Bij fietsen zijn de richtingaanwijzers vaak geïntegreerd in de verlichting, terwijl brommers meestal aparte knipperlichten hebben die meer op die van auto's lijken. Dit verschil in ontwerp komt voort uit de snelheid en gebruiksparameters van de voertuigen. Fietsen zijn vaak lichter en hebben een minder complexe elektrische installatie in vergelijking met brommers, die ook meer functies kunnen hebben.
Gebruik je richtingaanwijzers altijd tijdig. Dit betekent dat je de knipperlichten moet activeren voordat je van richting verandert, zodat andere weggebruikers je intenties kunnen zien. Zorg ervoor dat je ook regelmatig om je heen kijkt en je omgeving in de gaten houdt. Voor een extra veiligheidstip: volgende de regels van het verkeer en geef je bewegingen altijd helder aan, dit voorkomt verwarring.
Als je de richtingaanwijzers niet gebruikt, kunnen andere weggebruikers niet weten wat je van plan bent. Dit kan leiden tot onveilige situaties en misschien zelfs ongelukken. Het is bovendien mogelijk dat je bekeurd kunt worden, omdat het in veel gebieden verplicht is om je richtingaanwijzers te gebruiken wanneer je van richting verandert. Het niet gebruiken van signalen toont geen respect voor andere weggebruikers.
Ja, je kunt je richtingaanwijzers ook gebruiken wanneer je stilstaat, bijvoorbeeld als je op een parkeerplaats staat en wilt aangeven dat je gaat inparkeren of als je wacht op een plek om af te slaan. Dit helpt andere weggebruikers te begrijpen wat je wilt doen, zelfs als je niet in beweging bent. Het geeft een duidelijk signaal dat je bereid bent om te handelen als de situatie zich voordoet.
Naast de richtingaanwijzers hebben fietsen en brommers ook andere signalen zoals handgebaren. Bij het afslaan kun je bijvoorbeeld je arm uitsteken om aan te geven dat je naar links of rechts gaat. Daarnaast worden vaak ook voetremlichten en verlichting gebruikt, vooral in het donker, om je aanwezigheid en je bedoelingen aan te geven, wat bijdraagt aan je veiligheid op de weg.