in sentimenten (stemmingen, pathemen). De werkelijkheid van sentimenten opent het geestelijke, gemeenschappelijke en eenvoudige leven. Hier vindt de enkeling zichzelf als beginnend idealist. De reflectie wordt ontwikkeld aan de hand van filosofische argumenten en persoonlijke ervaringen. Het werk van Iris Murdoch, Peter Strawson en Jean-Paul Sartre speelt daarbij een belangrijke rol.
Redactie Theologie.nl [bron: https--www.theologie.nl/blogs/interview-met-edith-brugmans]
Edith Brugmans was bijzonder hoogleraar wijsbegeerte in verband met katholieke levensbeschouwing vanwege de Stichting Thomas More aan de Universiteit Leiden. Ook is zij universitair hoofddocent rechtsfilosofie geweest aan de Radboud Universiteit. Ze publiceert over moraalfilosofische onderwerpen met bijzondere aandacht voor de filosofie van Iris Murdoch.
[bron: flaptekst 'Weg van de enkeling']
Sjibbolet Filosofie - Weg van de enkeling (Edith Brugmans)
de werkelijkheid van sentimenten
Edith Brugmans reflecteert in Weg van de enkeling over objectieve geestelijke werkelijkheid. Onvermijdelijk stuit de mens op zichzelf als enkeling en toch voert zijn weg verder, naar de werkelijkheid van de geest. Deze werkelijkheid komt aan het licht in sentimenten (stemmingen, pathemen). De werkelijkheid van sentimenten opent het geestelijke, gemeenschappelijke en eenvoudige leven. Hier vindt de enkeling zichzelf als beginnend idealist. De reflectie wordt ontwikkeld aan de hand van filosofische argumenten en persoonlijke ervaringen. Het werk van Iris Murdoch, Peter Strawson en Jean-Paul Sartre speelt daarbij een belangrijke rol.
[bron: https--boeken.doorbraak.be/p/sjibbolet-filosofie-weg-van-de-enkeling-edith-brugmans]
Brugmans, Edith (Edith Hélène Louise) 1956-
Works: 27 works in 56 publications in 2 languages and 361 library holdings
Genres: Criticism, interpretation, etc; Textbooks; Conference papers and proceedings
Roles: Author, Editor, Honoree, dgs, Adapter, Publishing director
[source: http--worldcat.org/identities/lccn-n88060891]
||door: Edith Brugmans
||taal: nl
||jaar: 2002
||druk: ?
||pag.: 896p
||opm.: hardcover|zo goed als nieuw|ex-bibliotheek|gekaft
||isbn: 90-5573-290-7
||code: 1:001854
--- Over het boek (foto 1): Cultuurfilosofie ---
Reflectie op de eigen cultuur is een kenmerk van alle beschavingen. In de westerse cultuur is deze reflectie van meet af aan ook op een redelijke, argumentatieve wijze ontwikkeld; cultuurfilosofie is daarom een wezenlijk element van de westerse beschaving. Maar in de loop van de twintigste eeuw is de westerse cultuurfilosofie een complexe zaak geworden. Door feitelijke problemen met een mondiale draagwijdte zijn twijfels ontstaan over de houdbaarheid van bepaalde fundamentele grondslagen van de westerse beschaving. Met name diegene waarin waarden en normen doorklinken, die bepalend zijn voor het moderne westerse mens- en wereldbeeld, hebben hun vroegere vanzelfsprekendheid verloren. Dit geldt ook voor het traditionele westerse rationaliteitsbegrip. Het groeiende besef dat het menselijk kennen en handelen wezenlijk verankerd is in het concrete leven, dwingt tot kritische vragen naar de grenzen van de rationaliteit. Deze stand van zaken confronteert een hedendaagse cultuurfilosofie met de volgende opgave. In de eerste plaats dient het problematische karakter van bepaalde westerse normatieve vooronderstellingen en van het westerse rationaliteitsbegrip duidelijk gemaakt te worden. In de tweede plaats dienen verruimingen van en alternatieven voor de bekritiseerde waarden, normen en rationaliteitsconcepties, voorgesteld te worden. Het boek Cultuurfilosofie. Katholieke, reformatorische, humanistische, islamitische en joodse reflecties over onze cultuur beoogt bij te dragen aan zo'n hedendaagse cultuurfilosofie. Terwijl de meeste publicaties op dit gebied zich beperken tot een kritische en negatieve analyse van de hedendaagse westerse cultuur en hooguit enkele suggesties voor een positieve benadering bevatten, wil dit boek meer. De inzet is te tonen hoe een cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven een positieve bijdrage kan leveren aan de toekomst van onze cultuur.
[bron: flaptekst]
'Ziekten en zwartgalligheid overspoelen de wereld.' [2013-02-18]
Cultuurcritici krijgen vaak het verwijt dat ze veel te westers zijn. Met het verschijnen van Cultuurfilosofie moet daar een eind aan komen. De vuistdikke bundel geeft 'katholieke, reformatorische, humanistische, islamitische en joodse reflecties over onze cultuur'.
Toen Prometheus met een busseltje sprokkelhout het vuur stal uit Hephaistos' werkplaats om het aan de mensen te geven, riep hij niet alleen heel wat onheil uit over zichzelf, Zeus ketende hem vast aan een rots aan de Zwarte Zee waar een adelaar iedere dag op zijn 's nachts weer aangegroeide lever inpikte -, ook de mensheid kreeg het zwaar te verduren. Pandora opende haar befaamde doos en ziekte en zwartgalligheid overspoelden de wereld. En toch, zo kunnen we vandaag met een gerust gemoed zeggen, is het allemaal de moeite waard geweest. Want met het vuur bracht Prometheus heel wat vernuftigs mee. De mens ging niet alleen zijn water koken en zijn voedsel bakken, wat toch een slok op een borrel scheelde wat het aantal bacteriële besmettingen betrof, hij begon ook nog eens ijzererts te smelten om er ploegscharen mee te maken, en messen om zijn broeder de strot mee af te snijden natuurlijk, Zeus' wraak, zullen we maar zeggen. Natuur werd dus opeens cultuur, en wie cultuur zegt, zegt automatisch ook cultuurfilosofie en cultuurkritiek.
Denken over onze cultuur lijkt de mens altijd al gedaan te hebben. Wat is dat, cultuur? En de meest gestelde vraag wellicht: Waar loopt het fout met onze cultuur? De voorbije decennia zijn de antwoorden op die vragen steeds moeilijker geworden. Waar de moderne cultuurkritiek stelde dat de mens vervreemd geraakt was van zichzelf en tot een slaaf gedegradeerd was van zijn eigen uitvindingen zoals het productie-apparaat, werden de premissen van die kritiek zelf stilaan meer en meer ter discussie gesteld. De mens diende vervangen te worden door de westerse mens, universele waarden door westerse waarden en die rationaliteit, zo werd er betoogd, was ook al niet zo'n objectief gegeven. Misschien waren de middelen waarmee de doelen in onze westerse cultuur worden nagestreefd wel 'rationeel', de keuze van die doelen zelf was zo gekleurd als een paneel verkiezingsaffiches.
Het boek Cultuurfilosofie wil, na alle wijsgerige en relativistische commotie van de voorbije jaren een balans opmaken van hoe het nu gesteld is met ons denken over cultuur en doet dit vanuit vijf levensbeschouwelijke posities: katholiek, gereformeerd, humanistisch, islamitisch en joods. Het lijkt een reusachtige taak en het is dan ook een reusachtig boek geworden dat je beter zittend aan een tafel leest dan ergens staand bij een tramhalte.
In een inleidend deel, over cultuur en wat daar zo allemaal wel en niet mee samenhangt, komt redacteur Edith Brugmans tot de slotsom dat we tegenwoordig op alle vlakken getekend zijn door het autonomiestreven en dat dit eerder een vloek dan een zegen is. We streven onze persoonlijke doelen na, hanteren daarbij onze persoonlijke waarden en stemmen op de partij die onze autonomie het best belooft te garanderen. Maar cultuur is natuurlijk iets wat we samen maken. Het resultaat van deze autonomie, die zich vertaalt in een liberaal pluralisme, is dan ook overal te zien: een samenleving waar we niet langer samen in leven.
In een bijzonder knap essay gaat Jan van der Dussen dieper in op de oorzaak van onze autonomie-obsessie. Tot aan het einde van de achttiende eeuw, zo toont hij aan, had de mens een wereldvisie die misschien aardrijkskundig gezien niet zo ver strekte als de onze, maar die wel een grote verankering in de tijd met zich meebracht. De overheersende geschiedenisvisie was cyclisch: wat in het verleden lag kwam ooit nog wel terug. Misschien in een andere vorm, maar het kwam terug. Het maakbaarheidsoptimisme van de (Franse) revolutionairen ging daar echter frontaal tegenin: de mens maakte zijn geschiedenis zelf, en als er al een regelmaat in zat, dan was die rechtlijnig. De Marquis de Condorcet bijvoorbeeld stelde dat de geschiedenis een duidelijke vooruitgang kende en Karl Marx voegde daar aan toe dat de pijl van de geschiedenis duidelijk te zien was. Die wees naar de dictatuur van het proletariaat en het zou er vroeg of laat van komen. Dat was niet tegen te houden.
Inmiddels zijn wij wel een stuk bescheidener geworden. Over lijnen in de tijd zeggen we niet zoveel meer en alleen een leeg vooruitgangsgeloof rest. Zonder enige grond geloven we dat het morgen beter zal gaan dan vandaag. Van onze band met het verleden en de toekomst blijft er dus niet veel meer over en dat zie je volgens Van der Dussen ook aan de manier waarop we met dit verleden omspringen: we proberen het krampachtig te bewaren, beschermen het, restaureren het, maar blijven slechts met een leeg omhulsel achter. Nu is het verlies van het besef van het verleden misschien niet zo'n erge zaak, wanneer je echter geen kijk meer hebt op de toekomst, kan je er ook wel eens de zorg voor uit het oog verliezen, en dat is wat je vandaag de dag overal om je heen ziet: milieuverloedering en een globalisering die louter op economische waarden gebaseerd is.
Cultuurfilosofie en cultuurkritiek staan traditioneel aan de nachtzijde van ons denken. En ook dit boek blinkt uit in pessimistische visies op ons bestaan en onze toekomst. Er wordt onder meer gewezen op de tekortkomingen van een cultuur die een louter wetenschappelijke kijk op het bestaan huldigt, op het valse vrijheidsidee waarmee wij werken, op het gevaar van een al te autonome techniek. Nu wil Cultuurfilosofie aan de val van dit afstompende zwartkijken ontsnappen door ook constructief na te denken over alternatieven, en daar loopt het grondig fout. Als rechtgeaard ketter (ook tegen het humanisme) had ik het soms moeilijk met dit boek, en dat komt vooral door de constructieve aanpak ervan. Als gevolg van het messianisme waarvan iedere levensbeschouwing in meerdere of mindere mate doordrongen is, komt het denken dat vanuit een levensbeschouwing vertrekt soms naïef over. Er wordt te veel uitgegaan van hoe de wereld hoort te zijn en niet van hoe hij werkelijk is. Voor wie binnen het kader van de levensbeschouwingen wil blijven denken is dit dus een bijzonder veelzijdig en instructief boek. Voor de anderen, en ik geef toe, dat is misschien een minderheid, maar wel een minderheid die Prometheus volgt, weg van Zeus, hebben we hier te maken met bijna negenhonderd pagina's idealisme. En die blijken na verloop van tijd zwaar om dragen.
Cultuurfilosofie; Katholieke, reformatorische, humanistische, islamitische en joodse reflecties over onze cultuur, samengesteld door Edith Brugmans, uitg. Damon, Budel, 2002, 896 blz., euro 46,-
Marnix Verplancke [bron: https--www.filosofie.nl/ziekten-en-zwartgalligheid-overspoelen-de-wereld]
--- Over (foto 2): Edith Brugmans ---
Inleiding: Literatuur en filosofie - Edith Brugmans
Elk mensenleven is een verteld leven. Mensen praten, babbelen, roddelen, redeneren, dichten en zwijgen. Deze onophoudelijke taligheid is een samenspel van betekenis geven, uitleggen en nuanceren. 'Wat betekent dit' en 'wat bedoel je' zijn vragen die het wederzijds verstaan van mensen begeleiden. Ze weerspiegelen de diepere vraag die naar verwondering of wanhoop klinkt, de vraag naar de zin van het leven.
Het menselijk vertellen en vragen krijgt nader vorm in literatuur en filosofie. Deze verschillen van elkaar in veel opzichten, maar toch horen ze bijeen als de twee talen waarin de menselijke ziel spreekt. De bijdragen in dit boek verhelderen deze innige band tussen filosofie en literatuur.
[bron: https--thijmgenootschap.nl/publicaties/97-2009/1/inleiding-literatuur-en-filosofie]
De ziel in de literatuur - Edith Brugmans
Literatuur raakt de ziel, ze kan de ziel vormen en verheffen of bederven. Dat wist Plato al en daarom ontwikkelde hij een filosofische kritiek van de literatuur, terwijl Aristoteles de essentie van de tragedie doorgrondde. Maar na de Oudheid hebben filosofen de literatuur eeuwenlang links laten liggen. In de 19de en vooral in de 20ste eeuw verandert dit en is er zelfs sprake van een literary turn van de filosofie.
In De ziel in de literatuur staan de meesterwerken uit de 19de- en 20ste-eeuwse Europese literatuur centraal, met name uit het modernisme en existentialisme. De auteurs bieden theologische en filosofische reflecties over de dimensies en de dynamiek van het zielenleven die in de literaire werken worden beschreven. Aan de orde komen onder andere:
- de strijd om de ziel bij Plato en Reve
- het zelfonderzoek bij Augustinus en Dostojevski
- spreken of zwijgen bij Wittgenstein
- het innerlijk spreken van de ziel (monologue intérieur, stream of consciousness) bij Proust, Woolf, Beckett
- bezield handelen en praxisliteratuur bij Sartre
- de lofzang van de ziel bij Eckhart, Hammerskjöld, T.S. Eliot.
De ziel in de literatuur bevat bijdragen van Benno Barnard, Matthias Smalbrugge, Stefan Waanders, Donald Loose, Jacques de Visscher, Edith Brugmans, Hans van Stralen, Palmyre Oomen, Frans Maas, Rudi te Velde, Pieter Anton van Gennip, Renée van Riessen, Beitske Bouwman, René Munnik.
De ziel in de literatuur verschijnt als aflevering 97.1 in de reeks Annalen van het Thijmgenootschap.
[bron: https--thijmgenootschap.nl/publicaties/97-2009/1]
Interview met Edith Brugmans [2019-06-22]
Interview door Elsbeth Greven, uitgever Sjibbolet, met Edith Brugmans over haar boek Weg van de enkeling. De werkelijkheid van sentimenten.
Wat bewoog je tot het schrijven van dit essay?
Het misschien wel mooiste gedicht van de vorige eeuw, The Waste Land van T.S. Eliot, stelt een vraag die mij schokte - en nog steeds beroert. Het eerste deel van het gedicht heet 'The Burial of the Dead' en daarover gaat de verschrikkelijke vraag die aan het einde van dat deel staat: 'That corpse you planted last year in your garden, / Has it begun to sprout? Will it bloom this year?'
De cynische suggestie dat de mens uiteindelijk niets meer dan stof is en aan de grond geketend blijft, is meteen een uitdaging om een andere visie over de mens te zoeken. Eliot heeft die visie gevonden in het christelijk geloof en beschrijft dat prachtig in zijn latere gedichten. Ik wilde Eliot daarin wel volgen, maar pas als ik zelf meer in het reine was met die barre vraag. Op een gegeven moment kwam daarbij dat ik geïntrigeerd en geïrriteerd raakte door de filosofie van Sartre, en in het bijzonder door de ontologische argumentatie waarmee L'Etre et le néant begint. De tekst vond ik lastig, maar vooral leek me Sartres begrip van het op-zich zijn onaanvaardbaar. Volgens dat begrip is het uitgesloten dat het zijn op-zich in zichzelf een geestelijk aspect heeft of een intrinsieke band met een geestelijke werkelijkheid heeft, zo meende ik. Het kwam er voor mij dus op aan te laten zien waarom Sartres ontologie tekortschiet en te onderzoeken hoe geestelijke werkelijkheid zich als objectieve realiteit laat ervaren.
Maar ik kan ook korter zijn over de reden om dit essay te schrijven. Zoals ik in de inleiding vertel, wilde ik, nadat ik in mijn academische loopbaan jarenlang vooral uitleg en samenvattingen van heel wat en vaak ook uiteenlopende filosofische posities en argumenten had gegeven, stilstaan bij het fundamentele filosofische inzicht dat geest werkelijk is, en ik wilde het existentiële belang van die vraag opklaren.
Wat betekent 'de werkelijkheid van sentimenten'?
In het essay ontvouw ik de gedachte dat de objectieve werkelijkheid van de geest zich helder en gemakkelijk aandient in het sentiment dat ontstaat wanneer mensen bijeen zijn. Andere woorden voor het sentiment zijn stemming, stemmingsveld, sfeer, patheem. De woorden duiden op de gevoelsmatige werkelijkheid die optreedt waar mensen bij elkaar zijn. 'Gezelligheid' in de Hollandse betekenis van het woord is zo'n sentiment, andere zijn 'vrolijke opwinding', 'spanning', 'liefdevolle warmte'.
Ik hecht eraan de gevoelsaard van het sentiment naar voren te halen, allereerst om te verklaren dat de geestelijke werkelijkheid heel toegankelijk is en voor iedereen te ervaren, vervolgens ook om tegenwicht te bieden aan de opvatting dat geestelijke werkelijkheid bovenal bij wijze van een Idee bestaat waartoe enkel de filosoof die optimaal rationeel denkt toegang heeft, en ten slotte zeker ook om een uitweg te vinden uit de ontologische tweedeling tussen materiële objecten en denkobjecten. In het essay betoog ik dat de analytische filosofie van P.F. Strawson tot deze tweedeling leidt en daar ook blijft steken; ze komt niet toe aan het inzicht dat er objectieve geestelijke werkelijkheid is die zich allereerst in de hoedanigheid van sentimenten laat ervaren.
De filosofie van Iris Murdoch speelt een grote rol in je boek. Maar je schetst veel praktische beslommeringen daaromtrent, terwijl de argumentatieve discussie er wat bekaaid afkomt. Wat betekent Murdochs filosofie eigenlijk voor je?
De eerste keer dat ik Murdochs The Sovereignty of Good las, ergens in de jaren zeventig van de vorige eeuw, was ik teleurgesteld. Ik meende met een verdunde en flauwe versie van Plato's filosofie van doen te hebben, niets nieuws onder de zon dus. Eind jaren negentig stuitte ik op Existentialists and Mystics, Writings on Philosophy and Literature , waarin haar artikelen en essays gebundeld zijn. Die uitgave vond ik wel spannend, omdat hierin de ontwikkeling van Murdochs denken zichtbaar werd: via kritiek op het Franse existentialisme en op wittgensteiniaanse analytische wijsbegeerte naar aansluiting bij Plato's leer over het Goede. Bovendien werden boeiende verbanden tussen filosofie en literatuur gelegd, hoewel Murdoch als filosoof niet ingaat op haar eigen romans die overigens wel degelijk getuigen van haar filosofie. Deze publicatie bracht me ertoe onderzoek en onderwijs te besteden aan het werk van Murdoch; haar boek Metaphysics as a Guide to Morals bleek toen ook bijzonder vruchtbaar. Ik heb veel van haar geleerd. Murdoch stelt belangrijke eisen aan de filosofie: ze moet betekenisvol zijn voor het concrete leven, ze moet ingaan op fundamentele en lastige vragen, ze moet werken met begrippen en argumenten maar niet vluchten in conceptuele systematiek. Die eisen kon ik zeker waarderen, en het was mogelijk de levendigheid van Murdochs filosofie naar voren te halen door haar scherpzinnige en indringende romans erbij te lezen.
Geleidelijk aan raakte ik vertrouwd met Murdochs moraalfilosofie en ik kreeg er oprechte bewondering voor. De kerngedachte is dat de Idee van het Goede de mens ertoe aanzet zijn zelfgerichtheid los te laten en liefdevol respect voor de ander te betuigen. Murdoch stelt de ethische dimensie van de Idee van het Goede dus voorop en zoekt op die manier aansluiting bij de moderne mens; ze suggereert dat voor Plato wellicht de kentheoretische en metafysische status van de Ideeën even belangrijk waren, misschien zelfs belangrijker.
Murdoch verdedigt dus een idealistische moraalfilosofie, en daarin heeft ze volgens mij helemaal gelijk. Natuurlijk roept ze ook vragen op, bijvoorbeeld de vraag in hoeverre die moraalfilosofie toch in een individualistisch en cognitivistisch schema gevangen blijft. Deze kwestie heeft mede geleid tot mijn gedachten over het sentiment: de sociale constitutie en de gevoelsmatige aard ervan zijn belangrijke alternatieven ten opzichte van Murdochs visie over de Idee van het Goede voor het morele subject. Maar Murdochs oeuvre is omvangrijk, haar filosofie is rijk aan inspirerende gedachten en haar romans laten prachtig zien hoe complex de menselijke ziel is. Ik zou graag nog eens schrijven over de Christus-achtige figuren die zij ten tonele voert - ja, dat moest ik maar eens gaan doen.
Over Edith Brugmans
Edith Brugmans was bijzonder hoogleraar wijsbegeerte in verband met katholieke levensbeschouwing vanwege de Stichting Thomas More aan de Universiteit Leiden. Ook is zij universitair hoofddocent rechtsfilosofie geweest aan de Radboud Universiteit. Ze publiceert over moraalfilosofische onderwerpen met bijzondere aandacht voor de filosofie van Iris Murdoch.
Weg van de enkeling
Edith Brugmans reflecteert in Weg van de enkeling over objectieve geestelijke werkelijkheid. Onvermijdelijk stuit de mens op zichzelf als enkeling en toch voert zijn weg verder, naar de werkelijkheid van de geest. Deze werkelijkheid komt aan het licht in sentimenten (stemmingen, pathemen). De werkelijkheid van sentimenten opent het geestelijke, gemeenschappelijke en eenvoudige leven. Hier vindt de enkeling zichzelf als beginnend idealist. De reflectie wordt ontwikkeld aan de hand van filosofische argumenten en persoonlijke ervaringen. Het werk van Iris Murdoch, Peter Strawson en Jean-Paul Sartre speelt daarbij een belangrijke rol.
Redactie Theologie.nl [bron: https--www.theologie.nl/blogs/interview-met-edith-brugmans]
Edith Brugmans was bijzonder hoogleraar wijsbegeerte in verband met katholieke levensbeschouwing vanwege de Stichting Thomas More aan de Universiteit Leiden. Ook is zij universitair hoofddocent rechtsfilosofie geweest aan de Radboud Universiteit. Ze publiceert over moraalfilosofische onderwerpen met bijzondere aandacht voor de filosofie van Iris Murdoch.
[bron: flaptekst 'Weg van de enkeling']
Sjibbolet Filosofie - Weg van de enkeling (Edith Brugmans)
de werkelijkheid van sentimenten
Edith Brugmans reflecteert in Weg van de enkeling over objectieve geestelijke werkelijkheid. Onvermijdelijk stuit de mens op zichzelf als enkeling en toch voert zijn weg verder, naar de werkelijkheid van de geest. Deze werkelijkheid komt aan het licht in sentimenten (stemmingen, pathemen). De werkelijkheid van sentimenten opent het geestelijke, gemeenschappelijke en eenvoudige leven. Hier vindt de enkeling zichzelf als beginnend idealist. De reflectie wordt ontwikkeld aan de hand van filosofische argumenten en persoonlijke ervaringen. Het werk van Iris Murdoch, Peter Strawson en Jean-Paul Sartre speelt daarbij een belangrijke rol.
[bron: https--boeken.doorbraak.be/p/sjibbolet-filosofie-weg-van-de-enkeling-edith-brugmans]
Brugmans, Edith (Edith Hélène Louise) 1956-
Works: 27 works in 56 publications in 2 languages and 361 library holdings
Genres: Criticism, interpretation, etc; Textbooks; Conference papers and proceedings
Roles: Author, Editor, Honoree, dgs, Adapter, Publishing director
- Cultuurfilosofie: katholieke, reformatorische, humanistische, islamitische en joodse reflecties over onze cultuur
- Morele sensibiliteit: over de moraalfilosofie van Adam Smith by Edith Brugmans
- De ziel in de literatuur by Edith Brugmans
- Essays over filosofische perspectieven in binnen- en buitenlandse literaire fictie - Onverwachte impressies: hedendaagse kunst en spiritualiteit
- Recht en legitimiteit
- Mythen en misverstanden over migratie
- Filosofie van de mensenrechten: tekstboek
- Moreel scepticisme by Edith Brugmans
- Krakend recht en verharde moraal: maatschappelijke ontwikkelingen en hun invloed op recht en moraal
- Artikelen over de grondslagen van recht en moraal in de moderne samenleving - God op de vlucht voor de wetenschap?: over de verhouding van geloof en wetenschap: artikelen en essays by J. van Acker
- Rechtvaardigheid en verzoening: over de fundamenten van de moraal in een tijd van geweld
- Weg van de enkeling: de werkelijkheid van sentimenten by Edith Brugmans
- Betoog over de wijze om gezamenlijk een waarachtig en idealistisch leven te leiden, aan de hand van de eigen ervaringen van de auteur en het werk van onder meer Iris Murdoch en Jean-Paul Sartre
- Vergiffenis en het recht: essays voor Edith Brugmans - Vergiffenis staat op gespannen voet met het recht: enerzijds zet vergiffenis het recht buitenspel, anderzijds past ze bij het recht. Hoe werkt deze relatie precies? En wat is vergiffenis eigenlijk? Kunnen theologie, filosofie, rechtsgeleerdheid, geschiedbeoefening en literatuur ons hierover iets leren. In deze bundel belichten vier filosofen (Edith Brugmans, Thomas Mertens, Renée van Riessen, Rudi te Velde), een theoloog (Piet Meiring) en twee juristen (Sebastiaan Roes en Gradus Vrieze) aspecten van het thema 'Vergiffenis en het recht' vanuit hun eigen vakgebieden en invalshoeken. Dit levert een rijk geschakeerd beeld op van hoe vergiffenis met het recht samenhangt, welke betekenis vergiffenis heeft, in het bijzonder in het recht, en hoe vergiffenis in het recht (door)werkt.
- Instituties in beweging
- Rondom vriendschap: filosofische beschouwingen: opstellen aangeboden aan Paul van Tongeren
- Parallel: levensbeschouwing voor de tweede fase
- Over piëteit by Edith Brugmans
- Recht en vrede bij Hans Kelsen: een herwaardering van Kelsens rechtsfilosofie: juridisch pacifisme als stilzwijgende betekenis van zijn Zuivere Rechtsleer by Mathijs Eugène Notermans
- Zakelijke zorg - zorgelijke zaak?
- Cultuurfilosofie vanuit levensbeschouwelijke perspectieven
[source: http--worldcat.org/identities/lccn-n88060891]
Zoekertjesnummer: m2223865278
Populaire zoektermen
Filosofie Boekentijdgeest in Filosofienietzsche in Filosofiehannah arendt in Filosofiereeks de morgen in Filosofiebrein in Filosofieschopenhauer in Filosofieboom in Filosofieleuven in Filosofiepelckmans in Filosofieulrich libbrecht in Filosofiefilosofie kopstukken in Boekende morgen filosofie in Boekende morgen kopstukken filosofie in Boekenkernthema's van de filosofie in Boekenkopstukken filosofie in Boekenfilosofie in Boekenfilosofie in Studie en Cursus50 inzichten filosofie in Boekenfortnite acc in Games, Spelcomputers1990 in Gezelschapsspellen | Bordspellenklassieke in Watersport en Botenvoet samsungkoplampen volkswagen in Auto-onderdelen