De Vlaamse school staat bekend om zijn gedetailleerde en realistische weergave van onderwerpen. Een kenmerkend aspect is het gebruik van olie- en aquareltechnieken, wat zorgt voor rijke kleuren en natuurlijk licht. Kunstenaars maakten vaak gebruik van een complexe compositie en symboliek, waardoor hun schilderijen niet alleen esthetisch aantrekkelijk zijn, maar ook verhalen of boodschappen overbrengen.
In de Vlaamse schilderkunst werden verschillende technieken vaak gebruikt, zoals olieverf, die een grotere diepte en glans aan de schilderijen geeft. Ook werden er vaak laagjes verf aangebracht om textuur en detail op te bouwen. Daarnaast maakten kunstenaars gebruik van sfumato, een techniek die zachte overgangen tussen kleuren en schaduwen creëert, waardoor de figuren realistischer lijken.
Enkele prominente kunstenaars van de Vlaamse school zijn Jan van Eyck, bekend om zijn meesterlijke olieverfschilderijen, en Pieter Paul Rubens, die beroemd is om zijn levendige barokstijl. Een andere belangrijke figuur is Hans Memling, die in de 15e eeuw geweldige religieuze schilderijen maakte. Deze kunstenaars hebben belangrijke bijdragen geleverd aan de ontwikkeling van de kunst in de regio.
De Vlaamse school heeft een aanzienlijke invloed gehad op de kunst in andere delen van Europa, vooral in Italië en Spanje. Kunstenaars als Michelangelo en Caravaggio lieten zich inspireren door de vernieuwende technieken en thematiek van Vlaamse schilders. Hierdoor zien we dat de kunststijlen in deze landen meer realisme en emotionele expressie begonnen te omarmen, wat leidt tot een grotere diversiteit in de Europese kunstgeschiedenis.
Populaire onderwerpen in de kunst van de Vlaamse school zijn vaak religieus van aard, zoals Bijbelse taferelen en heiligen. Daarnaast zijn portretten en landschappen ook veelvoorkomende thema's. Kunstenaars maakten vaak gebruik van de dagelijkse levensthema's en symboliek om diepere betekenissen in hun werk te verwerken, wat de kunst rijk en laagcomplex maakt.