Chateau Branaire-Ducru ligt verscholen in het zuidoostelijke deel van de appellation St Julien, met als naaste buren Beychevelle, dat tussen Branaire-Ducru en de Gironde ligt, en Chateau St Pierre. De wijngaarden strekken zich uit van west naar oost in verschillende percelen dicht bij het kasteel, op de typische Médoc-bodem van alluviale grind uit het Kwartair. Er is in totaal 50 hectare beplant met 74% cabernet sauvignon, 22% merlot en slechts 4% petit verdot, met een gemiddelde leeftijd van bijna 40 jaar, hoewel er veel wijnstokken zijn die bijna een eeuw oud zijn. De oogst gebeurt met de hand en de gisting vindt plaats in een moderne, goed uitgeruste kelder, gefinancierd door de familie Maroteaux en nu gerund door algemeen directeur Philippe Dhalluin.

De most en de jonge wijn worden door middel van zwaartekracht in plaats van pompen naar de kelder geleid, waar ze in roestvrijstalen tanks met temperatuurregeling gisten, voordat ze tot twee jaar in eikenhouten vaten rijpen, waarvan 50% nieuw per oogst. De wijn ondergaat een eiwitklaring voordat hij ongefilterd wordt gebotteld.

De grand vin is Château Branaire-Ducru, 15.000 kisten, en er is een tweede wijn, Château Duluc, genoemd naar de familie Duluc, waarvan er 7.000 kisten per jaar worden geproduceerd.