De Belgische Gendarmerie, oftewel de Rijkswacht, heeft een rijke geschiedenis die teruggaat tot de 19e eeuw. Opgericht in 1795, was de dienst oorspronkelijk bedoeld om de veiligheid op het platteland te waarborgen. Tot 2001 was de Gendarmerie een belangrijke speler in de handhaving van de wet in België, totdat het werd samengevoegd met andere politiediensten om zo een meer geïntegreerde aanpak van wetshandhaving te creëren.
In het verleden was de Gendarmerie verantwoordelijk voor een breed scala aan taken, waaronder verkeershandhaving, het bestrijden van criminaliteit op het platteland en het handhaven van de openbare orde. Ze speelden ook een cruciale rol in het ondersteunen van militaire operaties en het bewaken van belangrijke evenementen en gelegenheden.
De Gendarmerie verschilt van andere politiediensten in België, zoals de lokale politie, door haar militaire structuur en de opzet van haar functies. De Gendarmerie concentreerde zich voornamelijk op landelijke en voorstedelijke gebieden, terwijl de lokale politie zich meer richtte op stedelijke gebieden. Dit leidde tot unieke samenwerkingen en verschillen in hoe elke dienst zijn taken uitvoerde.
Binnen de Gendarmerie zijn er verschillende uniformen, afhankelijk van de functie en het type operatie. Het reguliere uniform bestaat uit een donkerblauwe tuniek en broek, terwijl speciale eenheden zoals de interventiegroep hele andere, meer tactische uitrusting dragen. Het uniform van de Gendarmerie heeft vaak verschillende insignia om de rang en functie van de agent aan te geven.
De Gendarmerie als organisatie is voornamelijk gekenmerkt door haar gecombineerde focus op militaire discipline en civiele wetshandhaving. Dit zorgt voor een unieke dynamiek in training, samenwerking met andere overheidsspecialisten en de aanpak van bredere veiligheidskwesties in verband met criminaliteit en openbare orde. De organisatie is ook bekend om haar sterke verankering in de gemeenschap.