De belangrijkste basisvaardigheden zijn balans houden, trappen en sturen. Begin met oefenen op een plek waar er voldoende ruimte is, zoals een rustige straat of een park. Laat je eerst met de fiets aan de hand lopen om een gevoel voor het evenwicht te krijgen. Zodra je dit onder de knie hebt, probeer je een paar meter te fietsen zonder af te stappen. Dat geeft je een goed gevoel voor de beweging.
Een goede manier om het vertrouwen te verhogen is door samen te oefenen in een veilige omgeving, zoals een rustige straat of een park. Laat je kind eerst de fiets langzaam duwen terwijl je naast hem of haar loopt. Moedig positief aan en geef complimenten tijdens het oefenen. Probeer ook kleine ritten of oefeningen aan te bieden, zodat het niet overweldigend aanvoelt. Herhaling is key voor zelfvertrouwen.
Als je kind bang is om te vallen, probeer dan rustig en ondersteunend te zijn. Leg uit dat vallen erbij hoort en dat je altijd weer op kunt staan. Begin met het laten oefenen op een zachte ondergrond waar er niet veel kans is om echt te vallen. Je kunt ook samen fietsen, zodat je in de buurt bent en je kind zich veilig voelt. Zorg ervoor dat er altijd een helm gedragen wordt voor extra veiligheid.
Bij het kiezen van de juiste fiets is het belangrijk om te zorgen dat de fiets de goede maat heeft. Je kind moet met beide voeten plat op de grond kunnen staan als ze op het zadel zitten. Test ook of ze de handvatten goed kunnen bereiken. Fietsen met een lichtgewicht frame zijn vaak makkelijker voor beginners om mee om te gaan. Vergeet ook niet dat de fiets een goed werkende rem moet hebben.
Veiligheid is cruciaal tijdens het leren fietsen. Zorg ervoor dat je kind altijd een helm draagt die goed past. Daarnaast is het belangrijk om zichtbare kleding te dragen zodat ze goed gezien worden. Leer je kind de verkeersregels en oefen samen met je kind op rustige wegen, zodat ze kunnen leren om aandacht te besteden aan hun omgeving en andere weggebruikers.