Een luipaard herken je aan zijn gele, vlekkenpatroon dat lijkt op rozenblaadjes. Ze hebben een stevige, gespierde bouw en vaak een lange staart die helpt bij het balanceren. Vooral in de schemering en ’s nachts zijn ze actief, wat het jagen voor hen makkelijker maakt. Het is een indrukwekkend gezicht om eentje in het wild gezien te hebben!
Luipaarden zijn krachtige jagers met uitstekende klimmogelijkheden. Ze hebben een sterke kaak en scherpe klauwen, waardoor ze hun prooi snel kunnen grijpen. Daarnaast kunnen ze zich heel goed aanpassen aan verschillende leefomgevingen, van savannes tot bossen. Hun vacht helpt ook bij camouflage, wat essentieel is voor hun jachttechnieken.
De naam 'luipaard' komt uit het Oudgrieks en betekent letterlijk 'rokende panter', omdat ze andere grote katten doen denken aan de panter. Dit geeft al aan dat luipaarden tot de grote kattenfamilie behoren, en levert vaak verwarring op met andere soorten zoals de panter of jachtluipaard.
Luipaarden zijn vleeseters en hun dieet bestaat uit een varieerde selectie van dieren, van kleine zoogdieren tot grotere prooien zoals gazellen. Ze zijn ook meesterlijk in hun jachttechnieken; ze sluipen stilletjes dichterbij om dan met een explosieve sprong hun prooi te verrassen. Dit maakt ze tot effectieve jagers in hun omgeving.
Luipaarden zijn veelzijdig en komen voor in verschillende habitats, waaronder open savannes, dichte bossen, en bergen. Ze zijn uniek omdat ze vaak een voorkeur hebben voor gebieden met veel bomen, waar ze hun prooi kunnen verstoppen of tegen de elementen kunnen schuilen. Dit maakt hun overlevingsmogelijkheden zeer hoog.